[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 tot aanpassing van de wettelijke grondslag voor vrijheidsontneming van asielzoekers na afwijzing of niet in behandeling nemen van een aan de grens ingediend asielverzoek

Eindtekst

Nummer: 2020D01628, datum: 2020-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2019Z16268:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

Datum 16 januari 2020





	Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 tot aanpassing van de wettelijke
grondslag voor vrijheidsontneming van asielzoekers na afwijzing of niet
in behandeling nemen van een aan de grens ingediend asielverzoek







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de
wettelijke grondslag voor vrijheidsontneming van asielzoekers na
afwijzing of niet in behandeling nemen van een aan de grens ingediend
asielverzoek aan te passen aan hetgeen voortvloeit uit relevante
jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt ‘voor ten hoogste vier weken’.

2. Het zesde lid vervalt, onder vernummering van het zevende en het
achtste lid tot het zesde en het zevende lid.

3. In het zesde lid (nieuw) vervalt de eerste zin.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. De vreemdeling die aan de grens te kennen heeft gegeven een aanvraag
tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28
te willen indienen kan, zolang hij wordt aangemerkt als verzoeker in de
zin van artikel 2, aanhef en onder b, van de Opvangrichtlijn, eveneens
worden verplicht zich op te houden in een door de ambtenaar belast met
grensbewaking aangewezen ruimte of plaats die kan worden beveiligd tegen
ongeoorloofd vertrek, in het kader van een procedure om een beslissing
te nemen over de toegang.

2. In het zesde lid wordt ‘wiens aanvraag als bedoeld in artikel 28 in
de grensprocedure is afgewezen’ vervangen door ‘aan wie toegang is
geweigerd en op wie voorafgaand aan de toegangsweigering het derde lid
van toepassing was,’. 

C

In artikel 109a, onderdeel a, wordt ‘anders dan met toepassing van
artikel 3, zesde lid’ vervangen door ‘anders dan na indiening van
een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde
tijd als bedoeld in artikel 28’.

ARTIKEL II

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 30 september 2015 ingediende
voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de terugkeer van
vreemdelingen en vreemdelingenbewaring (Wet terugkeer en
vreemdelingenbewaring, 34 309) tot wet is of wordt verheven en artikel
99, onderdeel B, van die wet eerder in werking treedt of is getreden dan
artikel I, onderdeel B, van deze wet, komt artikel I, onderdeel B, van
deze wet als volgt te luiden:

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden 

3. De vreemdeling die aan de grens te kennen heeft gegeven een aanvraag
tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28
te willen indienen kan, zolang hij wordt aangemerkt als verzoeker in de
zin van artikel 2, aanhef en onder b, van de Opvangrichtlijn, eveneens
worden verplicht zich op te houden in een door de ambtenaar belast met
grensbewaking aangewezen ruimte of plaats die kan worden beveiligd tegen
ongeoorloofd vertrek, in het kader van een procedure om een beslissing
te nemen over de toegang.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. De artikelen 58, tweede en derde lid, en 58a zijn van overeenkomstige
toepassing.

3. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde en zevende
lid tot vijfde en zesde lid.

4. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden: 

5. Onze Minister kan de maatregel, bedoeld in het eerste en tweede lid,
opleggen aan de vreemdeling aan wie toegang is geweigerd en op wie
voorafgaand aan de toegangsweigering het derde lid van toepassing was,
indien het belang van de openbare orde of de nationale veiligheid zulks
vordert.

5. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘het zesde lid’ vervangen door:
het vijfde lid. 

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 30 september 2015 ingediende
voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de terugkeer van
vreemdelingen en vreemdelingenbewaring (Wet terugkeer en
vreemdelingenbewaring, 34 309) tot wet is of wordt verheven en artikel
99, onderdeel B, later in werking treedt dan artikel I, onderdeel B, van
deze wet, vervalt onderdeel B, punt 3, van die wet.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4