Antwoord op vragen van het lid De Roon over inzet door Turkije van fosforbommen en/of -granaten in Noord-Syrië
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D42830, datum: 2019-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-547).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z20177:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: R. de Roon, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
547
Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over inzet door Turkije van fosforbommen en/of -granaten in Noord-Syrië. (ingezonden 22 oktober 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 30 oktober 2019).
Vraag 1
Deelt u de mening dat het gebruik van fosforbommen en/of -granaten door Turkse strijdkrachten in burgerzones in Noord-Syrië in strijd met de Conventies van Genève is?1
Antwoord 1
Witte fosfor bevattende munitie wordt gebruikt in rookgranaten voor artillerie, alsmede in munitie voor het verlichten van het slagveld. Het gebruik van deze munitie is, mits in overeenstemming met de regels van het humanitair oorlogsrecht, niet verboden. Hoewel het humanitair oorlogsrecht geen specifiek verbod op fosformunitie bevat, dient bij het gebruik van munitie, ongeacht het type of soort, het betreffende recht te worden nageleefd. Het gaat hier met name om de beginselen van proportionaliteit, het onderscheid tussen burgers en combattanten, en de plicht tot het nemen van alle mogelijke voorzorgsmaatregelen ter bescherming van de burgerbevolking. Op dit moment beschik ik niet over informatie die bevestigt dat er daadwerkelijk fosformunitie is gebruikt tegen de burgerbevolking in Noord-Syrië. Zie ook mijn antwoord op de vragen van het lid Ploumen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 548).
Vraag 2
Wilt u zich inzetten om te bevorderen dat vermoedens van dergelijke inzet adequaat worden onderzocht door daartoe geschikte instanties en dat zo nodig ook strafrechtelijke vervolging zal plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja. De Organisatie voor een Verbod op Chemische Wapens (OPCW) heeft aangegeven dat zij informatie verzamelt. Zoals bekend steunt en stimuleert Nederland de Organisatie voor een Verbod op Chemische Wapens (OPCW) waar het kan. De OPCW is de geëigende instantie om onderzoek te doen naar beschuldigingen van gebruik van chemische wapens. Overigens sluit ik daarmee acties via andere kanalen nadrukkelijk niet uit. Zie ook mijn antwoord op de vragen van het lid Ploumen.
Vraag 3
Wilt u deze vragen beantwoorden voor 29 oktober 2019? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ik heb mijn uiterste best gedaan om aan uw verzoek tegemoet te komen.
«Evidence of Turkish phosphorus attack mounts in Syria», The Times, 21 oktober 2019 (https://www.thetimes.co.uk/article/syria-invasion-phosphorus-evidence-mounts-against-erdogan-7v2thnhtd).↩︎