CPB-onderzoek inzake vrijwillig eigen risico
Herziening Zorgstelsel
Brief regering
Nummer: 2019D38466, datum: 2019-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29689-1025).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 29689 -1025 Herziening Zorgstelsel.
Onderdeel van zaak 2019Z18474:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-10-03 14:45: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-16 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-06-29 18:00: Cure (eerste termijn Kamer) (Notaoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-07-02 10:00: Cure (Voortzetting van notaoverleg 29 juni 2020) (Notaoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-09 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1025 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2019
Tijdens het Algemeen Overleg Eigen bijdragen in de zorg op 12 september 2019 heeft het lid Sazias (50PLUS) een vraag gesteld over het vrijwillig eigen risico en solidariteit. Ik heb geantwoord dat het vrijwillig eigen risico een voorbeeld is van een keuzemogelijkheid voor verzekerden en op die manier bijdraagt aan het draagvlak voor ons solidaire zorgstelsel.
Daarnaast verwees ik naar recent onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) dat uitwijst dat mensen zonder vrijwillig eigen risico een klein beetje (namelijk drie euro per jaar) meebetalen aan de premiekorting voor mensen mét een vrijwillig eigen risico. Tegelijkertijd zou afschaffing van het vrijwillig eigen risico leiden tot een toename van de totale zorguitgaven (met circa 41 miljoen euro, oftewel ook zo’n drie euro per volwassene). Afschaffing van het vrijwillig eigen risico zal dan ook niet leiden tot een lastendaling voor mensen zonder vrijwillig eigen risico. Maar wel tot een lastenstijging voor mensen die nu een vrijwillig eigen risico hebben.
In reactie op het verzoek van het lid Sazias heb ik toegezegd deze cijfers vóór de begrotingsbehandeling naar de Tweede Kamer te sturen. Daarom treft u in de bijlage het CPB Discussion Paper «Selection and moral hazard effects in healthcare» aan dat het CPB op 15 maart 2019 op zijn website heeft gepubliceerd1.
De genoemde cijfers zijn terug te vinden in tabel 10.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎