Vervolgonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar een defensiespecifieke index
Materieelprojecten
Brief regering
Nummer: 2019D36080, datum: 2019-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27830-290).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27830 -290 Materieelprojecten.
Onderdeel van zaak 2019Z17391:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2019-09-24 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-26 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
27 830 Materieelprojecten
Nr. 290 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2019
Het Ministerie van Defensie wordt, net als alle andere departementen, door het Ministerie van Financiën gecompenseerd voor prijsstijgingen. Omdat de Defensiemarkt een eigen dynamiek kent is besloten te onderzoeken of de prijsontwikkeling voor defensieproducten synchroon loopt met de reguliere prijsontwikkeling. Op verzoek van het Ministerie van Defensie heeft het CBS onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de prijzen voor het Ministerie van Defensie en de mogelijkheden om een defensiespecifieke index te ontwikkelen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie Knops over dit onderwerp (Kamerstuk 34 200 X, nr. 9)
In 2017 is dit onderzoek voor de eerste keer uitgevoerd voor de periode 2010–2015. Dit onderzoek is u op 1 mei 2017 aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 199). Dit jaar is er een update van het onderzoek uitgevoerd waarbij de reeks is herzien en aangevuld met cijfers over 2016 en 2017. Daarnaast is er specifiek gekeken naar de effecten van de wisselkoersen op de prijsindices. Dit vervolgonderzoek van het CBS dat in maart 2019 is verschenen bied ik u – mede namens de Staatssecretaris – hierbij aan1. De reden dat dit langere tijd heeft geduurd is dat we ons wilden beraden over de uitkomsten van het onderzoek en de consequenties die Defensie daar aan verbindt.
Het CBS onderzoek heeft zowel betrekking op prijsontwikkeling van de investeringsuitgaven als van de exploitatie-uitgaven van Defensie. Uit de onderzoeken van het CBS indices blijkt dat de beide indices zijn gestegen, maar dat de compensatie die Defensie voor de stijging van de exploitatie-uitgaven van het Ministerie van Financiën ontvangt deze stijging grosso modo dekt. Voor de investeringen ligt dat anders. Daar is de prijsstijging van de defensie-investeringen in 2016 en 2017 hoger dan de prijsbijstelling die Defensie ontvangt.
Op basis van het eerste onderzoek van het CBS over de jaren 2010–2015 was er geen directe aanleiding om een specifieke prijsindex voor Defensie in te stellen.
Echter, uit het vervolgonderzoek van het CBS blijkt een verschil in de ontvangen compensatie en de daadwerkelijke prijsontwikkeling van defensie-investeringen dat niet eerder was voorzien. Op basis van dit beeld zal ik – samen met de Minister van Financiën – bezien op welke manier dit een plek kan krijgen in de maatregelen om de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de Defensiebegroting te vergroten. Een specifieke index voor investeringen kan één van de opties zijn.
De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal ik – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag zal ik u hierover informeren.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎