Lijst van vragen en antwoorden over onderzoek naar weeshuistoerisme
Initiatiefnota van het lid Van Haga: “Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme”
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2019D32839, datum: 2019-08-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35069-13).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. de Roon, voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (PVV)
- Mede ondertekenaar: E.A.M. Meijers, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 35069 -13 Initiatiefnota van het lid Van Haga: “Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme”.
Onderdeel van zaak 2019Z15858:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-09-05 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-12 13:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-09-18 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 069 Initiatiefnota van het lid Van Haga: «Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme»
Nr. 13 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 26 augustus 2019
De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van de Minister van 21 juni 2019 inzake Onderzoek naar weeshuistoerisme (35 069, nr. 12).
De daarop door de Minister gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
De Roon
De adjunct-griffier van de commissie,
Meijers
1
Gaat een internationale vergelijking ook deel uitmaken van het onderzoek, in het bijzonder tegen de achtergrond van de vanwege dit onderzoek nog aangehouden motie-Bosman (Kamerstuk 35 069, nr. 5)?
Antwoord
Ja, een internationale vergelijking zal onderdeel uitmaken van het onderzoek.
2
Bent u bereid, afhankelijk van de resultaten van het onderzoek, de aanpak van weeshuistoerisme en diens grondoorzaken op te nemen in beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, zoals verzocht in de vanwege dit onderzoek nog aangehouden motie-Bosman/Diks (Kamerstuk 35 069, nr. 4)?
Antwoord
Dit hangt inderdaad af van de resultaten van het onderzoek.
3
Wordt, conform de initiatiefnota, gekeken naar weeshuistoerisme in de bredere zin des woords, dus inclusief stages bij weeshuizen en bijvoorbeeld boarding schools?
Antwoord
Ja.
4
Bent u voornemens ook expliciet te laten onderzoeken in welke mate weeshuistoerisme vanuit Nederland of door Nederlanders in het buitenland in stand wordt gehouden of gefaciliteerd?
Antwoord
De omvang van weeshuistoerisme vanuit Nederland zal worden onderzocht, waarbij ook wordt gekeken naar de ontwikkeling van deze omvang ten opzichte van eerdere jaren. Of en zo ja in welke mate Nederlanders in het buitenland weeshuistoerisme faciliteren of in stand houden is geen onderdeel van het onderzoek.
5
Zijn de concrete onderzoeksvraag en alle deelvragen reeds bekend? Zo ja, wat zijn deze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Deze zijn bekend. De onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen in de huidige versie van de Terms of Reference zijn als volgt.
De onderzoeksvraag is «Wat is de omvang van weeshuistoerisme vanuit Nederland, welke actoren hebben welke rol/verantwoordelijkheid en wat is het handelingsperspectief voor het kabinet?»
Aan deze onderzoeksvraag zijn de volgende vier deelvragen gekoppeld:
• Wat zijn de effecten van en wat is de problematiek rondom weeshuistoerisme?
• Wat is de omvang van weeshuistoerisme vanuit Nederland?
• Welke actoren hebben welke rol/verantwoordelijkheid?
• Wat is het handelingsperspectief voor het kabinet?
6
Wie is of wordt de onafhankelijke externe deskundige?
Antwoord
Dit is nog niet bekend. De onafhankelijke externe deskundige zal worden gekozen uit meerdere externe deskundigen via een selectieproces, op basis van het gewenste profiel en kwalificaties zoals omschreven in de Terms of Reference.
7
Wie zitten of komen er in de begeleidingscommissie?
Antwoord
Nog niet alle leden van de begeleidingscommissie zijn bekend. De begeleidingscommissie bestaat in ieder geval uit:
* Het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen;
* Een academicus met expertise op het gebied van kinderrechten;
* De opdrachtgever, het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
De overige beoogde leden van de begeleidingscommissie worden gedurende de maanden juli / augustus benaderd. De begeleidingscommissie zal bestaan uit maximaal vijf leden.
8
Heeft u al een inhoudelijke betrokkene vanuit de academische wereld in beeld?
Antwoord
Er zijn meerdere mogelijke inhoudelijke betrokkenen. Ik heb reeds een academicus met expertise op het gebied van kinderrechten in beeld en benaderd; het gesprek over deelname in de begeleidingscommissie zal verder plaatsvinden gedurende de maand augustus.
9
Bent u bereid in elk geval de bij het door de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking georganiseerde rondetafelgesprek aanwezige deskundigen te betrekken?
Antwoord
De opzet is om gedurende het onderzoek de deskundigen die aanwezig waren bij het door de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking georganiseerde rondetafelgesprek te betrekken en gebruik te maken van hun kennis en expertise.
10
Wat staat of komt er te staan in de genoemde Terms of Reference?
Antwoord
De Terms of Reference (ToR) vormen de basis voor de opdracht aan de onafhankelijke externe deskundige om het onderzoek te starten en uit te voeren. De ToR zijn nog niet volledig afgerond, het streven is om de ToR in juli af te ronden. In de ToR staat naast een achtergrond van het onderzoek beschreven wat het doel, kader en de opzet van het onderzoek is, de uitgangspunten, de onderzoeksvraag en deelvragen, het proces en de tijdlijn, de gewenste onderzoek outputs, management van het onderzoek, het gewenste profiel en kwalificaties van de onafhankelijke externe deskundige, het budget.
11
Vanuit welke directie en/of afdeling binnen uw departement – die in dezen optreedt als opdrachtgever – wordt het onderzoek aangestuurd?
Antwoord
Dit is belegd bij de Directie Sociale Ontwikkeling (DSO).
12
Hoe bent u voornemens, naast de genoemde departementen, de verschillende stakeholders – zoals de diverse NGO’s die actief zijn op dit terrein – te betrekken? Worden zij ook betrokken bij de selectie van de onderzoekers, het opstellen van de onderzoeksvragen en de ontwikkeling van de Terms of Reference?
Antwoord
Van enkele stakeholders wordt bekeken of zij wellicht plaats kunnen nemen in de begeleidingscommissie van het onderzoek. Beoogde leden van de begeleidingscommissie worden gedurende de maanden juli / augustus benaderd. Andere stakeholders zullen gedurende het onderzoek door de onafhankelijke externe deskundige worden benaderd en zullen zo bij het onderzoek worden betrokken.