[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van het lid Beckerman over het artikel ‘De weerbarstige realiteit van Wiebes’ beloftes’ dat op 9 juli jl. in het NRC is gepubliceerd

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2019D33263, datum: 2019-08-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3720).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z14917:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3720

Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over Groningen dat ten onder dreigt te gaan aan Haagse belangen. (ingezonden 10 juli 2019).

Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 29 augustus 2019).

Vraag 1

Kent u het artikel «De weerbarstige realiteit van Wiebes» beloftes»?1 Wat is daarop uw reactie?

Vraag 2

Waarom heeft u genoemde vertrouwelijke documenten achtergehouden? Gaat u de Kamer daar nog van voorzien? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Vindt u dat u de Kamer verkeerd hebt ingelicht? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Hoeveel van de genoemde 1.729 adressen zijn inmiddels, ruim acht maanden nadat u groen licht gaf, geïnspecteerd en beoordeeld? Hoeveel adressen zijn er in die acht maanden bijgekomen die nog geïnspecteerd en beoordeeld moeten worden?

Vraag 5

Hoe is de aanbesteding van ingenieurs verlopen? Welke ingenieursbedrijven zijn aangesteld? Hoeveel ingenieurs zijn er nu daadwerkelijk aan het werk?

Vraag 6

Hoeveel woningen zijn er dit kalenderjaar versterkt? Op hoeveel staat het totaal nu?

Vraag 7

Waarom hebben instanties te maken met veranderende opdrachten? Om welke instanties gaat het? Hoe luiden de opdrachten nu? Hoe luidden de opdrachten voorheen? Waarom verandert u de opdrachten steeds?

Vraag 8

Waarom veranderen directies? Wie stelt nieuwe directies aan? Hoeveel mensen uit Groningen nemen plaats in die directies?

Vraag 9

Waarom wordt het toegezegde aantal inspecties niet gehaald? Wat gaat u daar concreet aan doen?

Vraag 10

Erkent u dat u verantwoordelijk bent voor de vertraging van de versterking? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u concreet doen om dit te alsnog te versnellen?

Vraag 11

Wat gaat u doen om mensen met een «oude schade» schadeloos te stellen en te ontlasten?

Vraag 12

Gaat u er voor zorgen dat de NAM direct betaalt wanneer er een uitspraak ligt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 13

Vanaf welk moment kunnen gedupeerden gebruikmaken van de juridische ondersteuning die voortvloeit uit het aangenomen amendement van de leden Van Tongeren/Ouwehand2 en de motie van het lid Van der Lee c.s.?3

Vraag 14

Hoe gaat deze regeling voor juridische ondersteuning eruit zien? Geldt deze ondersteuning alleen voor gedupeerden die een uitspraak hebben van de arbiter of ook voor gedupeerden die een rechtszaak hebben lopen?

Vraag 15

Kunt u garanderen dat alle oude schadegevallen (behandeld bij de rechter en arbiter) op 1 januari 2020 rechtvaardig zijn afgehandeld? Zo nee, bent u bereid zelf de schadeloosstelling te regelen en het schadeloos gestelde bedrag achteraf te verhalen op de NAM? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Op 10 juli jl. zijn schriftelijk vragen gesteld door het lid Beckerman (SP) over het artikel «De weerbarstige realiteit van Wiebes» beloftes» dat op 9 juli jl. in het NRC is gepubliceerd (2019Z14917).

Vanwege de benodigde afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


  1. NRC, 9 juli 2019, https://www.nrc.nl/nieuws/2019/07/10/de-weerbarstige-realiteit-van-wiebes-beloftes-a3966621↩︎

  2. Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 20↩︎

  3. Kamerstuk 33 529 nr. 651↩︎