Wettelijke evaluatie Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS)
Opwerking van radioactief materiaal
Brief regering
Nummer: 2020D01433, datum: 2020-01-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25422-263).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 25422 -263 Opwerking van radioactief materiaal.
Onderdeel van zaak 2020Z00679:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-22 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-22 13:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-17 12:00: Nucleaire veiligheid (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-09 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
25 268 Zelfstandige bestuursorganen
Nr. 263 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2020
Op grond van artikel 39, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen ontvangen de beide Kamers der Staten-Generaal elke vijf jaar een verslag ten behoeve van de beoordeling van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het functioneren van een zelfstandig bestuursorgaan (zbo). Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel voor de instelling van het zbo Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) is de toezegging gedaan aan uw Kamer om de wettelijke evaluatie al na twee jaar te laten plaatsvinden1, in het verlengde van de follow-up missie van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) van eind 2018.2
Ik bied u hierbij het rapport aan inzake de eerste wettelijke evaluatie van de ANVS (bijlage)3. De evaluatie is uitgevoerd door een team van ABDTOPConsult, onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bijgestaan door PwC. Bij de evaluatie zijn de taken van de ANVS geëvalueerd, welke naast de reguliere taken vergunningverlening, handhaving en toezicht ook de beleidsvoorbereiding omvat die zij voor mij doet op gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming.
Het rapport concludeert dat de ANVS de afgelopen jaren goed heeft gefunctioneerd. Dit bestendigt het positieve beeld dat al uit de IAEA follow-up missie in 2018 naar voren kwam. Tegelijkertijd concluderen de onderzoekers dat er ruimte is voor verbetering, zowel binnen de ANVS als in de aansturing door het departement. Het rapport geeft negen aanbevelingen die het functioneren van de ANVS en de relatie met stakeholders en mijn ministerie verder helpen te ontwikkelen.
De onderzoekers doen de aanbeveling om de verantwoordelijkheid voor de beleidsvoorbereiding ten aanzien van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, te beleggen bij mijn ministerie in plaats van bij de ANVS, zoals nu het geval is. Hierdoor zal de ANVS zich, aldus de onderzoekers, in haar rol als toezichthouder en vergunningverlener beter kunnen profileren en versterken. Het formuleren van het beleid ten aanzien van de wijze waarop de ANVS, als onafhankelijke toezichthouder, uitvoering geeft aan haar taken, zal een verantwoordelijkheid blijven van de ANVS. Ik creëer daartoe een eenheid binnen mijn ministerie. Vorm en omvang zijn in overleg met de ANVS tot stand gekomen om versnippering van de deskundigheid die nodig blijft binnen de ANVS te voorkomen.
De kennis- en onderzoeksagenda van de ANVS is een belangrijk onderdeel van de toegevoegde waarde van deze organisatie. In het evaluatierapport wordt gesteld dat hier al veel gebeurt en de onderzoekers doen de aanbeveling om te komen tot een rijksbrede kennis- en onderzoeksagenda voor het onderwerp nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Ik onderschrijf deze aanbeveling waarbij, indachtig de conclusies van de onderzoekers, voldoende aandacht moet zijn voor kennisborging binnen de ANVS. De ANVS heeft dit opgepakt.
De onderzoekers doen voorts de aanbeveling om te komen tot een rapportage in de vorm van de »»Staat van de Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming», waarmee de ANVS een overzicht van de actuele veiligheid en naleving geeft op de genoemde domeinen. De ANVS is thans doende om de interne informatiehuishouding zo in te richten dat op basis hiervan een »»Staat van de Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming» zal kunnen worden opgesteld. Over de voortgang hiervan zal ik u nader informeren in mijn periodieke berichtgeving aan uw Kamer.
De evaluatie stelt dat de structuur en werkwijze voor de advisering binnen de crisisbeheersing Nucleair aangepast dient te worden, waarbij het gangbare nationale model als uitgangspunt genomen wordt. We hebben op dit vlak afgelopen jaren al stappen gezet samen met de veiligheidsregio’s. Samen met alle betrokken partijen zal ik onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om op dit terrein de structuur en werkwijze verder in lijn te brengen met het gangbare nationale model.
Op het gebied van de kwaliteit van de taakuitvoering (i.c. doelmatigheid en doeltreffendheid) door ANVS stelt de evaluatie dat het raadzaam is de mogelijkheden te verkennen voor herziening van het Besluit vergoedingen Kernenergiewet om het beleid omtrent vergunningen voor stralingsbescherming beter te verankeren. Nagegaan zal worden of en in hoeverre de huidige werkzaamheden door het tarief gedekt (dienen te) worden. Dit interdepartementale traject is inmiddels gestart.
Verdere verbetering in het eigenaarschap ten aanzien van de ANVS kan volgens de onderzoekers worden bereikt door de ontwikkeling van een kader met daarin een set afspraken om de doelmatige inzet van middelen van de ANVS beter te kunnen monitoren en te toetsen. Mijn ministerie zal daar samen met de ANVS mee aan de slag gaan.
Ook de overige aanbevelingen bieden kansen om door mijn ministerie, de ANVS en andere betrokken departementen in gezamenlijkheid te worden opgepakt in het belang van de verdere professionalisering van het domein van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming.
De Minister voor Milieu en Wonen,
S. van Veldhoven-van der Meer