[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen, gesteld aan de regering, over het rapport Ouderdomsregelingen ontleed (Kamerstuk 29398-97)

Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid

Lijst van vragen

Nummer: 2019D50201, datum: 2019-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 6

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D50201).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z21906:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D50201 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer «Ouderdomsregelingen ontleed» van 13 november 2019 (Kamerstuk 29 389, nr. 97) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Minister voorgelegd.

De vragen zijn op 5 december 2019 aan de Minister gezonden.

De voorzitter van de commissie,
Rog

De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks

Nr. Vraag
1. Hoeveel Surinaamse Nederlanders die in Nederland wonen hebben geen AOW opgebouwd tussen 1957 en 1975?
2. Hoeveel van de Surinaamse Nederlanders, die in Nederland wonen en geen AOW opgebouwd hebben tussen 1957 en 1975, hebben tweede pijlerpensioen opgebouwd of ontvangt pensioen uit het buitenland? En welk aandeel heeft recht op een AIO-uitkering?
3. Hoeveel van de Antilliaanse Nederlanders in Nederland hebben ook recht op de AOV voor de jaren dat zij op de Nederlandse Antillen hebben gewoond? Hoe hoog is het gemiddelde opgebouwde AOV-recht van deze groep? Welk deel van deze groep zou alsnog in aanmerking komen voor de AIO?
4. Hoeveel mensen komen er niet in aanmerking voor de AIO, omdat zij vermogen hebben in het buitenland dat zij niet kunnen liquideren?
5. Bestaat er nu gegevensuitwisseling tussen de Belastingdienst en de SVB die als proportioneel beschreven zou worden?
6. Op welke wijze toetsen gemeentes of ouderen met lage inkomens die gebruik willen maken van gemeentelijke regelingen, (kunnen) behoren tot de groep niet-gebruikers van ouderdomsregelingen?
7. In hoeverre krijgen ouderen met lage inkomens die (kunnen) behoren tot de groep niet-gebruikers van de ouderdomsregelingen, nu inkomenstegemoetkomingen uit gemeentelijke regelingen?