Uitstel beantwoording vragen van het lid Groothuizen over procedeergedrag van de Rijksoverheid
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2019D34908, datum: 2019-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3930).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z15849:
- Gericht aan: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: M. Groothuizen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3930
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over procedeergedrag van de rijksoverheid (ingezonden 20 augustus 2019).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 11 september 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Landsadvocaat kost steeds meer miljoenen»?1
Vraag 2
Kunt u in tabelvorm aangeven wat per ministerie per jaar de afgelopen vijf jaar is uitgegeven aan externe inhuur van juristen? Kunt u per jaar daarvan aangeven wat is uitgegeven aan de landsadvocaat?
Vraag 3
Hoe verklaart u de stijgende trend in de uitgaven door de overheid aan de landsadvocaat?
Vraag 4
In welke gevallen kiest de rijksoverheid voor de landsadvocaat en in welke gevallen volstaat een (andere) extern ingehuurde jurist?
Vraag 5
Wat is de reden dat ministeries zelf steeds meer juristen en ook eigen advocaten in dienst nemen?
Vraag 6
Hoe verhoudt deze trend zich tot de ambitie die u in uw brief van 12 juli 2019 hebt uitgesproken, dat «het terugdringen van onnodige juridisering begint bij de overheid»?2
Vraag 7
Kunt u in het licht van die ambitie aangeven hoe u de externe inhuur van de landsadvocaat en het daarmee gepaard gaande procedeergedrag bij de rijksoverheid gaat terugdringen?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Groothuizen (D66) van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over procedeergedrag van de rijksoverheid (ingezonden 20 augustus 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.