35300-VIII Verslag houdende een lijst van vragen inzake vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
Lijst van vragen
Nummer: 2019D39485, datum: 2019-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D39485).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R. la Rocca, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z15675:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-09-17 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-18 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-26 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-10-04 10:00: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-10-30 10:15: Begrotingsonderzoek 2020 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-11-06 10:15: Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (35300-VIII) (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-11-07 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-11-07 15:30: Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (35300-VIII) (Voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-11-18 11:00: OCW-begroting onderdeel Cultuur (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-11-21 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-11-25 11:00: OCW-begroting, onderdeel Media (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-12-02 14:30: Emancipatie (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-12-03 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2019-12-19 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
2019D39485 Lijst van vragen en antwoorden
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de regering over de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (35 300-VIII, nr. 2).
Voorzitter van de commissie,
Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie,
La Rocca
1 | Welke investeringen kunnen er niet gedaan worden als de OCW-begroting niet wordt aangenomen? |
2 | Hoe vaak in het afgelopen decennium zijn de leerling- en studentenaantallen onderschat, en hoe vaak zijn ze overschat? Klopt het dat er een trend is dat de aantallen vaker worden onderschat, waardoor er meer middelen vanuit de eigen begroting moeten worden vrijgemaakt? |
3 | Waarom komt het groot investeringsfonds voor onder andere het stimuleren van kennisinnovatie en infrastructuur, waarover de Koning heeft gesproken in de troonrede, niet voor in de begroting OCW 2020? Betekent dit dat het in de troonrede aangekondigde investeringsfonds niet ten goede komt aan het onderwijs? Zo ja, wat gaat u doen om te zorgen dat het onderwijs alsnog kan profiteren van het investeringsfonds? Zo nee, waarom wordt het investeringsfonds niet genoemd in de begroting van OCW 2020? |
4 | Kunt u een overzicht maken van subsidies en bestuursbeurzen die jongerenorganisaties ontvangen vanuit OCW en andere ministeries? |
5 | Hoe is het te verklaren dat de meevaller in opbrengsten vanuit het leenstelsel voornamelijk uit het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) afkomstig is? |
6 | Zijn er cijfers beschikbaar over studievertraging en/of uitval ten gevolge van stagediscriminatie? |
7 | Op welke manier(en) komt de herijking van de structurele onderwijsbekostiging concreet ten goede aan duurzame en groene onderzoekstrajecten? |
8 | Hoe wordt het bedrag van de loon- en prijsbijstelling vastgesteld en op welk moment? |
9 | Kunt u bevestigen dat de begrote uitgaven voor initieel onderwijs worden gekwalificeerd als consumptieve overheidsuitgaven, terwijl het in feite investeringen in mensen betreft, die gemiddeld minstens 40 jaar renderen? Kunt u toelichten waarom deze uitgaven niet als «overheidsinvesteringen» gekwalificeerd worden? |
10 | Wat is het verschil tussen subsidies en opdrachten? |
11 | Hoeveel JOGG-gemeenten (Jongeren Op Gezond Gewicht) zijn er momenteel? |
12 | Hoeveel procent van het aantal scholen heeft een gezonde schoolkantine? |
13 | Hoeveel procent van het aantal scholen heeft een rookvrij schoolplein? |
14 | Kunt u een overzicht geven van de totale middelen beschikbaar voor al het onderwijs, inclusief een uitsplitsing naar techniek, voor en na de «Van Rijnschuif»? |
15 | Klopt het dat niet alles wat in de sectorwetten staat waar de inspectie toezicht op houdt, verwerkt is in de Wet op het onderwijstoezicht? Zo ja, wat is de reden hiervoor en hoe is beslist wat er in de Wet op het onderwijstoezicht thuishoort? |
16 | Kunt u de Kamer voorzien van een overzicht van de hoogte van de bovenwettelijke uitkeringen, uitgesplitst naar onderwijssector en uitgesplitst naar de aard van de bovenwettelijke regeling? |
17 | Welke kosten van Leven Lang Ontwikkelen vallen onder de OCW-begroting en welke kosten onder de SZW-begroting? |
18 | Hoe had de «taakstelling OCW» uitgepakt per beleidsartikel als deze niet was teruggedraaid in het regeerakkoord? Was deze taakstelling al in mindering gebracht op onderwijsinstellingen of moesten instellingen hier nog op gekort worden? |
19 | Welke bewindspersonen waren verantwoordelijk voor de «taakstelling OCW» tijdens Rutte II? |
20 | Kunt u de Kamer voorzien van een tabel van de totale publieke onderwijsbekostiging van NUFFIC in de afgelopen vijf jaar? |
21 | Hoeveel subsidie ontvangt het project «versterking medezeggenschap» in het funderend onderwijs van het Ministerie van OCW? |
22 | Welke kosten heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2018 en 2019 gemaakt ten behoeve van (leden van) het Koninklijk Huis? Welk bedrag is hiervoor precies gereserveerd in de begroting van 2020? |
23 | Kunt u aangeven wat de uitkomst is van de gesprekken met het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) over het meenemen van studenten in de berekening van de koopkracht? |
24 | Wat klopt er van de constateringen in het OESO-rapport (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) «Education at a Glance» dat leraren in het voortgezet onderwijs in Nederland gemiddeld 29% méér leerlingen hebben dan hun collega’s in de EU, het maximaal aantal lesuren van een leraar in Nederland 750 is, wat 41 uur meer is dan het OESO-gemiddelde voor leraren in de onderbouw en 83 uur meer dan het OESO-gemiddelde voor bovenbouwleraren? Is het voorzien dat dit allemaal ook zo blijft, met alle gevolgen van dien voor de werkdruk van leraren? |
25 | Kunt u een meer specifieke streefwaarde geven van het «succes eerstejaars mbo» en «succes doorstromers in eerste jaar hbo»? |
26 | Welke voorwaarden mogen scholen voor voortgezet onderwijs stellen aan havisten die hun havodiploma hebben behaald en willen instromen in atheneum 5? In hoeverre verschillen deze voorwaarden van de voorwaarden die scholen mogen stellen aan vmbo'ers die hun vmbo-t-diploma hebben behaald, die willen instromen in havo 4? |
27 | Kunt u uiteenzetten hoe u gaat bepalen welke kinderen een risico op een onderwijsachterstand hebben? |
28 | Kunt u specificeren wat de verwachte inhoud van de meerjarige agenda’s wordt, die opgesteld worden naar aanleiding van de Gelijke Kansen Alliantie? |
29 | Hoe is het te verklaren dat het aantal vroegtijdige schoolverlaters in het mbo tussen 2016–2017 en 2017–2018 gestegen is? |
30 | Wat gaat u anders doen dan in de afgelopen jaren om het aantal voortijdige schoolverlaters terug te dringen naar 20.000 in 2019–2020, nu zich in 2017–2018 bij de realisatie juist een stijging aftekende? |
31 | Waar komen de nieuwe streefcijfers voortijdig schoolverlaten (vsv) vandaan? Met wie maakt u afspraken hierover? Hoe worden de streefcijfers bereikt? |
32 | Heeft u ook overwogen om ondanks de dalende leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs, het betrokken budget voor de sector te handhaven op hetzelfde niveau, zoals ook in 2014 gebeurde bij het Nationaal Onderwijsakkoord? Op grond van welke overwegingen heeft u besloten deze weg niet in te slaan? |
33 | Wat hebben de maatregelen om het passend onderwijs voor kwetsbare leerlingen te versterken, die u aankondigde in de onderwijszorgbrief en de Kamerbrief Stand van zaken thuiszitters, inmiddels opgeleverd in termen van vermindering van het aantal thuiszitters? Welke maatregelen zijn effectief gebleken en welke in mindere mate? |
34 | Hoe hoog zijn de bedragen die beschikbaar komen voor de maatwerkregeling voor krimpscholen in het voortgezet onderwijs (vo) en voor de structurele regeling waaruit geïsoleerde kleine vo-scholen extra geld kunnen ontvangen? Zijn deze bedragen ook structureel beschikbaar in de begroting? Zo ja, waar staan deze bedragen? Zo nee, op welke wijze gaat u structureel hiervoor geld vrijmaken? |
35 | Welke andere landen hebben ook een systeem dat vergelijkbaar is met het passend onderwijs in Nederland? Wat zijn de knelpunten die in deze landen ervaren worden? |
36 | Hoeveel kinderen die hoogbegaafd zijn kunnen van dit onderwijs- en/of ondersteuningsaanbod gebruikmaken? |
37 | Hoeveel hoogbegaafde kinderen hebben extra onderwijs- en/of ondersteuningsaanbod nodig? |
38 | In welke regio’s in Nederland is er een goed aanbod van onderwijs aan hoogbegaafde kinderen? |
39 | Wat is de hoogte van de hoogbegaafdensubsidie per hoogbegaafd kind? |
40 | Wat is de hoogte van de ouderbijdrage per school die ouders met hoogbegaafde kinderen aan ouderbijdrage moeten betalen? |
41 | Wat zijn in meerjarenperspectief de afrekenbare doelen van de samenwerking met onder meer de sector- en vakorganisaties aan de landelijke tafel lerarentekort om de instroom in de lerarenopleidingen te verhogen, van de subsidieregeling voor de regionale aanpak van het lerarentekort en van de plannen om werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken in termen van reductie van het lerarentekort? |
42 | Wat is de omvang van het oplopende lerarentekort in het po, vo en mbo in 2020? Kunt u deze specificeren voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs? Kunt u deze tevens specificeren per regio? |
43 | Wat klopt er van de stelling van de Algemene Onderwijsbond (Onderwijsblad, oktober 2019, blz. 15) dat uw maatregelen om het lerarentekort aan te pakken, weinig effectief zijn? Kunt u specifiek ingaan op de effectiviteit van: de stille reserve benutten; werkloze leraren terugbrengen; zijinstromers verleiden; parttimers overhalen; ouderen laten doorwerken; jongeren interesseren? |
44 | Kunt u nader specificeren hoe u de «stille reserve» gaat aanwenden? Kunt u specifiek aangeven hoe u gaat voorkomen dat personeelstekorten in andere sectoren, zoals de zorg (een derde van de «stille reserve»), verder oplopen door deze maatregel? |
45 | Wat wordt er precies gedaan om de (zij)instroom in de lerarenopleidingen te verhogen? Wat zijn de resultaten hiervan per sector? |
46 | Op welke manier trekt u mensen met een lesbevoegdheid aan voor het onderwijs? Wat is hiervan het resultaat geweest qua instroom? |
47 | Welke redenen zijn er volgens u voor het vele parttime werken in het onderwijs? Ziet u hier een link met de hoge werkdruk in het onderwijs? Op welke manier denkt u leraren te verleiden meer te gaan werken als de arbeidsomstandigheden in het onderwijs niet verbeteren? |
48 | Hoe gaat u bijdragen aan de verbeteringen van de werkomstandigheden in onder andere het voortgezet onderwijs, aangezien u al € 270 miljoen in het primair onderwijs heeft geïnvesteerd? |
49 | Is er volgens u behoefte aan het uitbreiden van het lerarenportfolio? Hoeveel leraren maken op dit moment actief gebruik van het lerarenportfolio? Hoeveel geld kost dit jaarlijks? |
50 | Wat wordt bedoeld met de Wet beroep leraar? Is dit een nieuwe wet? Wat is het doel van dit wetsvoorstel? Wanneer gaat de Kamer daar meer over horen? |
51 | Kunt u een meer specifieke streefwaarde geven van het «aandeel afgestudeerden bèta-techniek» in het hbo, wo en van het «aandeel mbo-studenten techniek»? |
52 | Waarom zijn er geen rendements- of studiesuccescijfers opgenomen in de begroting? Kunnen deze alsnog worden gepubliceerd? |
53 | Kunt u aangeven wat het percentage mbo/hbo/wo-afgestudeerden is dat ruim een jaar na afstuderen aan het werk is wanneer niet een ondergrens van 12 uur per week wordt gehanteerd maar het aantal uren van een gemiddelde werkweek à 31 uur? |
54 | Op welke concrete manier gaan brede universiteiten die ook bètatechnische studies aanbieden profiteren van de herijking van de structurele onderwijsbekostiging? |
55 | In hoeverre zal de vervanging van schoolvakken door leergebieden nog uitgangspunt vormen van de herziening van het curriculum voor het po en het vo? In hoeverre is zo'n uitgangspunt verenigbaar met een streven naar een betere aansluiting op de samenleving, arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs? |
56 | Wanneer is de genoemde «brede verkenning aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt» beschikbaar? Wanneer wordt de onderzoeksopzet met de Kamer gedeeld? Heeft de Kamer inspraak in die opzet? |
57 | Kunt u uiteenzetten wat de verwachte kosten worden voor het stellen en bewaken van strakke kaders voor onderwijskwaliteit naar aanleiding van het wetsvoorstel Meer ruimte voor nieuwe scholen? |
58 | Wat heeft de financiering met een verschuiving van 2021 naar 2020 tot gevolg voor het vervolg in 2021 van de verkenning van een digitaal overzicht van scholingsmogelijkheden voor volwassenen en een programma flexibilisering in het mbo? |
59 | Wat is het beoogde doel van de begrote € 11,75 miljoen voor het actieprogramma Leven Lang Ontwikkelen? Kunt u specificeren waaraan dit bedrag precies wordt besteed? Hoeveel van dit bedrag is al juridisch vastgelegd? |
60 | Wat is er bekend over het zogenoemde succesvolle experiment van de Dienst uitvoering onderwijs (DUO) met betrekking tot aantallen debiteuren, openstaand debiteurenbedrag, voldaan bedrag en succesvolle betalingsregelingen? |
61 | Kunt u een overzicht geven van de gevolgen voor de geldstromen tussen overheid en wetenschap wanneer alle wetenschappelijke publicaties voor iedereen gratis toegankelijk zijn? |
62 | Wanneer is het specifieke plan van aanpak met betrekking tot open access beschikbaar? |
63 | Kunt u specificeren hoeveel extra geld er vrijkomt voor de toegankelijkheid van cultuur voor kinderen uit arme gezinnen en personen met een handicap? Hoe u dit geld gaat inzetten ter bevordering van de toegankelijkheid? |
64 | Kunt u specificeren hoeveel geld er gaat naar het bereiken van een gelijke verdeling van zorg, zodat vrouwen meer uren kunnen werken? |
65 | Klopt het dat zonder wetswijziging het streefcijfer uit de Wet bestuur en toezicht zal vervallen? |
66 | Op welke punten voldoet Nederland nog niet aan het CEDAW1-verdrag? |
67 | Welke acties worden ondernomen om wel aan het CEDAW-verdrag te voldoen? |
68 | In hoeverre dragen de investeringen in de ICT-systemen van DUO bij aan de meer persoonsgerichte manier van het innen van schulden? |
69 | Wat is de achterliggende reden dat er lagere uitgaven zijn op de omzetting van lening naar gift bij mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol), waardoor er een meevaller in de studiefinancieringsraming is? Is het zo dat er meer mbo-bol-studenten met een lening blijven zitten? |
70 | Hoe werkt de tegenvaller op de leerlingen- en studentenraming en studiefinancieringsraming door op de rest van de OCW-begroting? Welke artikelen vangen dit bedrag op? |
71 | Waarom moeten onderwijsinstellingen de rekening betalen van het achterstallig onderhoud bij DUO? |
72 | Wat wordt bedoeld met de term «intertemporele compensatie», die is toegepast omdat het kasritme van de problematiek (ICT-systemen bij DUO tussen 2019 en 2024) niet aansluit bij dat van de dekking, en wat zijn de financiële gevolgen en effecten van deze compensatie over de jaren heen? |
73 | Hoeveel incidenteel geld is er beschikbaar voor het basisonderwijs, zodra er afspraken gemaakt zijn over hoe de € 285 miljoen voor arbeidsvoorwaarden in het basisonderwijs moeten worden besteed? |
74 | Waarom is er, ondanks het feit dat instellingen die lesmateriaal voor mensen met een visuele beperking maken te maken hebben gehad met forse kostenstijgingen, al sinds 2009 geen loon- en prijsbijstelling in het subsidiebedrag voor deze instellingen opgenomen? |
75 | Is er voor instellingen die lesmateriaal voor mensen met een visuele beperking maken zicht op een loon- en prijsbijstelling vanaf 2020, gezien de toenemende kosten die deze instellingen ervaren? |
76 | Waaruit wordt het incidentele geld dat vrijkomt voor het basisonderwijs na het sluiten van een cao betaald? |
77 | Onder welk artikel in de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is de € 285 miljoen voor de arbeidsvoorwaarden in het basisonderwijs te vinden? |
78 | Waar kan het lpo2-geld nu niet aan besteed worden, nu het wordt gebruikt ten behoeve van de dekking van de taakstelling? Wie heeft hier nadeel van? |
79 | Wat zijn de gevolgen in de bekostiging, nu er een tegenvaller op de leerlingen- en studentenraming en studiefinancieringsraming staat? |
80 | Hoeveel betreft de overboeking naar het Ministerie van Financiën als het gaat om het continueren van de fiscale scholingsaftrek? |
81 | Wat zijn de criteria voor de zogenoemde «scherper afgebakende kern» in het curriculum van het funderend onderwijs? |
82 | Kunt u bevestigen dat de aanvullende middelen uit de mediavisiebrief van € 40 miljoen ook wel opgevat kunnen worden als het structureel maken van de incidentele compensatie van € 40 miljoen naar aanleiding van de motie-Pechtold c.s.3 tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) van 2018? |
83 | Kun u nader ingaan op de verschillen in de reeks «aanpak werkdruk primair onderwijs» bij de voorjaarsnota (schooljaar) en de begroting (kalenderjaar)? |
84 | Welke projecten vinden er plaats door de inzet van middelen voor aandacht voor hoogbegaafde kinderen? |
85 | Hoeveel hoogbegaafde kinderen hebben op dit moment geen passend onderwijs? |
86 | Welke scholen experimenteren met onderwijsvormen die aansluiten bij de creativiteit, het denkproces en capaciteiten van hoogbegaafde kinderen? |
87 | Hoeveel hoogbegaafde kinderen zijn thuiszitters? |
88 | Klopt het dat het bij de «ombuigingen» die tabel 4 vanaf 2020 vermeldt als twee structurele lumpsumkortingen, namelijk een korting op de lumpsum mbo van circa € 2,5 miljoen per jaar en een korting op de lumpsum hoger onderwijs van circa € 3,1 miljoen, om nieuwe additionele ombuigingen gaat? |
89 | Kunt u bevestigen dat bij het saldo intensiveringen en ombuigingen per sector op beleidsartikel 6 en 7 post G49 is opgenomen, te weten «Halvering collegegeld eerstejaars HO»? Kunt u een tabel maken van het saldo intensiveringen en ombuigingen per sector voor beleidsartikel 4, 6 en 7, waarbij de intensiveringen enkel bestaan uit onderwijsgelden aan onderwijsinstellingen? |
90 | Wat is de reden dat intensiveringen in cultuur de komende jaren afnemen (blz. 30), maar dit voor 2020 niet blijkt uit de tabellen op blz. 99 en 100? |
91 | Wat betekent «nog nader in te vullen subsidies» en «opdrachten»? Waaraan wordt gedacht, waaruit bestaan ze, wat zijn de plannen? Is dit geld nog beschikbaar voor bestedingen? Wat gaat er mis als dit geld wordt besteed aan in de begroting nog niet genoemde doelstellingen? |
92 | Hoeveel niet-juridisch verplichte middelen in euro’s zijn nog niet bestemd voor bepaalde doeleinden? |
93 | Wat is het doel van het genoemde «digitaal overzicht scholingsmogelijkheden»? Hoe wordt dat gemeten? |
94 | Kunt u inzicht geven in het aantal uur dat in het basisonderwijs besteed wordt aan lessen gericht op gezonde leefstijl, zowel inclusief als exclusief gymlessen? Om welke lessen gaat dit en welke lessen zijn scholen verplicht te geven? |
95 | Wat is de reden dat het aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod, opnieuw is gestegen in 2018? |
96 | Op welke manier(en) zet u in op het terugbrengen van het aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod in het primair onderwijs? |
97 | Hoe verklaart u de stijging van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs, terwijl er juist een daling is van het aantal leerlingen in het primair onderwijs? Wat zegt dit volgens u over de werking van het passend onderwijs? |
98 | Wat is het aandeel thuiszittende leerlingen dat tussen de een en drie maanden thuiszit zonder passend onderwijsaanbod? |
99 | Hoeveel beginnende leraren in primair en voortgezet onderwijs vallen de eerste jaren uit? |
100 | Is het mogelijk een andere indicator in te voeren voor leerlingen met een onderwijsachterstand, nu de schoolgewichten niet meer worden gebruikt? |
101 | Hoeveel leerlingen werden er sinds de invoering van passend onderwijs per jaar doorverwezen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs, uitgesplitst per samenwerkingsverband en naar zowel positieve als negatieve verevening? Kunt u dit in tabelvorm weergeven? |
102 | Hoeveel startende leraren die geen begeleidingsprogramma hebben gevolgd, stoppen? |
103 | Hoeveel startende leraren die wel een begeleidingsprogramma hebben gevolgd, stoppen? |
104 | Blijft de bekostiging per leerling gelijk bij dalende leerlingaantallen? |
105 | Welke middelen uit de prestatiebox worden niet ingezet in de vorm van ondersteuning in de school, zoals een conciërge, rekenexpert of remedial teacher? |
106 | Hoeveel middelen krijgen scholen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden? Kunt u een reeks geven van de afgelopen tien jaar en de komende vijf jaar? |
107 | Wat gebeurt er met de middelen voor brede scholen? |
108 | Wanneer zijn de resultaten voldoende om de tweede tranche werkdrukmiddelen volledig uit te keren? |
109 | Wat gebeurt er met de werkdrukmiddelen als scholen niet aan de voorwaarden voldoen voor het uitkeren van de tweede tranche? |
110 | Hoeveel extra gymdocenten zijn aangenomen van het geld bestemd voor werkdrukverlichting? |
111 | Hoeveel scholen geven inmiddels drie uur gym? Hoeveel door een ALO4-opgeleide docent? |
112 | Wat kost het om op alle basisscholen drie uur gymles te geven? |
113 | Hoe is de verhouding tussen private en publieke bekostiging in het primair onderwijs? |
114 | klopt het dat per schooljaar 2023/2024 het bedrag voor werkdrukmiddelen kan worden verhoogd naar structureel € 430 miljoen, terwijl op pagina 27 een ander bedrag weergegeven wordt? Wat is de reden voor dit verschil? |
115 | Als er na de evaluatie niet wordt voldaan aan de bepaalde voorwaarden, wat gebeurt er dan met het bedrag van € 76,5 miljoen, waar nu rekening mee wordt gehouden? |
116 | Kunt u het aantal scholen en schoollocaties voor speciaal basisonderwijs sinds de invoering van passend onderwijs, in tabelvorm aangeven? Kunt u dit tevens uitsplitsen naar samenwerkingsverband met daarbij de positieve of negatieve verevening als gegeven? |
117 | Kunt u het aantal scholen en schoollocaties voor (voortgezet) speciaal onderwijs sinds de invoering van passend onderwijs, in tabelvorm aangeven? Kunt u dit tevens uitsplitsen naar samenwerkingsverband met daarbij de positieve of negatieve verevening? |
118 | Kunt u een overzicht sturen van het aantal scholen dat een uur, twee uur of drie uur gymonderwijs geeft, zowel voor het basis- als voortgezet onderwijs? |
119 | Hoeveel onbevoegde leerkrachten geven gymlessen op de basisscholen? |
120 | Hoeveel basisscholen maken gebruik van ALO-opgeleide leerkrachten voor gymlessen? |
121 | Hoeveel basisscholen en middelbare scholen bieden natte gymlessen (zwemonderwijs) aan? |
122 | Hoeveel en welke basis- en middelbare scholen in Nederland laten hun kinderen dagelijks sporten en bewegen? |
123 | Waaraan wordt het bedrag voor aanvullende bekostiging specifiek uitgegeven? |
124 | Hoeveel leerlingen volgden er in schooljaar 2018/2019 een aanvullend onderwijsprogramma, zoals tweetalig onderwijs of technasium, naast het reguliere onderwijsprogramma in zowel basis- als voortgezet onderwijs? Kunt u dit per aanvullend onderwijsprogramma in tabelvorm aangeven? |
125 | Hoeveel leerlingen volgen er dit schooljaar een aanvullend onderwijsprogramma, zoals tweetalig onderwijs of technasium, naast het reguliere onderwijsprogramma in zowel basis- als voortgezet onderwijs? Kunt u dit per aanvullend onderwijsprogramma in tabelvorm aangeven? |
126 | Hoe ziet de verdeling van de prestatieboxmiddelen eruit? Kunt u hiervan een uitsplitsing geven? |
127 | Klopt het dat de bestuurlijke afspraak is gemaakt dat de prestatieboxmiddelen in de lumpsum zullen gaan? |
128 | Wat is de hoogte van de totale bekostiging voor hoogbegaafdheid? |
129 | Wat is het totale bedrag binnen de specifieke uitkering voor bewegingsonderwijs? Kan hiermee op elke school in het funderend onderwijs twee uur per klas per week bewegingsonderwijs gegeven worden? |
130 | Waaraan wordt het geld voor bewegingsonderwijs uitgegeven? |
131 | Worden er in overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties nieuwe sectorakkoorden opgesteld, na afloop van het Bestuursakkoord PO en het Sectorakkoord VO in 2020? Zo ja, is dit proces van opstellen van sectorakkoorden al opgestart? Zo nee, wat gebeurt er met de middelen die nu in de sectorakkoorden staan vermeld? Blijven deze middelen structureel beschikbaar voor het onderwijs of kan het gebeuren dat als de eindevaluatie in 2020 negatief uitvalt deze middelen niet meer beschikbaar komen voor het onderwijs? |
132 | Kunt u het percentage van het aandeel lessen dat gegeven wordt door bevoegde en benoembare docenten uitsplitsen naar bevoegde leraren en benoembare leraren? |
133 | Hoeveel leraren staan dit schooljaar voor de klas die benoembaar zijn? Hoe groot was dit aantal vorig schooljaar? |
134 | Hoe verklaart u de terugloop van het aantal startende leraren dat een begeleidingsprogramma heeft gevolgd in 2017? |
135 | Op welke manier(en) zet u in op het terugbrengen van het aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod in het voortgezet onderwijs? |
136 | Hoeveel van de 80% van de startende leraren die een begeleidingsprogramma heeft gevolgd, zijn daarna gestopt? Hoeveel van de 20% die het niet gevolgd hebben, stopt? |
137 | Wat is de reden dat de uitgaven per leerling de komende jaren gaan dalen? |
138 | Waarom gaan er meer leerlingen naar het praktijkonderwijs, terwijl we een terugloop zien in het aantal leerlingen dat naar het voortgezet onderwijs gaat? Hoe verklaart u dit? |
139 | Klopt het dat po en vo samen in 2024 met 115.000 leerlingen zullen krimpen? Welk percentage van het totaal is dit? Hoeveel leraren zijn hierdoor minder nodig? Is dit aantal reeds verrekend met de cijfers die berekend zijn met betrekking tot het lerarentekort? |
140 | Hoeveel minder schoolgebouwen zijn er nodig bij een daling van de leerlingenpopulatie met 115.000 leerlingen? |
141 | Hoe kan gegarandeerd worden dat de kinderen in het praktijkonderwijs de ondersteuning en het onderwijs krijgen die zij nodig hebben, aangezien er geen geld naar de lichte ondersteuning in het praktijkonderwijs gaat terwijl de leerlingenaantallen in het praktijkonderwijs wel stijgen? |
142 | Wat is de reden dat het budget voor het College voor Toetsen en Examens fors afneemt? |
143 | Hoe is de verhouding tussen private en publieke bekostiging in het voortgezet onderwijs? |
144 | Kunt u een uitgesplitst overzicht geven van waar de middelen uit de prestatiebox naartoe gegaan zijn? |
145 | Gaat het bij de verhoging van de subsidieregeling praktijkleren met ruim € 10 miljoen, om de verhoging van € 10,6 miljoen voor de komende vijf jaar om de sectoren landbouw, horeca en recreatie tegemoet te komen met een extra investering in scholen van werknemers conform de motie-Pieter Heerma c.s.5? Of gaat het om een verhoging van € 10,1 miljoen conform de bedragen uit de begroting 2020 vergeleken met de begroting OCW 2019, zoals tabel 4.3 vermeldt bij de Subsidieregeling Praktijkleren? |
146 | Hoe verklaart u dat, ondanks een aantrekkende economie, het arbeidsmarktrendement van mbo-niveau 1 (entree) afgenomen is? |
147 | Is er een verklaring voor het feit dat, ondanks alle inspanning ten aanzien van techniek, er geen groei is te zien in het aandeel mbo-studenten techniek? |
148 | Is er een verklaring voor het feit dat het arbeidsmarktrendement van mbo-niveau entree daalt? Is het bekend waarnaartoe deze studenten uitstromen? |
149 | Waar in de begroting zijn de middelen vrijgemaakt bestemd voor de introductie van het mbo-studentenfonds? Hoe hoog is dit bedrag? |
150 | Waar in de begroting is de tijdelijke voorziening leermiddelen ten behoeve van het middelbaar beroepsonderwijs te vinden? Wat is het totaalbedrag voor deze voorziening? |
151 | Wat zijn de onderwijsuitgaven per mbo-, hbo- en wo-student in België, Duitsland, Denemarken en Finland? |
152 | Wat zijn de onderwijsuitgaven per hbo- en wo-student? Kan er een vergelijkbare tabel voor het mbo (tabel 4.2) voor het hbo en wo aangeleverd worden? |
153 | Hoe komt het dat er alleen in 2020 een toename is van bbl-studenten (beroepsbegeleidende leerweg) ten opzichte van 2019, maar vanaf 2021 het aantal studenten sterk daalt? |
154 | Welke criteria zijn benoemd ten behoeve van de pilots praktijkleren? Wanneer zijn de pilots succesvol? Hoeveel pilots zijn voorzien? |
155 | Welke overwegingen liggen eraan ten grondslag dat de aanvullende bekostiging in verband met gelijke kansen in 2020 omlaaggaat naar € 2 miljoen en er vanaf 2021 niets meer van overblijft, terwijl daaraan in 2018 nog bijna € 19 miljoen werd uitgegeven? Zijn naar verwachting in 2021 voor iedereen gelijke onderwijskansen gerealiseerd? |
156 | Klopt het dat er voor het jaar 2020 en verder ca. € 1,5 miljoen extra voor de salarismix Randstadregio’s mbo beschikbaar is? |
157 | Is er bezuinigd op schoolmaatschappelijk werk in het mbo of vallen deze kosten ergens anders onder (bijvoorbeeld lumpsum)? |
158 | Is het verschil tussen 2020 en 2021 voor de subsidie voor Leven Lang Ontwikkelen volledig te verklaren uit het bedrag dat naar het Ministerie van Financiën is gegaan om de fiscale scholingsaftrek te continueren? |
159 | Hoe komt het dat het totaalbedrag voor het actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal in 2021 en verder lager is dan in 2018 en 2019, terwijl er € 5 miljoen extra geïnvesteerd wordt? |
160 | Wat is de reden dat de LOB-middelen (loopbaanoriëntatie en -begeleiding) voor 2020 bijna gehalveerd zijn ten opzichte van 2019? Bestond de portal «kies mbo» in 2019 ook al? Aan welke projecten worden in 2020 minder middelen uitgegeven dan in 2019? |
161 | Klopt het dat € 12.782.000 van de subsidies momenteel juridisch nog niet verplicht is? |
162 | Klopt het dat € 1.247.000 van de opdrachten momenteel juridisch nog niet verplicht is? |
163 | Kunt u uitleggen of voor het regionaal investeringsfonds circa € 100 miljoen beschikbaar is voor de periode 2019 tot en met 2022, waarvan € 25 miljoen voor het jaar 2020, zoals de begroting vermeldt onder het kopje Aanvullende bekostiging? Of is juist, zoals valt af te lezen uit tabel 4.3: € 89,315 miljoen voor de periode 2019 tot en met 2022, waarvan € 23,075 miljoen voor het jaar 2020? Hoe verhouden deze bedragen zich tot elkaar? |
164 | Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de daling van de subsidies voor het Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal van nog bijna € 23 miljoen in 2018 naar amper € 14 miljoen in 2024? Wat blijft er per saldo over van de extra impuls die het regeerakkoord aankondigde als een intensivering van € 5 miljoen? |
165 | Wat is de totaalomvang van het publiek bekostigd onderwijsbudget van Caribisch Nederland? |
166 | In welke mate blijkt de Subsidieregeling praktijkleren effectief, en tot gevolg te hebben dat werkgevers beroepspraktijkvormingsplaatsen aanbieden en dat stagetekorten verdwijnen? In welke mate doen zich nu stagetekorten voor bij mbo-opleidingen? |
167 | Op welke manier wordt ervoor gezorgd dat de extra € 10,6 miljoen subsidie praktijkleren voor de sectoren landbouw, horeca en recreatie ook daadwerkelijk in die sectoren terechtkomt? |
168 | Waarom gaat er van die extra 10,6 miljoen geen geld naar de sector zorg? |
169 | Waaraan wordt de € 11,75 miljoen in 2020 concreet besteed als het gaat om het verbeteren van de randvoorwaarden voor Leven Lang Ontwikkelen? |
170 | Wat is de positie van associatedegree- en hbo-opleidingen bij de flexibilisering van het Leven Lang Ontwikkelen? Wat is de reden dat alleen het mbo wordt genoemd bij dit onderwerp? |
171 | Hoeveel wordt volgend jaar in totaal uitgegeven (interdepartementaal) aan Leven Lang Ontwikkelen? |
172 | Kan er een overzicht gegeven worden van de investeringen en kortingen op het hoger onderwijs? |
173 | Kunt u in een overzicht per begrotingsjaar 2019–2024 aangeven welke taakstellingen ten laste zijn gekomen van de bekostiging van hogescholen (art. 6) en universiteiten (art. 7) sinds het regeerakkoord, uitgesplitst naar doorlopende bezuinigingsmaatregelen van vorige kabinetten, afzonderlijke maatregelen uit het regeerakkoord en nieuwe kortingen, inclusief niet-volledige compensatie van loon- en/of prijsontwikkelingen? Kunt u tevens aangeven welk budget per begrotingsjaar beschikbaar komt via de bekostiging van hogescholen (art. 6) en universiteiten (art. 7) aan studievoorschotmiddelen, plus het saldo hiervan voor het hoger beroepsonderwijs (hbo) respectievelijk het wetenschappelijk onderwijs (wo) ten opzichte van het totaal aan taakstellingen? |
174 | Kunt u een overzicht geven van het aantal vroegtijdige studieverlaters in zowel het eerste, tweede, derde als vierde jaar op het hbo en wo van de afgelopen tien jaar? |
175 | Hoeveel studenten vielen in het eerste jaar uit in het hbo en wo de afgelopen tien jaar? |
176 | Kunt u een overzicht geven van de gemiddelde telefonische wachttijd bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) per week én per maand van de afgelopen twee jaar? |
177 | Welke effecten zijn er in de eerste drie jaar, zowel absoluut als relatief, zichtbaar van de besluiten die genomen zijn naar aanleiding van het advies van de commissie-Van Rijn? |
178 | Waarom zijn er geen extra middelen beschikbaar gesteld voor een zachte landing van het advies van de commissie-Van Rijn? |
179 | Waarom wordt er geen investering gedaan om de almaar toenemende werkdruk van docenten in het hoger onderwijs aan te pakken? |
180 | Wat zullen de bezuinigingen van € 226 miljoen op het hoger onderwijs voor (geschat) effect hebben op de lange termijn? |
181 | Hoe gaat voorkomen worden dat investeringen in technische studies niet ten koste gaan van andere wetenschapsgebieden? |
182 | Kunt u aangeven hoe een bètastudie af te bakenen is? |
183 | Zijn volgens u de begrippen «rechtsstaat», «democratie» en «gelijkheidsbeginsel» voortgevloeid uit de alfa-, de gamma-, of de bètawetenschappen? |
184 | Wat is de omvang van de verschuiving van rijksbijdragen per CROHO6-sector per universiteit en per hogeschool in de jaren 2020 t/m 2022 vanwege de verschuiving naar de sectoren bèta en techniek naar aanleiding van het advies van de commissie-Van Rijn? |
185 | Kunt u een overzicht geven van alle bezuinigingen die sinds het kabinet-Rutte II in mindering zijn gebracht op de lumpsum van universiteiten en hogescholen door taakstellingen, niet- of niet geheel uitgekeerde loon- of prijscompensatie, en doelmatigheidskortingen? |
186 | De voorgenomen maximale tarieven van het instellingscollegegeld voor studenten uit de Europese Economische Ruimte (EER) en tevens de minimale tarieven voor het instellingscollegegeld voor studenten van buiten de EER zullen dalen door de overheveling van de variabele naar de vaste bekostiging vanwege de invoering van de adviezen van Van Rijn. Wat is – ceteris paribus – de omvang van het verlies aan inkomsten uit instellingscollegegelden voor universiteiten en hogescholen voor beide categorieën studenten? Bent u voornemens de instellingen hiervoor te compenseren? |
187 | Hoeveel extern geld halen hogescholen voor praktijkgericht onderzoek op? |
188 | Hoeveel geld wordt er door de overheid uitgegeven aan het praktijkgericht onderzoek in het hoger beroepsonderwijs? |
189 | Hoeveel potentiële pabostudenten worden er jaarlijks afgewezen als gevolg van de entreetoets? |
190 | Kunt u specificeren hoeveel geld uit het regeerakkoord direct (eerste geldstroom) naar hogescholen en universiteiten is gegaan? |
191 | Kunt u een simulatie delen van wat netto de financiële effecten zijn van «van Rijn» op universiteitsniveau per domein alfa/gamma, bèta/techniek en medisch? Hoeveel fte (fulltime-equivalenten) zullen in 2020 moeten verdwijnen bij alfa-/gamma- en medische faculteiten als de verandering in de rijksbijdrage een-op-een intern wordt doorgevoerd door universiteiten? |
192 | Kunt u een inschatting maken van hoeveel het jaarlijks kost als de eerste generatie afgestudeerden uit het hoger onderwijs die geen recht meer had op een basisbeurs, 15 jaar lang geen rente zou betalen op het aflossen van de studielening? |
193 | Kunt u een overzicht geven van alle investeringen en bezuinigingen die sinds het kabinet-Rutte II in meerdering en mindering zijn gebracht op de lumpsum van universiteiten en hogescholen door taakstellingen, niet- of niet geheel uitgekeerde loon- of prijscompensatie, en doelmatigheidskortingen, waarbij de studievoorschotmiddelen worden uitgesloten? |
194 | Hoe hoog is het bedrag dat aan de lumpsum per jaar wordt toegevoegd vanuit de middelen voor studievoorschot, en hoeveel blijft hierdoor per saldo over? |
195 | Hoeveel publieke middelen gaan er naar externe accreditatiebureaus (zoals AeQui) in het hoger onderwijs? |
196 | Kunt u per jaar aangeven welk bedrag aan de bekostiging van hogescholen en universiteiten is toegevoegd vanwege stijgende studentenaantallen? |
197 | Kunt u een uitsplitsing maken voor hbo- en wo-studenten naar Nederlandse, internationale (EER-) en internationale (niet-EER-)studenten, zowel voor de gerealiseerde aantallen als de ramingen? Kunt u aangeven wat het verschil is tussen de geraamde en gerealiseerde aantallen Nederlandse, internationale (EER-) en internationale (niet-EER-)studenten over de jaren 2018/19 en 2019/20? |
198 | Kan tabel 6.2 verder uitgesplitst worden naar aantal Nederlandse studenten, aantal EER-studenten en aantal niet-EER-studenten? |
199 | Betekent de technische inboeking van € 226 miljoen ten laste van de onderwijsbekostiging in het hoger onderwijs (artikel 6 & 7) dat studenten alsnog de rekening krijgen gepresenteerd van het intrekken van het wetsvoorstel inzake wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs? Of ziet u mogelijkheden om dit bedrag te dekken zonder dat studenten hiervan de gevolgen zullen ondervinden? |
200 | Kunt u specificeren hoe de korting in het hoger onderwijs ten gevolge van het intrekken van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs van € 226 miljoen die technisch is ingeboekt, oploopt in het jaar 2025, 2026 en de jaren erna, en hoe deze bedragen worden uitgesplitst voor hbo en wo? |
201 | Waar zijn in de begroting de budgetmutaties als gevolg van de intrekking van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs, nader toegelicht? Waarom ontbreken deze mutaties en de bijbehorende toelichting bij de desbetreffende tabellen in de verdiepingsbijlage bij artikelnummer 6, 7 en 11? |
202 | Hoe is de bezuiniging op het hbo- en wo-budget verdeeld als gevolg van de intrekking van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs? Hoe wordt deze toegelicht? |
203 | Kunt u een overzicht geven van de financiële gevolgen van het inboeken van het intrekken van het Wetsvoorstel renteverhoging studievoorschotten voor de artikelen 6 en 7 van de begroting OCW voor de jaren 2025 t/m 2060? |
204 | Hoe is de feitelijke rentesubsidie vàn studenten aan de Nederlandse Staat, die voortvloeit uit de huidige negatieve rente op staatsleningen terwijl de rente die studenten moeten betalen volgens de wet niet lager is dan 0%, te rijmen met het inboeken van een bezuiniging op het hoger onderwijs oplopend tot € 226 miljoen? Wat betekent dit voor de gelding van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs7, waarin sprake is van een rentesubsidie áán studenten? |
205 | Hoe komt het dat het budget dat beschikbaar is voor de bekostiging van de hogescholen (tabel 6.3) in 2024 in totaal € 130 miljoen hoger is dan in 2019, terwijl er in de reeks studievoorschotmiddelen in diezelfde tabel sprake is van een toename met bijna € 240 miljoen? Kunt u toelichten in hoeverre sprake is van «extra» investeringen in onderwijskwaliteit met deze studievoorschotmiddelen, als er tegelijkertijd kennelijk € 110 miljoen bezuinigd moet worden over dezelfde periode? |
206 | Hoe verhoudt het inboeken van de niet-gerealiseerde besparing vanwege het intrekken van het wetsvoorstel voor verhoging van de rente op studieleningen zich tot de basisprincipes van het begrotingsbeleid met betrekking tot scheiding van inkomsten- en uitgavenkaders, waarin inkomstentegenvallers niet tot bezuinigingen leiden, maar het EMU-saldo (Economische en Monetaire Unie) belasten? |
207 | Hoe verhoudt het inboeken van de niet-gerealiseerde besparing vanwege het intrekken van het wetsvoorstel voor verhoging van de rente op studieleningen zich tot de basisprincipes van het begrotingsbeleid met betrekking tot scheiding van inkomsten- en uitgavenkaders, waarin inkomstentegenvallers niet tot bezuinigingen leiden, maar het EMU-saldo belasten? |
208 | Waarom is de begrote besparing van structureel € 226 miljoen vanwege het Wetsvoorstel rentemaatstaf studievoorschot, na intrekking daarvan, ten laste gebracht van de onderwijsbekostiging hoger onderwijs (artikel 6 en 7 van de begroting OCW), terwijl deze besparing niet was toegevoegd aan artikel 6 en 7? |
209 | Wat is de verklaring voor de richting 2024 steeds lagere uitgaven aan «bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen»? |
210 | Welke andere opties zijn overwogen om het niet doorgaan van de wijziging van de rentemaatstaf te dekken? |
211 | Wat zijn de effecten op het onderwijs en de kwaliteit daarvan van de minus 264 miljoen structureel ten gevolge van het niet doorgaan van de wijziging van de rentemaatstaf? |
212 | Klopt het dat € 78.000 van de subsidies momenteel juridisch nog niet verplicht is? |
213 | Hoe komt het dat bekostiging voor flexibel hoger onderwijs voor volwassenen de komende jaren zo terugloopt? |
214 | Klopt het dat € 849.000 van de subsidies momenteel juridisch nog niet verplicht is? |
215 | Klopt het dat € 758.000 van de opdrachten momenteel juridisch nog niet verplicht is? |
216 | Hoeveel middelen gaan er vanuit artikel 7 naar bibliotheken, waar zijn deze middelen voor bedoeld en hoe leggen bibliotheken hierover verantwoording af? |
217 | Hoeveel studenten hebben in 2020 profijt van de post «deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek» in artikel 7? Kan dit uitgesplitst worden naar type opleiding en het jaar van de opleiding waarin zij zitten? |
218 | Kunt u een overzicht geven van de niet-juridisch verplichte subsidies rond hoger onderwijs? |
219 | Kan het Capgemini-model, waarmee universitaire ziekenhuizen de besteding voor het deel «ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek» van artikel 7 moeten verklaren, naar de Kamer gestuurd worden? |
220 | Wat is de reden dat het begeleiden van geneeskundestudenten op de werkplek bekostigd wordt uit de OCW-begroting (onder «ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek»), terwijl er voor alle andere sectoren waar studenten stage lopen geen bekostiging voor de begeleiding beschikbaar is? |
221 | Met hoeveel plaatsen gaat de capaciteit omlaag van het aantal opleidingen geneeskunde? Met hoeveel plaatsen gaat de capaciteit omhoog van het aantal opleidingen voor tandarts? Kan daarbij onderscheid gemaakt worden in absolute en relatieve aantallen? |
222 | Wat is de kostenbesparing van de afname van de capaciteit van de opleidingsplekken geneeskunde? |
223 | Op basis van welke redenen is besloten het aantal opleidingsplekken voor geneeskunde te verminderen? Hoe verhoudt deze keuze zich tot de groeiende tekorten aan artsen? |
224 | Wat is de impact op de korte, middellange en lange termijn van de afname van de capaciteit op de personeelscapaciteit in de zorg? Was is de impact op de kwaliteit van de geleverde zorg? |
225 | Kunt u aangeven wat de budgettaire effecten van het verlagen van de capaciteit van de initiële geneeskunde voor de universitaire medische centra zijn? |
226 | Klopt het dat voor het uitvoeren van motie-Van der Molen/Westerveld8 een kasschuif nodig zou zijn die al in de begroting voor 2020 gerealiseerd zou moeten worden? Wat zou de omvang van deze kasschuif moeten zijn om deze motie te kunnen realiseren? |
227 | Hoeveel studenten zijn er in de periode 2014–2019 geholpen door de diensten van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF? |
228 | Kunt u toelichten wat de United Nations University doet voor het verstrekte subsidiebedrag? |
229 | Waarom krijgt het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in 2020 € 53.000 meer subsidie dan de Landelijke Studentenvakbond (LSVb)? |
230 | Klopt het dat € 513.000 van artikel 8 momenteel juridisch nog niet verplicht is? |
231 | Wordt er binnen de HGIS9-middelen bij OCW ook begroot op het gebied van mbo? |
232 | Wat is de gemiddelde hoogte van een lerarensalaris per maand? Wat verdient een leraar als startsalaris per maand? Hoe hoog is het salaris in vergelijking met het marktgemiddelde voor mensen met een vergelijkbaar opleidingsniveau? |
233 | Hoeveel gevallen van burn-out doen zich per jaar voor bij leraren in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs? Hoeveel leraren hebben daar stressklachten? Hoeveel leraren overwegen de overstap naar een andere sector? |
234 | Hoeveel fte's en hoeveel personen zijn er in Nederland over de periode 2017–2021 werkzaam als leraar? |
235 | Kunt u in tabelvorm weergeven hoeveel leraren er werkzaam zijn in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs en middelbaar beroepsonderwijs? |
236 | Kunt u in tabelvorm het aantal leraren per salarisschaal weergeven per sector? |
237 | Waarvoor wordt de bijna € 3 miljoen voor de Wet beroep leraar en lerarenregister specifiek gebruikt? Kunt u dit in tabelvorm aangeven? |
238 | Hoeveel geld wordt er specifiek uitgetrokken voor ondersteuning van de beroepsgroepvorming? En wie krijgt beschikking over dit geld? |
239 | Hoeveel leraren zijn niet in loondienst in het primair en voortgezet onderwijs, maar ingehuurd via onder andere uitzendbureaus? |
240 | Kunt u in tabelvorm weergeven hoe groot het verwachte lerarentekort is per sector (primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) in zowel absolute cijfers als in percentages van 2019 tot en met 2030 bij gelijkblijvende omstandigheden? Zo niet, kunt u ons dan voorzien van de cijfers die u wel tot uw beschikking heeft? |
241 | Kunt u in tabelvorm weergeven hoe groot het verwachte lerarentekort is voor specifiek het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs in zowel absolute cijfers als percentages van 2019 tot en met 2030 bij gelijkblijvende omstandigheden? Zo niet, kunt u ons dan voorzien van de cijfers die u wel tot uw beschikking heeft? |
242 | Kunt u een overzicht geven van de maatregelen die u genomen heeft om het lerarentekort aan te pakken, en daarbij per maatregel aangeven wat de stand van zaken is, wat de resultaten tot nu zijn en de bekostiging daarvan (hoeveel geld is ervoor vrijgemaakt en hoeveel geld is er tot nu toe aan uitgegeven)? |
243 | Hoeveel Nederlandse studenten zijn wel ingeschreven als student, maar ontvangen noch een basisbeurs, noch een aanvullende beurs, noch een studievoorschot? Hoeveel van die studenten zijn jonger dan 18 jaar? |
244 | Wat is de reden dat studenten in het hoger onderwijs de aanvullende beurs als gift uitgekeerd krijgen voor de eerste vijf maanden en mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg niveau 3 en 4 de eerste 12 maanden? Betekent deze gift dat als studenten stoppen met hun opleiding ze dit bedrag niet terug hoeven te betalen? Wat zou het kosten als ook studenten in het hoger onderwijs de eerste 12 maanden als gift uitgekeerd zouden krijgen? Kunt u een onderbouwing van deze berekening geven? |
245 | Hoe komt het dat er in 2020 352.700 bol-studenten zijn (pagina 51) en er maar 309.800 (pagina 87) bol-studenten zijn die een vorm van een reisvoorziening gebruiken? Weten die 42.900 bol-studenten bijvoorbeeld niet dat ze aanspraak kunnen maken op een reisvoorziening? |
246 | Kunnen alleen voltijdstudenten hoger onderwijs aanspraak maken op een reisvoorziening? |
247 | Wordt er nog € 200 miljoen bezuinigd via het studentenreisproduct en het programma Beter Benutten? |
248 | Op welke manier kan er € 200 miljoen uit het programma Beter Benutten worden gehaald om te investeren in de kwaliteit van het onderwijs? |
249 | Gaat er in de toekomst bezuinigd worden op het studentenreisproduct en de ov-kaart? |
250 | Op welke wijze wordt de bezuiniging van 200 miljoen uitgewerkt op het studentenreisproduct en het programma Beter Benutten? |
251 | Bestaat de mogelijkheid dat de uitwerking van de bezuiniging op studentenreisproduct/Beter Benutten leidt tot verslechtering van de voorwaarden van de ov-studentenkaart? |
252 | Wanneer moeten oud-studenten aan wie voor 1986 een studielening is verstrekt, deze lening aflossen? |
253 | Wat is de reden er in 2020 minder middelen beschikbaar zijn voor het beheer en behoud van collecties? |
254 | Hoe worden de middelen voor beheer en behoud van collecties besteed? |
255 | Waarom lopen de middelen voor het verbreden van de inzet inzet cultuur volgend jaar op, daarna weer af en vervolgens weer op? |
256 | Wat is het beleid wat de emancipatie van mensen met een niet-westerse achtergrond betreft? |
257 | In hoeverre zal de € 24,6 miljoen die is bestemd voor de arbeidsmarktagenda ertoe leiden dat makers in de cultuursector zeker kunnen zijn van een fatsoenlijke beloning? Kunt u uw antwoord specificeren voor – de € 15 miljoen die is bestemd voor permanente professionele ontwikkeling in het kader van verbetering van de arbeidsmarktsituatie van kunstenaars, – de € 5 miljoen die is bestemd voor een revolverend productiefonds voor innovatie in de podiumkunsten en – de € 2,3 miljoen die is bestemd voor het verstrekken van leningen aan individuen en organisaties uit alle disciplines in de creatieve sector die aantoonbaar een professionele beroepspraktijk hebben? |
258 | Hoe hoog zullen de tekorten van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) in meerjarenperspectief gaan oplopen, nu de STER-inkomsten teruglopen, maar de compensatie die het kabinet daarvoor biedt beperkt blijft tot € 40 miljoen? |
259 | Wat is de stand van zaken rondom de gesprekken tussen de omroepen en de NPO om de NPO Ombudsman ook een niet-journalistieke taak te geven? Wanneer wordt hier een beslissing over genomen? |
260 | Klopt het dat de NPO Start-app na de laatste update van de app niet meer werkt met Chromecast? Sinds wanneer is dit bij de NPO bekend? Op welke termijn is dit opgelost? |
261 | Hoe groot is de gehele mediareserve? |
262 | Kunt u de Kamer voorzien van een tabel van de nettobezuinigingen op de Nederlandse publieke omroep van de afgelopen tien jaar? Wat zou de totaalomvang van de landelijke en regionale publieke omroep zijn als de bezuinigingen van de afgelopen tien jaar niet zouden zijn doorgevoerd? |
263 | Wat is het verschil tussen fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek? |
264 | Wat blijft er over van de € 10 miljoen die er aan extra onderzoeksmiddelen beschikbaar komt voor een sectorplan voor Sociale en Geesteswetenschappen (SSH), nu het kabinetsbesluit om meer geld vrij te maken voor de vier technische universiteiten volgens de VSNU leidt tot een bezuiniging van € 100 miljoen op alfa- en gammawetenschappen en potentieel honderden ontslagen? |
265 | Waarom worden er in 2022 opeens meer opdrachten verwacht? |
266 | Kunt u een overzicht geven van welke subsidies in de paragraaf wetenschappen niet juridisch verplicht zijn? |
267 | Welke stappen heeft het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) de afgelopen maanden gezet om middels geboortebeperking te starten met het verkleinen van de kolonie apen die bestemd is voor dierproeven? Wat is het verdere tijdpad met bijbehorende doelen? |
268 | Hoeveel instellingen in Nederland exporteren laboratoriumapen naar het buitenland? |
269 | Welke instantie controleert de import en export van laboratoriumapen? |
270 | Wordt er geregistreerd hoe vaak een controle op het transport van laboratoriumapen plaatsvindt? |
271 | Hoeveel controles van het transport van laboratoriumapen zijn er in 2017 en 2018 geweest? |
272 | Zijn er overtredingen geconstateerd op het transport van laboratoriumapen in 2017 en 2018? Zo ja, welke? |
273 | Welke sancties staan er op overtredingen bij het transport van laboratoriumapen? |
274 | Zijn er in 2017 en 2018 sancties opgelegd voor overtredingen bij het transport van laboratoriumapen? |
275 | Hoeveel laboratoriumapen zijn er gestorven tijdens het transport in 2017 en 2018? |
276 | Zijn er in 2017 en 2018 laboratoriumapen geëxporteerd naar landen buiten Europa? |
277 | Zijn er in 2017 en 2018 laboratoriumapen geëxporteerd naar Israël? |
278 | Hoeveel apen, uitgesplitst naar soort, zijn er in de apenloods van Hartelust in Tilburg in 2017 en 2018 gestorven? |
279 | Welke adviezen heeft de Instantie voor Dierenwelzijn op de apenloods van Hartelust te Tilburg de afgelopen drie jaar gegeven? |
280 | Wie en met welke deskundigheid zitten er in de Instantie voor Dierenwelzijn op de apenloods van Hartenlust te Tilburg? |
281 | Hoeveel projectvergunningen zijn er in 2015, 2016, 2017 en 2018 verleend aan het Erasmus MC die betrekking hebben op dierproeven op apen, uitgesplitst per jaartal? |
282 | Hoeveel projectvergunningen zijn er in 2015, 2016, 2017 en 2018 verleend aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) die betrekking hebben op dierproeven op apen, uitgesplitst per jaartal? |
283 | Hoeveel projectvergunningen zijn er in 2015, 2016, 2017 en 2018 verleend aan het BPRC die betrekking hebben op dierproeven op apen, uitgesplitst per jaartal? |
284 | Zijn er apen gestorven 2017 en 2018 in voorraad in het BPRC, uitgesplitst naar aantal, soort en reden van sterfte? |
285 | Zijn er in 2017 en 2018 apen in het BPRC die niet langer gebruikt worden voor proeven, uitgesplitst per soort? |
286 | Wat gebeurt er met de apen in het BPRC die niet langer gebruikt worden voor proeven? |
287 | Wie financiert de opvang van apen van het BPRC die niet langer gebruikt worden voor proeven? |
288 | Hoeveel apen zijn er in 2017 en 2018 vanuit het BPRC verhandeld aan andere laboratoria, uitgesplitst per soort? |
289 | Op welke manieren vormen ook mannen in het algemeen onderdeel van het emancipatiebeleid? |
290 | Wat is het beleid met betrekking tot gelijkheid in de sport? |
291 | Op welke andere manieren dan financiële onafhankelijkheid van vrouwen en de evenwichtige representatie van vrouwen en mannen in de media geeft u gestalte aan beleid voor vrouwenemancipatie en gendergelijkheid? |
292 | Welke steden doen mee aan het programma Veilige Steden? |
293 | Wat is de laatste stand van zaken rondom onnodige sekseregistratie? |
294 | Klopt het dat er vanaf 2020 geen budget meer beschikbaar is voor subsidies op het gebied van vrouwenemancipatie? |
295 | Welke programma’s die onder de subsidie vrouwenemancipatie vallen worden niet gecontinueerd? |
296 | Welke gemeenten doen mee aan het project Regenboogsteden? |
297 | Wat is de verklaring dat de apparaatsuitgaven voor cultuur beduidend hoger zijn dan voor de andere beleidsartikelen? |
298 | Welke externe organisaties en adviesbureaus zijn betrokken geweest bij de totstandkoming van DUO? |
299 | Welke externe organisaties en adviesbureaus zijn betrokken geweest bij de ICT-projecten die zijn uitgevoerd voor DUO? |
300 | Welke externe organisaties en adviesbureaus zijn betrokken geweest bij het uitvoeren van andere projecten dan ICT-projecten voor DUO? |
301 | Hoeveel managementfuncties zijn er binnen DUO en hoe staat dit in verhouding tot het aantal uitvoerende functies? |
302 | Hoeveel communicatiefuncties zijn er binnen DUO en hoe staat dit in verhouding tot het aantal uitvoerende functies? |
303 | Hoeveel medewerkers met tijdelijke contracten werken er bij DUO en hoe staat dit in verhouding tot het aantal vaste medewerkers? |
304 | Wat is de stand van zaken rondom het programma Beter Benutten? |
305 | Op basis van welke wetgeving hebben commerciële partijen (bijv. Ockto) het recht om gegevens bij DUO op te vragen? |
306 | Hoeveel mensen worden er ingehuurd voor hoeveel fte voor de genoemde € 34.759? |
307 | Welke beleidswijzigingen en nieuwe taken worden bedoeld in de zin «tevens is in de begroting € 21,8 miljoen opgenomen voor de implementatie van beleidswijzigingen en € 19,4 miljoen voor nieuwe taken welke nog geen onderdeel zijn van de lumpsum financiering van het basiscontract? |
308 | Hoe wil DUO het verambtelijken van relatief dure externen op het gebied van automatisering aanpakken? Welke concrete acties worden er hiervoor opgepakt? |
309 | Welke overwegingen liggen eraan ten grondslag dat een deel van de loon-prijsontwikkeling wordt ingehouden ter dekking van de openstaande taakstelling en voor onderhoud en vervangingen van de ICT-systemen bij DUO? Wat zullen op lange termijn gevolgen zijn voor het primaire proces in het onderwijs en voor de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep? |
310 | Waarom ontbreekt in het overzicht met maatregelen uit het Regeerakkoord (tabel 4) maatregel G50? Kunt u alsnog benoemen op welk(e) begrotingsartikel(en) deze maatregel drukt? |
311 | Waar wordt de € 24,9 miljoen van de kasschuif voor leven lang ontwikkelen aan besteed? |
312 | Waar komt de € 4,6 miljoen van 2019 bij de kasschuif uit? |
313 | Wat ligt ten grondslag aan de kasschuif in de latere jaren? |
314 | Welke subsidieregeling of projecten liggen aan de kasschuif ten grondslag? |
315 | Hoe verhoudt de verschuiving naar bèta en techniek zich tot de op pagina 32 en 33 van het rapport van de commissie-Van Rijn voorspelde tekorten op de arbeidsmarkt in de sectoren medisch, gedrag en maatschappij en onderwijs? Heeft u het advies van de commissie getoetst op innerlijke consistentie? |
316 | Kunt u toelichten hoe aan de motie van het lid Jasper van Dijk over maatregelen tegen ondermijning van basiswaarden10 uitwerking is gegeven? |
317 | Wat is de planning voor het onderzoek naar knelpunten voor transgenderpersonen op de arbeidsmarkt? |
318 | In hoeveel gemeenten zijn inmiddels kerkenvisies opgesteld en welke inspanningen worden er gepleegd om dit verder te bevorderen? |
319 | Kunt u naar aanleiding van motie van de leden Tielen en Bruins over het profileringsfonds meer bekendheid geven11 toelichten hoe het profileringsfonds nu daadwerkelijk meer bekendheid heeft gekregen en wat daarvan het resultaat is met betrekking tot het aantal studenten die onvrijwillig studievertraging oplopen? |
320 | Welke acties en activiteiten worden in het komende jaar ontwikkeld om de mentale gezondheid van studenten te bevorderen? |
321 | Beschikt u naar aanleiding van de motie van de leden Tielen en Van der Molen over criteria voor de numerus fixus12 over een overzicht van hoeveel en in welke richtingen opleidingen nu gebruik maken van een fixus, maar dan (tegengesteld aan de motie) om juist de instroom te beperken richting opleidingen die een beperkte uitstroom richting het specifieke beroep op de arbeidsmarkt hebben dan wel relatief sneller tot werkloosheid opleiden en kunt u delen wat hier wel/niet over te melden valt? |
322 | Welke indicatoren hanteert u om inzicht te krijgen in de resultaten van de intensiveringen in fundamenteel en toegepast onderzoek? |
323 | Hoe staat het met de regionale afspraken over (het beperken van) de inzet van commerciële uitzend- en bemiddelingsbureaus, naar aanleiding van de motie van de leden Kwint en Westerveld over het beperken van het gebruik van uitzendbureaus13? |
324 | Kunt u naar aanleiding van motie van het lid Rudmer Heerema c.s. over het wettelijk mogelijk maken van flexibele onderwijstijden14 uitleg geven hoe deze scholen nu verder gaan? |
325 | Wordt op dit moment de problematiek van het lerarentekort al in kaart gebracht door landelijk te registeren, zoals wordt verzocht in de aangenomen motie van het lid Kwint c.s. over het landelijk registreren van het lerarentekort15? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, wanneer en hoe gaat dit wel gebeuren? |
326 | In hoeverre biedt deze begroting ruimte om leraren in het voortgezet speciaal onderwijs te laten vallen onder de CAO van het voortgezet onderwijs, wanneer dit ter sprake komt in het gesprek dat u aangaat met sociale partners om ten behoeve van het onderwijs aan de kwetsbare leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs een oplossing voor het lerarentekort te zoeken? Staat daarmee eigenlijk nu al vast wat de inhoud zal zijn van de brief over de motie van het lid Van den Hul c.s. over het lerarentekort in het speciaal onderwijs16 die de Kamer in januari 2020 verwacht te ontvangen? |
327 | Kunt u specificeren hoeveel er nu nodig zou zijn om het financieel mogelijk te maken dat leraren in het voortgezet speciaal onderwijs voortaan gaan vallen onder de CAO voor het voortgezet onderwijs? Kunt u die berekening inzichtelijk maken? Hoe verhoudt dit zich tot het bedrag dat de Minister-President noemde tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, van € 120 miljoen? |
328 | Hoe wordt er in de begroting voor 2020 precies uitvoering gegeven aan motie van de leden Van Meenen en Westerveld17 over bestemmingsreserve? |
329 | In hoeverre is er op alle onderwijsinstellingen in het hoger en middelbaar onderwijs laagdrempelige psychische hulpverlening aanwezig en in hoeverre is het aanbod hiervoor toereikend? |
330 | Waarom is er, ondanks het feit dat instellingen die lesmateriaal voor mensen met een visuele beperking maken te maken hebben gehad met forse kostenstijgingen, al sinds 2009 geen loon- en prijsbijstelling in het subsidiebedrag voor deze instellingen opgenomen? |
331 | Is er voor instellingen die lesmateriaal voor mensen met een visuele beperking zicht op een loon- en prijsbijstelling vanaf 2020, gezien de toenemende kosten die deze instellingen ervaren? |
332 | Waarom is er, ondanks het feit dat instellingen die lesmateriaal voor mensen met een visuele beperking maken te maken hebben gehad met forse kostenstijgingen, al sinds 2009 geen loon- en prijsbijstelling in het subsidiebedrag voor deze instellingen opgenomen? |
333 | Worden er additionele middelen vrijgemaakt om de dienstverlening aan dyslectische en motorisch beperkte scholieren en studenten te kunnen uitbreiden? Zo nee, waarom niet? |
334 | Waarom rekent u voor godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs (gvo/hvo) met een geraamd gewogen gemiddelde leeftijd met bijbehorende gemiddelde personeelslast (gpl) van 40-jarigen, waar de werkelijke gemiddelde leeftijd bij gvo/hvo ruim 53 jaar bedraagt? |
335 | Waarom rekent u voor gvo/hvo geen bedrag voor de factor leiding, daar waar deze sector wel ruim € 1 miljoen besteedt aan de leiding en begeleiding van docenten en ook de lumpsumsystematiek voor het primair onderwijs (po) is ingesteld op deze factor? |
336 | Bent u bereid om de berekening van het bekostigingsbedrag voor gvo/hvo te laten aansluiten bij de praktische werkelijkheid van gvo/hvo, bijvoorbeeld door bij de normbedragen uit de ministeriële regelingen voor de bekostiging en instandhouding van personeel uit te gaan van een juiste weging van de bedragen van schooljaren, om tot een bedrag voor een boekjaar (kalenderjaar) te komen? |
337 | Waarop is het totaal bedrag voor de regeling voor zij-instromers gebaseerd? |
338 | Worden met de regeling voor zij-instromers alle kosten gecompenseerd? |
1 Convention of the Elimination of All forms of Discrimination against Women 2 Loon- en prijsontwikkeling 3 Kamerstuk 35 000, nr. 17 4 Academie voor Lichamelijke Opvoeding 5 Kamerstuk 35 074, nr. 50 6 Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs 7 Kamerstuk 35 007, nr. 3 8 Kamerstuk 31 288, nr. 736 9 Homogene Groep Internationale Samenwerking 10 Kamerstuk 29 754, nr. 459 11 Kamerstuk 31 288, nr. 644 12 Kamerstuk 31 288, nr. 614 13 Kamerstuk 27 923, nr. 336 14 Kamerstuk 31 293, nr. 469 15 Kamerstuk 35 000-VIII nr. 192 16 Kamerstuk 31 497, nr. 290 17 Kamerstuk 34 638, nr. 5 |