Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 24 oktober 2019
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Brief regering
Nummer: 2019D43935, datum: 2019-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-31-541).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-541 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.
Onderdeel van zaak 2019Z21078:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-11-06 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-19 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-11-27 16:00: Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 10 december 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 541 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2019
Hierbij ontvangt u het verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 24 oktober 2019.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
VERSLAG RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 24 oktober 2019
Raadsonclusies over Economy of Wellbeing
De Raadsconclusies over Economy of Wellbeing zijn aangenomen.
Versterken non-discriminatie in de EU
Tijdens het debat brachten meerdere lidstaten naar voren discriminatie harder te willen bestrijden. Diverse lidstaten maakten duidelijk dat het nodig is de conceptrichtlijn gelijke behandeling weer een nieuwe kans te geven. Volgens sommige lidstaten is deze conceptrichtlijn een cruciaal instrument tegen discriminatie in de EU. Een beperkt aantal lidstaten sprak uit wetgeving op nationaal niveau voldoende te vinden. Een aantal lidstaten gaf aan dat wetgeving belangrijk is, maar niet genoeg. Er moet meer werk gemaakt worden van het beter informeren van mensen over hun rechten en mogelijkheden voor een gang naar de rechter. De rechten van gehandicapten werden specifiek genoemd. Toegankelijkheid van gehandicapten tot diensten is een EU brede uitdaging. Daarnaast werd er in het debat ook veel melding gemaakt van voorbeelden van discriminatie van LGBTI-gemeenschappen, etnische groepen, migranten en armen.
Nederland heeft het nationale actieprogramma tegen discriminatie toegelicht. Daarnaast heeft Nederland steun uitgesproken voor het doel van de conceptrichtlijn gelijke behandeling en aangegeven te hopen dat de nieuwe Commissie verdere inspanningen zal plegen rondom dit thema.
Mededeling over meer efficiënte besluitvorming in het sociale domein
In haar presentatie gaf de Europese Commissie aan dat de vier mededelingen die begin 2019 zijn gepubliceerd, als doel hadden het debat aan te zwengelen over meer efficiënte besluitvorming op EU-niveau. Op een beperkt aantal onderdelen van het sociaal EU-beleid wordt met eenparigheid van stemmen besluiten genomen. Volgens de Commissie zou overstappen naar besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, besluitvorming in de EU sneller, flexibeler en efficiënter kunnen maken. Ook zou het makkelijker worden besluiten te nemen die inspelen op de behoeften van burgers.
De meeste lidstaten zijn net als Nederland niet positief over het idee over te stappen naar meer gekwalificeerde meerderheid.
Raadsconclusies over «de toekomst van werk: de Europese Unie bevordert de honderdjarige verklaring van de Internationale Arbeids Organisatie».
De Raadsconclusies over «de toekomst van werk: de Europese Unie bevordert de honderdjarige verklaring van de Internationale Arbeids Organisatie» zijn aangenomen.
Het afstemmen van vaardigheden en behoeften op de arbeidsmarkt in de veranderende wereld van werk
Tijdens het beleidsdebat waren lidstaten het eens over het belang van een levenlang leren. Samenwerking tussen regering, onderwijs, werkgevers, industrie, werknemersvertegenwoordigers en andere stakeholders is hierbij essentieel. Meerdere lidstaten benoemden dat goed gemeten dient te worden welke vaardigheden in de toekomst nodig zijn. In sommige lidstaten zijn recentelijk reeds arbeidsmarktanalyse systemen opgetuigd om vraag en aanbod beter op elkaar te kunnen afstemmen. Een aantal lidstaten benadrukte dat vervolgopleidingen makkelijk toegankelijk moeten zijn en op maat gesneden naar behoeften. Carrièreadvies is belangrijk en ook moet er aandacht zijn voor meer achtergestelde groepen. Komend EU-voorzitter Kroatië gaf aan dat een levenlang leren één van de prioriteiten zal zijn tijdens het Kroatisch EU-voorzitterschap.
Nederland heeft tijdens het debat benadrukt dat vaardigheden en onderwijs van cruciaal belang zijn. Het snelle en onvoorspelbare karakter van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt vergt een aanzienlijke flexibiliteit van de mensen. Voor werknemers zijn opleidingen en aanpassingsvermogen in de toekomst van cruciaal belang. Als voorbeeld heeft Nederland het STAP-budget1 genoemd.
Europees Semester
De hoofdboodschappen van het Werkgelegenheidscomité omtrent de arbeidsmarkt en werkgelegenheid in de EU en van het Sociaal Beschermings Comité omtrent de sociale situatie in de EU zijn aangenomen.
Overige punten
Op 16 oktober jl. heeft uw Kamer de motie van het lid Asscher, over de toegang van het mkb tot het Europees Globaliseringsfonds (EGF), aangenomen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1481). In het debat voorafgaand aan de stemming over deze motie is benadrukt dat de uitvoering van deze motie niet mag leiden tot vertraging van de Europese besluitvorming. De Raad en het Europees parlement hebben inmiddels ingestemd met het voorstel van de Europese Commissie, waarmee de besluitvorming onverwijld is afgerond. Daarbij heeft het Europees parlement in een separate verklaring2 gepleit voor flexibele toepassing van de reeds bestaande uitzonderingsbepaling voor aanvragen onder de drempelwaarde van 500 ontslagen werknemers in het geval van een no deal Brexit. Het kabinet onderschrijft, in lijn met de motie de strekking van deze verklaring, te meer omdat de toepassing van dit artikel in het belang is van het mkb. Dit staat dan ook expliciet genoemd in de verklaring.
De Europese Commissie heeft tijdens de bespreking van het voorstel in de Raad ook bevestigd dat dit artikel gebruikt kan worden voor aanvragen vanuit het mkb. Het kabinet vertrouwt erop dat met de toelichting van de Europese Commissie en de verklaring van het Europees parlement de toegang tot het EGF voor het mkb in het geval van een no deal Brexit waarborgen. In reactie op de Kamervragen van het lid Verhoeven (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 269) heeft het kabinet tevens aangegeven dat het zich zal inzetten om in goede samenwerking met mede-overheden en bedrijfsleven aanvragen met een zo’n groot mogelijke kans van slagen tot stand te laten komen. SZW licht bedrijven voor en begeleidt en ondersteunt EGF-aanvragen.