[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zakenbrief met inventarisatie projecten die mogelijk gevolgen ondervinden van de PAS-uitspraak

Voortgang Natura 2000

Brief regering

Nummer: 2019D35657, datum: 2019-09-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32670-165).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32670 -165 Voortgang Natura 2000.

Onderdeel van zaak 2019Z17201:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 165 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2019

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met een plan van aanpak rond de stikstofproblematiek, zoals uw Kamer heeft verzocht in het commissieverzoek van 3 juli jl. Daarnaast verstrek ik u in deze brief de gevraagde inventarisatie van projecten en plannen die mogelijk gevolgen ondervinden van de uitspraak van 29 mei jl. door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het betreffende overzicht is in tweeën gedeeld: een overzicht met de projecten waarvoor het Rijk initiatiefnemer dan wel bevoegd gezag is (bijlage 1)1 en een overzicht met de projecten waarvoor medeoverheden initiatiefnemer dan wel bevoegd gezag zijn (bijlage 2)2. In het debat met uw Kamer op 20 juni 2019 is de regering met de motie-Weverling c.s. (Kamerstuk 32 670, nr. 154) hierom verzocht.

Deze brief verstuur ik mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Staatssecretaris van Defensie, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. De informatie in deze brief is daarnaast ook afgestemd met het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dit zijn de interbestuurlijke partners met wie ik regelmatig bestuurlijk overleg voer over de stikstofproblematiek.

Over de stikstofproblematiek wordt het kabinet geadviseerd door een adviescollege onder de leiding van dhr. Remkes. Het college (Kamerstuk 32 670, nr. 164 dd. 12 juli 2019) is gevraagd te adviseren over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder op korte termijn toestemming kan worden verleend voor activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken op Natura 2000-gebieden en zo mogelijk een afwegingskader hiervoor aan te reiken. Voor de langere termijn werkt het college aan een advies omtrent het ontwikkelen van een nieuwe aanpak voor stikstof. Zodra het advies bij het kabinet en de overige interbestuurlijke partners ligt (uiterlijk in week 39), zullen we een standpunt innemen en uw Kamer hierover zo spoedig mogelijk informeren.

Afgelopen zomer is er door de verschillende organisaties gewerkt om stappen te zetten in de aanpak van het vraagstuk rond de stikstofproblematiek. Daarbij is duidelijk geworden dat de uitspraak van de Afdeling ingrijpende gevolgen heeft op vele sectoren van de economie en zowel bedrijven als burgers raakt. Daarbij bieden wettelijke oplossingen op nationaal niveau geen perspectief, aangezien het stikstofbeleid gebaseerd is op de Europese Vogel- en habitatrichtlijn. Dit alles maakt duidelijk dat het oplossen van het stikstofprobleem fundamentele keuzes vergt.

Het kabinet vindt het van belang om in afstemming met de overige interbestuurlijke partners deze keuzes te maken. Vooruitlopend daarop, is de afgelopen periode een aantal stappen gezet. Deze zijn erop gericht om zo snel mogelijk weer toestemmingen te kunnen verlenen op basis van de Wet natuurbescherming aan activiteiten die het stikstofprobleem niet verder vergroten.

De release van AERIUS Calculator op 16 september is de eerste concrete stap om de toestemmingverlening te kunnen hervatten.

Om een zorgvuldige afweging te maken bij nieuwe activiteiten wordt AERIUS Calculator ingezet. Hiermee kunnen initiatiefnemers berekenen welke depositie een project veroorzaakt en op welke natuurgebieden die depositie neerslaat. Voorheen was deze rekentool afgestemd op het PAS. Uit de uitspraak van de Afdeling 29 mei jl. volgt dat toestemmingverlening niet op het PAS gebaseerd kan worden. De functionaliteiten die betrekking hadden op het PAS zijn verwijderd. Daarnaast is het model op onderdelen geactualiseerd. De interbestuurlijke partners hebben ervoor gekozen zo snel mogelijk een aangepaste versie beschikbaar te stellen, waarmee initiatiefnemers berekeningen kunnen maken. Het gebruik van een actueel rekeninstrument is noodzakelijk om aan te tonen hoeveel depositie er neerslaat en om vervolgens tot toestemmingverlening te komen. De afgelopen zomer is hier hard aan gewerkt. De release hiervan op 16 september wordt de eerste concrete stap om de toestemmingverlening te hervatten. Hierdoor kunnen projecten doorgang vinden waar met een berekening kan worden aangetoond dat een activiteit niet tot een toename van depositie leidt. Er is dan namelijk geen toestemming vereist voor het aspect stikstofdepositie. Daarnaast is het met de release van AERIUS Calculator weer mogelijk om vergunningen aan te vragen op grond van intern salderen.

Plan van Aanpak

Door de totale hoeveelheid stikstofdepositie te verlagen kunnen de effecten van stikstofdepositie op kwetsbare natuur blijvend worden verminderd. Om deze opgave te bereiken, zetten we naast zorgvuldigheid bij het verlenen van vergunningen voor nieuwe activiteiten, ook blijvend in op het nemen van bronmaatregelen bij activiteiten die stikstof uitstoten en het herstel van de natuur. Graag zet ik uiteen wat de belangrijkste onderdelen zijn van het traject om hiertoe te komen (naast aanpassing van de rekentool):

• Zorgvuldige afweging toestemmingverlening voor nieuwe activiteiten

• Natuurherstelmaatregelen

• Bronmaatregelen

Zorgvuldige afweging toestemmingverlening voor nieuwe activiteiten

De PAS-uitspraak betekent niet dat er helemaal geen activiteiten meer mogelijk zijn die stikstof veroorzaken. Zo kunnen projecten als de wegverbreding bij Veldhoven en de aanleg van de Blankenburgverbinding nabij Rotterdam doorgang vinden dankzij een reeds voor de uitspraak uitgevoerde ADC-toets. Via een zogenaamde ADC-toets kan alleen toestemming worden verleend als wordt aangetoond dat alternatieven ontbreken (A), sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang (D) en compenserende maatregelen worden getroffen (C). Ook de mogelijkheden voor het gebruik van de ADC-toets is onderdeel van het advies van het adviescollege.

Met de release van de rekentool is het weer mogelijk om vergunningen aan te vragen op grond van intern salderen. Over de te hanteren beleidsregels voor de vergunningverlening bij intern salderen zal op basis van het te ontvangen advies van het Adviescollege, uiterlijk begin oktober of zoveel eerder als mogelijk afspraken worden gemaakt tussen de bevoegde gezagen. Uitgangspunt hierbij is dat er in elk geval geen toename van de feitelijke depositie plaats vindt. Voor extern salderen en de ADC-toets geldt dat de bevoegde gezagen hebben afgesproken dat er tijdelijk geen toestemming wordt verleend voor nieuwe plannen en projecten op grond van de Wet natuurbescherming.

Het weer breder mogelijk maken van toestemmingverlening zal een onderdeel zijn van het advies dat het adviescollege Stikstofproblematiek naar verwachting uiterlijk uitbrengt in week 39. Daarna zal het kabinet in overleg met de andere overheden zo spoedig mogelijk een standpunt innemen. Daarbij worden ook de projecten en activiteiten betrokken die zijn gerealiseerd onder vrijstellingen die waren verbonden aan het PAS. De voorwaarden waaronder toestemmingverlening mogelijk is, zullen strikt zijn gezien de ingrijpende uitspraak van de Afdeling.

Door het gezamenlijk oppakken van de toestemmingverlening dit najaar wordt voorkomen dat projecten zonder weging van prioritering ten opzichte van andere projecten gerealiseerd kunnen worden. Daarbij wil ik er wel op inzetten dat projecten die op de lange termijn een gunstig effect hebben op de stikstofdepositie (zoals de bouw van windmolens, al dan niet op zee en het energieneutraal maken van woonwijken) uitgevoerd kunnen worden, ondanks dat er op korte termijn sprake is van een kleine tijdelijke uitstoot.

Natuurherstelmaatregelen

Het is noodzakelijk dat de natuur herstelt om op termijn de instandhoudingsdoelstellingen voor de natuur te behalen. De voortgang van natuurherstelmaatregelen is hiervoor van groot belang. Voor de aansturing en/of de uitvoering hiervan zijn de provincies en de terreinbeherende organisaties verantwoordelijk; ik draag de systeemverantwoordelijkheid voor het natuurbeleid. Deze partners geven onverminderd uitvoering aan herstelmaatregelen.

Bronmaatregelen

Het kabinet is zich ervan bewust dat bronmaatregelen integraal onderdeel zijn van de oplossingen om stikstofemissies terug te dringen. Daarbij gaan we geen taboes uit de weg. Met alle bestuurlijke partners voel ik de verantwoordelijkheid om daadkrachtig en zorgvuldig de noodzakelijke keuzes te maken. Ook laat ik me over dit onderwerp adviseren door het adviescollege.

Inventarisatie projecten

In de bijlagen treft u de inventarisatie van projecten die mogelijk gevolgen ondervinden van de uitspraak van de Afdeling. Het gaat om projecten en activiteiten waarvoor de rijksoverheid initiatiefnemer dan wel het bevoegd gezag is (bijlage 1) en projecten en activiteiten waarvoor de medeoverheden (provincies, waterschappen en gemeenten) initiatiefnemer of bevoegd gezag zijn (bijlage 2). De projecten in bijlage 1 zijn zoveel mogelijk individueel geïnventariseerd. Voor de projecten in bijlage 2 is ervoor gekozen een inventarisatie per categorie van projecten te maken. Deze inventarisatie zal ook mee worden gegeven aan het recentelijk door het kabinet ingestelde Adviescollege stikstofproblematiek. Bijgevoegde inventarisatie (bijlage 1 en 2) is een momentopname, niet limitatief en blijvend in ontwikkeling. In bijlage 2 is voor het overzicht aggregatie in categorieën toegepast.

Benadrukt moet worden dat het nu niet zeker is dat alle projecten op deze lijst daadwerkelijk gevolgen ondervinden van de uitspraak van de Afdeling en welke gevolgen dit precies zijn. Mogelijke gevolgen kunnen uiteenlopen van vertraging in besluitvorming en/of realisatie, hogere kosten voor onderzoek, het treffen van extra mitigerende of compenserende maatregelen, een andere wijze van uitvoering van het project tot het geen doorgang meer kunnen vinden van een project. Hoewel de uitspraak van de Afdeling de ruimte voor activiteiten zeer inperkt, was onder het regime van het PAS doorgang van al deze projecten evenmin een zekerheid. Binnen het PAS was slechts beperkte depositieruimte beschikbaar en alleen voor de in de Regeling natuurbescherming opgenomen prioritaire projecten was op voorhand ontwikkelingsruimte gereserveerd.

Tot slot

We hebben te maken met een complex vraagstuk. Dat moeten we samen met de medeoverheden oppakken. Daarbij zal het kabinet uw Kamer goed betrekken. Vandaar dat we zo spoedig mogelijk na het advies van het Adviescollege het kabinetsstandpunt met uw Kamer delen. Vanwege de ingrijpende gevolgen, vind ik het van blijvend groot belang om interbestuurlijk nauw samen te werken. Die samenwerking is ook nodig om de belangrijke en complexe keuzes op een goede manier te maken. Het is de gezamenlijke uitdaging zo snel mogelijk de noodzakelijke stappen voorwaarts te zetten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎