Voorwaardelijke toelating van Spinraza tot het basispakket
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D36959, datum: 2019-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z17723).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z17723:
- Gericht aan: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Indiener: H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z17723
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over voorwaardelijke toelating van Spinraza tot het basispakket (ingezonden 23 september 2019).
Vraag 1
Op eerdere schriftelijke vragen antwoordde u dat u tijdens het zomerreces meer inspanningen zou doen voor de voorwaardelijke toelating van het medicijn Spinraza tot het basispakket en dat de Kamer een voortgangsbrief zou ontvangen; hoe staat het hiermee?1
Vraag 2
Als de eerste behandeling uiterlijk in januari 2020 begint, wanneer start dan uiterlijk de laatste patiënt met de behandeling?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onverantwoord is als de start van de behandeling wordt vertraagd of uitgesteld door onderhandelingen tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars over de kosten?
Vraag 4
Bent u bereid om hardere deadlines te stellen zodat patiënten eerder kunnen beginnen? Zo ja, wanneer zal uiterlijk de laatste patiënt beginnen met de behandeling? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Wat is uw boodschap aan patiënten met spinale musculaire atrofie (SMA) en hun naasten die maanden in onzekerheid zitten over de start van de behandeling terwijl het lichaam langzamerhand achteruit gaat?
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3186↩︎