[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

A-brief project ‘Aanvulling Standard Missile 2 Block IIIA’

Materieelprojecten

Brief regering

Nummer: 2019D39734, datum: 2019-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27830-294).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27830 -294 Materieelprojecten.

Onderdeel van zaak 2019Z19077:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

27 830 Materieelprojecten

Nr. 294 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2019

Inleiding

De Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) beschikken over de Standard Missile 2 (SM-2) raket voor de luchtverdediging op grote afstand. Het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) voert met deze raket regelmatig oefenlanceringen uit om het lanceersysteem te testen en scheepsbemanningen te trainen. Voor oefenlanceringen in de tweede helft van het komende decennium moet de huidige voorraad SM-2 raketten worden aangevuld met achttien raketten.

Defensie verwerft de benodigde achttien raketten met het project «Aanvulling Standard Missile 2 Block IIIA». Met deze A-brief informeer ik u over de behoeftestelling van dit project, dat deel uitmaakt van het investeringsprogramma van de Defensienota 2018 (Kamerstuk 34 919, nr. 1).

Behoefte

De LC-fregatten hebben als hoofdtaak de verdediging tegen een luchtdreiging in de wijde omgeving. Daarbij kunnen zij bescherming bieden aan een maritieme of amfibische taakgroep of aan landobjecten nabij de kust. De fregatten beschikken daartoe over een gelaagde luchtverdediging. De SM-2 raket dient voor de verdediging op grote afstand en vormt de buitenste schil van deze verdediging, het Goalkeeper-snelvuurkanon is voor de zelfverdediging in de onmiddellijke nabijheid en de Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM-raket) voor het gebied daar tussenin.

Voor de luchtverdediging op grote afstand heeft het CZSK geen alternatief. De LC-fregatten zijn uitgerust met een lanceersysteem dat deel uitmaakt van de constructie van de schepen. Het lanceersysteem is niet geschikt voor andere typen raketten met vergelijkbare capaciteiten als die van de SM-2. Daarnaast zijn de vuurleiding en het Combat Management System (CMS) niet ontworpen voor de ondersteuning van andere typen raketten voor de verdediging op de lange afstand. Er zijn daarom geen alternatieven in beschouwing genomen.

Om de inzetbaarheid van het SM-2 wapensysteem en de geoefendheid van de bemanning op peil te houden, voert het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) per jaar gemiddeld vier oefenlanceringen uit met deze raket. Op dit moment beschikt het CZSK tot in 2026 over voldoende raketten voor operationele inzet en voor vier oefenlanceringen per jaar. Voor oefenlanceringen vanaf 2026 zijn extra raketten nodig om te voorkomen dat wordt ingeteerd op de inzetvoorraad. Over de omvang van de inzetvoorraad doet Defensie geen mededelingen.

Defensie is voornemens voor de periode 2026–2030 achttien extra SM-2 Block IIIA-raketten aan te schaffen. Vanaf het einde van die periode zal de Block IIIA-versie geleidelijk worden vervangen door de nog te ontwikkelen Block IIIC-versie. Dit wordt hieronder toegelicht in de paragraaf »Gerelateerde projecten». Door de geleidelijke vervanging kan het CZSK vanaf 2030 voor oefenlanceringen Block IIIA-raketten gebruiken die vrijkomen uit de inzetvoorraad.

Verwerving

De LC-fregatten zijn specifiek toegerust voor de SM-2 Block IIIA-raket. De raketten worden geproduceerd in de Verenigde Staten, waarbij Nederland dit najaar samen met andere gebruikers van deze raket kan aansluiten bij een bestelling van de Amerikaanse marine. Hierdoor zijn de kosten per stuk lager dan wanneer alleen voor Nederland wordt geproduceerd. Deze productieserie is waarschijnlijk de laatste voor de Block IIIA-versie. Hierna kunnen geen raketten van dit type meer worden besteld.

Eerder dit jaar hebben SM-2 gebruikers waaronder Nederland die net als de Amerikaanse marine een bestelling willen doen voor deze productieserie, daarvoor een voorlopige opgave gedaan. Nederland heeft dit gedaan onder voorbehoud van politieke goedkeuring. Bovendien moest het benodigde aantal raketten nog geverifieerd worden. Uiterlijk eind oktober moeten deze landen waaronder Nederland aan de Verenigde Staten hun definitieve aantal raketten laten weten, waarmee ook de verplichting wordt aangegaan. De verwerving wordt uitgevoerd via de Foreign Military Sales (FMS) regeling.

Oefenlanceringen

Gebruikers van de SM-2 raket hebben in de afgelopen decennia vele succesvolle lanceringen uitgevoerd. Op 21 juni 2018 heeft zich bij een oefenlancering van een Block IIIA-raket door het Duitse fregat Sachsen een incident voorgedaan. De raket is tijdens de lancering verbrand terwijl deze zich nog grotendeels in de lanceerinstallatie van het schip bevond, met schade aan het schip tot gevolg. De Kamer is hierover op 6 september 2018 geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3112).

De Duitse marine is, in samenwerking met diverse militaire en civiele partijen uit Duitsland en de Verenigde Staten, direct na het incident begonnen met een onderzoek naar de toedracht. In april jl. zijn de SM-2 gebruikers geïnformeerd dat een vergelijkbaar incident niet eerder is voorgekomen en dat nog geen definitieve oorzaak is vastgesteld. De onderzoekers houden er echter rekening mee dat het niet mogelijk zal zijn de oorzaak van het incident definitief vast te stellen. Het onderzoeksrapport is naar verwachting niet voor het eind van het jaar beschikbaar.

Het onderzoek richt zich nu als laatste op het omhulsel van de raketmotor, met als mogelijke oorzaak een zwakke plek als gevolg van corrosie. Voor het opsporen van dit mogelijke defect heeft de fabrikant van de raket reeds een speciale inspectieprocedure vastgesteld. Deze inspectieprocedure wordt, net als het reguliere onderhoud, voor zowel Nederland als Duitsland uitgevoerd bij de SM-2 onderhoudsfaciliteit van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) in Den Helder.

In navolging van Duitsland heeft Nederland in juli 2018 besloten geen oefenlanceringen met SM-2 raketten meer uit te voeren in afwachting van het onderzoek. Andere SM-2 gebruikers zijn wel doorgegaan met oefenlanceringen. Sinds het incident in juni vorig jaar hebben SM-2 gebruikers ongeveer 80 oefenlanceringen uitgevoerd. Hierbij hebben zich geen incidenten voorgedaan.

Aangezien voor de laatst overgebleven mogelijke oorzaak – corrosie – inmiddels een inspectieprocedure bestaat, heeft Defensie besloten de oefenlanceringen te hervatten. Het CZSK heeft op 11 september jl. weer een lanceeroefening uitgevoerd.

De voor oefenlanceringen aangewezen SM-2 raketten zijn goedgekeurd volgens de nieuwe inspectiemethode. Defensie heeft daarbij de uitgevoerde veiligheidschecks formeel vastgelegd in overeenstemming met de motie-Diks (Kamerstuk 34 775 X, nr. 132). De typeclassificatie van deze raket zal naar verwachting voor het einde van dit jaar gereed zijn.

Gerelateerde projecten

Het project voor de aanvulling van SM-2 Block IIIA-raketten heeft een relatie met de toekomstige vervanging van deze raket door de Block IIIC-versie. Deze versie wordt ontwikkeld in verband met de technische veroudering van de Block IIIA-versie en om effectiever te zijn tegen moderne dreigingen.

Voor Nederland bestaat de vervanging van de Block IIIA-versie uit twee aparte projecten. De meest recente planning van deze projecten is opgenomen in het Defensieprojectenoverzicht dat de Kamer op 17 september jl. heeft ontvangen. In 2020 zal de Kamer de A-brief ontvangen van het project «Deelname ontwikkeling Standard Missile 2 Block IIIC», dat deel uitmaakt van het investeringsprogramma van de Defensienota 2018. Dit ontwikkelingsproject zal ervoor zorgen dat de Block IIIC raket kan worden afgevuurd met behulp van het vuurleidingssysteem van Nederlandse marineschepen en van marineschepen van enkele andere landen.

Het tweede project «Vervanging Standard Missile Block IIIA» betreft de aanschaf van Block IIIC-raketten. Dit project zal ervoor zorgen dat de Block IIIC-raket vanaf 2029 beschikbaar komt voor het CZSK. De A-brief van dit project, dat eveneens deel uitmaakt van het investeringsprogramma van de Defensienota 2018, is voorzien voor 2023.

Zoals gemeld in de ontwerpbegroting 2020 (Kamerstuk 35 300 X, nr. 2) wordt de levensduur van de LC-fregatten verlengd. Een deel van de huidige LC-fregatten zal ook na 2030 nog zijn voorzien van de Block IIIA-raket omdat het enkele jaren zal duren voordat de voorraad nieuwe Block IIIC-raketten op niveau zal zijn.

Financiële aspecten

Met het project «Standard Missile 2 Block IIIA» is een investering gemoeid tussen de € 25 miljoen en € 100 miljoen1. Deze investering komt in 2019 ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Aangezien Defensie voornemens is, na parlementaire behandeling, eind oktober financiële verplichtingen aan te gaan, ontvangt u in de commercieel-vertrouwelijke bijlage (kenmerk BS2019018751) de gedetailleerde financiële informatie2.

Vooruitblik

Aangezien het projectbudget minder bedraagt dan € 100 miljoen ben ik voornemens de Defensie Materieel Organisatie te mandateren het project uit te voeren. De Kamer zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd door middel van de begroting, het departementale jaarverslag en het Defensieprojectenoverzicht.

Zoals hiervoor uiteengezet kunnen Nederland en andere gebruikers van de SM-2 raket aansluiten bij een bestelling van de Amerikaanse marine. Het betreft de laatste productieserie van de Block IIIA-versie. Uiterlijk eind oktober 2019 moet Nederland de bestelling plaatsen en daarmee de verplichting aangaan. Ik verzoek de Kamer hiermee rekening te houden bij de behandeling van deze A-brief.

De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser


  1. Abusievelijk is in het overzicht op pag. 124 van het Defensieprojectenoverzicht van 17 september jl. voor dit project een bandbreedte vermeld van € 100 tot € 250 miljoen.↩︎

  2. Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎