Amendement van het lid Nijkerken-de Haan c.s. over het opheffen van de uitzonderingen bij kinderbijslag en kindgebonden budget
Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2020)
Amendement
Nummer: 2019D45072, datum: 2019-11-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35275-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.N.A. Nijkerken-de Haan, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35275 -8 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2020).
Onderdeel van zaak 2019Z21673:
- Indiener: C.N.A. Nijkerken-de Haan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 275 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2020)
Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID NIJKERKEN-DE HAAN C.S.
Ontvangen 11Ā november 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET
De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7, vijfde lid, vervalt.
B
Artikel 7aa vervalt.
C
In artikel 11 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
II
Na artikel XVIIE worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XVIIEA WET OP DE STUDIEFINANCIERING
Artikel 150 van de Wet op de studiefinanciering vervalt.
ARTIKEL XVIIEB WET OP HET KINDGEBONDEN BUDGET
Artikel 6a van de Wet op het kindgebonden budget vervalt.
ARTIKEL XVIIEC WET STUDIEFINANCIERING 2000
In artikel 14.1., derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 wordt Ā«150Ā» vervangen door Ā«148Ā».
III
Na artikel XIXA wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XIXAB
Artikel 13 van de Algemene Kinderbijslagwet wordt niet toegepast in het jaar 2020 voor zover het gaat om het verhogen van het bedrag, genoemd in artikelĀ 12, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet.
Toelichting
Met dit amendement wordt geregeld dat de uitzonderingspositie bij de kinderbijslag en het kindgebonden budget voor ouders met kinderen die in het hoger onderwijs studeren en recht hebben op studiefinanciering, wordt opgeheven. Ook wordt met dit amendement geregeld dat de uitzonderingspositie bij de kinderbijslag en het kindgebonden budget voor ouders met kinderen van 16ā17Ā jaar die een salaris of stagevergoeding boven de bijverdiengrens als bedoeld in artikelĀ 7, vijfde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) ontvangen, wordt opgeheven. Dit betekent dat het ontvangen salaris of de stagevergoeding bijvoorbeeld bij het doorlopen van een BOL-traject (beroepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg) of BBL-traject (beroepsopleiding in de beroepsbegeleidende leerweg) er niet toe leidt dat de kinderbijslag vervalt. Dit heeft als gevolg dat ten aanzien van een kind dat studeert in het hoger onderwijs of een salaris of stagevergoeding ontvangt, het recht bestaat op kinderbijslag en aanspraak op het kindgebonden budget. Deze wijziging is in overeenstemming met de in de beleidsdoorlichting van artikelĀ 10 van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemaakte opmerkingen ten aanzien van dit recht.1 Na de noodzakelijke aanpassingen in onder andere de AKW zullen ook deze ouders recht krijgen op kinderbijslag en het kindgebonden budget. De indieners zijn van mening dat het niet uit te leggen valt dat deze ouders op dit moment geen recht hebben op kinderbijslag en eventueel kindgebonden budget als gevolg van de bijzondere studieloopbaan van hun kinderen. De indieners zijn dan ook blij dat zij āĀ bij voldoende steun in beide KamersĀ ā deze ouders in de kosten voor hun kinderen tegemoet kunnen komen, zoals ook voor andere ouders geldt.
De indieners regelen in dit amendement ook dat de noodzakelijk dekking wordt gevonden door de bedragen van de kinderbijslag in 2020 niet te indexeren en daarbij de vereiste kasschuif vanuit latere jaren, om het niet volledig toereikende bedrag in 2020 te compenseren, uit te voeren. Deze dekking is volgens de indieners gerechtvaardigd, omdat door niet-indexering de kinderbijslag per saldo niet verhoogd wordt met het relatief beperkte bedrag van ā¬Ā 4 per kwartaal, terwijl voor een grote groep nu uitgesloten ouders het recht op kinderbijslag en kindgebonden budget ontstaat.
Nijkerken-de Haan
Bruins
Peters
Van Weyenberg
Kamerstukken II, 2018/19, 30Ā 982, nr.Ā 46.ā©ļø