[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

EC consultatie betreffende de evaluatie van de Richtlijn 2006/54 over gelijke beloning tussen mannen en vrouwen

Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Brief regering

Nummer: 2019D40113, datum: 2019-10-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-31-539).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-539 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.

Onderdeel van zaak 2019Z19267:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 539 BRIEF VAN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2019

In opvolging van de afspraak in het Algemeen Overleg op 12 februari 2013 inzake informatievoorziening over Europese besluitvorming (Kamerstuk 22 112, nr. 1581) treft u bijgaand het antwoord van het kabinet op de Europese Commissie consultatie betreffende de evaluatie van de Richtlijn 2006/54 over gelijke beloning tussen mannen en vrouwen1. Dit antwoord is digitaal verstuurd aan de Europese Commissie.

In de evaluatie van de Richtlijn is gevraagd naar het effect van de bepalingen van de Richtlijn op het dichten van de loonkloof in lidstaten. Daarnaast werd gevraagd welke maatregelen volgens deelnemers het meeste effect hebben gesorteerd.

Het Kabinet heeft deze consultatie ingevuld vanuit staand beleid. Nederland ondersteunt de wenselijkheid en noodzakelijkheid om initiatieven en maatregelen te nemen die er op gericht zijn de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt te bevorderen en de loonverschillen te dichten. Nederland is echter van mening dat de lidstaten en de Commissie ieder hun eigen verantwoordelijkheid hebben op dit gebied.

Wanneer de Europese Commissie in de toekomst nieuwe initiatieven op dit terrein publiceert, dan beoordeelt het Kabinet deze op de eigen merites en in lijn met de Kamerbrief over de sociale dimensie van de EU.2

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Kamerstuk 21 501-31, nr. 527.↩︎