[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen, gesteld aan de Algemene Rekenkamer, over het rapport Ouderdomsregelingen ontleed (Kamerstuk 29398-97)

Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

Lijst van vragen

Nummer: 2019D50198, datum: 2019-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D50198).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z21906:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D50198 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer «Ouderdomsregelingen ontleed» van 13 november 2019 (Kamerstuk 29 389, nr. 97) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Algemene Rekenkamer voorgelegd.

De vragen zijn op 5 december 2019 aan de Algemene Rekenkamer gezonden.

De voorzitter van de commissie,
Rog

De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks

1. Kan nader gepreciseerd worden waarom de duale financiering van het AOW-pensioen uit het Ouderdomsfonds en rijksbijdragen vanuit de begroting SZW als «niet ondoelmatig» wordt beschouwd? Zou de doelmatigheid beter kunnen, zo ja, hoe?
2. Vindt u dat – gegeven de technische mogelijkheden – voldoende moeite gedaan is, en wordt om niet-gebruik van de ouderdomsregelingen tegen te gaan?
3. Hoe kan verklaard worden dat het niet-gebruik van de AIO met 48% tot 56% van de rechthebbenden zó hoog is? Heeft het ministerie zich hierbij neergelegd, of heeft het ministerie in het verleden en tot nu toe actie ondernomen om het niet-gebruik terug te dringen? Zo ja, hoe?
4. Hoe beoordeelt u het feit dat over de OBR momenteel niet méér bekend is, dan een niet-gebruik van 45% in 2015?
5. Deelt u de mening van de Minister van SZW dat bestandsvergelijking met gegevens van UWV «disproportioneel» is om niet-gebruik van de AIO tegen te gaan? Zo niet, waarom niet?
6. Wat vindt u ervan dat de Minister en de SVB uw aanbeveling niet overnemen, om opnieuw onderzoek te doen naar het niet-gebruik van de OBR?
7. Kunt u – gegeven het feit dat dit volgens de Minister niet bijdraagt aan een inzichtelijke begroting – aangeven waarom het inzicht geven in de met de AOW-premie verrekende heffingskortingen juist wél kan bijdragen aan een inzichtelijke begroting?
8. Hoeveel zou het percentage AOW-pensioenen dat uit belastinginkomsten wordt betaald (inmiddels een derde) zijn als alle zelfstandigen ook AOW-premie zouden betalen?
9. Hoe groot was het niet-gebruik van de aanvullende bijstand voor 65-plussers ten tijde van de overdracht van de aanvullende bijstand van gemeenten aan SVB in 2010? Hoe kan verklaard worden dat het niet gebruik van de AIO nu circa 50% is? Is bekend of het niet-gebruik van de AIO is toegenomen, of afgenomen sinds 2010?
10. Wat is het voordeel van het laten voortbestaan van de inkomensondersteuning AOW (de IO-AOW) als een aparte ouderdomsregeling? Is het niet doelmatiger en kosteneffectiever deze te integreren in de AOW-uitkering, óf heeft de IO-AOW blijvende toegevoegde waarde om de koopkracht van ouderen – tussentijds – te beïnvloeden zonder een wetswijziging van de AOW?
11. Hoe vaak is de hoogte van de inkomensondersteuning AOW (de IO-AOW) sinds de invoering van deze regeling in 2015 gewijzigd?
12. Kan nader geduid waarom (afwijkende?) kwalificaties gehanteerd worden over de duale financiering van de AOW: «geen ondoelmatigheden» in de conclusie bij hoofdstuk 3 en «niet ondoelmatig» in de samenvatting op bladzijde 7?
13. Is onderzocht of het bestaan van de kostendelersnorm in de AIO leidt tot niet-gebruik van de regeling? Zo nee, acht u nader onderzoek op dit punt mogelijk zinvol?
14. Heeft u beoordeeld of de uitvoerings- en uitkeringslasten van met name de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) en de overbruggingsuitkering (OBR) (respectievelijk € 602 en € 489 per ontvanger (per jaar?)) reëel en te onderbouwen zijn? Zo niet, waarom niet? Zo ja, hoe?
15. Als mensen een brief krijgen van de SVB om AOW aan te vragen, worden zij in die brief dan ook standaard gewezen op het bestaan van de AIO? Zo nee, waarom niet?
16. In hoeverre kunnen mensen ook via de analoge weg een AIO-aanvulling aanvragen? In hoeverre kunnen zij hierbij gebruik maken van één-op-één ondersteuning?
17. Hoe is te verklaren, dat mensen bijvoorbeeld met een onvolledig AOW-pensioen, die geïnformeerd worden door de SVB over de mogelijkheid van een AIO-uitkering, hier tóch geen gebruik van maken?
18. Waarom hebben de Minister van SZW, noch de SVB zicht op het huidige niet-gebruik van de OBR? Waarom is dit na 2015 – toen het niet gebruik 45% bleek – niet meer onderzocht?
19. Hoe is het niet-gebruik gemeten en wat zijn daarin de onzekerheidsmarges?
20. Welke huishoudelijke profielen zijn, bij het vaststellen van het aantal niet-gebruikers, gebruikt door het Nibud?
21. Hoe kan verklaard worden dat het niet-gebruik AIO van de «nieuwe doelgroep» (mensen met een volledig AOW-pensioen en met een jongere partner die geen of weinig inkomen heeft en de AOW-leeftijd nog niet bereikt heeft zó hoog is, namelijk 73%. Hoe kan dit niet-gebruik snel teruggedrongen worden?
22. Hoe kan verklaard worden dat rechthebbenden zonder migratieachtergrond een significant hoger niet-gebruik van de AIO-regeling hebben dan rechthebbenden met een migratieachtergrond?
23. Vindt u, dat bij het zoeken naar mogelijkheden om het niet-gebruik van de AIO-regeling terug te dringen, ook gekeken moet worden naar de (administratieve) verplichtingen en benodigde taalvaardigheid en administratieve vaardigheid van rechthebbenden? Welke mogelijkheden ziet u tot verbetering?
24. Hoe kan verklaard worden, dat ouderen met een niet-westerse achtergrond vaker kennis hebben van de AIO dan ouderen met een niet westerse achtergrond?
25. Vindt u dat de SVB tot op heden al het redelijkerwijs mogelijke heeft ondernomen, om het niet-gebruik van de AIO te voorkomen? Kunt u uw antwoord motiveren?
26. Kunt u nadere toelichting geven op welke punten u nieuw onderzoek aanraadt maar de rechthebbende huishoudens die geen AIO aanvragen? Welke nieuwe inzichten zou dit onderzoek moeten / kunnen opleveren?
27. Ook een aparte wettelijke basis wordt hierbij door u genoemd als mogelijkheid. Kunt u toelichten dat gegevensuitwisseling met UWV wellicht mogelijk kan worden om rechthebbenden op een AIO-uitkering beter op te sporen? Kunt u ook een toelichting geven op de door u genoemde mogelijkheid voor een aparte wettelijke basis?
28. Is het in het verleden vaker voorgekomen dat leeftijdsgrenzen eerder zijn opgeschoven (bijvoorbeeld bij de VUT) en hoe is daar toen mee omgegaan?
29. Vindt u dat het parlement een goed en integraal beeld heeft van de financiële houdbaarheid van het stelsel van ouderdomsregelingen, waaronder de AOW? Vindt u dat het parlement hier regelmatig, systematisch en grondig genoeg over wordt geïnformeerd?
30. Kunt u een overzicht geven van de maatregelen die tot nu toe zijn genomen om het niet-gebruik terug te dringen?
31. Vindt u in tegenstelling tot de Minister van SZW de bestandsvergelijking met gegevens van UWV om niet-gebruik van de AIO tegen te gaan wél proportioneel? Zo ja, waarom precies? Kan nader ingegaan worden op het vraagstuk van de proportionaliteit van gegevensuitwisseling van SVB met UWV en Belastingdienst?