[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Futselaar en Leijten over het afkondigde onderzoek naar hoogleraar Kochenov van de Rijksuniversiteit Groningen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D42538, datum: 2019-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-526).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z18458:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

526

Vragen van de leden Futselaar en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het afgekondigde onderzoek naar hoogleraar Kochenov, ook wel paspoortprofessor genoemd (ingezonden 1 oktober 2019).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 30 oktober 2019).

Vraag 1

Vindt u het terecht dat er onderzoek wordt gedaan naar de Groningse hoogleraar Kochenov vanwege de paspoorthandel in de Europese Unie (EU)?1

Antwoord 1

Ik ondersteun het initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen (hierna: RUG) om onderzoek te doen naar de advieswerkzaamheden van de betrokken hoogleraar. Van belang is wel dat dit onderzoek onafhankelijk wordt uitgevoerd. De RUG heeft mij laten weten dit onderzoek inderdaad onafhankelijk te laten uitvoeren. Meer in het algemeen merk ik op dat advieswerkzaamheden, en de context waarin deze werden verricht, moeten passen bij de rol van wetenschapper. In artikel 1.6. van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is bepaald dat wetenschappers academische vrijheid genieten. Die academische vrijheid is een hoog goed dat gekoesterd moet worden. Inherent verbonden hieraan is dat (de schijn van) belangenverstrengeling voorkomen moet worden; van wetenschappers mag verwacht worden dat zij varen op een sterk moreel kompas.

Vraag 2

Hoe verklaart u dat de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) niet eerder onderzoek heeft gedaan naar belangenverstrengeling? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Het instellen van een onderzoek naar iemands doen en laten vraagt een goede afweging van individuele belangen en het algemeen belang. Welke afwegingen de RUG hierin heeft gemaakt en wanneer zal moeten blijken uit het onafhankelijke onderzoek.

Vraag 3

Wie gaat het onderzoek naar de hoogleraar doen?

Antwoord 3

Volgens de RUG zal het onderzoek worden uitgevoerd onder leiding van een onafhankelijke, externe voorzitter ondersteund door een extern onderzoeksbureau.

Vraag 4

Wat is de precieze onderzoeksopzet van de RuG? Bent u bereid dit op te vragen?

Antwoord 4

Het onderzoek van de RUG zal, afhankelijk van de periode waarop het onderzoek betrekking heeft, inzicht moeten bieden in de vraag of voldaan is aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (2014) of de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018. Ook zal het onderzoek een antwoord moeten geven op de vraag of de nevenwerkzaamheden van de betrokken hoogleraar in overeenstemming zijn met de Sectorale regeling nevenwerkzaamheden van de universiteiten, met name met betrekking tot de in artikel 11 genoemde criteria.2 In artikel 11 is onder meer bepaald dat geen toestemming voor werkzaamheden wordt verleend voor nevenwerkzaamheden die de wetenschappelijke, organisatorische of zakelijke belangen van de universiteit schaden dan wel waarbij (de schijn van) belangenverstrengeling aanwezig is.

De RUG neemt zelf de verantwoordelijkheid om dit onderzoek uit te laten voeren en de opzet hiervan te bepalen. Ik zal het verzoek wat de precieze onderzoeksopzet van de RUG is, nadrukkelijk overbrengen aan de RUG. Ik heb de Inspectie van het onderwijs gevraagd om vervolgens de bevindingen van het onderzoek ten aanzien van de nevenwerkzaamheden en eventuele belangenverstrengeling te beoordelen en mij daarover te adviseren.

Vraag 5

Wanneer verwacht u dat het onderzoek naar belangenverstrengeling is afgerond?

Antwoord 5

Er zal door de RUG naar worden gestreefd om het onderzoek zo spoedig mogelijk met inachtneming van de zorgvuldigheid die een dergelijk onderzoek noodzakelijkerwijs met zich meebrengt af te ronden.

Vraag 6

Vindt u het wenselijk dat wetenschappers die in dienst zijn van een onderwijsinstelling regeringen van de EU of daarbuiten van betaald advies voorzien? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6

Ja, ik vind advisering in het algemeen wenselijk. Kennisoverdracht, in het kader van onderwijs en onderzoek, is één van de kerntaken van de universiteit. Het is een goede zaak wanneer regeringen een beroep doen op de expertise van wetenschappers. Het spreekt voor zich dat wetenschappers zich hierbij bewust moeten zijn van mogelijke risico’s, zoals dat van belangenverstrengeling.


  1. https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2303565-onderzoek-naar-groningse-hoogleraar-vanwege-paspoorthandel-malta.html↩︎

  2. Bijlage bij de cao Nederlandse Universiteiten (juli 2017).↩︎