Digitalisering strafrechtketen
Rechtsstaat en Rechtsorde
Brief regering
Nummer: 2019D45032, datum: 2019-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-548).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -548 Rechtsstaat en Rechtsorde.
Onderdeel van zaak 2019Z21659:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-14 13:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-26 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-03-05 15:00: Strafrechtketen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-03-11 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 548 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2019
Tijdens de behandeling van het Jaarverslag en de Slotwet van het Ministerie van JenV 2018 op 27 juni 2019 (Kamerstuk 35 200 VI, nr. 17) heeft de Minister van JenV toegezegd u vóór de behandeling van de begroting 2020 schriftelijk te informeren over de digitalisering van de strafrechtketen. In deze brief gaan wij in op de achtergrond en doelen van het digitaliseringstraject, de belangrijkste projecten die in dit kader worden uitgevoerd, de wijze waarop invulling wordt gegeven aan een toekomstbeeld van de keteninformatievoorziening en de wijze waarop op de kwaliteit en de voortgang van het traject wordt gestuurd.
Achtergrond en doelstellingen digitalisering
In onze brief van 26 juni 2019 over de voortgang bij het uitvoeren van de ambities van de strafrechtketen hebben wij u geïnformeerd over de voortgang van de digitalisering.1 De digitalisering wordt uitgevoerd mede met behulp van middelen die op grond van het Regeerakkoord beschikbaar zijn voor de digitalisering van werkprocessen. Voor 2019 is circa € 50 miljoen beschikbaar en in de jaren 2021 en 2022 € 45 miljoen per jaar.
De uitvoering van het digitaliseringstraject vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB). Het BKB heeft 3 thema’s met bijbehorende resultaten (doelen) vastgesteld voor het jaar 2021:
Papier uit de keten
Processen-verbaal gaan digitaal de keten in («digital born») en strafrechtelijke beslissingen worden digitaal opgesteld en verwerkt ten behoeve van de executie.
Multimedia
Alle beeld- en audiomateriaal, relevant voor het procesdossier (bewijsmateriaal), is beschikbaar voor alle partijen, waar dan ook, in de strafrechtketen.
Dienstverlening
De burger kan kiezen in het «soort» contact (face-to-face, telefonisch, papier, mail, internet via ketenbreed slachtofferportaal), kan gelijk zaken regelen (aangifte zo snel en makkelijk mogelijk maken), heeft op ieder moment inzicht in voortgang van zaak, kan tijdig en in begrijpelijke taal met de «keten» communiceren, bepaalt zelf waarover hij wil worden geïnformeerd en waarover niet en wordt gefaciliteerd bij de uitoefening van zijn rechten in een strafzaak.
Projecten
Zoals wij in onze hiervoor genoemde brief van 26 juni jongstleden hebben toegelicht zijn diverse projecten in uitvoering en zijn enkele projecten al afgerond. In het kader van het thema dienstverlening is begin 2019 het vernieuwde Digitaal Loket Verkeer (DLV) «live» gegaan en wordt gewerkt aan een Ketenbreed Informatieportaal voor slachtoffers. Ook voor andere doelgroepen, zoals de advocatuur, worden portalen gerealiseerd dan wel verbeterd.
In het kader van het thema papier uit de keten was één van de belangrijkste projecten in de afgelopen tijd het project Alle Zaken Digitaal (AZD). Het doel van AZD was om de stukkenstroom bij de behandeling van meervoudige kamerzaken en zaken waarin verdachten voorlopig zijn gehecht te digitaliseren vanaf het moment van het ontvangen van de zaken bij het OM en verwerken tot en met het aanbrengen op de zitting. Het project is conform planning en verwachting succesvol afgerond. Inmiddels is 96% van de strafzaken tussen OM en rechtspraak gedigitaliseerd. Naarmate de implementatie van AZD vordert zal dit percentage verder omhoog gaan.
Een ander belangrijk project in het kader van papier uit de keten is het Digitaal Proces Dossier (DPD). Het doel van dit project is om aan de voorkant van de keten tussen politie en OM digitale uitwisseling van gegevens en documenten mogelijk te maken. Het gaat hierbij in eerste instantie om zaken op het gebied van veelvoorkomende criminaliteit (circa 80% van alle zaken). Na invoering van DPD hoeven documenten niet meer te worden geprint, gekopieerd of te worden gescand. In enkele proeftuinen is al ervaring opgedaan met de digitale uitwisseling van documenten. In 2019 of begin 2020 zal meer duidelijkheid komen over het moment waarop kan worden gestart met de implementatie van DPD in de eerste 4 eenheden van de politie.
Het aanleveren van multimedia door burgers aan de politie, en het verwerken door de partijen in de strafrechtketen hiervan, is momenteel tijdrovend en niet eenduidig georganiseerd en geborgd. Het is ook een grote uitdaging om hiervoor een duurzame oplossing te realiseren. In het kader van het thema multimedia wordt daarom onderzocht op welke wijze een multimediavoorziening kan worden gerealiseerd die het mogelijk maakt om de door burgers, bedrijven en externe partijen aangeleverde bestanden te ontvangen en vervolgens te gebruiken in het ketenproces. Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan de realisatie van een portaal dat uiteraard moet voldoen aan hoge eisen op het gebied van functionaliteit, beveiliging en privacy. Zoals het lid Van Dam (CDA) al tijdens de behandeling van het jaarverslag constateerde is de wijze van opslag van de bestanden hierbij een belangrijk aandachtspunt. Hoewel er nog geen beslissing is genomen wordt hierbij ook overwogen om gebruik te maken van een externe «cloudoplossing», waarbij bestanden worden opgeslagen in datacentra die onder beheer staan van externe partijen. Dit kan uiteraard alleen als deze oplossing de benodigde waarborgen biedt op het gebied van beveiliging, privacy en wet- en regelgeving. Wij verwachten dat hierover volgend jaar meer duidelijkheid is en zullen u dan nader informeren.
Toekomstbeeld
De digitaliseringsprojecten zijn er op gericht om de hiervoor genoemde doelen te realiseren. Naast de in deze brief toegelichte projecten worden en zullen nog meer digitaliseringsprojecten de komende jaren worden uitgevoerd. Het is van belang dat al deze projecten passen binnen een samenhangend stelsel van voorzieningen op het gebied van de informatievoorziening en ICT. De verschillende te realiseren voorzieningen moeten immers binnen een keten goed op elkaar aansluiten. Daarom wordt gewerkt aan een ketenarchitectuur, ofwel een stelsel van afspraken om de samenwerking tussen ketenpartijen te stroomlijnen. Onder verantwoordelijkheid van het Bestuurlijk Ketenberaad werkt een Architectuurraad, waaraan architecten namens alle betrokken ketenorganisaties deelnemen, aan de uitwerking van deze afspraken.
De komende tijd werkt de Architectuurraad verder aan het stelsel van afspraken, waaronder een ketendoelarchitectuur, waarin preciezer is vastgelegd hoe de keteninformatievoorziening in 2024 is georganiseerd. Wij zullen u in de eerstvolgende brief over de ontwikkelingen in de strafrechtketen – medio 2020 – nader informeren over de inhoud van deze ketendoelarchitectuur.
Monitoring en externe review
Uiteraard is het noodzakelijk om binnen het digitaliseringstraject goed te sturen op de kwaliteit en voortgang van de projecten. Dit gebeurt onder meer door de hiervoor genoemde Architectuurraad die de (potentiële) projecten toetst op aspecten als duurzaamheid en bestaande ketenafspraken. In het kader van een ketenportfolioproces worden de (potentiële) projecten op overige kwaliteitsaspecten (of het project bijvoorbeeld voldoende bijdrage levert aan de ketendoelstellingen) getoetst en worden de planning, voortgang en uitgaven bewaakt. Voor deze laatste aspecten wordt gewerkt met maandelijkse voortgangsrapportages. Verder zullen ten behoeve van de grotere projecten BIT-toetsen worden uitgevoerd. Ook wordt elk jaar een Gateway-review uitgevoerd. De Gateway geeft weer hoe het digitaliseringstraject ervoor staat en doet aanbevelingen om de kans op succes te vergroten. Een door het Bestuurlijk Ketenberaad ingesteld Opdrachtgeversberaad (OGB), bestaande uit bestuurders van de betrokken ketenorganisaties, stuurt het digitaliseringstraject aan op basis van genoemde rapportages, adviezen en reviews.
Tot slot
Zoals uit deze brief blijkt is het digitaliseringstraject van de strafrechtketen volop in uitvoering. Er wordt hierbij gestuurd op het realiseren van de vastgestelde doelstellingen op korte termijn (jaar 2021), maar ook op het realiseren van een meer duurzame keteninformatievoorziening op middellange termijn (2024). Door middel van verschillende instrumenten, zoals rapportages en externe reviews, wordt de voortgang en mate van doelbereiking gemonitord. Deze instrumenten zijn hard nodig om een taai en complex proces met een groot aantal betrokken organisaties zo goed mogelijk uit te voeren.
Daarnaast worden – in plaats van één groot ICT-project – vooral overzichtelijke en in tijd en geld beperkte projecten uitgevoerd. Dit biedt meer mogelijkheden om tussentijds bij te sturen door bijvoorbeeld projecten die slecht lopen voortijdig te beëindigen.
De inspanningen zijn erop gericht om de hiervoor toegelichte resultaten (doelen) te halen. Door middel van de jaarlijkse voortgangsbrief over de uitvoering van de ambities van de strafrechtketen houden wij u de hoogte van de ontwikkelingen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Kamerstuk 29 279, nr. 526.↩︎