Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 10 december 2019
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Brief regering
Nummer: 2019D51999, datum: 2019-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-31-546).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-546 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.
Onderdeel van zaak 2019Z25277:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-12-18 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-21 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-03-11 15:00: Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 19 maart 2020 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-03-12 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 546 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2019
Hierbij ontvangt u het verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 10 december 2019.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
VERSLAG RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 10 DECEMBER 2019
Toekomstig gendergelijkheid beleid en gender mainstreaming in de EU
Tijdens het beleidsdebat werd duidelijk dat er brede steun is voor een nieuwe EU-strategie over gendergelijkheid. Meerdere lidstaten brachten op dat stereotypering moet worden teruggebracht, discriminatie moet worden bestreden, de genderloonkloof moet worden tegengegaan en dat geweld tegen vrouwen op digitale media moet worden aangepakt. Daarnaast benadrukten verschillende lidstaten dat het belang van gendergelijkheid gereflecteerd zou moeten worden in het nieuwe Meerjarig Financieel Kader.
Nederland heeft aangegeven dat economische onafhankelijkheid van vrouwen de basis vormt voor gendergelijkheid. Nederland zou graag een intersectionele benadering zien in toekomstige EU-strategieën en beleidsprocessen. Ten slotte heeft Nederland aangegeven dat de Tweede Kamer recentelijk heeft ingestemd met een motie die oproept tot een vrouwenquotum in Raden van Commissarissen van beursgenoteerde bedrijven.
Raadsconclusies over gendergelijkheid
De Raadsconclusies over gendergelijkheid zijn aangenomen.
Raadsconclusies over een nieuw strategisch EU-raamwerk voor gezond en veilig werken
De Raadsconclusies over een nieuw strategisch EU-raamwerk voor gezond en veilig werken zijn aangenomen.
Toekomst van het EU sociaal acquis in relatie tot werkgelegenheid en industriële relaties
Tijdens het beleidsdebat werden verschillende onderwerpen aangestipt. Een aantal thema’s kwam meermaals terug. Er bestond brede overeenstemming dat het Europese wetgevende kader efficiënt moet inspelen op nieuwe vormen van werk en de relatie met arbeidsomstandigheden. Speciale aandacht was er voor het verbeteren van de omstandigheden voor platformwerkers. Door sommige lidstaten werd opgemerkt dat iedereen toegang moet hebben tot sociale zekerheid. Meerdere lidstaten verwelkomden het aangekondigde Commissievoorstel voor een (raamwerk voor een) Europees minimumloon. Enkele lidstaten gaven aan dat rekening moet worden gehouden met de bevoegdheidsverdeling tussen lidstaten en de Unie en de rol van sociale partners. Verder werd meermaals het belang benadrukt van het afronden van in gang gezette EU-initiatieven en de handhaving van bestaande regelgeving.
Nederland heeft aangegeven dat de nieuwe Commissie en lidstaten moeten voortbouwen op recente inspanningen van de Unie om eerlijke arbeidsmobiliteit en eerlijke arbeidvoorwaarden te bevorderen. O.a. de Europese Arbeidsautoriteit kan hierbij een rol spelen. Daarnaast heeft Nederland aangegeven dat de Commissie zou moeten zoeken naar synergiën met andere organisaties, zoals de VN, de IAO en de OESO, als het gaat over de toekomst van werk. Ten slotte heeft Nederland, in lijn met de Kamerbrief over de toekomst van de sociale dimensie1, benoemd dat EU-wetgeving op sociaal terrein rekening moet worden gehouden met nationale omstandigheden.
Raadsconclusies inclusieve arbeidsmarkten
De Raadsconclusies over inclusieve arbeidsmarkten zijn aangenomen.
Evaluatie door het werkgelegenheidscomité van de implementatie van de jongerengarantie
De kernboodschappen van het werkgelegenheidscomité over de implementatie van de jongerengarantie zijn aangenomen.
Coördinatieverordening sociale zekerheid 883/2004
Coördinatieverordening sociale zekerheid 883/2004 stond als AOB punt op de agenda. Het voorzitterschap heeft de stand van zaken van de onderhandelingen toegelicht. In reactie hierop gaf de nieuwe Eurocommissaris Schmit aan dat de nog voor december geplande triloog op aangeven van het EP niet doorgaat. Dit betekent dat het nieuwe Kroatische voorzitterschap dit dossier verder zal oppakken. Nederland heeft kenbaar gemaakt graag te zien dat de reikwijdte van het mandaat, op basis waarvan nu onderhandeld wordt, wordt verbreed. Daarbij heeft Nederland aangegeven dat een bredere reikwijdte de mogelijkheden vergroot om een breder gedragen compromis te vinden. De interventie werd gesteund door Denemarken, Duitsland en Luxemburg.
Kamerstuk 21 501-31, nr. 507↩︎