[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2019D48163, datum: 2019-11-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35350-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35350 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2019Z23030:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 350 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

B. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGARTIKELEN

1. Leeswijzer begroting

De voorliggende Tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Eerste suppletoire begroting 2019 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de HGIS.

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2. Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2019. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven af met EUR 57,5 miljoen en nemen de ontvangsten toe met EUR 31,8 miljoen.

Stand uitgaven VJN 2019 6.287,8 4.675,6
Totaal mutaties – 57,5 31,5
Stand uitgaven NJN 2019 6.230,3 4.707,1

De HGIS Standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening

De afname van de uitgaven is het gevolg van meerdere mutaties. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.

Bijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) 35,6 31,5
Overboekingen van en naar de HGIS 1,4
Desalderingen op ontvangsten 30,1
Kasschuif – 53,0
Toevoeging middelenafspraak huisvesting – 19,3
Verwachte onderuitputting – 52,3
TOTAAL – 57,5 31,5
1 In de tabel komen afrondingsverschillen voor

Toelichting uitgaven:

– Op basis van de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA-budget met EUR 31,5 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA-budget met EUR 4,1 miljoen verhoogd.

– Er vindt een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo neemt het HGIS-budget hierdoor met EUR 1,4 miljoen toe. Het betreft een aantal overhevelingen tussen Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Buitenlandse Zaken en Defensie.

– Desalderingen op ontvangsten: Een deel van de meerontvangsten op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader te verhogen (desaldering). Het gaat om hogere ontvangsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland (EUR 21,3 miljoen). Deze worden ingezet om herinvesteringen te doen binnen het huisvestingsdomein. Daarnaast stijgen de programma-ontvangsten op de BZ-begroting per saldo met EUR 3,9 miljoen hoofdzakelijk vanwege de extra consulaire ontvangsten. Deze worden ingezet om de hiermee gepaard gaande kosten op te vangen. Ten slotte nemen de ontvangsten bij Defensie toe vanwege een hogere bijdrage vanuit de VN voor de missie in Mali (MINUSMA).

– Kasschuif: De middelen die bij de Voorjaarsnota zijn toegevoegd aan de aanvullende post ten behoeve van de renovatie van het Vredespaleis (EUR 50 miljoen) worden doorgeschoven naar 2022, omdat deze naar verwachting niet eerder tot besteding komen. Ook de resterende EUR 3 miljoen van de middelen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bestemd voor de renovatie worden doorgeschoven naar 2022. Hierdoor neemt het budget voor de HGIS in 2019 af.

– Toevoeging middelenafspraak huisvesting: Het huisvestingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 19,3 miljoen doorgeschoven naar volgend jaar. Het restant van de verkopen (EUR 2 miljoen) uit 2019 wordt dit jaar geherinvesteerd.

– Verwachte onderuitputting: Binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken.

Stand ontvangsten VJN 2019 172,1 34,18
Totaal mutaties 31,7
Stand ontvangsten NJN 2019 203,8 34,18

Toelichting ontvangsten:

De ontvangsten binnen de HGIS nemen met EUR 31,7 miljoen toe. Deze toename kent een aantal oorzaken.

– Op de begroting van Defensie worden extra ontvangsten verwacht van EUR 5 miljoen vanuit de VN voor vredesmissies waaraan Nederland een bijdrage levert. Deze middelen worden binnen het Budget Internationale Veiligheid (artikel 1) ingezet.

– Op de begroting van Buitenlandse Zaken worden per saldo de programma-ontvangsten verhoogd met EUR 6,9 miljoen als gevolg van een nabetaling van de KMAR voor visaleges 2013–2018 en een vergoeding van de IND voor consulaire dienstverlening.

– Op de begroting van Financiën nemen de geraamde ontvangsten voor de internationale financiële instellingen af met EUR 1,4 miljoen. Deze raming betreft een stelpost en op basis van de ontwikkeling in 2019 wordt deze nu bijgesteld.

– Ten slotte zijn er extra ontvangsten (EUR 21,9 miljoen) op de begroting van Buitenlandse Zaken vanwege de verkoop van onroerend goed in het buitenland. Hiervan wordt EUR 2 miljoen via een desaldering ingezet om extra huisvestingsuitgaven mee te financieren. Het restant wordt toegevoegd aan het huisvestingsbudgetbudget voor 2020, wat in het kader van de middelenafspraak huisvesting voor dit doel beschikbaar blijft.

Voor een verdere toelichting op de diverse uitgaven- en ontvangstenmutaties wordt verwezen naar de begrotingsartikelen op de respectievelijke suppletoire begrotingen.

3. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Uitgaven

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 75,5 miljoen in 2019.

De meest in het oog lopende mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden hieronder toegelicht.

Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

De uitgaven worden met EUR 32,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is vooral het gevolg van een verlaging van de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties als gevolg van een daling van de werkelijke uitgaven. Daarnaast is het aantal aanvragen voor middelen vanuit het Stabiliteitsfonds lager dan geraamd.

Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie

De Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting gepresenteerd met daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus valt in totaal uit op EUR 1,8 miljard, wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van EUR 88 miljoen in 2019 tot gevolg heeft. In tegenstelling tot de verwachting bij de ontwerpbegroting voor 2020, is de aanvullende Europese begroting met daarin het surplus toch voldoende tijdig in 2019 aangenomen door het EP, zodat deze alsnog in de Nederlandse afdrachten van 2019 meeloopt. Met deze mutatie wordt het effect op de begroting voor 2019 verwerkt, bij de Voorjaarsnota van 2020 wordt het effect hiervan voor 2020 verwerkt. Hiernaast zijn de uitgaven voor invoerrechten in 2019 met EUR 33,6 miljoen naar beneden bijgesteld.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gedurende 2019 per saldo EUR 21,4 miljoen hoger uitgevallen. Naast een aantal kleine mutaties zijn de drie grootste mutaties:

Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie

De ontvangsten voor invoerrechten zijn in 2019 met EUR 6,7 miljoen naar beneden bijgesteld.

Artikel 4.1 en 4.2 Consulaire dienstverlening

De vergoedingen voor consulaire dienstverlening over voorgaande jaren (EUR 5,7 miljoen) zijn door de IND en de KMAR in 2019 betaald.

Artikel 7 Apparaat

De ontvangsten nemen toe met EUR 21,2 miljoen vanwege de verkoop van onroerend goed in Khartoem en Londen.

De mutaties worden bij onderdeel 5 nader toegelicht.

4. Beleidsartikelen

Artikel 1

Verplichtingen 105.487 123.155 3.280 3.701 130.136
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 123.487 128.581 1.700 – 1.048 129.233
waarvan juridisch verplicht 69% 100%
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 56.035 61.609 – 11.700 160 50.069
Subsidies
Internationaal recht 12.035 16.265 – 11.700 1.500 6.065
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Verenigde Naties 34.525 34.525 0 – 1.383 33.142
OESO 6.175 7.219 0 3 7.222
Internationaal Strafhof 3.300 3.600 0 3.600
Lidmaatschap VNVR 0 0 0 40 40
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 63.402 63.402 1.000 2.700 67.102
Subsidies
Landenprogramma's mensenrechten 34.252 34.252 0 0 34.252
Opdrachten
Landenprogramma's mensenrechten 1.500 1.500 0 0 1.500
bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's mensenrechten 20.000 20.000 0 0 20.000
Centrale mensenrechtenprogramma's 7.650 7.650 1.000 2.000 10.650
Press Freedom Day 2020 700 700
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 4.050 3.570 12.400 – 3.908 12.062
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Speciaal Tribunaal Libanon 1.900 1.919 0 40 1.959
Internationaal Strafhof 1.150 1.101 0 22 1.123
Nederland Gastland 900 450 2.000 30 2.480
Carnegiestichting 4.400 4.400
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Nederland Gastland 100 100 0 0 100
Bijdragen aan agentschap
Vredespaleis 6.000 – 4.000 2.000

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op dit artikel neemt per saldo met EUR 7 miljoen toe ten opzichte van de eerste suppletoire begroting. De stijging wordt veroorzaakt doordat er extra bijdrages worden gedaan aan het VN-secretariaat, analoog aan de uitgavenmutaties. Verder stijgt het budget als gevolg van het aangaan van verplichtingen die verband houden met het organiseren van de World Press Freedom Day 2020 in Nederland en twee bijdragen aan het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR).

Uitgaven

Artikel 1.1

Per saldo is sprake van een verlaging van EUR 11,5 miljoen. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt doordat het budget voor de renovatie van het Vredespaleis en de jaarlijkse bijdrage aan de Carnegiestichting wordt overgeheveld naar het beleidsartikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties. Tevens daalt de bijdrage aan de Verenigde Naties. Hier staat tegenover dat er een bijdrage aan het trustfund van het VN-secretariaat voor het project The Future We Want, The UN We Need wordt gedaan en Nederland ook een bijdrage levert aan de uitbreiding van de database voor het opslaan en monitoren van de opvolging van meldingen van grensoverschrijdend gedrag binnen de VN.

Artikel 1.2

Het budget voor de bescherming en bevordering van mensenrechten stijgt met EUR 3,7 miljoen. Deze verhoging is het gevolg van de inzet van extra middelen voor het organiseren van de World Press Freedom Day 2020 in Nederland en twee bijdragen aan het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR). Eén van de bijdragen betreft een aanvulling op een reeds bestaande overeenkomst inzake onderzoek naar mensenrechtenschendingen via accountability-mechanisms, terwijl de andere een intensivering in het kader van het LHBTI-beleid betreft.

Artikel 1.3

Het budget voor gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo toe met EUR 8,5 miljoen. Enerzijds ontstaat de mutatie doordat het budget voor de renovatie van het Vredespaleis en de jaarlijkse bijdrage aan de Carnegiestichting wordt overgeheveld vanuit het beleidsartikel 1.1 Goed functionerende internationale instellingen. Hier staat tegenover dat een deel van het budget voor het grootschalig onderhoud van het Vredespaleis wordt doorgeschoven naar volgende jaren via de eindejaarsmarge. Het betreft hier een reservering van middelen voor alternatieve huisvesting van het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage.

Artikel 2

Verplichtingen 275.449 263.194 1.675 – 8.225 256.644
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 291.000 292.831 – 2.860 – 28.120 261.851
waarvan juridisch verplicht 78% 100%
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 11.015 12.605 600 439 13.644
Subsidies
Programma ondersteuning buitenlands beleid 1.000 1.450 0 0 1.450
Atlantische Commissie 500 500 0 – 25 475
Opdrachten
Programma ondersteuning buitenlands beleid 500 500 0 0 500
Bijdragen (inter) nationale organisaties
NAVO 7.200 7.200 0 420 7.620
Veiligheidsfonds 500 1.640 600 0 2.240
WEU 565 565 0 44 609
Programma ondersteuning buitenlands beleid 250 250 0 0 250
Overige 500 500 0 0 500
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 14.351 14.302 0 1.345 15.647
Subsidies
Contra-terrorisme 4.000 4.000 0 1.500 5.500
Anti-terrorisme instituut 551 1.624 0 – 125 1.499
Opdrachten
Contra-terrorisme 1.000 1.000 0 0 1.000
Cyber security 4.700 4.148 0 – 200 3.948
Global Forum on Cyber Expertise 400 330 0 170 500
Overige 500 0 0 0 0
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contra-terrorisme 3.200 3.200 0 0 3.200
2.3 Wapenbeheersing 10.794 13.138 0 – 469 12.669
Bijdragen (inter) nationale organisaties
IAEA 7.317 7.317 0 – 317 7.000
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1.557 3.901 0 68 3.969
CTBTO 1.920 1.920 0 – 220 1.700
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 226.827 224.671 – 4.535 – 27.911 192.225
Subsidies
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) 31.000 31.000 0 – 5.161 25.839
Nederland Helsinki Comité 28 28 0 0 28
Opdrachten
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) 15.000 15.000 0 0 15.000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds) 44.722 44.722 0 – 5.161 39.561
OVSE 7.195 6.000 0 0 6.000
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 99.849 109.919 0 – 14.619 95.300
Training buitenlandse diplomaten 2.500 2.500 0 – 250 2.250
Inzet hoog-risico posten 20.000 4.743 0 0 4.743
Regionale Stabiliteit 2.000 0 2.000
Overige 6.533 10.759 – 6.535 – 2.720 1.504
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 28.013 28.115 1.075 – 1.524 27.666
Subsidies
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA» 11.822 12.447 1.075 – 1.469 12.053
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» 16.191 15.668 0 – 55 15.613
Ontvangsten 1.242 1.242 0 – 1.015 227
2.10 Doorberekening Defensie diversen 242 242 0 – 15 227
2.40 Restituties programma's 1.000 1.000 0 – 1.000 0

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het artikel veiligheid en stabiliteit neem per saldo met EUR 6,5 miljoen af in vergelijking met de eerste suppletoire begroting. Deze daling wordt in grote mate veroorzaakt door een verlaging van de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties als gevolg van lagere werkelijke uitgaven op het aantal missies vanuit de VN. Daarnaast worden de verplichtingen van het Stabiliteitsfonds verlaagd vanwege minder aanvragen.

Uitgaven

Artikel 2.1

De uitgaven binnen het subartikel goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid stijgen per saldo met EUR 1 miljoen. Deze stijging is grotendeels te wijten aan een Nederlandse bijdrage aan het Peacekeeping Intelligence Framework van het United Nations Department of Peacekeeping Operations (UNDPKO), dat beoogt fact-based besluitvorming binnen VN-missies effectiever te maken. Daarnaast stijgt de Nederlandse bijdrage aan het civiele budget van de NAVO conform de verdragsverplichtingen.

Artikel 2.2

Het budget voor de bestrijding van internationale criminaliteit en terrorisme neemt per saldo met EUR 1,3 miljoen toe. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van een intensivering van de Nederlandse bijdrage aan de internationale bestrijding van terrorisme en de berechting van voormalig IS-strijders in derde landen. Tevens wordt er een eerste bijdrage gedaan aan het nieuwe, in Den Haag gevestigde, Global Forum on Cyber Expertise.

Artikel 2.4

De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorden in internationaal verband worden met EUR 32,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is met name het gevolg van het feit dat de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd. De uitgaven voor het Stabiliteitsfonds worden verlaagd, omdat er minder een beroep op het fonds werd gedaan dan oorspronkelijk voorzien. Dit betrof ODA-middelen, die terugvloeien naar de BHOS-begroting. De ruimte die ontstond is benut voor activiteiten op het gebied van contra-terrorisme, mensenrechten en internationale rechtsorde.

Ontvangsten

Het naar beneden bijstellen van de ontvangsten houdt verband met lager dan geraamde restituties op (af)lopende programma’s.

Artikel 3

Verplichtingen 8.520.360 8.416.376 54.378 – 87.951 8.382.803
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 8.745.255 8.641.271 54.378 – 98.676 8.596.973
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 8.496.427 8.391.187 54.378 – 87.991 8.357.574
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdracht 4.647.575 4.542.335 87.991 – 87.991 4.542.335
BTW-afdracht 556.114 556.114 0 0 556.114
Invoerrechten 3.292.738 3.292.738 – 33.613 0 3.259.125
3.2 Europees ontwikkelingsfonds 234.281 234.281 0 – 9.553 224.728
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 234.281 234.281 0 – 9.553 224.728
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 9.720 9.720 0 483 10.203
Bijdragen (internationale organisaties
Raad van Europa 9.720 9.720 0 483 10.203
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4.827 6.083 0 – 1.615 4.468
Opdrachten
Programmatische ondersteuning 500 1.081 0 – 1.060 21
CECP 0 675 0 – 657 18
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage 3.979 3.979 0 70 4.049
EIPA 348 348 0 32 380
Ontvangsten 383.929 52.558 – 6.723 0 45.835
3.10 Diverse ontvangsten EU 383.679 52.308 – 6.723 0 45.585
Invoerrechten 658.548 658.548 – 6.723 0 651.825
Overige ontvangsten EU – 274.869 – 606.240 0 0 – 606.240
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 250 0 0 250

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor 2019 voor het artikel Europese samenwerking neemt af met EUR 34 miljoen. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven is toegelicht.

Uitgaven

Het Europees hof heeft op 31 oktober 2019 een uitspraak gedaan in de zaak van de Europese Commissie tegen het Koninkrijk der Nederlanden inzake de financiële aansprakelijkheid van Nederland voor fouten gemaakt door haar landen en gebieden overzee (LGO). Deze uitspraak wordt op dit moment nader onderzocht. Indien dit nog in 2019 leidt tot budgettaire consequenties zult u hierover via de veegbrief voor het Kerstreces worden geïnformeerd.

Artikel 3.1

De Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting gepresenteerd met daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus valt in totaal uit op EUR 1,8 miljard, wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van EUR 88 miljoen in 2019 tot gevolg heeft. In tegenstelling tot de verwachting bij de ontwerpbegroting voor 2020, is de aanvullende Europese begroting met daarin het surplus toch voldoende tijdig in 2019 aangenomen door het EP, zodat deze alsnog in de Nederlandse afdrachten van 2019 meeloopt. Met deze mutatie wordt het effect op de begroting voor 2019 verwerkt, bij de Voorjaarsnota van 2020 wordt het effect hiervan voor 2020 verwerkt. Hiernaast zijn de uitgaven voor invoerrechten in 2019 met EUR 33,6 miljoen naar beneden bijgesteld.

Artikel 3.2

De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2019 zijn met EUR 9,5 miljoen neerwaarts bijgesteld. De jaarlijkse vaststelling van het plafond in oktober door de Europese Commissie heeft ertoe geleid dat de bijdrage vanwege een verminderde liquiditeitsbehoefte lager uitviel dan eerder begroot.

Artikel 3.4

Door de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen rondom de Brexit worden de toegewezen programmamiddelen op dit subartikel via de eindejaarsmarge overgeheveld naar 2020.

Ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 4

Verplichtingen 51.762 67.555 1.020 6.574 75.149
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 50.306 69.198 1.020 1.712 71.930
waarvan juridisch verplicht 80% 100%
4.1 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland 13.945 17.312 0 627 17.939
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding 1.900 1.900 0 0 1.900
Opdrachten
Consulaire bijstand 259 409 0 – 100 309
Gedetineerdenbegeleiding 200 200 0 0 200
Reisdocumenten en verkiezingen 4.320 2.900 0 0 2.900
Consulaire opleidingen 400 400 0 – 300 100
Consulaire informatiesystemen 6.866 7.003 0 4.027 11.030
Loket buitenland 3.500 0 – 2.000 1.500
Bijdrage aan agentschappen
Loket buitenland 0 1.000 0 – 1.000 0
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 9.049 20.791 – 172 480 21.099
Opdrachten
Visumverlening 1.100 2.900 0 500 3.400
Ambtsberichtenonderzoek 150 150 0 0 150
Legalisatie en verificatie 80 80 0 – 20 60
Consulaire informatiesystemen 6.856 14.586 0 0 14.586
Informatie Ondersteunend Beslissen 0 1.875 0 0 1.875
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie 863 1.200 – 172 0 1.028
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7.706 8.706 1 192 – 25 9.873
Subsidies
Internationaal Cultuurbeleid 7.706 8.706 1 192 – 25 9.873
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 19.606 22.389 0 630 23.019
Subsidies
Instituut Clingendael 800 800 0 44 844
Programma ondersteuning buitenlands beleid 4.124 5.477 150 645 6.272
Opdrachten
Onderzoeksprogramma's 1.620 1.620 0 972 2.592
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties 3.000 3.000 0 0 3.000
waarvan kosten Koninklijk Huis o.a. Staatsbezoeken 2.000 2.000 0 0 2.000
Adviesraad Internationale vraagstukken 525 525 0 0 525
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's 2.500 3.030 0 0 3.030
Verkeersnotificaties 0 400 0 – 184 216
Chinastrategie 0 250 0 – 150 100
Bijdragen (inter)nationale organisaties
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's 6.517 6.517 – 361 6.156
Europese bewustwording 520 770 – 150 – 336 284
Ontvangsten 47.890 51.749 0 4.907 56.656
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 9.500 9.500 0 392 9.892
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 37.500 41.375 0 5.315 46.690
4.40 Doorberekening Defensie diversen 890 874 0 – 800 74
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 0 0 0 0 0

Verplichtingen

De verplichtingen voor artikel 4 nemen toe met EUR 7,6 miljoen, waarvan EUR 1,8 miljoen voor het jaarlijks af te sluiten contract met Clingendael en de overige verplichtingen zijn analoog aan de uitgaven zoals hieronder zijn toegelicht.

Uitgaven

Artikel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening aan Nederlanders is met EUR 1,2 miljoen verhoogd om de noodzakelijke kosten voor digitalisering van de paspoortaanvragen en uitgifte te dekken. Deze uitgave stond gepland voor 2020, maar wordt versneld uitgevoerd. Daartegenover staat een verlaging van EUR 3 miljoen voor het Loket Buitenland, omdat de ontwikkeling van het digitale platform voor het Loket Buitenland door de rijksbrede samenwerking meer tijd vergt dan was voorzien.

Artikel 4.3

De uitgaven voor grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur stijgen per saldo met EUR 1,1 miljoen door onder andere een interdepartementale overheveling van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor designevents in Milaan, de bijdrage voor het digitaliseren van de Fagel bibliotheekcollectie in Dublin en bijdragen aan een diversiteit van cultuurprojecten wereldwijd.

Ontvangsten

De ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 4,9 miljoen. Dit betreft de nabetaling van de KMAR voor visaleges 2013–2018, die door administratieve redenen nog niet had plaats gevonden, en de vergoeding van de IND voor consulaire dienstverlening met betrekking tot MVV’s en DNA-onderzoek.

5. Niet-beleidsartikelen

Artikel 5

Verplichtingen 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 3.003 3.003
5.10 Geheim 0 0 0 3.003 3.003

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 6

Verplichtingen 25.868 1.379 3.891 – 5.270 0
Uitgaven
Uitgaven totaal 25.868 1.379 3.891 – 5.270 0
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 25.868 1.379 3.891 – 5.270 0

Verplichtingen en uitgaven

Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS-budget afgelopen najaar gestegen met EUR 3,9 miljoen. Aan het eind van dit jaar valt dit bedrag vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS meegenomen naar 2020.

Artikel 7

Verplichtingen 763.776 818.895 – 2.748 – 2.550 813.597
Uitgaven 740.740 815.895 252 – 2.550 813.597
7.1.1 Personeel 510.711 531.972 279 – 34.012 498.239
Eigen personeel 500.711 521.972 279 – 42.916 479.335
Inhuur extern 10.000 10.000 0 75 10.075
overige personeel 0 0 0 8.829 8.829
7.1.2 Materieel 230.029 283.923 – 27 27.058 310.954
waarvan ICT 45.000 62.813 0 330 63.143
waarvan bijdragen aan SSO's 63.891 65.000 – 27 – 1.931 63.042
waarvan overige materieel 121.138 156.110 0 28.659 184.769
7.2 Koersverschillen pm 0 0 4.404 4.404
Ontvangsten 26.450 46.450 0 21.226 67.676
7.10 Diverse ontvangsten 26.450 46.450 0 21.226 67.676
7.11 Koersverschillen pm pm 0 0 0

Verplichtingen

Voor de verantwoording van de verplichtingen voor apparaatsuitgaven geldt de bepaling uit de Comptabiliteitswet 2016 waarbij het jaar waarin de kasbetaling is gedaan, kan worden aangemerkt als het begrotingsjaar waarin de met de kasbetaling samenhangende verplichting is aangegaan of is ontstaan (art. 2.14, lid 3), de zgn. k=v methode. In de praktijk betekent dit dat de totale aangegane verplichtingen binnen dit artikel, voor één specifiek jaar overeenkomen met de totale kasuitgaven voor dit jaar. In dat kader wordt het verplichtingenbudget daarom verlaagd met EUR 5,3 miljoen en komt hiermee overeen met het kasbudget.

Uitgaven

Op het apparaatsartikel vindt een aantal mutaties plaats, waarbij het budget per saldo afneemt met EUR 2,6 miljoen.

7.1.1 Personeel:

– Conform het Regeerakkoord is onder meer geïntensiveerd op het terrein van ontwikkelingssamenwerking (OS). Een deel van deze middelen is ingezet voor de versterking van beleids- en beheerscapaciteit binnen het ministerie. Alle apparaatsmiddelen zijn opgenomen in de BZ-begroting. Omdat in 2019 nog niet alle vacatures zijn ingevuld valt dit budget vrij en wordt het alternatief ingezet op het terrein van OS. Een bedrag van EUR 10,6 miljoen wordt derhalve overgeheveld naar de BHOS-begroting.

– Een bedrag van EUR 1 miljoen wordt doorgeschoven naar 2020. Vanwege de vertraging rondom de Brexit-besluitvorming wordt een deel van de fte kosten voor de taskforce volgend jaar verwacht. Daarnaast wordt een deel van de gereserveerde middelen aan het Global Evaluation Initiative (kosten voor evaluaties) pas in 2020 betaald.

– Vanuit Economische Zaken en Klimaat wordt een bedrag van EUR 2,2 miljoen overgeheveld ter verrekening van loonkosten voor personeel van dit ministerie dat werkzaam is op Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.

– Binnen de apparaatsuitgaven vindt een aantal verschuivingen plaats. Een deel van de personeelsuitgaven wordt opgenomen onder materiële uitgaven. Het betreft kosten voor dienstreizen, representatie en honoraire consulaten. Bij het opstellen van de begroting zijn deze kosten onder de categorie personeel geboekt. In lijn met de begrotingsvoorschriften zijn deze uitgaven verschoven naar materieel. Ook is een deel van uitgaven geboekt onder overig personeel in plaats van eigen personeel. Deze wijziging volgt daarmee de begrotingsvoorschriften daar het algemene uitgaven voor personeel betreft.

7.1.2 Materieel:

– EUR 2 miljoen van de hoger dan geraamde inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland wordt ingezet voor investeringen in huisvesting ter rationalisering van de vastgoedportefeuille (desaldering).

7.2 Koersverschillen:

– Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Deze kosten worden verantwoord op dit apparaatsartikel.

Ontvangsten

De ontvangsten nemen toe met EUR 21,2 miljoen vanwege de verkoop van onroerend goed in Khartoem en Londen. Een deel van dit bedrag (EUR 2 miljoen) wordt dit jaar opnieuw geïnvesteerd. Het restant wordt toegevoegd aan de reservering conform de middelenafspraak huisvesting. Deze wordt ingezet om de huisvestingsportefeuille te moderniseren en te rationaliseren.