[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Homogene Groep Internationale samenwerking 2020 (HGIS-nota 2020)

Homogene Groep Internationale samenwerking 2020 (HGIS-nota 2020)

Nota

Nummer: 2019D32443, datum: 2019-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35301-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35301 -2 Homogene Groep Internationale samenwerking 2020 (HGIS-nota 2020).

Onderdeel van zaak 2019Z15654:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 301 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2020 (HGIS-nota 2020)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

1. LEESWIJZER 3
1.1 Wat is de HGIS? 3
1.2 Opzet HGIS-nota 2020 3
2. INLEIDING: VOOR NEDERLAND, WERELDWIJD 5
3. HGIS BELEIDSTHEMA’S 8
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid 9
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit 13
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking 17
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen 19
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 22
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat 26
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs) 31
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling 34
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven 37
4. BIJLAGEN 41
Bijlage 1: De HGIS-verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2019 41
Bijlage 2a: De HGIS-uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel 42
Bijlage 2b: De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel 52
Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2019 – 2024 54
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema 56
Bijlage 5: De geraamde ODA-uitgaven per regio in 2020 58
Bijlage 6: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema 65
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2020 68
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2020 71

1. LEESWIJZER

1.1 Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.

De Minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

1.2 Opzet HGIS-nota 2020

HGIS-beleidskader

De HGIS-nota 2020 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2020. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2020 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht.

Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.

In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2020, voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2019 zijn gepresenteerd. Een drietal onderwerpen wordt verder belicht (Nederland-China; een nieuwe balans, World Press Freedom Day en de Digitale agenda). Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiële inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.

Landen-bijlage

Om een inzicht te geven in de vernieuwde geografische focus van de BHOS-nota «Investeren in perspectief» is de indeling van de landen-bijlage (bijlage 5) in deze nota gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. De HGIS-nota en het HGIS-jaarverslag bieden voortaan het overzicht van de in het BHOS-beleid aangekondigde verschuivingen van ODA-middelen naar de focus-regio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting.

Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:

Bijlage 1 Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2019 en HGIS nota 2020
Bijlagen 2a en 2b Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement
Bijlage 3 Geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2019–2024
Bijlage 4 Een overzicht van de ODA-uitgaven per beleidsthema
Bijlage 5 Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de ODA-uitgaven binnen de BHOS begroting per regio
Bijlage 6 Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema
Bijlage 7 Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2020 gepresenteerd
Bijlage 8 Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2020 op het terrein van migratie

2. INLEIDING: VOOR NEDERLAND, WERELDWIJD

Ons Koninkrijk is onlosmakelijk verbonden met de rest van de wereld. Een wereld die volop in beweging is. Een wereld van geopolitieke en economische machtsverschuivingen waarin onzekerheid en onvoorspelbaarheid ons werkveld bepalen. In de afgelopen jaren is China’s zelfvertrouwen op het wereldtoneel aanzienlijk toegenomen. Ook landen als Iran en Rusland nemen een steeds assertievere houding aan. De Trans-Atlantische relatie is aan verandering onderhevig. Het multilaterale stelsel staat onder druk. En duurzame oplossingen voor de conflicten in Jemen, Syrië, Libië, Venezuela en het Midden-Oosten Vredesproces blijven vooralsnog uit. Wat ver weg gebeurt, raakt ons uiteindelijk ook dichtbij.

Er zijn ook lichtpunten. De ontwikkelingen van de laatste twaalf maanden in Ethiopië, Algerije en Armenië tonen aan dat democratie nog steeds een krachtige lokroep heeft, ook in samenlevingen die decennialang onder reactionair bewind gebukt zijn gegaan. Bovendien bieden onze open economie en onze rol op het wereldtoneel ook kansen. Kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en het vormen van nieuwe allianties. Kansen voor studenten en het verbeteren van internationaal onderwijs. Kansen voor reizigers wereldwijd.

Nederland is goed geëquipeerd om in deze turbulente wereld zijn belangen en waarden veilig te stellen. Binnen de bondgenootschappen en organisaties waar wij lid van zijn heeft Nederland een goede positie en reputatie. We gelden als innovatief, betrouwbaar, goed geïnformeerd en zeer betrokken – ook bij ontwikkelingen ver van huis. Maar we moeten ons blijven inspannen om binnen het verschuivende geopolitieke krachtenveld een weg zien te vinden om dringende vraagstukken het hoofd te bieden, zoals klimaatverandering, cyberaanvallen en diefstal van intellectueel eigendom, ongewenste buitenlandse inmenging en -financiering, mensenrechtenschendingen, irreguliere migratie en terugkeerproblematiek, instabiliteit en onveiligheid, terrorisme en nucleaire dreigingen.

Het jaar 2020 zal verder in het teken staan van de nadere uitwerking van de nieuwe strategische agenda van de Europese Raad met prioriteiten voor de EU voor de komende jaren. De Raad zal hiertoe nauw samenwerken met de nieuwe Europese Commissie, die begin november 2019 zal aantreden, en het nieuwe Europese parlement, dat begin juli 2019 is geïnstalleerd.

De hoofddoelen van de nota «Investeren in perspectief» zijn van onverminderd belang, zowel voor de wereld om ons heen als voor Nederland zelf: vermindering van instabiliteit, armoede en ongelijkheid in ontwikkelingslanden; bevordering van duurzame economische groei en effectieve klimaatactie wereldwijd; en versterking van het internationaal verdienvermogen van Nederland. De SDG-agenda voor 2030 vormt het samenbindende element en tevens de ultieme preventieagenda en het kader voor de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, irreguliere migratie, terreur en klimaatverandering.

De internationale uitdagingen op het terrein van ontwikkelingssamenwerking zijn fors en talrijk. In veel ontwikkelingslanden is een nijpend gebrek aan werk en zinvol onderwijs voor de groeiende groep jeugdigen. De positie van vrouwen verbetert niet of nauwelijks, terwijl de ruimte voor maatschappelijke organisaties in veel landen krimpt. Meer mensen zijn op de vlucht of ontheemd door oorlog en geweld. Effecten van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder, vooral in kwetsbare ontwikkelingslanden.

2020 is het tweede volledige implementatiejaar van de handelsagenda van het kabinet, met de vier actielijnen markttoegang en Brexit; een excellente dienstverlening voor het mkb en start-ups; maatwerk in de economische diplomatie; en het herinrichten van het publieke en private handels-, innovatie-, innovatie- en investeringsbevorderende netwerk. De agenda is gericht op de verdienkansen die de SDG’s bieden en het versterken van innovatie gericht op de SDGs. In lijn met de handelsagenda blijft speciale aandacht uitgaan naar vrouwelijke ondernemers, startups en het midden-en kleinbedrijf (mkb). Met de oprichting van de internationale tak van Invest-NL zal het, door de daarmee gepaard gaande krachtenbundeling van financiële instrumenten, eenvoudiger worden voor Nederlandse ondernemers om de juiste financiering te vinden voor internationale activiteiten.

Wereldwijd is sprake van opkomend protectionisme. Het multilaterale handelssysteem staat onder grote druk, in het bijzonder vanwege het handelsconflict tussen China en de VS. Ook de toekomstige relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk brengt veel onzekerheden met zich mee, evenals opkomende economieën die zich ontwikkelen tot geduchte concurrenten en belangrijke technologische spelers.

Dit vergt een zorgvuldig en krachtig buitenlandbeleid dat onze Nederlandse belangen en waarden, ook op het terrein van ontwikkelingssamenwerking, waar Nederland voor staat, blijft borgen, overal ter wereld. Dit doen we vanuit Den Haag en ons uitgebreide netwerk van 140 ambassades en andere vertegenwoordigingen. Ons uitgangspunt blijft dan ook in 2020: Voor Nederland, wereldwijd.

In navolging van de motie van het lid Becker c.s. met het verzoek een Chinastrategie op te stellen (Kamerstuk 33 694, nr. 16) presenteerde het kabinet een China-notitie. Kern van deze notitie is dat Nederland streeft naar een nieuwe balans in de relatie met China, waarbij kansen moeten worden gegrepen waar het kan, maar ook bescherming moet worden geboden waar het moet. In het volgende kader wordt verder ingegaan op de kabinetsinzet betreffende Nederland-China.

China speelt een steeds grotere rol op het wereldtoneel en is uitgegroeid tot de tweede economie ter wereld en een belangrijke technologische speler. Deze ontwikkelingen in China raken ook Nederland en vragen om een nieuwe balans in de relatie met China.

De bilaterale relatie tussen Nederland en China is breed en intensief. China biedt Nederland aanzienlijke kansen. Het is de grootste handelspartner van Nederland in Azië, goed voor 11 miljard euro aan export. Tegelijkertijd vragen bepaalde aspecten van China’s toenemende invloed, zoals zijn impact op veiligheid en op mensenrechten, onze aandacht. Het kabinet heeft tevens meer aandacht voor bijvoorbeeld (economische) veiligheid, cyberspionage, beïnvloeding en onze normen en waarden. Om deze inzet te verwezenlijken investeert het kabinet in verhoogde China-capaciteit bij de betrokken departementen.

Nederland zoekt op basis van gedeelde belangen de samenwerking met China, zowel bilateraal als via de EU en multilateraal. Het gaat dan bijvoorbeeld om thema’s als klimaatverandering en energie, SDG’s, epidemiebestrijding, circulaire economie en verduurzaming, ouderenzorg, landbouw/voedsel en logistiek/transport. Deze samenwerking zal worden ondersteund door onder andere bezoeken op hoog politiek niveau, (handels)missies en ondersteuning via de Rijksoverheid in het algemeen en het postennet China in het bijzonder.

Het kabinet investeert tevens in een meerjarig kennisnetwerk op het gebied van China, dat met de Rijksoverheid is verbonden. Via dit kennisnetwerk kunnen China-experts vanuit verschillende invalshoeken de Rijksoverheid helpen om China’s motieven, beleid en visie beter te begrijpen en het langetermijnperspectief op China binnen de overheid te bevorderen. De Rijksoverheid wordt zo beter in staat gesteld ontwikkelingen die verband houden met China te volgen en deze in integraal beleid te vertalen en uit te voeren.

3. HGIS 2020 NAAR BELEIDSTHEMA’S

De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2020 komt uit op ca. EUR 5,9 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 4,5 miljard als Official Development Assistance (ODA). In onderstaand overzicht zijn de totale uitgaven per beleidsthema schematisch weergegeven.

Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2020 nader toegelicht, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en inkomsten ODA en non-ODA betreft.

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Mensenrechten, internationale rechtsorde en gastlandbeleid

Mensenrechten vormen het fundament van menselijke waardigheid en vrijheid en staan aan de basis van open en vrije samenlevingen overal ter wereld. Het bevorderen van mensenrechten is ook in ons eigen belang, omdat een democratische rechtsstaat de beste voedingsbodem is voor welvaart, stabiliteit, groei en ontwikkeling. Zoals uiteengezet in de Kamerbrief (Kamerstuk 32 735, nr. 227) over de intensivering van het mensenrechtenbeleid, kiest het kabinet voor een geïntegreerde aanpak, getuige ook het uitgangspunt van mensgerichte benadering (human security) van de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie en de mensenrechtenbenadering van de nota «Investeren in perspectief», gespiegeld aan de benadering van de Sustainable Development Goals (SDGs). In het kader van de intensivering van het mensenrechtenbeleid is er nadrukkelijk aandacht voor vrijheid van meningsuiting en veiligheid van journalisten, vrijheid van religie en levensovertuiging en gelijke rechten voor LHBTI’s.

Nederland zal zich in 2020 ook specifiek richten op de VN-Mensenrechtenraad. Nederland heeft zich verkiesbaar gesteld voor het tijdelijk lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad met als inzet het behoud en verbetering van het VN-instrumentarium, het reageren op schendingen en het samenwerken met het maatschappelijk middenveld en overheden. Daarbij geeft het lidmaatschap een forum voor inhoudelijke activiteiten op de zes beleidsprioriteiten.

Als pleitbezorger van de internationale rechtsorde draagt Nederland bij aan het huisvesten van internationale gerechtshoven, tribunalen en instellingen ter bescherming van de internationale rechtsorde in Nederland. In dat kader wordt binnen de HGIS een bijdrage gereserveerd om de renovatie van het Vredespaleis mogelijk te maken.

Vrijheid van meningsuiting is een van de beleidsprioriteiten van het buitenlands mensenrechtenbeleid van dit kabinet. Uitdagingen rond desinformatie en de veiligheid van journalisten vragen om een stevig antwoord, ook in internationaal verband. Het kabinet intensiveert daarom de inzet op dit terrein. Mede naar aanleiding van de motie Ploumen/Sjoerdsma (Kamerstukken 35000 V, nr. 30) zal Nederland om die reden van 22 tot en met 24 april 2020 zal met UNESCO gastheer zijn voor de jaarlijkse World Press Freedom Day-conferentie.

De World Press Freedom Day-conferentie wordt georganiseerd ter ere van de 27e Internationale Dag van de Persvrijheid (3 mei). In 2020 viert de VN bovendien haar 75e verjaardag; het optreden als gastland is daarom ook een belangrijke Nederlandse bijdrage aan deze viering. Met de organisatie van deze conferentie herbevestigt Nederland haar leidende rol op dit belangrijke beleidsterrein.

Er worden voor de conferentie circa 1500 deelnemers verwacht, uit binnen- en buitenland. Deze vertegenwoordigen media, ngo’s, internationale overheden en organisaties. Tijdens de conferentie zal onder meer de UNESCO Guillermo Cano World Press Freedom Prize worden uitgereikt aan een individu of organisatie die een buitengewone bijdrage heeft geleverd aan de verdediging van persvrijheid.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 58.720 6.548 49.909 6.846 48.879 6.846
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 61.450 36.784 64.402 37.555 63.502 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 0 0 15.970 0 13.407 0
JenV 33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI 555 0 535 0 569 0
33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 90 90 200 200 200 200
91.01 WIPO 367 0 355 0 371 0
91.01 Europol en Eurojust 19.041 0 36.624 0 21.987 0
IenW 17.01 Luchtvaart 1.015 0 1.311 0 1.311 0
18.01 Scheepvaart en havens 1.073 0 1.143 0 1.224 0
SZW 02.24.01 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 0 0 0 0 9 0
VWS 02.11 Curatieve zorg 481 0 900 0 2.200 0
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 1.500 0 1.000 0 0 0
Totaal 144.292 43.422 172.349 44.601 153.659 44.601

Financiële instrumenten

BZ

• Bijdragen (verdragscontributies) aan de VN, de bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Internationaal Strafhof (ICC) en het International Impartial and Independent Mechanism (bewijsvergaringsmechanisme Syrië; IIIM).

• Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender en interseks personen (LHBTI) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid.

• Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving. Deze uitgaven werden t/m 2018 verantwoord onder beleidsthema 4.

• Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon, het Internationaal Strafhof en het Vredespaleis.

Ten aanzien van het Vredespaleis heeft Nederland een verantwoordelijkheid voor goede huisvesting van het Internationaal Gerechtshof van de VN en het Permanent Hof van Arbitrage. Omdat het Vredespaleis verouderd is en bovendien asbest bevat, dient het te worden gerenoveerd. Voor de financiering van deze renovatie zijn binnen de Rijksbegroting voor de komende jaren middelen gereserveerd.

JenV

• Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).

• Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

• Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.

• Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

IenW

Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:

• Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).

• Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).

• Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).

• Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)

• Bijdrage aan de Donaucommissie

• Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

SZW

• Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS). Voor 2020 werd de bijdrage aan het CASS gefinancierd door I&W. Nu het CASS budgettair onafhankelijk is geworden van de Centrale Rijnvaart Commissie (CCR), valt de bijdrage onder de verantwoordelijkheid van SZW.

VWS

• Met vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, heeft de Europese Commissie besloten het hoofdkantoor van de European Medicines Agency (EMA) naar Amsterdam te verhuizen. De Nederlandse overheid faciliteert en ondersteunt de EMA bij de verhuizing. Het College ter bevordering geneesmiddelen (CBG) ontvangt budget ter compensatie voor het wegvallen van de capaciteit en expertise van de Britse geneesmiddelenautoriteit in de beoordeling van nieuwe geneesmiddelen en voor het investeren in kennisdeling, opleiding en begeleiding binnen Europa op het dit gebied.

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa. Daarnaast het doel om vrede en veiligheid te bereiken door het voorkomen en terugdringen van conflictsituaties en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, legitieme en democratische staatsstructuren. Tevens het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd.

Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale veiligheid

De mondiale machtsverhoudingen veranderen, waarbij de macht en het initiatief deels verschuiven naar landen die met een substantieel andere blik naar de wereld kijken. Als gevolg hiervan heeft Nederland te maken met een instabielere en minder voorspelbare veiligheidsomgeving. Na een periode van relatieve stabiliteit en voorspelbaarheid in Europa, investeert Nederland meer in haar eigen en bondgenootschappelijke veiligheid. Zoals beschreven in de defensienota investeert Nederland structureel in allianties en in militaire capaciteiten die agressie kunnen afschrikken en desnoods beantwoorden.

De kabinetsinzet op het gebied van internationale veiligheid is neergelegd in de in 2018 gepresenteerde Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheids-Strategie (GBVS). In maart 2020, zal de eerste voortgangsrapportage aan de Kamer gezonden worden. In lijn met de GBVS, zal in 2020 worden gewerkt aan de verdere vormgeving en implementatie van het beleid langs de drie pijlers: Voorkomen, Verdedigen en Versterken.

Voorkomen: Om onveiligheid te voorkomen, zet het kabinet in op de aanpak van grondoorzaken en voedingsbodems van deze onveiligheid. Zo investeert het kabinet in Early Warning & Early Action: inzet op vroegtijdig identificeren van conflictrisico’s zodat preventieve actie ondernomen kan worden. Bijvoorbeeld in het duurzaam versterken van lokaal (politiek) bewustzijn, kennis en capaciteit van een land over hoe radicalisering en extremisme tegen te gaan. In 2020 ligt de prioriteit bij het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de daaraan verbonden toetsingsconferentie waarvan Nederland vicevoorzitter is. Ook in de export van wapens zet Nederland in op effectieve internationale afspraken en een kritische uitvoering van het wapenexportbeleid.

Verdedigen: De NAVO blijft de hoeksteen van de verdediging van Nederlanders en ons grondgebied. Een sterke en verenigde NAVO waar alle bondgenoten de schouders onder zetten, is daarom voor Nederland van essentieel belang. Vandaar dat het kabinet bij Voorjaarsnota extra investeert in de krijgsmacht. Een stapsgewijze groei in het kader van de lange lijnen naar de toekomst, om de capaciteiten-doelstellingen van de NAVO te realiseren zijn nodig voor een stabiele groei en versterking van de krijgsmacht. De toegenomen dreiging manifesteert zich ook in het digitale domein. Nederland versterkt daarom de eigen digitale weerbaarheid. Daarnaast probeert Nederland consequenties te verbinden aan norm overschrijdend gedrag, bijvoorbeeld door overtreders te plaatsen op sanctielijsten (visum restricties, bevriezing tegoeden) van het EU Cyber-sanctieregime.

Versterken: In Europees verband zet Nederland in op een effectieve veiligheidssamenwerking binnen het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Nederland legt komend jaar het accent op het versterken van de EU/NAVO samenwerking en de implementatie van reeds ingezette initiatieven en het bereiken van concrete resultaten, onder andere met betrekking tot PESCO en het Europees Defensiefonds. Binnen de context van een nieuw Meerjarig Financieel Kader 2021–2027, voorziet Nederland in 2020 tot een akkoord te komen over een Europese vredesfaciliteit.

Gezien de druk op de internationale rechtsorde en de instabiliteit in de regio’s rond Europa blijft Nederland investeren in vredesmissies en crisisbeheersingsoperaties. Deze inzet blijft zich primair richten op de instabiele regio’s rondom Europa en vooral daar waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn. In juni 2019 heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inspanningen als bijdrage aan de snelle reactiemachten, missies en operaties tot en met 2021 (Kamerstuk 2019D25307).

Migratie

In 2020 zal de migratiesamenwerking met landen van herkomst-, transit en bestemming verder worden uitgewerkt conform de Integrale Migratieagenda. Deze samenwerking vindt bilateraal en in EU-verband plaats, bijvoorbeeld via de EU-Hoorn van Afrika migratiedialoog (het Khartoum-proces) waar Nederland in 2020 voorzitter van is. Nederland zal dit voorzitterschap gebruiken om voortgang te maken met afspraken met Afrikaanse landen onder andere ten aanzien van verbeterde migratiesamenwerking, het beperken van irreguliere migratie en het stimuleren van legale migratieroutes. Daarnaast richt Nederland zich op het verbeteren van opvang en bescherming voor vluchtelingen en ontheemden in de regio. Over de verwachte HGIS-uitgaven op het gebied van migratie, asielopvang en humanitaire hulp aan vluchtelingen kunt u meer lezen in bijlage 8.

Humanitaire diplomatie en noodhulp

In 2020 wordt de uitvoering ter hand genomen van het vernieuwde beleidskader voor humanitaire diplomatie en noodhulp «Mensen Eerst». Een kernpunt hierin is dat psychosociale steun en geestelijke gezondheidszorg een vanzelfsprekend onderdeel moet worden van noodhulp. Daartoe voert het kabinet haar humanitair-diplomatieke inspanningen op en investeert in capaciteit en kennis bij uitvoeringsorganisaties.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12.038 0 13.205 0 12.545 0
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 17.150 0 14.302 0 13.751 0
02.03 Wapenbeheersing 9.749 1.809 13.138 3.252 10.873 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 172.089 55.341 220.136 74.417 216.835 74.417
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 27.260 10.904 29.190 11.205 29.822 11.929
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 377.391 376.774 380.017 379.000 370.017 369.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 0 0 172.000 172.000 162.000 162.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 423.583 423.583 235.243 235.243 235.243 235.243
04.04 Noodhulpfonds 10.081 10.081 3.000 3.000 0 0
05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling 33.567 33.567 0 0 0 0
JenV 31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.512 8.512 8.600 8.600 8.600 8.600
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 0 0 150 0 0 0
36.02.59 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 0 0 0 0 300 0
Defensie 01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties/BIV (inclusief contributies) 226.651 0 235.963 0 187.882 0
Totaal 1.318.071 920.571 1.324.944 886.717 1.247.868 864.441

Financiële instrumenten

BZ

• Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.

• Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.

• Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.

• Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).

• Jaarlijkse bijdragen aan het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA), de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) en de Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organization (CTBTO).

• Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.

• Bijdrage aan activiteiten onder auspiciën van het G8 Global Partnership op het gebied van het tegengaan van proliferatie van radiologische en nucleaire bronnen en bio-security.

• Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).

• Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling.

• Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het Matra programma gericht op (Zuid)Oost-Europa en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.

BHOS

• Niet geoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA, UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp;

• Crisis specifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA);

• Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs; en

• Nederland draagt bij aan een partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landen specifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking.

• Nederland steunt programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.

• Financiering van programma’s van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.

• Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden.

• Bevorderen van dataverzameling -analyse inzake migratiestromen.

• Bevordering van politieke staatsopbouw wordt geheel gefinancierd via een aantal grote, internationaal opererende organisaties op het gebied van democratisering, lokaal bestuur, politieke partijen en parlementen samen met lokale organisaties.

JenV

• Het leveren van een bijdrage aan internationale missies door de inzet van civiele politie en justitie experts.

Defensie

• De geïntegreerde benadering is het uitgangspunt voor de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Om het geïntegreerde karakter te borgen, wordt de besluitvorming over het BIV (internationale inzet, waaronder crisisbeheersingsoperaties inclusief contributies) interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd.

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vormgeven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Beleidsinzet toegelicht

Effectieve Europese Samenwerking

Nederland wil zich de komende jaren met andere lidstaten inspannen voor een sterk en duurzaam Europa, dat bovendien zijn mondiale belangen kan behartigen. Een EU die zich richt op het realiseren van concrete resultaten op onderwerpen waar samenwerking in Unie-verband meerwaarde heeft («big on big»). In lijn met de Staat van de Europese Unie 2019, waarin het kabinet vooruit blikte op de komende vijf jaar, werden vijf prioriteiten geformuleerd: migratie, veiligheid, een sterke en duurzame economie die bescherming biedt, klimaat en een EU die de eigen belangen en waarden verdedigt in de wereld.

Een ring van veilige, stabiele en welvarende buurlanden is in het directe belang van Nederland en Europa. Nederland zal daarom blijven inzetten op goede betrekkingen met de landen rondom de EU en in het oosten van Europa. Daarbij investeert Nederland in de rechtsstaat, in bestrijding van corruptie, het vergroten van veiligheid en in het bevorderen van economische groei. Een deel van die investering loopt via de Raad van Europa.

Ontwikkelingssamenwerking in EU-kader

Met het oog op het aflopen van het Verdrag van Cotonou in 2020, zijn onderhandelingen opgestart over het vervolgpartnerschap van de EU met landen in Afrika, het Caraïbisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS). De Europese Unie zet in op een overkoepelend verdrag met daaronder drie regionale partnerschappen, die zijn toegespitst op de behoeften van die specifieke regio’s. Op het Afrikaanse continent liggen 33 van de in totaal 47 minst ontwikkelde landen. In 2020 zal een akkoord bereikt moeten worden over het nieuwe Meerjarige Financiële Kader (2021–2027). Nederland zet in de onderhandeling over het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) in op een ambitieus beleid op het gebied van gender en klimaat. Nederland steunt de geografische focus binnen het NDICI op sub-Sahara Afrika en het Nabuurschap.

Het kabinet blijft zich inzetten om Nederlandse organisaties beter te positioneren voor het uitvoeren van programma’s voor de Europese Commissie, onder andere via gedelegeerde samenwerking (Delegated Cooperation). Begin 2019 is hiervoor een Europese Steunfaciliteit (EU-SF) opgericht binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die mogelijkheden voor EU-financiering helpt identificeren en adviseert over de regelgeving en procedures.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ 03.02 Europees ontwikkelingsfonds 214.252 214.252 234.281 234.281 234.281 234.281
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 9.966 3.986 9.720 3.888 9.720 3.888
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.437 0 6.083 0 5.702 0
Toerek. EU-begroting 405.600 329.867 405.600 329.867 405.600 329.867
Totaal 634.255 548.105 655.684 568.036 655.303 568.036

Financiële instrumenten

BZ

• Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het voornaamste middel waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert. Het budget en het programma van het 11e EOF is voor een periode van zeven jaar (2014–2020) vastgesteld. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden.

• Bijdrage aan de Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa.

• Bijdrage aan de Benelux.

• Subsidie aan European Institute for Public Administration.

• Brexit-programma’s gericht op geschillenbeslechting, monitoring en toezicht, en hoe om te gaan met verschillen in regelgeving («dynamische equivalentie»). Daarnaast mogelijke studies op gebied van geschillenbeslechting in een nieuwe relatie EU-VK en /of regelgeving, in algemene zin of in bepaalde sectoren. Alsook diverse activiteiten op het gebied van voorlichting en publieksonderzoek.

Toerekening

• De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven «Nederlandse aandeel» van de begroting van de Europese Commissie (het begrotingshoofdstuk 4; «Global Europe»). Uit dit hoofdstuk worden diverse programma's van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Het merendeel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria. De ontwikkelingsuitgaven voor landen in Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan vallen onder het EOF. Via het EOF (zie onder BZ) draagt Nederland hieraan bij.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is, naast het opstellen van ambtsberichten, verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Consulair

Op consulair gebied wordt de inzet in 2020 grotendeels bepaald zoals beschreven in de beleidsnota «de Staat van het Consulaire». Daarbinnen zal in 2020 specifiek worden ingezet op de verdere implementatie van het Loket Buitenland, conform de afspraken uit het Regeerakkoord, met als doel om eind 2020 circa dertig rijksoverheidsdiensten bereikbaar te hebben via het Loket Buitenland.

Begin 2020 treedt de nieuwe visumcode in werking. Deze bevat een groot aantal wijzigingen waarvoor Nederland zich de afgelopen jaren sterk heeft gemaakt en die belangrijk zijn voor de modernisering en verdere verbetering van de consulaire dienstverlening, zoals de inzet van externe dienstverleners (private partners), de mogelijkheid om visa digitaal aan te vragen en het gecentraliseerd beslissen op aanvragen.

Internationaal Cultuurbeleid

2020 wordt het laatste jaar van het Internationaal Cultuurbeleid 2017–2020. Activiteiten en programma’s onder dit kader zullen worden afgerond. In samenwerking met het Ministerie van OCW wordt gewerkt aan de uitgangspunten voor een nieuw kader voor de periode 2021–2024.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ 04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 13.962 0 17.312 0 12.462 0
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 14.840 0 20.619 0 13.449 0
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7.023 0 9.898 0 7.706 0
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 19.965 98 22.389 136 20.581 136
04.05 Gastlandbeleid internationale organisaties 4.387 0 0 0 0 0
OCW 08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur 426 0 521 0 521 0
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 0 4.617 0 4.617 0
Totaal 65.220 98 75.356 136 59.336 136

Financiële instrumenten

BZ

• Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen.

• Verstrekken van reisadviezen.

• Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies.

• Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein

• Afnemen van inburgeringsexamens.

• Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.

• Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties.

• Op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door JenV mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd.

• Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.

• Ondersteuning van initiatieven in zeven landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.

• Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op die doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media en via persoonlijke contacten als bijeenkomsten. Daarnaast worden onlinekanalen ingezet, zoals Facebook en twitter.

• Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid kunnen ondersteunen of opstarten.

• Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael.

• Uitgaven van het Koninklijk Huis aan staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken, inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en ontvangsten Corps Diplomatique.

OCW

• In het kader van het internationaal cultuurbeleid financieren OCW en BZ samen een internationaliseringsprogramma (zie ook beleidsthema 7).

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Algemeen

Verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd en versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Daartoe werkt Nederland aan een toekomstbestendig multilateraal handels- en investeringssysteem met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie en aan versterking van de private sector en een verbeterd ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden.

Beleidsinzet toegelicht

Duurzaam handels- en investeringssysteem incl. MVO

Het multilaterale handelsstelsel komt zwaar onder druk te staan als handelsconflicten tussen de VS en China en tussen de VS en de EU verder escaleren. De EU-inzet blijft gericht op behoud van een effectief WTO-geschillenbeslechtingsmechanisme, het versterken van de monitoringsfunctie van de WTO en ontwikkelen van aanvullende WTO-regels om draagvlak voor het systeem te behouden. Daarnaast blijft de bilaterale handelspolitieke agenda van belang. Met de verduurzaming van hun waardeketens kunnen bedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de SDGs. In 2020 wil het kabinet meer bedrijven hierbij ondersteunen. Daarnaast zullen in 2020, in lijn met het regeerakkoord, stappen worden gezet om te komen tot een mix van maatregelen en instrumenten om IMVO verder te bevorderen.

Proactieve handels- en investeringsagenda

Het jaar 2020 is het tweede volledige implementatiejaar van de handelsagenda van het kabinet, met de vier actielijnen (1) markttoegang en Brexit; (2) een excellente dienstverlening voor het mkb en start-ups; (3) maatwerk in de economische diplomatie; en (4) het herinrichten van het publieke en private handels-, innovatie-, innovatie- en investeringsbevorderende netwerk. De agenda is gericht op de verdienkansen die de SDGs bieden en het versterken van innovatie gericht op de SDGs. In lijn met de handelsagenda blijft speciale aandacht uitgaan naar vrouwelijke ondernemers (onder meer door de oprichting van een Dutch Female Entrepreneurship Academy), startups en het midden-en kleinbedrijf (MKB). Met de oprichting van de internationale tak van Invest-NL zal het, door de daarmee gepaard gaande krachtenbundeling van financiële instrumenten, eenvoudiger worden voor Nederlandse ondernemers om de juiste financiering te vinden voor internationale activiteiten.

De oprichting van een Taskforce voor handelsbevordering en economische ontwikkeling tussen Nederland en Afrika met bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld, wetenschap en overheid is voorzien voor eind 2019 (motie Amhaouch 34 952 nr. 69) en mogelijke aanbevelingen of vervolgstappen zullen in 2020 hun beslag krijgen.

Innovatie en mobiliseren van de private sector voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s)

Zonder de private sector lukt het niet de middelen bijeen te brengen die nodig zijn om de SDGs te realiseren. Het kabinet wil dan ook, conform de motie Stoffer (Kamerstuk 35 000, nr. 50), het gebruik van ODA als hefboom voor private investeringen in ontwikkelingslanden verder stimuleren. Economische groei die banen creëert is belangrijk voor lage- en middeninkomenslanden en cruciaal voor het toekomstperspectief van miljoenen werkloze jongeren in ontwikkelingslanden.

Integrale aanpak van ketenverduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap

De productie van goederen en diensten moet wereldwijd op een duurzame manier gebeuren, met respect voor mensen en milieu. Het kabinet intensiveert de inzet op verduurzaming met nieuwe initiatieven en programma’s op leefbaar loon en inkomen, bestrijding van kinderarbeid en ontbossing en werkt aan opschaling in Nederland, Europa en wereldwijd. Het kabinet heeft daarbij extra aandacht voor verduurzaming van de sectoren textiel, palmolie, soja, koffie, cacao, bos en hout. China en India domineren de wereldwijde import van (agrarische) grondstoffen zoals soja en palmolie die in verband worden gebracht met ontbossing in de tropen, daarom wordt ingezet op samenwerking om een gelijkwaardig speelveld wat betreft import vereisten met de EU te bevorderen. Ook is het doel om meer bedrijven te ondersteunen met het nieuwe Fonds Verantwoord Ondernemen (FVO) voor de aanpak van IMVO-risico’s. Ook kunnen bedrijven samen met NGO’s via het Fonds Bestrijding Kinderarbeid (FBK) ondersteuning krijgen voor het aanpakken van de grondoorzaken van kinderarbeid.

Europese samenwerking ter versterking van de concurrentiekracht

De uitdagingen waar Nederland voor staat, vragen steeds vaker om oplossingen op een schaal waarbij tenminste Europees moet worden gedacht. Zeker in de complexe internationale dynamiek waarin Nederland zich op dit moment bevindt. Zo zal de naderende Brexit en het vormgeven van de nieuwe relatie met een grote economie als het Verenigd Koninkrijk van groot economisch belang zijn voor Nederland. China speelt een steeds grotere rol in de geopolitiek en investeert gericht om technologische en economische dominantie te verwerven. Tegelijkertijd stelt een vertrouwde handelspartners als de VS zich steeds vaker protectionistisch op. Het behouden van onze goede concurrentiepositie, nu en in de toekomst, vergt een hechte economische samenwerking met de EU-lidstaten. De Nederlandse inzet in EU-verband is uiteengezet in de kamerbrief Europese Concurrentiekracht, de Rijksbrede China notitie en verschillende kabinetsposities op Europees beleid ten aanzien van de interne markt, klimaat, energie, digitalisering, mededinging, staatssteun, industrie- en innovatiebeleid.

Inzet op bestrijding kinderarbeid

Voor de implementatie van het regeerakkoord, waarin gevraagd wordt om een verhoogde inzet op de bestrijding van kinderarbeid, en in vervolg op de motie Van Laar en Voordewind (Kamerstuk 34 550, nr. 26), wordt per jaar EUR 15 miljoen structureel geïnvesteerd in de bestrijding van kinderarbeid. Hiervan gaat EUR 3 miljoen naar de bestrijding van commerciële seksuele exploitatie van kinderen. De overige middelen gaan naar bestrijding van kinderarbeid in mondiale waardeketens. Dit besteedt het kabinet via het Fonds Bestrijding Kinderarbeid, de Internationale Arbeidsorganisatie en een alliantie die bestaat uit Coalitie Stop Kinderarbeid, UNICEF en Save the Children. Daarmee zijn de middelen voor bestrijding van kinderarbeid in 2020 volledig gecommitteerd.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 24.258 14.411 34.934 22.950 28.322 19.075
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 87.598 0 117.217 0 108.996 0
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 367.454 363.082 404.750 400.545 403.200 399.170
01.04 Dutch Good Growth Fund 57.850 57.850 0 0 0 0
EZK 1.55 Opdrachten 186 0 154 0 154 0
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.314 0 2.622 0 2.622 0
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.095 0 2.881 0 2.421 0
Totaal 541.755 435.343 562.558 423.495 545.715 418.245

Financiële instrumenten

BHOS

• Contributies aan internationale organisaties zoals de OESO en WTO.

• Programma’s ter ondersteuning van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

• Het Fonds Bestrijding Kinderarbeid wordt ingezet om organisaties en bedrijven te helpen kinderarbeid te bestrijden.

• Het bestaande non-ODA-financieringsinstrumentarium zorgt ervoor dat optimaal ingespeeld wordt op veranderende marktomstandigheden, financieringsbehoeftes, en maatwerk en flexibiliteit wordt geboden. Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) beoogt om de faciliteiten FOM, DHI (Demonstratie, Haalbaarheids- en Investeringsstudies), evenals verdiscontering (liquide maken) van wissels (exportfinanciering) te integreren.

• Het instrument Starters International Business (SIB) biedt startende exporteurs de mogelijkheid om samen met de Kamers van Koophandel en andere organisaties een actieplan voor export op te stellen.

• Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.

• Activiteiten op het gebied van markttoegang en marktontwikkeling, verbetering van fiscale wetgeving en uitvoering (en beleidsplannen van lokale overheden) in ontwikkelingslanden en financiële sectorontwikkeling.

• Bijdragen aan infrastructuurontwikkeling in de focussectoren transport & logistiek, water en sanitatie, voedselzekerheid, hernieuwbare energie en gezondheidszorg (met name SRGR).

• Inzet op het terrein van (jeugd)werkgelegenheid met als hoofddoel het creëren van toekomstperspectief, middels fatsoenlijk werk en inkomen, voor 200.000 jongeren in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, West-Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika.

• Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties.

• Nederland positioneert zich in aanloop naar, tijdens en na de Wereldtentoonstelling Dubai EXPO 2020 op het thema «uniting water, food and energy». De inzet is daarbij gericht op de gehele Golfregio, waarbij de Verenigde Arabische Emiraten wordt gebruikt als springplank.

EZK

• Contributies aan de International Telecommunications Union (ITU) en de Universal Postal Union (UPU).

• Door de bijdrage aan de World Intellectual Property Organization (WIPO) wordt internationale innovatie gestimuleerd door middel van een effectief internationaal systeem voor intellectueel eigendom.

• Bijdragen aan de World Tourist Organization (UNWTO) en de Stichting tot Bevordering van de Uitvoer.

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Algemeen

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en daarmee het voorkomen van ontbossing in de tropen.

Beleidsinzet toegelicht

Betere voeding, waterzekerheid en klimaat slimme landbouw

Nederland blijft in 2020 bijdragen aan het behalen van SDG2 (voedselzekerheid) en SDG6 (water). Aspecten die hierbij worden opgepakt zijn betere en gezondere voeding (met name voor jonge kinderen), verhoging van productiviteit en inkomen in de landbouw en verduurzaming van voedselsystemen (met aandacht voor landrechten, werkgelegenheid, klimaatverandering en behoud van tropisch bos en (agro)biodiversiteit), naast verbeterde toegang tot drinkwater- en sanitaire voorzieningen en hygiëne.

Internationale klimaatactie

Het kabinet zet de internationale campagne voort om landen te bewegen tot verhoging van hun klimaatambities. In dat kader is het NDC1 Partnership (onder co-voorzitterschap van de Minister voor BHOS) instrumenteel: in 2020 dienen landen herziene, ambitieuzere klimaatplannen (NDC’s) in onder de Overeenkomst van Parijs. Via het NDC Partnership helpt Nederland ontwikkelingslanden om ambitieuzer te zijn en ambities om te zetten in concrete acties. Naast deze voorwaardenscheppende activiteiten, financiert Nederland een groeiende portefeuille van klimaatactiviteiten in ontwikkelingslanden. Het totaaloverzicht van de verwachte internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden van Nederland in 2020, vindt u in bijlage 7.

Internationaal profiel watervraagstukken

Ook in 2020 blijft Nederland werken aan het internationale profiel van Nederland als centrum voor watervraagstukken. Dit is verwoord in de Internationale Waterambitie van het kabinet. Water speelt een verbindende rol in de in VN-kader afgesproken Sustainable Development Goals (SDG’s). In een van de subdoelen van de SDG’s die zich richt op steden wordt specifiek de nadruk gelegd op het verminderen van risico’s van water gerelateerde rampen.

Internationaal werken aan groene en slimme mobiliteit, klimaatadaptatie en circulaire economie

We willen snel, slim en veilig van A naar B en de belasting voor het klimaat en de luchtkwaliteit verminderen. We willen economische groei, maar ook een gezonde leefomgeving zonder afval. En we willen droge voeten houden. Dit zijn grote maatschappelijke vraagstukken waar geen pasklare antwoorden voor bestaan. Maar met de kennis, creativiteit en innovatie die ons land in huis heeft, zijn er volop mogelijkheden. Zo maakt Nederland op duurzaamheidsgebied goede stappen.

We lopen voorop als het gaat om slimme mobiliteit (smart mobility) en recycling van verpakkingsmaterialen. Van onze vooraanstaande positie in watermanagement wordt inmiddels wereldwijd gebruik gemaakt, bijvoorbeeld bij trajecten als Valuing water en de activiteiten van de Watergezant. Het Global Center on Adaptation (GCA) gaat hier nog meer aan bijdragen door Nederland te positioneren als mondiaal center of excellence op het gebied van klimaatadaptatie in samenwerking met andere grote internationale spelers. Nederland ziet dit ook als een maatschappelijke verantwoordelijkheid: we moeten andere landen helpen met het hoofd te bieden tegen klimaatverandering en zich aan te passen aan de veranderde omstandigheden. Het GCA zet zich daar voor in door oplossingen op te schalen en te verbinden aan de uitdagingen van klimaatkwetsbare landen. Deze ambitie wordt ondersteund door de in 2019 door het kabinet opgezette klimaatcampagne, waarbij het kabinet zich internationaal inzet voor meer ambitieuze klimaatdoelstellingen: voor mitigatie, maar zeker ook op adaptatie.

De inzet is erop gericht om het Nederland van vandaag én morgen bereikbaar, leefbaar en duurzaam te houden. Daarmee draagt Nederland bij aan de realisatie van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen, die onder de Agenda 2030 zijn afgesproken, en waaraan Nederland zich gecommitteerd heeft. In deze context zet het kabinet zich in voor een klimaatadaptieve en duurzame infrastructuur en leefomgeving, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie. Deze ambities worden ondersteund door gerichte inzet in de internationale arena. Zo heeft Nederland zich gecommitteerd aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals). Europese en internationale inzet op deze ambities draagt bij aan de mondiaal bepaalde doelen van deze Agenda en biedt daarnaast economische kansen, stimuleert slimme groene investeringen, creëert banen en bevordert zo de Nederlandse innovaties en kennis die ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet.

Budgettaire gevolgen van beleid

Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BHOS 02.01 Voedselzekerheid 323.950 323.950 339.295 339.295 339.295 339.295
02.02 Water 210.602 210.602 193.714 193.714 193.714 193.714
02.03 Klimaat 176.247 174.496 197.468 196.318 220.468 219.318
IenW 11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 12.246 0 16.597 0 14.391 0
14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk 0 0 200 0 200 0
19.02 Internationaal beleid, coordinatie en samenwerking 7.264 0 5.297 0 5.961 0
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO) 940 35 940 35 940 35
97.01 IenW-brede programmamiddelen 0 0 200 0 0 0
EZK 4.55 Opdrachten 90 0 374 0 319 0
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 647 0 2.214 0 1.494 0
6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 8.333 3.347 0 0 0 0
8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.175 0 0 0 0 0
LNV 11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 0 0 11.251 4.133 10.623 4.133
12.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 0 0 1.769 0 1.639 0
Totaal 741.494 712.430 769.319 733.495 789.044 756.495

Financiële instrumenten

BHOS

• Uitbannen van de huidige hongersnoden en ondervoeding door met UNICEF en de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) te werken aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders. En via de bilaterale programma’s in de focuslanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan lokale vergroting van voedingszekerheid.

• Bevorderen van inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector door samenwerking met Agriterra, AgriProfocus en de Topsectoren Agrofood en Tuinbouw/Uitgangsmaterialen. Daarnaast wordt door middel van het SDG Partnerschap-programma samen met het Nederlands bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en hun lokale partners geïnvesteerd in ondernemingen en innovaties die de lokale voedselzekerheid duurzaam versterken.

• Het partnerschap met de Wereldbank wordt verder uitgebouwd en Nederland participeert in het private sector loket van het door de Wereldbank beheerde Global Agriculture and Food Security Program (GAFSP).

• Realiseren van ecologisch houdbare voedselsystemen via het International Fund for Agricultural Development (IFAD), SNV en het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO).

• Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van inclusieve voedselproductie en het hele ecologische systeem waarin boer(inn)en opereren.

• Versterking van kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

• Verbeterd waterbeheer door middel van bilaterale programma’s van de ambassades in de partnerlanden en centraal gefinancierde programma’s via multilaterale instellingen en via maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen.

• In het kader van de inzet op efficiënt watergebruik zal met de nieuwe FAO (The Food and Agriculture Organization of the United Nations) database de waterproductiviteit in de landbouw in 15 landen objectief worden gemonitord met behulp van satelliettechnologie.

• Klimaat en hernieuwbare energie-inspanningen via het nationaal klimaatfonds ten behoeve van versterking van de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering (adaptatie) en voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (mitigatie).

• Aan klimaatadaptatie wordt vooral bijgedragen via programma’s op het gebied van voedselzekerheid en water, maar ook bijvoorbeeld via duurzaam landschapsbeheer en activiteiten gericht op het tegengaan van ontbossing.

• Nederland werkt nauw samen met de Wereldbank om internationale bedrijven te bewegen de waardering van natuurlijk kapitaal te integreren in hun besluitvorming.

• Duurzaam beheer van grondstoffen en bijdragen aan het vergroten van de maatschappelijke en ontwikkelingsimpact van de winning van mineralen in ontwikkelingslanden.

IenW

• Ook in 2020 wordt uitvoering gegeven aan de in 2016 gestarte subsidieregeling van het programma Partners voor Water (PvW) 2016–2021 Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de (interdepartementale) Internationale Water Ambitie (IWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de drie ministeries BZ, EZK en IenW samenwerken. Voor de uitvoering van het PvW 2016–2021 programma is mandaat verleend aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het budget is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie.

• Met de Blue Deal bundelen Rijk en Unie van Waterschappen (UvW) de krachten om de waterveiligheid en waterzekerheid van stedelijke delta’s en toeleverende watersystemen over de grens te vergroten, innovatie te bevorderen en exportkansen voor Nederland te vergroten. Het doel van de Blue Deal is om 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden in de wereld beter te beschermen tegen overstromingen, beter toegang tot water en betere waterkwaliteit.

• Op het terrein van milieu en klimaat draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties inzake milieuaangelegenheden, zoals aan UNEP, UNECE en het International Transport Forum (ITF). Verder worden er verschillende opdrachten uitgevoerd, waaronder vanuit IenW het aandeel van de Nederlandse bijdrage aan Estec/Galileo Reference Center (GRC). Hiernaast worden in 2020 middelen ingezet voor de organisatie van de Global action Adaptation summit.

• Daarnaast draagt IenW contributie af aan de World Meteorological Organization (WMO).

EZK

• Op het gebied van klimaat draagt EZK op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties, zoals de International Transaction Log UNFCCC, het Partnership for Market Readiness en de Carbon Pricing Leadership Coalition.

LNV

• Jaarlijkse contributies aan internationale organisaties, waarvan de grootste bijdrage die aan de Food and Agriculture Organisation of the United Nations (FAO) betreft.

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Algemeen

Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door het bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toeroepen aan de verspreiding van hiv/aids. Daarnaast wordt ingezet op het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Tevens wordt bijgedragen aan ontwikkeling via onderwijs en daarmee bijgedragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren en een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek. Tenslotte wordt het maatschappelijk middenveld versterkt door bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties en versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen.

Beleidsinzet toegelicht

Reproductieve gezondheid en rechten (SRGR)

Het kabinet investeert vanuit het SDG-5 fonds in strategische partnerschappen voor het vergroten van respect voor seksuele en reproductieve rechten en voor het stimuleren van gedragsverandering bij jongeren. Op dit onderwerp wordt in 2020 ook de samenwerking met een aantal grote internationale NGOs vernieuwd. Binnen de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child (GFF) stimuleert Nederland investeringen in keuzevrijheid en SRGR voor vrouwen en jongeren. Verder blijft Nederland de mondiale gezondheidsarchitectuur steunen via de vaccinatie alliantie Gavi, GFATM (Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria), UNAIDS, WHO en UNFPA. Het kabinet verstevigt haar diplomatieke inzet voor seksuele en reproductieve rechten en vrouwenrechten, ook in humanitaire crises situaties.

Vrouwenrechten en Gendergelijkheid

Vanuit het besef dat duurzame ontwikkeling, vrede, stabiliteit en mensenrechten gebaat zijn bij gelijke kansen en rechten voor mannen en vrouwen, blijft het kabinet inzetten op het verbeteren van gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes.

Versterking maatschappelijk middenveld

Een sterk maatschappelijk middenveld vormt, samen met een legitieme en effectieve overheid en een verantwoordelijk bedrijfsleven, de basis voor goed functionerende inclusieve samenlevingen. Wereldwijd staat echter de ruimte voor het maatschappelijk middenveld steeds meer onder druk. In 2020 zullen de partnerschappen geselecteerd worden die vanaf 2021 uitvoering geven aan de inzet van het kabinet op steun voor het maatschappelijk middenveld in de rol van pleiter en beïnvloeder.

Onderwijs, werk en jeugd

In 2020 investeert Nederland op meerdere manieren in onderwijs: via het Global Partnership for Education (GPE), via International Finance Facility for Education (IFFEd) en door middel van initiatieven voor beter beroepsonderwijs. Nederland ondersteunt ook MKB-bedrijven met (banen-) groeipotentieel en stimuleert jongeren en vrouwen om een eigen onderneming te starten.

Gezondheid internationaal

Het kabinet kiest als belangrijke internationale prioriteiten vooral thema’s waarvoor grensoverschrijdende internationale samenwerking noodzakelijk is. Hierbij kan gedacht worden aan onderwerpen als het versterken van de mondiale gezondheidsveiligheid (health security). Een krachtige implementatie van de Internationale gezondheidsregeling (IHR), zowel in ons eigen land als daarbuiten, is daarbij een speerpunt, waarbij de WHO en de GHSA (Global health Security Agenda) van belang zijn.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS 03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 445.026 443.534 449.084 447.473 421.784 420.173
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 53.344 53.344 52.439 52.439 52.439 52.439
03.03 Maatschappelijk middenveld 228.809 228.809 221.475 221.475 180.531 180.531
03.04 Onderwijs 87.578 87.578 75.800 75.800 109.925 109.925
OCW 06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 51.437 44.380 52.770 45.546 52.770 45.546
08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten 155 0 131 0 116 0
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 0 185 0 185 0
16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO 454 454 454 454 454 454
VWS 09.12 Algemeen; Programmauitgaven HGIS 3.868 0 3.868 0 3.868 0
Totaal 873.729 860.972 859.079 846.060 824.945 811.941

Financiële instrumenten

BHOS

• Bijdrage aan het United Nations Population Fund (UNFPA).

• Inzet van menselijk, financieel en politiek kapitaal op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

• Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNICEF, UNFPA, UNAIDS, GFATM, GAVI).

• Meerjarige bijdrage aan het Trust Fund van de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child. Ook deze bijdrage gaat samen met personele en politieke inzet op onderhandelingen met partners en ontvangende overheden over het belang en de voordelen van substantiële eigen investeringen in jongeren en vrouwen.

• De programma’s van de vijfentwintig Strategische Partnerschappen binnen het beleidskader Samenspraak en Tegenspraak richten zich op het versterken van de capaciteit van maatschappelijke organisaties lage- en lage-middeninkomenslanden op het terrein van pleiten en beïnvloeden.

• Via het Accountability fonds, gekanaliseerd via ambassades, zullen direct lokale partners gesteund worden. Legitimiteit en ownership van Zuidelijke NGO’s worden daarbij in de geformuleerde programma’s benadrukt als voorwaarde voor effectief «Pleiten en Beïnvloeden».

• Ten behoeve van de aanpak van grondoorzaken en het creëren van perspectief voor jongeren gaat het kabinet de inzet op het gebied van (beroeps)onderwijs uitbreiden in de focusregio’s.

• Via het Global Partnership for Education (GPE) gaat Nederland onderwijsbeleid steunen in ontwikkelingslanden, vooral in landen die achterblijven, zoals de Sahel en de Hoorn van Afrika.

• Op 1 augustus 2017 is het Orange Knowledge Programme, OKP van start gegaan. Het OKP bundelt de instrumenten van voorloper Netherlands Fellowship Programme (NFP, beurzen, maatwerkgroepstrainingen) en het Netherlands Initiative for Capacity Development in Higher Education, NICHE (samenwerkingsprojecten tussen kennisinstellingen) in één geïntegreerd programma.

OCW

• Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

• Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische zaken en Klimaat.

VWS

• In 2019 is door VWS een meerjarig partnerschapprogramma met de WHO gestart met als doel om samenwerking op de vraagstukken van antimicrobiële resistentie, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, niet-overdraagbare ziekten (NCDs), veiligheid van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen en effectieve gezondheidssystemen te bevorderen.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland.

Daarnaast een op maatschappelijk verantwoorde wijze en in overeenstemming met internationale verplichtingen gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland van vreemdelingen.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale Financiële Instellingen

Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.

De International Bank for Reconstruction and Development (IBRD, oftewel de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) is het Wereldbankonderdeel dat leningen verstrekt aan middeninkomenslanden. IBRD functioneert als een coöperatieve bank, waarvan lidstaten aandeelhouder zijn. Op basis van ingelegd aandeelkapitaal en garanties verstrekt door aandeelhouders, kan de IBRD-financiering aantrekken op de kapitaalmarkt en deze financiering als leningen verstrekken aan klantlanden.

Vrijwel iedereen heeft in het dagelijks leven te maken met toepassingen van digitale technologie. Dit geldt voor de consument die via een webwinkel een product bestelt, voor een automobilist die een navigatie-app gebruikt en voor een boer die zijn beslissingen baseert op een betrouwbaar weerbericht. Digitalisering onderscheidt zich vandaag vooral door de snelheid waarmee het zich voltrekt en de maatschappelijke impact.

Toegang tot digitale technologie creëert ongekende nieuwe mogelijkheden en kan een impuls geven aan meer duurzame en inclusieve groei, juist in ontwikkelingslanden. Nederland investeert daarom in digitaal perspectief voor mensen, met name in de focusregio’s. Zo worden met de Wereldbank en de Solutions for Youth Employment Coalition (S4YE) de mogelijkheden verkend voor het versterken van digitale vaardigheden van met name vrouwen en meisjes. Voor een geïntegreerde aanpak van de problematiek rond voedsel, water en klimaat, bevordert Nederland vernieuwende toepassingen van satellietdata, onder meer in samenwerking met het World Resources Institute. Ook gaat Nederland via steun aan het UN OCHA Centre for Humanitarian Data meer aandacht besteden aan voorspellende analyses op het gebied van humanitaire crises.

Digitalisering maakt nieuwe verdienmodellen mogelijk en leidt tot een nieuwe fase van globalisering, gekenmerkt door snelgroeiende digitale handel. Dit vereist dat internationale handelsregels aangepast worden aan deze ontwikkeling. Tegelijkertijd ligt er een opdracht om de digitale kloof die zichtbaar is langs de lijnen van inkomen, gender en geografie te adresseren en te voorkomen dat bestaande ongelijkheid toeneemt. Ook is een veilige en verantwoorde digitale omgeving voorwaarde om de kansen van digitalisering te kunnen verzilveren. Daarom wordt er ingezet op nieuwe interventies om digitalisering te benutten en te faciliteren; nieuwe coalities om op de juiste schaal digitalisering te bevorderen en het aantrekken van nieuwe kennis om de impact van voortgaande digitalisering te vertalen naar handelingsperspectieven voor Nederland.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHOS 05.01 Multilaterale samenwerking 151.146 151.146 160.057 160.057 161.616 161.616
05.02 Overig armoedebeleid 12.646 10.956 81.500 70.353 84.448 74.229
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 0 – 84.611 – 84.611 1.088 1.088
Financiën 04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 0 0 0 84 0
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 36.276 30.110 36.139 29.995 0 0
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 0 0 0 47.600 47.600
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 0 0 0 21.269 21.269
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 361.037 361.037 325.280 325.280 0 0
04.52.01 Technische assistentie 1.500 0 1.731 0 1.731 0
Toerek. Opvang asielzoekers 534.254 534.254 421.706 421.706 421.849 421.849
Totaal 1.096.859 1.087.503 941.802 922.780 745.685 733.651

Financiële instrumenten

BHOS

• Bijdragen aan de begrotingen van de Internationale Financiële Instellingen en VN-instellingen en fondsen via middelenaanvulling, kapitaalverhoging en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden. Deze organisaties leveren ook een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van de duurzame ontwikkelingsdoelen en de klimaatafspraken.

• Compensatie van de Wereldbank (IDA) en regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte een sterker eigen armoedebeleid te voeren.

• Bijdrage aan UNESCO.

• Het ODA-budget wordt meerdere keren per jaar gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) en de asielopvangkosten. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald naar de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toe- of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.

Financiën

• Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.

• Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.

• Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

Toerekening

• De toerekening betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Beleidsinzet toegelicht

Postennet

Het regeerakkoord stelde EUR 40 miljoen ter beschikking voor het postennet, het netwerk van ambassades, consulaten-generaal en permanente vertegenwoordigingen. Zoals weergegeven in diverse brieven2, heeft het kabinet besloten posten te versterken dan wel te openen die uitvoering geven aan de volgende prioriteiten in het regeerakkoord: economische groeikansen, veiligheid, stabiliteit en armoedebestrijding, migratie en versterkte inzet op Europa. Ambassadekantoren in Niamey (Niger), Ndjamena (Tsjaad) en Ouagadougou (Burkina) zijn geopend alsmede een consulaat-generaal in Atlanta (Verenigde Staten) en in Bangalore (India). Daarnaast zijn veel posten versterkt met extra personeel. In 2020 ligt de nadruk op de verdere tenuitvoerlegging van deze intensiveringen van het postennet.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ 05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS) 0 0 5.270 0 3.027 0
07.01 Apparaat 769.414 275.143 816.147 281.816 814.826 284.116
JenV 91.01 Eigen personeel/attachés 2.081 0 1.892 0 1.979 0
BZK 02.01 Nationale veiligheid 0 0 300 0 300 0
11.01 Centraal apparaat (attachés) 193 0 200 0 200 0
OCW 95.01 Eigen personeel/attachés 139 0 144 0 269 0
FIN 01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.066 0 1.096 0 1.096 0
01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 0 371 0 371 0
10.20 Nominaal en onvoorzien (attachés) -36 0 0 0 0 0
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.088 0 1.111 0 1.111 0
DEF 08.02.34 Apparaatsuitgaven; Attachés 18.481 0 22.308 0 21.712 0
10 Centraal apparaat 0 0 200 0 400 0
IenW 98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel) 2.015 0 2.796 0 2.396 0
98.02 Apparaatsuitgaven (attachés materieel) 487 0 623 0 612 0
EZK 2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 4.940 0 7.907 0 8.409 0
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 11.621 0 11.621 0 11.371 0
6.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches) 17.811 0 0 0 0 0
40 Apparaat (attachés) 2.641 0 0 0 0 0
LNV 11.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches) 0 0 18.324 0 17.763 0
50 Apparaat (attachés) 0 0 1.578 0 1.578 0
SZW 96.20.01 Apparaatsuitgaven (attachés) 498 0 513 0 513 0
VWS 10.01.01 Personeel 1.100 0 300 0 0 0
10.01.02 Materieel 11.025 0 15.900 0 7.550 0
10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés) 1.200 0 1.219 0 1.219 0
Totaal 846.135 275.143 909.820 281.816 896.702 284.116

BZ

• Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.

• De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Defensie

• Defensie beschermt dátgeen wat ons dierbaar is. Die opdracht is afgeleid uit de Grondwet. Defensie is er voor bescherming van ons (bondgenootschappelijk) grondgebied; het beschermen en bevorderen van de internationale rechtsorde; en het ondersteunen van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp. Door de veranderende veiligheidssituatie wordt er steeds meer van Defensie gevraagd, in Nederland, bilateraal en in het kader van de bondgenootschappelijke verdediging (NAVO) en de Europese defensiesamenwerking (EU).

• De uitgaven hebben betrekking op de huidige vastgestelde bezetting van het defensie attaché-netwerk. Dit netwerk is van cruciaal belang om de taken van Defensie uit te kunnen voeren. Zij bieden Defensie een permanente aanwezigheid in de wereld waarin zij kansen identificeren en creëren, relaties onderhouden en bouwen met partners, voorzien in informatie en kennis en Nederlandse belangen behartigen.

EZK

• Het Netwerk van Innovatie Attachés – ook wel IA Netwerk genoemd – werkt aan het versterken van het Nederlandse innovatievermogen door samenwerking tussen Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheidsorganisaties met toonaangevende buitenlandse counterparts te bevorderen en door hun informatiepositie over trends en ontwikkelingen in het buitenland te versterken. Het gaat daarbij om het te gelde maken van Nederlandse innovaties en kennis in het buitenland, het naar Nederland halen van innovatie en kennis opdat hier het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden en vooral het samen met innovatieve buitenlandse partijen werken aan nieuwe innovaties en kennis. De vraag vanuit Nederlandse topsectoren, bedrijven en kennisinstellingen is hier leidend, maar aan de andere kant wordt die vraag ook actief gevoed vanuit het IA Netwerk. Het nieuwe missiegedreven innovatiebeleid stuurt hierbij expliciet aan op cross sectorale samenwerking ten behoeve van de maatschappelijke thema’s energietransitie en duurzaamheid, landbouw, water en voedsel, gezondheid en zorg, veiligheid en de hiervoor benodigde sleuteltechnologieën zoals fotonica, ICT en kunstmatige intelligentie, nano-, kwantum- en biotechnologie.

• Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

IenW

• Bijdrage aan de IenW-raden bij diverse posten. De IenW-raden versterken de door IenW ingezette transities voor circulaire economie, klimaatadaptatie en waterbeheer en slimme en groene mobiliteit. Daarnaast zijn ze cruciaal voor de bevordering van handel en mogelijkheden voor onderneming voor de transport-, water- en milieusector van Nederland.

• Bijdrage aan de handelsbevordering van de IenW sectoren door in te zetten op specifieke handelsmissies en bilaterale samenwerkingsrelaties, bv met China en de VS.

LNV

• Bijdrage aan het landbouwradennetwerk. Landbouwraden en -attachés verrichten specialistische, beleidsmatige en uitvoerende economische dienstverlening voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden op het terrein van landbouw, biodiversiteit, duurzame grondstofketens, voedselzekerheid en -veiligheid. Zij spelen hierbij voortdurend in op veranderingen in mondiale landbouwpraktijken, voedingspatronen en opkomende markten waarbij de agrarische kennis en technologie uit Nederland in binnen en buitenland wordt ingezet.

VWS

• Nadat het definitieve besluit is genomen om EMA te vestigen in Amsterdam is het van groot belang om het EMA tijdens de verhuizing optimaal te ondersteunen en ontzorgen, zodat de continuïteit van de geneesmiddelenbeoordeling gegarandeerd is, het toezicht op de veiligheid van geneesmiddelen in de EU gewaarborgd blijft en Nederland zich in Europa als betrouwbare partner laat zien. Om deze doelen te bereiken wordt er vanuit HGIS een bijdrage geleverd aan de tijdelijke en permanente huisvesting van EMA en wordt er ondersteuning geboden aan het EMA projectteam georganiseerd vanuit VWS.

• Daarnaast organiseert VWS in 2020 twee belangrijke WHO-conferenties die in het teken staan van tabaksontmoediging. Vanuit de HGIS wordt een bijdrage geleverd voor o.a. het beschikbaar stellen van een goede vergaderlocatie tijdens de conferenties.

4. BIJLAGEN

BIJLAGE 1 DE HGIS VERTICAAL: WIJZIGINGEN NA DE MILJOENENNOTA 2019

HGIS-uitgaven
Stand Miljoenennota 2019 6.133,9 6.124,3 6.184,2 6.337,7 6.578,7
Macrobijstellingen (BNI-mutaties) – 56,1 – 89,7 – 116,2 – 151,0 – 178,4 – 208,5
Eindejaarsmarge 2,5 13,1
Overboekingen van/naar HGIS 39,9 11,5 – 0,4 – 0,6 – 0,6 6.813,61
Intertemporele kasschuiven 126,9 – 156,4 53,0 – 23,5
Desalderingen 23,9 15,4 0,2 0,2 0,1 0,1
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2020 6.270,9 5.918,3 6.067,7 6.239,4 6.399,9 6.581,6
HGIS-ontvangsten
Stand Miljoenennota 2019 147,6 148,2 147,9 147,9 147,9
Desalderingen en overboekingen 24,5 16,0 0,8 0,8 0,7
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2020 172,1 164,2 148,7 148,7 148,6 148,5
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten 6.098,8 5.754,0 5.919,0 6.090,6 6.251,2 6.433,1
1 Betreft een extrapolatie van het voorgaand jaar.

BIJLAGE 2a DE HGIS HORIZONTAAL: MEERJARENCIJFERS PER BEGROTINGSARTIKEL

V Buitenlandse Zaken
01 Versterkte internationale rechtsorde
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 58.720 6.548 49.909 6.846 48.879 6.846 48.779 6.846 48.179 6.846 48.179 6.846 48.179 6.846
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 61.450 36.784 64.402 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555 63.502 37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 15.970 13.407 9.825 10.401 10.334 10.271
02 Veiligheid en stabiliteit
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12.038 13.205 12.545 12.465 12.465 12.465 12.465
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 17.150 14.302 13.751 13.541 13.751 13.751 13.751
02.03 Wapenbeheersing 9.749 1.809 13.138 3.252 10.873 3.252 10.882 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252 10.794 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 172.089 55.341 220.136 74.417 216.835 74.417 219.183 74.417 217.685 74.417 218.552 74.417 217.565 74.417
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 27.260 10.904 29.190 11.205 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929 29.822 11.929
03 Effectieve Europese samenwerking
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 214.252 214.252 234.281 234.281 234.281 234.281 238.897 238.897 238.897 238.897 238.897 238.897 238.897 238.897
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 9.966 3.986 9.720 3.888 9.720 3.888 9.720 3.888 9.720 3.888 9.720 3.888 9.720 3.888
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.437 6.083 5.702 5.002 5.002 5.002 5.002
04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 13.962 17.312 12.462 9.657 9.657 9.657 12.457
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 14.840 20.619 13.449 11.189 11.089 11.089 9.339
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7.023 9.898 7.706 8.794 8.794 8.794 8.794
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 19.965 98 22.389 136 20.581 136 19.631 136 19.631 136 19.631 136 19.081 136
04.05 Gastlandbeleid internationale organisaties 4.387
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS) 0 5.270 3.027 20.871 51.686 88.154 120.346
07.01 Apparaat 769.414 275.143 816.147 281.816 814.826 284.116 799.452 284.116 799.097 284.116 800.898 284.116 798.382 284.116
Totaal 1.416.702 604.865 1.561.971 653.396 1.531.368 656.420 1.531.212 661.036 1.560.172 661.036 1.599.241 661.036 1.628.367 661.036
VI Justitie en Veiligheid
31 Nationale politie
31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.512 8.512 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600 8.600
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 150
33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI 555 535 569 569 569 569 569
33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 90 90 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200
36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid
36.02.59 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 300 400 400 400
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement
91.01 Europol en Eurojust 19.041 36.624 21.987 21.987 21.987 21.987 21.987
91.01 WIPO 367 355 371 371 371 371 371
91.01 Eigen personeel/attachés 2.081 1.892 1.979 1.979 1.979 1.979 1.979
Totaal 30.646 8.602 48.356 8.800 34.006 8.800 34.106 8.800 34.106 8.800 34.106 8.800 33.706 8.800
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
02.01 Nationale veiligheid 300 300 300 400 500
11.01 Centraal apparaat (attachés) 193 200 200 200 200 200 200
Totaal 193 0 500 0 500 0 500 0 600 0 700 0 200 0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
06 Hoger Beroepsonderwijs
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873 2.873
07 Wetenschappelijk Onderwijs
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 51.437 44.380 52.770 45.546 52.770 45.546 52.770 45.546 52.770 45.546 52.770 45.546 52.770 45.546
08 Internationaal onderwijsbeleid
08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten 155 131 116 116 116 116 116
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 185 185 275 275 275 275
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur 426 521 521 521 521 521 521
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 4.617 4.617 4.527 4.527 4.527 4.527
16 Onderzoek en wetenschappen
16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454
95 Apparaatskosten
95.01 Eigen personeel/attachés 139 144 269 394 394 394 144
Totaal 60.286 47.707 61.695 48.873 61.805 48.873 61.930 48.873 61.930 48.873 61.930 48.873 61.680 48.873
IXB Financiën
01 Belastingen
01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.066 1.096 1.096 1.096 1.096 1.096 1.096
01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 371 371 371 371 371 371 371
04 Internationale financiele betrekkingen
04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 84 83 41 40 40
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 36.276 30.110 36.139 29.995 0 0 0 0 0
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 47.600 47.600 23.489 23.489 23.022 23.022 22.590 22.590 0 0
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 21.269 21.269 20.990 20.990 20.573 20.573 20.187 20.187 20.187 20.187
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 361.037 361.037 325.280 325.280 0 128.474 128.474 237.812 237.812 287.712 287.712 333.481 333.481
04.52.01 Technische assistentie 1.500 1.731 1.731 1.731 1.731 1.731 1.731
10.20 Nominaal en onvoorzien (attachés) -36
21.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.088 1.111 1.111 1.111 1.111 1.111 1.111
Totaal 401.302 391.147 365.728 355.275 73.262 68.869 177.345 172.953 285.757 281.407 334.838 330.489 358.017 353.668
X Defensie
01 Opdracht inzet
01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties/BIV (inclusief contributies) 226.651 235.963 187.882 187.882 187.882 187.882 187.882
08 Ondersteuning krijgsmacht door Cdo Dienstencentra
08.02.34 Apparaatsuitgaven; Attachés 18.481 22.308 21.712 19.776 19.776 19.776 19.774
10 Centraal apparaat 200 400 750 750 750
Totaal 245.132 0 258.471 0 209.994 0 208.408 0 208.408 0 208.408 0 207.656 0
XII Infrastructuur en Waterstaat
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 12.246 16.597 14.391 13.611 10.457 8.802 8.802
14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk 200 200 200
17.01 Luchtvaart 1.015 1.311 1.311 1.311 1.311 1.311 1.311
18.01 Scheepvaart en havens 1.073 1.143 1.224 1.064 1.064 1.064 1.064
19.02 Internationaal beleid, coordinatie en samenwerking 7.264 5.297 5.961 6.231 4.344 4.344 4.344
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO) 940 35 940 35 940 35 940 35 940 35 940 35 940 35
97.01 IenW-brede programmamiddelen 200
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel) 2.015 2.796 2.396 2.148 1.544 1.544 1.414
98.02 Apparaatsuitgaven (attachés materieel) 487 623 612 612 612 612 612
Totaal 25.040 35 29.107 35 27.035 35 26.117 35 20.272 35 18.617 35 18.487 35
XIII Economische Zaken en Klimaat
1 Goed functionerende economie en markten
1.55 Opdrachten 186 154 154 154 154 154 154
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.314 2.622 2.622 2.622 2.622 2.622 2.622
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) 4.940 7.907 8.409 7.545 8.058 8.058 8.058
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) 11.621 11.621 11.371 10.745 10.071 10.071 10.071
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.095 2.881 2.421 2.316 2.405 2.405 2.405
4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening
4.55 Opdrachten 90 374 319 319 320 320 320
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 647 2.214 1.494 1.546 1.553 1.553 1.553
6 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen
6.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches) 17.811
6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 8.333 3.347
8 Natuur en biodiversiteit
8.55 Opdrachten
8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.175
40 Apparaat (attachés) 2.641
41 Nog onverdeeld
Totaal 51.853 3.347 27.773 0 26.790 0 25.247 0 25.183 0 25.183 0 25.183 0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
11 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen
11.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches) 18.324 17.763 17.349 17.349 17.349 17.349
11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 11.251 4.133 10.623 4.133 10.623 4.133 10.623 4.133 10.623 4.133 10.623 4.133
12 Natuur en biodiversiteit
12.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.769 1.639 1.639 1.639 1.639 1.639
50 Apparaat (attachés) 1.578 1.578 1.578 1.578 1.578 1.578
Totaal 0 0 32.922 4.133 31.603 4.133 31.189 4.133 31.189 4.133 31.189 4.133 31.189 4.133
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
02.24.01 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 9 9 9 9 9
96.20.01 Apparaatsuitgaven (attachés) 498 513 513 513 513 513 513
Totaal 498 0 513 0 522 0 522 0 522 0 522 0 522 0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
02.11 Curatieve zorg 481 900 2.200 2.200 300
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 1.500 1.000
09.12 Algemeen; Programmauitgaven HGIS 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868 3.868
10.01.01 Personeel 1.100 300
10.01.02 Materieel 11.025 15.900 7.550
10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés) 1.200 1.219 1.219 1.219 1.219 1.219 1.219
Totaal 19.174 0 23.187 0 14.837 0 7.287 0 5.387 0 5.087 0 5.087 0
XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking
01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 24.258 14.411 34.934 22.950 28.322 19.075 28.431 19.075 28.431 19.075 28.431 19.075 28.431 19.075
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 87.598 117.217 108.996 96.177 80.016 80.016 79.516
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 367.454 363.082 404.750 400.545 403.200 399.170 403.200 399.170 403.200 399.170 403.350 399.320 385.350 381.320
01.04 Dutch Good Growth Fund 57.850 57.850
02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
02.01 Voedselzekerheid 323.950 323.950 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295 339.295
02.02 Water 210.602 210.602 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714 193.714
02.03 Klimaat 176.247 174.496 197.468 196.318 220.468 219.318 220.873 219.318 220.873 219.318 220.873 219.318 220.873 219.318
03 Sociale vooruitgang
03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 445.026 443.534 449.084 447.473 421.784 420.173 421.784 420.173 426.784 425.173 426.784 425.173 426.784 425.173
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 53.344 53.344 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439 52.439
03.03 Maatschappelijk middenveld 228.809 228.809 221.475 221.475 180.531 180.531 219.531 219.531 219.206 219.206 219.206 219.206 219.206 219.206
03.04 Onderwijs 87.578 87.578 75.800 75.800 109.925 109.925 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550 69.550
04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling
04.01 Humanitaire hulp 377.391 376.774 380.017 379.000 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000 370.017 369.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 172.000 172.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000 162.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 423.583 423.583 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243 235.243
04.04 Noodhulpfonds 10.081 10.081 3.000 3.000
05 Multilaterale samenwerking en overige inzet
05.01 Multilaterale samenwerking 151.146 151.146 160.057 160.057 164.616 164.616 165.616 165.616 149.616 149.616 165.616 165.616 173.616 173.616
05.02 Overig armoedebeleid 12.646 10.956 81.500 70.353 87.448 77.229 80.889 70.170 88.989 80.170 84.989 76.170 99.989 91.170
05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling 33.567 33.567
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen – 84.611 – 84.611 1.088 1.088 115.968 115.968 155.014 155.014 285.922 285.922 420.642 420.642
Totaal 3.071.130 2.963.763 3.033.382 2.885.051 3.079.086 2.942.816 3.174.727 3.050.262 3.194.387 3.087.983 3.337.445 3.231.041 3.476.665 3.370.761
LXXXVI Algemeen 53.000 0
55.02 Reservering Vredespaleis
Totaal 53.000 0
Toerekeningen
EU-begroting 405.600 329.867 405.600 329.867 405.600 329.867 405.600 329.867 405.600 329.867 405.600 329.867 405.600 329.867
Opvang asielzoekers 534.254 534.254 421.706 421.706 421.849 421.849 383.556 383.556 352.843 352.843 336.991 336.991 329.265 329.265
Totaal 939.854 864.121 827.306 751.573 827.449 751.716 789.156 713.423 758.443 682.710 742.591 666.858 734.865 659.132
TOTAAL UITGAVEN 6.270.911 4.707.136 6.270.911 4.707.136 5.918.257 4.481.662 6.067.746 4.659.515 6.239.356 4.774.977 6.399.857 4.951.265 6.581.624 5.106.438

BIJLAGE 2b: DE HGIS-ONTVANGSTEN HORIZONTAAL: MEERJARENCIJFERS PER MINISTERIE EN PER BEGROTINGSARTIKEL

V Buitenlandse Zaken
2 Veiligheid en stabiliteit
10 Doorberekening Defensie diversen 212 242 242 242 242 242 242
40 Restituties contributies 3.014 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
3 Europese samenwerking
30 Restitutie Raad van Europa 258 250 250 250 250 250 250
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders 20.407 9.500 9.500 9.500 9.500 9.500 9.500
20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 44.413 41.375 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000
40 Doorberekening Defensie diversen 74 874 874 874 874 874 874
7 Apparaat
10 Diverse ontvangsten 41.703 46.450 41.450 26.450 26.450 26.450 26.450
11 Koersverschillen 5.999
Totaal 116.080 99.691 93.316 78.316 78.316 78.316 78.316
VI Veiligheid en Justitie
31.03.21 Politie; Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; Internationale samenwerking 8.131
91.01.09 Apparaat kerndepartement 82
Totaal 8.213
IXB Financiën
04.50.03 Ontvangsten IFI's 3.059 4.655 3.279 2.900 2.900 2.800 2.700
Totaal 3.059 4.655 3.279 2.900 2.900 2.800 2.700
X Defensie
01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties/BIV (inclusief contributies) 34.614 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407
Totaal 34.614 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407 1.407
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling
1.10 ontvangsten internationaal ondernemen 9.447 3.491 3.373 3.264 3.264 3.264 3.264
1.30/40 ontvangsten DGGF 2.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
5 Multilaterale samenwerking en overige inzet
5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen 31.672 28.659 28.659 28.659 28.659 28.659 28.659
5.21 Ontvangsten OS 14.622 31.176 31.176 31.176 31.176 31.176 31.176
5.22 koersverschillen 11.141
Totaal 68.882 66.326 66.208 66.099 66.099 66.099 66.099
TOTAAL ONTVANGSTEN 230.848 172.079 164.210 148.722 148.722 148.622 148.522

BIJLAGE 3: BEREKENING ODA-PLAFOND 2019–2024, REALISATIE ODA-PRESENTATIE 2018 EN RAMING ODA-PRESENTATIE 2019–2024

Raming BNI 807.905 832.718 857.101 880.391 905.216 930.741
A: Basisbedrag 0,7% BNI 5.655 5.829 6.000 6.163 6.337 6.515
B: Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen 34 31 23 20 20 20
B: Bij: geraamde ontvangsten OS 35 34 34 34 34 34
C: Maatregelen Rutte II – 1.462 – 1.462 – 1.462 – 1.462 – 1.462 – 1.462
D: Kasschuiven Rutte II – 118 – 304 – 331 – 475
E: Dichten tijdelijke dip door correctie kasschuiven Rutte II (Rutte III) 118 304 331 475
F: Intensivering OS/ODA Rutte III 300 200 100
G: Kasschuif IDA 230 – 156 – 50 – 24
H: Overig (o.m Voorjaarsnotabesluitvorming, AIIB en BIV) – 80 11 20 26 28 28
I: ODA-plafond 2019–2024 4.712 4.486 4.664 4.780 4.956 5.111
Bruto ODA-totaal 4.833 4.712 4.486 4.664 4.780 4.956 5.111
Af: geraamde aflossingen op ODA-leningen – 38 – 34 – 31 – 23 – 20 – 20 – 20
Af: geraamde ontvangsten OS – 36 – 35 – 34 – 34 – 34 – 34 – 34
Netto ODA (in miljoenen euro) 4.759 4.643 4.415 4.601 4.720 4.896 5.051
Raming BNI (in miljarden euro) 774,2 807.9 832,7 857,1 880,4 905,2 930,7
Netto ODA in % van het BNI 0,61 0,57 0,53 0,54 0,54 0,54 0,54

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen:

A. Het uitgangspunt is 0,7% van het BNI.

B. Aflossingen op ODA-leningen en overige ontvangsten worden hieraan toegevoegd. Deze worden jaarlijks bijgesteld. Het gaat daarbij om structureel ca. EUR 55 miljoen per jaar.

C. Het kabinet Rutte II heeft verschillende structurele maatregelen doorgevoerd op het ODA-budget. Ten eerste een taakstelling van EUR 1 miljard per jaar. Daarnaast is onder het kabinet Rutte II een ruilvoettaakstelling doorgevoerd van EUR 49 miljoen per jaar. Ten slotte is in de vorige kabinetsperiode het ODA budget verlaagd als gevolg van de verwerking van ESA-20103 en het schrappen van de EKI-reservering4.

D/E Het kabinet Rutte III corrigeert voor de kasschuiven van het kabinet Rutte II. Hierdoor neemt het ODA-budget deze kabinetsperiode toe met EUR 118 miljoen in 2019 oplopend naar EUR 475 miljoen in 2022 en komt het ODA-budget vanaf 2022 weer op 0,7% BNI minus EUR 1,4 miljard, zoals afgesproken in het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst». Het ODA-budget blijft de komende kabinetsperiode gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI.

F. Daarenboven worden er in deze kabinetsperiode incidenteel extra middelen toegevoegd van in totaal EUR 1 miljard, verdeeld over 2018 t/m 2021. (NB. 2018 is EUR 400 miljoen).

G. Het betalingsritme voor de Wereldbank (IDA) wordt aangepast. Dit leidt tot een kasschuif.

H. De regel overig bestaat uit een aantal budgettaire consequenties voor ODA zoals de voorjaarsbesluitvorming (o.a. de eindejaarsmarge) en de ODA-bijdrage aan de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB). Het budget voor de AIIB komt bovenop de bestaande ODA-afspraken. Daarnaast is de Nederlandse termijnbetaling van EUR 145,4 miljoen aan de 17e en 18e middelenaanvulling voor het Wereldbankonderdeel International Development Corporation (IDA), die gepland was voor januari 2019, eind december 2018 verwerkt.

I. Bovenstaande maatregelen resulteren in het totale ODA-budget.

BIJLAGE 4: DE ODA-UITGAVEN NAAR BELEIDSTHEMA

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 6.548 6.846 6.846 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 36.784 37.555 37.555 V-01.02
JenV 33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 90 200 200 VI-33.03.39
43.422 44.601 44.601
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.03 Wapenbeheersing 1.809 3.252 3.252 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 55.341 74.417 74.417 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 10.904 11.205 11.929 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 376.774 379.000 369.000 XVII-04.01
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 0 172.000 162.000 XVII-04.02
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 423.583 235.243 235.243 XVII-04.03
04.04 Noodhulpfonds 10.081 3.000 0 XVII-04.04
05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling 33.567 0 0 XVII-05.03
JenV 31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.512 8.600 8.600 VI-31.03.21
920.571 886.717 864.441
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.02 Europees ontwikkelingsfonds 214.252 234.281 234.281 V-03.02
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 3.986 3.888 3.888 V-03.03
Toerek. EU-begroting 329.867 329.867 329.867 Toerekening
548.105 568.036 568.036
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 98 136 136 V-04.04
98 136 136
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 14.411 22.950 19.075 XVII-01.01
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 363.082 400.545 399,170 XVII-01.03
01.04 Dutch Good Growth Fund 57.850 0 0 XVII-01.04
435.343 423.495 418.245
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.01 Voedselzekerheid 323.950 339.295 339.295 XVII-02.01
02.02 Water 210.602 193.714 193.714 XVII-02.02
02.03 Klimaat 174.496 196.318 219.318 XVII-02.03
IenW 23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO) 35 35 35 XII-23.01
EZK 6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 3.347 0 0 XIII-6.95
LNV 11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 0 4.133 4.133 XVI-11.95
712.430 733.495 756.495
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 443.534 447.473 420.173 XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 53.344 52.439 52.439 XVII-03.02
03.03 Maatschappelijk middenveld 228.809 221.475 180.531 XVII-03.03
03.04 Onderwijs 87.578 75.800 109.925 XVII-03.04
OCW 06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 VIII-06.70
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 44.380 45.546 45.546 VIII-07.70/76
16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO 454 454 454 VIII-16.70
EZK 7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC) 0 0 0 XIII-17.35
860.972 846.060 811.941
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.01 Multilaterale samenwerking 151.146 160.057 164.616 XVII-05.01
05.02 Overig armoedebeleid 10.956 70.353 77.229 XVII-05.02
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 – 84.611 1.088 XVII-05.04
Financiën 04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 0 0 IXB-04.50.01
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 30.110 29.995 0 IXB-04.50.05
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 0 0 47.600 IXB-04.50.07
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 0 0 21.269 IXB-04.50.08
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 361.037 325.280 0 IXB-04.50.09
Toerek. Opvang asielzoekers 534.254 421.706 421.849 Toerekening
1.087.503 922.780 733.651
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 07.01 Apparaat 275.143 281.816 284.116 V-07.01
275.143 281.816 284.116
Totaal ODA binnen HGIS 4.883.587 4.707.136 4.481.662
ODA buiten HGIS (instituten LNV) 4.725 4.725 4.725
TOTAAL ODA 4.888.312 4.711.861 4.486.387

BIJLAGE 5: DE GEPLANDE ODA-UITGAVEN BINNEN DE BHOS-BEGROTING PER REGIO IN 2020

Zoals aangekondigd in de BHOS-nota Investeren in Perspectief, verschuift het geografische zwaartepunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid in deze kabinetsperiode naar de focusregio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de beoogde uitgaven per regio, uitgesplitst naar de beleidsthema’s van de BHOS-begroting.

De tabel hieronder toont bij elke regio eerst de landen waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn nu ook de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting.

De in de tabel opgenomen inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op één land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut.5 Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling nagegaan6, rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn. Deze indicatieve verdeling over landen en regio’s van de huidige portefeuille is vervolgens toegepast op de betreffende centrale thematische budgetten voor 2020.

Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaatfondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties.

Bij de berekening is geen rekening gehouden met nieuwe initiatieven in de focusregio’s die nog in de loop van 2019 en in 2020 worden ontwikkeld. Daardoor is een zekere onderschatting van de verschuiving naar de focusregio’s mogelijk; deze beweging is nog in volle gang en krijgt met name bij nieuwe programma’s en nieuwe fases van bestaande programma’s z’n beslag. Overigens suggereren de voorlopige inschattingen dat de, in de BHOS-nota aangekondigde, toename in de focusregio’s met een derde binnen de aangegeven termijn kan worden gerealiseerd.

Focusregio Sahel Burkina Faso 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 5.000
2.1 Voedselzekerheid 2.000
2.2 Water 1.000
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 5.000
3.4 Onderwijs 4.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.000
Subtotaal 20.000
Mali 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.000
2.1 Voedselzekerheid 5.000
2.2 Water 8.000
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 18.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 15.000
Subtotaal 47.000
Niger 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 5.000
2.1 Voedselzekerheid 3.000
2.2 Water 2.000
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 3.000
3.4 Onderwijs 4.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.000
Subtotaal 18.000
Nigeria 2.1 Voedselzekerheid 4.000
Subtotaal 4.000
Senegal 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.000
Subtotaal 1.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 1.722
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 17.793
2.1 Voedselzekerheid 12.287
2.2 Water 15.665
2.3 Klimaat 3.486
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 14.903
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.004
3.3 Maatschappelijk middenveld 13.411
3.4 Onderwijs 4.344
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 13.154
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.282
Subtotaal 103.051
Total 193.051
Focusregio Hoorn van Afrika Ethiopië 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 5.500
2.1 Voedselzekerheid 35.000
2.2 Water 7.000
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 20.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.500
Subtotaal 71.500
Kenia 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.000
2.1 Voedselzekerheid 2.250
2.2 Water 3.965
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.250
Subtotaal 8.465
Oeganda 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.000
2.1 Voedselzekerheid 15.000
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 9.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 10.000
Subtotaal 35.000
Soedan 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.000
Subtotaal 1.000
Somalië 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 12.500
Subtotaal 14.500
Zuid-Soedan 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 2.000
2.1 Voedselzekerheid 6.000
2.2 Water 6.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 650
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.500
Subtotaal 22.150
Regionaal Hoorn van Afrika 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 2.000
Subtotaal 2.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 1.321
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 27.248
2.1 Voedselzekerheid 23.559
2.2 Water 12.109
2.3 Klimaat 9.039
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 21.848
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.482
3.3 Maatschappelijk middenveld 24.678
3.4 Onderwijs 15.055
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 25.816
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 19.820
Subtotaal 182.975
Total 337.590
Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika Egypte 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.000
2.1 Voedselzekerheid 3.000
2.2 Water 3.000
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 2.200
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
Subtotaal 10.700
Jemen 2.2 Water 2.500
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 7.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.000
Subtotaal 15.500
Jordanië 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 5.000
2.2 Water 2.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 23
Subtotaal 7.023
Libanon 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 5.500
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
Subtotaal 6.500
Palestijnse Gebieden 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 2.000
2.1 Voedselzekerheid 3.000
2.2 Water 9.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.500
Subtotaal 20.000
Tunesië 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 2.000
2.1 Voedselzekerheid 5.000
Subtotaal 7.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 896
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 7.198
2.1 Voedselzekerheid 3.917
2.2 Water 5.462
2.3 Klimaat 1.625
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 1.120
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.241
3.3 Maatschappelijk middenveld 5.940
3.4 Onderwijs 5.423
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 97.595
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 24.355
5.1 Multilaterale samenwerking 531
Subtotaal 158.302
Total 225.025
Overig Afrika Benin 2.1 Voedselzekerheid 9.500
2.2 Water 9.900
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 7.000
Subtotaal 26.400
Burundi 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.000
2.1 Voedselzekerheid 18.100
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 5.400
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.000
Subtotaal 27.500
Democratische Republiek Congo 3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 800
Subtotaal 800
Ghana 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 2.600
2.1 Voedselzekerheid 7.560
2.2 Water 4.000
Subtotaal 14.160
Mozambique 2.1 Voedselzekerheid 9.000
2.2 Water 10.100
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 7.000
Subtotaal 26.100
Rwanda 2.1 Voedselzekerheid 16.250
2.2 Water 7.800
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.200
Subtotaal 30.250
Regionaal Afrika 3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 8.000
Subtotaal 8.000
Regionaal Grote Meren 2.1 Voedselzekerheid 10.500
2.2 Water 5.500
2.3 Klimaat 3.500
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 4.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.200
Subtotaal 30.200
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 1.874
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 58.847
2.1 Voedselzekerheid 38.410
2.2 Water 23.282
2.3 Klimaat 10.200
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 47.261
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.875
3.3 Maatschappelijk middenveld 33.036
3.4 Onderwijs 28.985
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 3.274
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 8.464
5.1 Multilaterale samenwerking 8.323
Subtotaal 271.830
Total 435.240
Overig Azië Afghanistan 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 30.000
Subtotaal 30.000
Bangladesh 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 3.000
2.1 Voedselzekerheid 8.500
2.2 Water 16.500
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 5.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.500
Subtotaal 35.500
Indonesië

2.2 Water

2.1 Voedselzekerheid

2.500
5.000
3.4 Onderwijs 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 500
Subtotaal 9.000
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 1.145
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 36.504
2.1 Voedselzekerheid 20.377
2.2 Water 17.404
2.3 Klimaat 6.170
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 18.564
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 8.156
3.3 Maatschappelijk middenveld 33.766
3.4 Onderwijs 16.988
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 9.830
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 11.328
5.1 Multilaterale samenwerking 4.146
Subtotaal 184.377
Total 258.877
Overige landen Suriname 3.3 Maatschappelijk middenveld 1.700
5.2 Overige armoedebeleid 725
Subtotaal 2.425
Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 421
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 21.853
2.1 Voedselzekerheid 5.253
2.2 Water 6.624
2.3 Klimaat 2.995
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 9.540
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.840
3.3 Maatschappelijk middenveld 16.825
3.4 Onderwijs 4.789
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 10.992
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.810
5.1 Multilaterale samenwerking 3
Subtotaal 87.946
Total 90.371
Wereldwijd/niet gespecificeerd Inzet vanuit centrale budgetten 1.1 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 11.695
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 183.128
2.1 Voedselzekerheid 70.333
2.2 Water 9.404
2.3 Klimaat 182.304
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 205.837
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.868
3.3 Maatschappelijk middenveld 51.176
3.4 Onderwijs 25.340
4.1 Humanitaire Hulp 369.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 1.399
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 54.034
5.1 Multilaterale samenwerking 151.613
5.2 Overig armoedebeleid 76.504
5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 1.088
Subtotaal 1.402.662
Total 1.402.662
Totaal generaal 2.942.816

BIJLAGE 6: DE NON ODA-UITGAVEN NAAR BELEIDSTHEMA

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 52.172 43.063 42.033 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 24.666 26.847 25.947 V-01.02
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 0 15.970 13.407 V-01.03
JenV 33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI 555 535 569 VI-33.03.10
91.01 WIPO 367 355 371 VI-91.01.09
91.01 Europol en Eurojust 19.041 36.624 21.987 VI-91.01.07
IenW 17.01 Luchtvaart 1.015 1.311 1.311 XII-17.01
18.01 Scheepvaart en havens 1.073 1.143 1.224 XII-18.01
SZW 02.24.01 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 0 0 9 XV-02.24
VWS 02.11 Curatieve zorg 481 900 2.200 XVI-02.11
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten 1.500 1.000 0 XVI-04.40
100.870 127.748 109.058
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12.038 13.205 12.545 V-02.01
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 17.150 14.302 13.751 V-02.02
02.03 Wapenbeheersing 7.940 9.886 7.621 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 116.748 145.719 142.418 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 16.356 17.985 17.893 V-02.05
BHOS 04.01 Humanitaire hulp 617 1.017 1.017 XVII-04.01
JenV 33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie 0 150 0 VI-31.02.21
36.02.59 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 0 0 300 VI-36.02.58
Defensie 01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties/BIV (inclusief contributies) 226.651 235.963 187.882 X-01.01.01
397.500 438.227 383.427
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 5.980 5.832 5.832 V-03.03
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.437 6.083 5.702 V-03.04
Toerek. EU-begroting 75.733 75.733 75.733 Toerekening
86.150 87.648 87.267
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 13.962 17.312 12.462 V-04.01
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 14.840 20.619 13.449 V-04.02
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7.023 9.898 7.706 V-04.03
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 19.867 22.253 20.445 V-04.04
04.05 Gastlandbeleid internationale organisaties 4.387 0 0 V-04.05
OCW 08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur 426 521 521 XIII-08.77
14.71/76 Cultuur; subsidies 4.617 4.617 4.617 XIII-14.71
65.122 75.220 59.200
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 9.847 11.984 9.247 XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 87.598 117.217 108.996 XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 4.372 4.205 4.030 XVII-01.03
EZK 1.55 Opdrachten 186 154 154 XIII-11.55
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.314 2.622 2.622 XIII-11.95
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.095 2.881 2.421 XIII-13.95
106.412 139.063 127.470
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS 02.03 Klimaat 1.751 1.150 1.150 XVII-02.03
IenW 11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 12.246 16.597 14.391 XII-11.01
14.01 Wegen en verkeersveiligheid; Netwerk 0 200 200 XII-14.01
19.02 Internationaal beleid, coordinatie en samenwerking 7.264 5.297 5.961 XII-19.02
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO) 905 905 905 XII-23.01
97.01 IenW-brede programmamiddelen 0 200 0 XII-97.01
EZK 4.55 Opdrachten 90 374 319 XIII-04.55
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties 647 2.214 1.494 XIII-04.95
6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 4.986 0 0 XIII-06.95
8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.175 0 0 XIII-08.95
LNV 11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 0 7.118 6.490 XIV-11.95
12.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 0 1.769 1.639 XIV-12.95
29.064 35.824 32.549
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS 03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids 1.492 1.611 1.611 XVII-03.01
OCW 07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs 7.057 7.224 7.224 VIII-07.70/76
08.71/72 Internationaal onderwijs; Subsidies/Opdrachten 155 131 116 VIII-08.71
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige 185 185 185 VIII-08.76
09.12 Algemeen; Programmauitgaven HGIS 3.868 3.868 3.868 XVI-09.12.10
12.757 13.019 13.004
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS 05.02 Overig armoedebeleid 1.690 11.147 10.219 XVII-05.02
Financiën 04.52.01 Technische assistentie 1.500 1.731 1.731 IX-04.52.01
04.50.02 Deelname aan internationale instellingen; desaldering ontvangsten 0 0 84 IX-04.50.01
04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB 6.166 6.144 0 IX-04.50.01
04.55.01 Technische assistentie subsidies 0 0 0 IX-04.55.01
9.356 19.022 12.034
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ Geheim 0 0 0 V-05.01
Nominaal en onvoorzien 0 5.270 3.027 V-06.01
Apparaat 494.271 534.331 530.710 V-07.01
Div. dept. Attachés 76.721 88.403 78.849 Div. Begrotingen
570.992 628.004 612.586
Totaal non-ODA 1.378.223 1.563.775 1.436.595

BIJLAGE 7: INTERNATIONALE KLIMAATFINANCIERING VOOR ONTWIKKELINGSLANDEN 2020

In 2009 hebben de rijke landen toegezegd vanaf 2020 USD 100 miljard per jaar vrij te maken voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Deze collectieve toezegging werd in 2015 in Parijs herbevestigd. Een verdeling per donor is niet overeengekomen. De rijke landen hebben tevens toegezegd te zullen aangeven op welke wijze de klimaatfinanciering wordt opgeschaald in de aanloop naar 2020. Er wordt in UNFCCC-verband nog gewerkt aan gemeenschappelijke richtlijnen voor de rapportage over klimaatfinanciering. Het tijdens COP24 in Katowice overeengekomen Rulebookheeft daar richting aan gegeven. In december 2019 wordt hierover in Chili verder onderhandeld tijdens de 25e UNFCCC-klimaatconferentie (COP25).

Internationale samenwerking op het terrein van klimaat richt zich op vergroting van de weerbaarheid van gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie) en het tegengaan van klimaatverandering (klimaatmitigatie). Hiertoe wordt door Nederland samengewerkt met het bedrijfsleven, ngo’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en ontwikkelingsbanken. Als in de samenwerking met bedrijven en private investeerders met publieke middelen private financiering wordt gemobiliseerd, mag deze worden meegeteld als Nederlandse klimaatfinanciering. Om de omvang van de gemobiliseerde financiering te berekenen past Nederland een in OESO-verband ontwikkelde methode toe.

Nederland wil de komende jaren blijven werken aan geleidelijke stijging van de publieke en private klimaatuitgaven. Hiertoe is onder andere het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) opgezet, waarin EUR 40 miljoen per jaar wordt geïnvesteerd en dat naar verwachting op termijn aanzienlijke bedragen aan private financiering zal mobiliseren. Daarnaast krijgt het beleidsartikel voor klimaat in 2020 er wederom structureel EUR 20 miljoen bij voor additionele klimaatactie in ontwikkelingslanden. Mede gezien deze intensivering is de verwachting dat Nederland in 2020 EUR 570 miljoen aan publieke klimaatfinanciering – klimaatrelevante uitgaven ten gunste van ontwikkelingslanden – zal realiseren. Daarnaast zal naar schatting EUR 550 miljoen aan private klimaatfinanciering worden gemobiliseerd door middel van publiek-private samenwerking op een deel van de klimaatinstrumenten.

Vanuit het beleidsartikel voor klimaat zet Nederland in op ondersteuning van internationale klimaatfondsen, Nederlandse fondsen zoals AEF en het nieuwe DFCD, bevordering van toegang tot hernieuwbare energie, tegengaan van ontbossing en landdegradatie, vergroening van investerings- en handelsstromen en vergroting van kennis- en capaciteitsopbouw over de relatie tussen klimaat en ontwikkeling. Binnen het thema Voedselzekerheid zet Nederland in op duurzame, klimaatslimme productiviteitsverhoging en versterking van de weerbaarheid in de landbouw die tevens resulteert in lagere emissies. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering staat ook centraal binnen het thema Water met aandacht voor verhoogde waterproductiviteit in de landbouw, verbeterd stroomgebied beheer en veilige delta’s, en klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen. Multilaterale ontwikkelingsbanken en VN-instellingen als UNDP, UN Environment, WFP, UNICEF en WHO ontplooien in hun programma’s klimaatrelevante activiteiten die Nederland met ongeoormerkte financiële bijdragen ondersteunt. In een aantal gevallen wordt vanuit het bedrijfsleven instrumentarium expliciet ingezet op vermindering van broeikasgasemissies en op de versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing, het aanbieden van verzekeringen tegen de risico’s van klimaatverandering en de bevordering van innovatie. Tot slot draagt een deel van de Strategische Partnerschappen met het maatschappelijk middenveld bij aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie, met name door te lobbyen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering, waarbij de belangen voorop staan van de meest kwetsbare mensen.

Met een deel van het publieke instrumentarium wordt private financiering gemobiliseerd door samenwerking met Nederlandse en internationale private partijen. Het grootste deel van de private financiering die aan Nederland kan worden toegerekend wordt gerealiseerd door de multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s) – deze is niet te specificeren naar sector of doelland.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de klimaatfinanciering die in 2020 naar verwachting gerealiseerd kan worden. Ook wordt per beleidsartikel van de BHOS-begroting aangegeven welk deel van de totale middelen naar verwachting klimaatfinanciering betreft. Naar verwachting zal circa 20 procent van de klimaatfinanciering worden uitgegeven aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie), 45 procent aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie). De overige uitgaven, voornamelijk klimaatfinanciering die via multilaterale instellingen wordt uitgegeven, kunnen niet worden gespecificeerd naar aard of doelland.

In het HGIS-jaarverslag over 2020 zal in een bijlage worden gerapporteerd over de daadwerkelijk gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hieronder genoemde geschatte bedragen. Dat kan verscheidene oorzaken hebben, waaronder de omstandigheid dat bij de realisatie talrijke partners betrokken zijn, zoals de MDB’s, waarvan het beleid en de investeringen door alle donoren gezamenlijk worden bepaald.

BHOS 1. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 75 14%
2.1 Voedselzekerheid 130 38%
2.2 Water 105 54%
2.3 Klimaat1 170 81%
3. Sociale vooruitgang 30 4%
4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling 15 2%
5. Multilaterale samenwerking en overige inzet 45 14%
Overige IDA en AIIB (Financiën) 0
Totaal publieke klimaatfinanciering 570
Prognose gemobiliseerde private financiering
Indicatie private financiering 2019
Nederlandse klimaatfondsen en programma’s 65
Multilaterale ontwikkelingsbanken 300
FMO-A 140
Overige instrumenten en multidonorprogramma’s 45
Totaal gemobiliseerde private financiering 550
1 Dit begrotingsartikel omvat tevens duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

BIJLAGE 8: INTERNATIONALE INSPANNINGEN VOOR MIGRATIE IN 2020

Deze bijlage licht de verwachte HGIS-uitgaven in 2020 toe op het gebied van (tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp (aan vluchtelingen). Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.

1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op eerstejaaropvang van asielzoekers uit DAC-landen, (irreguliere) migratie en opvang in de regio

6.37.02 JenV begroting: toerekening eerstejaarsopvangkosten asiel 376 376
08.03.01 OCW toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs) 46 46
17.04.02 Migratiesamenwerking en ontwikkeling 34 34
Opvang in de regio 128 128
Totaal 584 584

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland. Conform de richtlijnen van het OESO Development Assistance Committee (DAC) wordt de eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland uit ODA-middelen gefinancierd. Deze HGIS-middelen worden alleen overgeheveld naar de JenV-begroting en de OCW-begroting voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden. De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.

JenV-begroting: In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven vanwege opvang van reguliere asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos en overig kosten. De overige kosten betreffen kosten tolken IND, rechtsbijstand en voorlichting. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan Official Development Assistance (ODA). Voor 2020 houdt het kabinet rekening met een asielinstroom van 27.5007 (afkomstig uit DAC-landen en niet-DAC-landen), resulterend in een aan ODA toe te rekenen gemiddelde bezetting8 van 23.500 (uit DAC-landen). De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur.

OCW-begroting: De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs gebaseerd op leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.

Opvang en bescherming in de regio

In partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, Wereldbank en elf ngo’s werkt Nederland aan duurzame verbetering van de rechtspositie van vluchtelingen en ontheemden en aan vergroten van hun kansen op goed onderwijs en werk, waar relevant ook van gastgemeenschappen. Beoogd wordt vluchtelingen in staat te stellen een nieuw bestaan op te bouwen in het land waar zij (tijdelijk) verblijven en kennis en ervaring op te doen die nuttig is in het opvangland en in het land van herkomst. De focus ligt op Libanon en Jordanië en daarnaast op Irak, Ethiopië, Oeganda, Soedan, Egypte en Kenia.

In 2020 zullen meer resultaten zichtbaar worden van de inzet op werkgelegenheid en private sectorontwikkeling. Deze inzet is complex en vergt een langdurige betrokkenheid, omdat veel vluchtelingen in arme en perifere gebieden verblijven. In 2019 is de samenwerking met de private sector versterkt, hetgeen in 2020 zal leiden tot concrete samenwerking en projecten met (Nederlandse) bedrijven. Doel is de toegang tot werk- en leertrajecten te vergroten in regio’s waar veel vluchtelingen verblijven.

Migratiesamenwerking

De Nederlandse activiteiten op het gebied van migratiesamenwerking blijven gericht op bestrijding van mensensmokkel en -handel, voorlichting over risico’s van irreguliere migratie, bescherming van mensenrechten van migranten en bevordering van terugkeer en herintegratie.

Uit de middelen voor opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:

• Nederland draagt bij aan een partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landen specifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.

• Nederland steunt programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.

• Financiering van programma’s van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.

• Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.

• Bevorderen van dataverzameling -analyse inzake migratiestromen.

2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn

Naast bovengenoemde middelen kan humanitaire hulp ingezet worden ten behoeve van vluchtelingen die besluiten hun land te verlaten wegens conflict of onveiligheid. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet. Daarom wordt in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen de begrotingsstand van het artikel genoemd.

17.04.01 Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNRWA en WFP 370 369

Noodhulp en bijdragen UNHCR, UNRWA en WFP (BHOS-begroting)

Nederland verleent noodhulp aan slachtoffers van conflicten en rampen. Een deel van die slachtoffers is ontheemd. De Nederlandse humanitaire inspanningen zijn gericht op het redden van levens, verlichten van lijden en beschermen en herstellen van waardigheid van door crisis getroffen mensen. Nederland zal hierbinnen in het bijzonder aandacht besteden aan geestelijke gezondheid en psychosociale steun. Het is wenselijk om slachtoffers van conflicten en rampen zoveel mogelijk te helpen in de betreffende regio’s. Ook in 2020 zal er sprake zijn van significante humanitaire inzet. Een groot deel van deze hulp loopt via internationale organisaties zoals UNHCR, UNRWA en WFP.

Overige activiteiten indirect gerelateerd aan opvang in de regio en migratie

Een groot deel van de Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en diplomatie is gericht op het bieden van perspectief via sociaaleconomische ontwikkeling, stabiliteit en de aanpak van ongelijkheid. Deze inspanningen geconcretiseerd in de diverse thematische programma’s binnen ontwikkelingssamenwerking zijn tevens een lange termijn investering in het tegengaan van irreguliere migratie. Deze inzet is uitgewerkt in de nota «Investeren in Perspectief – Goed voor de wereld, goed voor Nederland» welke op 18 mei 2018 aan de Tweede Kamer is aangeboden.


  1. NDC staat voor Nationally Determined Contribution. Dat is de inspanning die elk land levert als bijdrage aan de in het Akkoord van Parijs afgesproken klimaatdoelen.↩︎

  2. Kamerstuk 32 734, nr. 31 en Kamerstuk 32 734, nr. 32 ↩︎

  3. Toelichting ESA 2010: Door veranderingen in boekhoudkundige regels door de EU (European System of Accounts, ESA 2010) en een herziening van de bronnen voor het berekenen van het BNI door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het BNI in 2014 opwaarts bijgesteld. Omdat het een rekenkundige correctie van het BNI betrof heeft het kabinet er destijds voor gekozen deze BNI-bijstelling niet door te vertalen in een opwaartse bijstelling van het ODA-budget.↩︎

  4. Toelichting EKI: Reserveringen voor exportkredietverzekeringen (EKI) zijn reserveringen voor de kwijtschelding van exportkredietschulden van ontwikkelingslanden. Deze schulden zijn ontstaan door investeringen of leveringen van Nederlandse bedrijven aan bedrijven in ontwikkelingslanden. De Nederlandse overheid staat hiervoor garant. Als de ontvangende partij niet betaalt, resulteert deze constructie in een schuld van de overheid van het ontwikkelingsland aan de Nederlandse overheid.

    Sinds 2015 wordt geen reservering meer opgenomen voor schuldkwijtschelding aan ontwikkelingslanden in het kader van EKI. Omdat de ODA-begroting destijds niet is gecompenseerd voor het wegvallen van de raming voor EKI-schuldkwijtschelding wordt een reeks van EUR 150 miljoen per jaar in mindering gebracht op het ODA-budget. Wanneer landen aanspraak doen op de EKI-schuldkwijtschelding, dan wordt dit achteraf aan de ODA-realisatie toegevoegd. Dit bedrag hoeft niet gecompenseerd te worden door bezuinigingen op andere ODA-uitgaven. Het gaat namelijk om een schuldkwijtschelding waarvan de uitgaven vaak al jaren eerder zijn gedaan.↩︎

  5. Zo omvat de landenlijst voor private sector ontwikkeling een 70-tal landen en staat het fonds Voice fonds (voor het versterken van de positie van gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen) open voor tien landen.↩︎

  6. Voor activiteiten met budget kleiner dan EUR 1 miljoen is uitgegaan van een evenredige verdeling over de landen waarvoor de activiteit open staat.↩︎

  7. Begroting Ministerie van Justitie en Veiligheid.↩︎

  8. Voor het berekenen van de opvangkosten is het niet alleen relevant om te weten hoeveel mensen er per jaar instromen, maar vooral hoeveel mensen er gemiddeld bij het COA in een jaar zullen verblijven: de bezetting in de opvang.↩︎