Stand van zaken Aanpak online seksueel kindermisbruik
Kindermishandeling
Brief regering
Nummer: 2019D47738, datum: 2019-11-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31015-180).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 31015 -180 Kindermishandeling.
Onderdeel van zaak 2019Z23068:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-28 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-04 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-12-18 10:00: Zeden (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 015 Kindermishandeling
Nr. 180 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2019
De aanpak van online seksueel kindermisbruik is van groot belang en in mijn voortgangsbrief van 3 juli 20191 gaf ik aan de problematiek in Europa te agenderen. Inmiddels heb ik de aanpak geagendeerd en besproken in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-raad) op 7 en 8 oktober 2019 (Kamerstuk 32 317, nr. 577). In een aparte bijeenkomst en marge hiervan heb ik opgeroepen tot een integrale aanpak van online seksueel kindermisbruik. Voorafgaand aan deze dagen heb ik een bijeenkomst met justitie ministers van een aantal lidstaten georganiseerd en een effectievere bestrijding van online seksueel kindermisbruik doorgenomen. In voorliggende brief geef ik een nadere stand van zaken. Ook benoem ik het bestuursrechtelijke wetgevingstraject en ga ik kort in op een recente campagne van «Stop It Now».
Ministerieel overleg met de justitie ministers
Op 30 september 2019 organiseerde ik in Den Haag een bijeenkomst van de justitie ministers (of hun vertegenwoordigers) van Frankrijk, België, Luxemburg, Duitsland, Spanje en Italië.2 Hier heb ik de bestrijding van online seksueel kindermisbruik geagendeerd, met een focus op snelle verwijdering van online materiaal. Als aftrap gaven de directeuren van INHOPE3 en het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) in een onafhankelijke presentatie een onomwonden beeld van de problematiek. Voor Nederland bracht ik mijn integrale aanpak naar voren en heb ik de waarde van publiek-private samenwerking benadrukt. Ik heb daarbij opgeroepen om een stevige aanpak vorm te geven die naast publiek-private maatregelen ook preventieve, strafrechtelijke en mogelijk toekomstige bestuursrechtelijke maatregelen combineert. De Ministers verklaarden zich te zullen inzetten om seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen te bestrijden, zowel offline als online op EU-niveau.
Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen
Nederland heeft fors ingezet op Raadsconclusies over de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen4 en tijdens de JBZ-raad op 8 oktober zijn de conclusies aangenomen. De combinatie van preventieve acties en publiek-privaat samenwerken, naast stevig strafrechtelijk optreden, hebben hierin een belangrijke plaats gekregen. Daarbij is ook het belang van internationaal samenwerken onderstreept. De Commissie stelde dat met deze Raadsconclusies de Raad een duidelijk signaal geeft tegen seksueel kindermisbruik en benoemde het belang van preventieve maatregelen. Ik heb zelf in een interventie uitdrukkelijke steun uitgesproken voor de Raadsconclusies en de urgentie aangegeven om de conclusies in concrete acties om te gaan zetten. Het Finse voorzitterschap concludeerde dat er brede steun was voor de Nederlandse oproep.
EU internet forum
Tijdens het door de Commissie georganiseerde «EU Internet Forum» en marge van de JBZ-Raad op 7 oktober, heb ik de aanpak van online seksueel kindermisbruik actief geagendeerd. Ik heb mijn bijdrage benut om te wijzen op de impact van de problematiek, de urgentie om hier gezamenlijk binnen de EU tegen te strijden en de bredere integrale aanpak die ik daarbij succesvol acht. Daartoe heb ik het Nederlandse meersporenbeleid tegen seksueel kindermisbruik uiteengezet. Naast de versterking van de strafrechtelijke aanpak, heb ik opgeroepen ook prioriteit te geven aan preventiebeleid en aan een sterke publiek-private samenwerking. Besloten is de aanpak van online seksueel kindermisbruik te borgen door het voortaan structureel te agenderen op het EU internet forum.
Encryptie
Naar aanleiding van een aankondiging van een groot social media bedrijf om over te gaan op end-to-end encryptie, is opnieuw discussie ontstaan over de impact daarvan op de opsporing van ernstige misdrijven. Kamervragen van het lid Verhoeven (D»66) heb ik hierover recent beantwoord5. Ik ben bezorgd over de toekomstige effectiviteit van opsporing naar bijvoorbeeld het vervaardigen, verspreiden of bezitten van kinderporno, zware criminaliteit en terrorisme, omdat encryptie het (tijdig) verkrijgen van inzicht in de communicatie ten behoeve van de bescherming van de nationale veiligheid en de opsporing van strafbare feiten bemoeilijkt, vertraagt of zelfs onmogelijk maakt. Deze zorg doet niets af aan het belang dat ik ook hecht aan een veilige communicatie tussen burger, bedrijf en overheid, aan cybersecurity, aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en aan de toegevoegde waarde van encryptie voor de digitale economie in Nederland. Bovenstaande uitgangspunten zijn verwoord in het kabinetsstandpunt over encryptie uit 2016 en ik streef er naar oplossingen te vinden die binnen de kaders van het standpunt passen. Daarvoor is overleg en samenwerking met publieke en private belanghebbenden noodzakelijk, daarom start ik een nieuw overleg hierover.
Bestuursrechtelijke aanpak
In eerdergenoemde brief van 3 juli 2019 kondigde ik de start van een wetgevingstraject aan om de verwijdering van online kinderpornografisch materiaal middels het bestuursrecht af te dwingen. Het wetsvoorstel introduceert een wettelijke verplichting om online kinderpornografisch materiaal na een melding binnen een korte termijn ontoegankelijk te maken. Naleving van deze verplichting wordt afgedwongen met een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete. Dit is voor mij een belangrijk en urgent traject dat voortvarend is opgepakt, want ik wil zo snel mogelijk ter consultatie.
Nieuwe campagne «Stop It Now»
In november 2019 heeft het EOKM een nieuwe campagne gelanceerd in het kader van «Stop It Now». Op reguliere pornowebsites zijn banners geplaatst met als landingsplaats de campagnewebsite: www.stop-kindermisbruik.nl. De campagne roept op kinderporno te melden en het stimuleert mensen een hulplijn te bellen wanneer ze zelf pedofiele gevoelens denken te hebben, of vermoeden dat iemand in de omgeving die heeft.
Sluitende aanpak
Nu ik in internationaal verband het voortouw heb kunnen nemen om de aanpak van online seksueel kindermisbruik te stimuleren, kom ik tot een steeds meer sluitende aanpak. De combinatie van preventie, publiek-privaat samenwerken, bestuursrechtelijk handhaven en strafrechtelijk aanpakken biedt ook internationale partners een extra impuls om de strijd beter vorm te geven. Online seksueel kindermisbruik is een maatschappelijk probleem dat vanuit alle mogelijke kanten in de samenleving moet worden aangepakt: zowel binnen als buiten onze landsgrenzen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus