[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wijzigingen voorgesteld door de regering

Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)

Wijzigingen voorgesteld door de regering

Nummer: 2019D52844, datum: 2019-12-18, bijgewerkt: 2024-05-17 10:33, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35282-63).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35282 -63 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid).

Onderdeel van zaak 2019Z16820:

Onderdeel van zaak 2019Z25718:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 282 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)

Nr. 63 WIJZIGINGEN VOORGESTELD DOOR DE REGERING

Ontvangen 18 december 2019

Het voorstel van wet zoals dat luidt na de daarin tot en met 17 december aangebrachte wijzigingen, wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel Ea, wordt in het voorgestelde artikel 5.7, eerste lid, onderdeel g, «zesde lid» vervangen door «de regels, bedoeld in het zesde lid».

B

In artikel I, onderdeel Ga, wordt in het voorgestelde artikel 5.12, onderdeel h, «zesde lid» vervangen door «de regels, bedoeld in het zesde lid».

C

In artikel I, onderdeel Lc, wordt in het voorgestelde artikel 6.15, vijfde lid, «de aanwijzing» vervangen door «het besluit».

D

In artikel I, onderdeel M, wordt het voorgestelde artikel 7.2, derde lid, als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b vervalt «om» en wordt «als bedoeld artikel» vervangen door «als bedoeld in artikel».

2. In onderdeel c wordt na de aanduiding «c.» en voor het begin van de zin ingevoegd: «ingeval het een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel g, betreft,».

E

In artikel I, onderdeel P, wordt in het voorgestelde artikel 7.13, tweede lid, onderdeel aa, na de aanduiding «aa.» en voor het begin van de zin ingevoegd: «ingeval het een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel g, betreft».

F

Artikel I, onderdeel T, komt te luiden:

In artikel 7.34, eerste lid, onderdeel a wordt «7.53, derde lid» vervangen door «7.53c, eerste lid,».

G

In artikel I, onderdeel X, wordt in het voorgestelde artikel 7.46a, vijfde lid «bedoeld in artikel 7.45a, eerste en tweede lid,» vervangen door «bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, of voorwaarden die zijn gesteld krachtens artikel 7.45a, tweede lid,».

H

In artikel I, onderdeel BB, wordt het voorgestelde artikel 7.53a als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «aan het instellingsbestuur een aanwijzing geven die ertoe strekt dat» vervangen door «besluiten».

2. In het vierde lid wordt «kan hij aan het instellingsbestuur een aanwijzing geven die ertoe strekt» vervangen door «kan worden opgeheven, kan hij besluiten».

3. In het vijfde lid, tweede volzin, wordt «het studiejaar waarin de aanvraag is ingediend» vervangen door «het studiejaar waarin de vaststelling is geschied».

4. In het zevende lid wordt «ingesteld» vervangen door «vastgesteld».

Toelichting

Dit voorstel van de regering bij het wetsvoorstel taal en toegankelijkheid (Kamerstukken II 2019/10, 35 282, nr. 2) zoals dat luidt na de daarin tot en met 17 december 2019 aangebrachte wijzigingen bevat enkele wijzigingen die bij nota van wijziging abusievelijk niet correct zijn doorgevoerd. Voorts worden enkele voorstellen gedaan voor technische aanpassingen als gevolg van amendering van het wetsvoorstel. De voorstellen worden hieronder toegelicht. Het gaat derhalve om wijzigingen die samenhangen met de verschenen nota’s van wijziging, de aangenomen amendementen, of ter herstel van kennelijke vergissingen. Dit valt binnen de reikwijdte van artikel 105, tweede lid van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer.

Onderdelen A en B

Vanwege het aangenomen gewijzigd amendement met Kamerstuk 35 282, nr. 55 van de leden Van der Molen en Futselaar, wordt in de artikelen 5.7, eerste lid, en 5.12 een kwaliteitsaspect toegevoegd aan de kwaliteitsaspecten aan de hand waarvan het accreditatieorgaan (de NVAO) een toets nieuwe opleiding respectievelijk een accreditatie bestaande opleiding beoordeelt. In geval van instellingen waarop artikel 1.3, zesde lid, van toepassing is en ten aanzien waarvan derhalve bij algemene maatregel van bestuur de inspanningsverplichting wordt geconcretiseerd, kijkt de NVAO tevens naar de wijze waarop de instellingen aan die concretisering invulling geven, zo wordt met het amendement geregeld. De NVAO kijkt dan naar de krachtens het zesde lid gestelde regels die op een instelling van toepassing zijn, niet naar het zesde lid als zodanig. Deze technische onvolkomenheid in de tekst wordt met onderhavige wijziging weggenomen.

Onderdelen C en H

Vanwege het aangenomen gewijzigd amendement met Kamerstuk 35 282, nr. 57, van de leden Futselaar en Paternotte, is in voorgesteld artikel 7.53a, derde en vierde lid, van het wetsvoorstel, de mogelijkheid opgenomen dat de Minister van OCW aan een instellingsbestuur een «aanwijzing» geeft die ertoe strekt dat het vaststellen van een capaciteitsfixus het eerstvolgende studiejaar niet opnieuw geschiedt dan wel enkel opnieuw geschiedt indien het instellingsbestuur aantoont te hebben voldaan aan zijn inspanningsverplichting als bedoeld in voorgesteld artikel 7.53.

Het gebruik van de term «aanwijzing» kan verwarring oproepen met de aanwijzing die de Minister van OCW op grond van de WHW kan geven in de context van wanbeheer bij een instelling (artikel 9.9a WHW). In die context heeft de Minister van OCW de bevoegdheid om door middel van een aanwijzing een gerichte opdracht te geven aan de raad van toezicht vanwege wanbeheer door bestuurders of toezichthouders, die bij niet-opvolging kan resulteren in intrekking van bekostiging of het recht op graadverlening.

Het besluit dat de Minister van OCW kan nemen op grond van artikel 7.53a, derde en vierde lid, dient te worden onderscheiden van de aanwijzing in relatie tot wanbeheer, vanwege de verschillende aard van beide handelingen. Met de wijziging in onderdeel H wordt daarom de term «aanwijzing» vervangen door «besluit». Het besluit dat een capaciteitsfixus op grond van het derde of vierde lid niet opnieuw geschiedt is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

Overigens bevat onderdeel H de correctie van enkele kennelijke vergissingen ten gevolge van amendement nr. 57, zoals het wegvallen van de woorden «kan worden opgeheven» en het niet vervangen van de term «aanvraag» die nog afkomstig is uit de wettekst zoals die luidde voordat het amendement werd aangenomen.

Vanwege de aanpassing van de term in voorgesteld artikel 7.53a, wordt met de wijziging in onderdeel C tevens voorgesteld om voorgesteld artikel 6.15, vijfde lid, technisch aan te passen. Daarin wordt geregeld dat een besluit van de Minister van OCW dat de capaciteitsfixus een volgend studiejaar niet kan worden vastgesteld, wordt geregistreerd in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs.

Onderdelen D en E

Vanwege het aangenomen amendement met Kamerstuk 35 282, nr. 45, van het lid Bisschop, is in artikel 1.3, vijfde lid van het wetsvoorstel geregeld dat de inspanningsverplichting tot het bevorderen van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van studenten niet van toepassing is op niet-bekostigde instellingen voor hoger onderwijs. Vanwege het aangenomen gewijzigd amendement met Kamerstuk 35 282, nr. 56 van de leden Van der Molen en Bisschop, is in voorgesteld artikel 7.2, derde lid, onderdeel van het wetsvoorstel opgenomen dat het instellingsbestuur in het taalbeleid een beschrijving geeft van de mate waarin en de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de inspanningsverplichting artikel 1.3, vijfde lid, laatste volzin. Als gevolg van bovengenoemde amendementen is genoemd onderdeel c niet van toepassing op niet-bekostigde instellingen; met onderhavige wijziging in onderdeel D, wordt onderdeel c dienovereenkomstig gewijzigd.

Met bovengenoemd amendement van de leden Van der Molen en Bisschop wordt tevens in voorgesteld artikel 7.13, tweede lid, onderdeel aa, geregeld dat het instellingsbestuur in de Onderwijs- en Examenregeling de wijze waarop en de mate waarin uitvoering wordt gegeven aan de inspanningsverplichting, opneemt. Met onderhavige wijziging in onderdeel E, wordt ook in dit onderdeel aa geëxpliciteerd dat de plicht tot opname in de OER alleen van toepassing is op bekostigde instellingen.

Onderdeel F

Als gevolg van een wijziging in de eerste nota van wijziging bevat onderdeel T van het wetsvoorstel abusievelijk een verkeerde verwijzing; deze wordt met onderhavige wijziging hersteld.

Onderdeel G

Met de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel (Kamerstuk 35 282, nr. 10) is voorgesteld artikel 7.46a, technisch gewijzigd; zie voor een toelichting onderdelen K en L in de toelichting bij de nota van wijziging. Daarbij is een kennelijke vergissing gemaakt die met onderhavige wijziging wordt gerepareerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven