Gewijzigd amendement van het lid Smeulders t.v.v. nr. 16 over onteigening als de eigenaar niet overgaat tot zelfrealisatie
Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten vanwege opname in de Omgevingswet van regels over het vestigen van een voorkeursrecht, regels over onteigening, bijzondere regels voor het inrichten van gebieden en, met het oog op verschillende typen gebiedsontwikkelingen, een verdere aanpassing van de regels over kostenverhaal (Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2019D39824, datum: 2019-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35133-21).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H.M. Smeulders, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35133 -21 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten vanwege opname in de Omgevingswet van regels over het vestigen van een voorkeursrecht, regels over onteigening, bijzondere regels voor het inrichten van gebieden en, met het oog op verschillende typen gebiedsontwikkelingen, een verdere aanpassing van de regels over kostenverhaal (Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet) .
Onderdeel van zaak 2019Z19110:
- Indiener: P.H.M. Smeulders, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-10-15 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2019-10-16 14:00: Aanvang middagvergadering: Stemmingen (over moties ingediend bij het debat over de Europese top) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 133 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten vanwege opname in de Omgevingswet van regels over het vestigen van een voorkeursrecht, regels over onteigening, bijzondere regels voor het inrichten van gebieden en, met het oog op verschillende typen gebiedsontwikkelingen, een verdere aanpassing van de regels over kostenverhaal (Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet)
Nr. 21 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SMEULDERS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 161
Ontvangen 8 oktober 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 1.1, onderdeel G, wordt artikel 11.7 als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «belanghebbende» vervangen door «eigenaar van of een beperkt gerechtigde op de onroerende zaak».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het tweede lid is niet van toepassing als het gaat om een onroerende zaak waarvoor:
a. niet eerder een onteigeningsbeschikking is gegeven vanwege het ontbreken van de noodzaak tot onteigening, bedoeld in artikel 11.5, onder b, in samenhang met dat lid, en binnen drie jaar na het kenbaar maken, bedoeld in dat lid, onder b, vanwege oorzaken die de eigenaar of beperkt gerechtigde had kunnen voorkomen geen begin is gemaakt met de verwezenlijking van de beoogde vorm van ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving, of
b. in de bekrachtigingsprocedure of in hoger beroep het verzoek tot bekrachtiging van de onteigeningsbeschikking is afgewezen respectievelijk de onteigeningsbeschikking is vernietigd vanwege het kennelijk ontbreken van de noodzaak tot onteigening, bedoeld in artikel 11.5, onder b, in samenhang met dat lid, en binnen drie jaar na die uitspraak vanwege oorzaken die de eigenaar of beperkt gerechtigde had kunnen voorkomen geen begin is gemaakt met de verwezenlijking van de beoogde vorm van ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving.
Toelichting
Indiener is van mening dat een sanctiemogelijkheid ontbreekt indien een eigenaar een beroep doet op zelfrealisatie, waardoor onteigening niet mogelijk is, maar de realisatie vervolgens uitblijft, zoals ook de Rli in haar advies «Grond voor gebiedsontwikkeling» signaleerde. Dan zou de gemeente alsnog (en versneld) tot onteigening over moeten kunnen gaan. In artikel 11.7, tweede lid, is in ieder geval nader gedefinieerd wanneer zelfrealisatie aannemelijk is.
Het lijkt de indiener redelijk dat, indien de eigenaar niet is gestart met deze realisatie binnen drie jaar na de constatering dat er niet onteigend kan worden wegens zelfrealisatie, alsnog tot onteigening kan worden overgegaan. Die drie jaar sluit aan op artikel 11.21, eerste lid (rechtsgevolgen niet verwezenlijken onteigeningsbelang).
Smeulders
Vervanging in verband met een wijziging in toelichting.↩︎