Vierde nota van wijziging
Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten
Nota van wijziging
Nummer: 2020D02033, datum: 2020-01-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35047-14).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35047 (R2108)-14 Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten.
Onderdeel van zaak 2018Z17349:
- Indiener: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2020Z00944:
- Indiener: R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2018-10-03 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-10-11 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2018-11-15 14:00: Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten (35047-R2108) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-06-20 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-06-27 14:35: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-17 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-01-23 19:35: Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten (35047) (R2018) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-01-30 10:00: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Tijdstip is gewijzigd naar 10 - 10.45 uur i.v.m. de ambassadeursconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-02-11 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 047 Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten
Nr. 14 VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 23 januari 2020
Artikel I van het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Onderdeel A komt te luiden:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
2. Onder verlettering van de onderdelen j tot en met o tot k tot en met p wordt na onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende:
j. definitief aan het verkeer onttrekken: het deugdelijk vernietigen, dan wel het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar maken en aan de houder teruggeven van het reisdocument.
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p (nieuw) door een puntkomma worden vier onderdelen toegevoegd, luidende:
q. burgerservicenummer: het nummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
r. publiek identificatiemiddel: een van rijkswege uitgegeven en aan een natuurlijk persoon verstrekt elektronisch middel dat persoonsidentificatiegegevens bevat en wordt gebruikt voor de authenticatie van een natuurlijke persoon die toegang wenst tot elektronische dienstverlening;
s. elektronische dienstverlening: verlening van elektronische diensten aan natuurlijke personen, ondernemingen of rechtspersonen ter uitoefening van een publieke taak, in het algemeen belang of waarbij het burgerservicenummer wordt verwerkt, door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht of een bij of krachtens de Wet digitale overheid aangewezen organisatie, waarvoor authenticatie op betrouwbaarheidsniveau substantieel of hoog als bedoeld in de Wet digitale overheid is vereist;
t. tot signalering bevoegd orgaan: een autoriteit of orgaan als bedoeld in een van de artikelen 18 tot en met 24 van deze wet.
B
Onderdeel Aa komt te luiden:
Aa
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «nooddocument;» vervangen door «nooddocument: laissez-passer of noodpaspoort;»
2. In het eerste lid, onderdeel g, wordt «door Onze Minister vast te stellen.» vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen.»
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt van de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten de geldigheidsduur en het model vastgesteld. Van de in het eerste lid bedoelde reisdocumenten wordt bij algemene maatregel van rijksbestuur tevens de territoriale geldigheid vastgesteld.
4. Na het derde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. Onze Minister draagt zorg voor de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten.
5. Elk reisdocument blijft na uitreiking rijkseigendom. Onze Minister oefent het eigendomsrecht uit.
C
Onderdeel Ca komt te luiden:
Ca
Artikel 4 vervalt.
D
Na onderdeel Ca worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
Cb
In artikel 4a, eerste lid, wordt «basisregister reisdocumenten» vervangen door «register vermiste of vervallen reisdocumenten».
Cc
De artikelen 4a en 4b vervallen.
E
Na onderdeel E wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ea0
Voor artikel 16 wordt de paragraafaanduiding van paragraaf 3 «§ 3. Andere reisdocumenten» vervangen door «§ 3. Nooddocumenten en andere reisdocumenten».
F
Onderdeel G komt te luiden:
G
Artikel 26 komt te luiden:
Artikel 26
1. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor vreemdelingen zijn:
a. in het Europese deel van Nederland: de burgemeester, voor zover het personen betreft die als ingezetene in de basisregistratie personen zijn ingeschreven met een adres in zijn gemeente;
b. in Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;
c. in een openbaar lichaam: de gezaghebber, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van het openbaar lichaam zijn opgenomen, en in bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen gevallen;
d. in het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken, voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;
e. in bijzondere gevallen: de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten en de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.
2. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor diplomatieke paspoorten en voor dienstpaspoorten is Onze Minister van Buitenlandse Zaken en in bijzondere gevallen de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.
3. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor reisdocumenten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f en g, zijn:
a. In Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en de door hem na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;
b. In het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;
c. In overige gevallen: De bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.
4. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor Nederlandse identiteitskaarten en vervangende Nederlandse identiteitskaarten zijn de daartoe bij of krachtens het eerste lid onder a, c, d en e aangewezen autoriteiten.
G
Onderdeel J komt te luiden:
J
Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. in bijzondere gevallen: de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten en de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Bevoegd tot het verstrekken van diplomatieke paspoorten en dienstpaspoorten is Onze Minister van Buitenlandse Zaken en in bijzondere gevallen de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Bevoegd tot het verstrekken van reisdocumenten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f en g, zijn:
a. In Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en de door hem na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;
b. In het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;
c. In overige gevallen: De bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.
4. Het vierde lid komt te luiden:
4. Bevoegd tot verstrekken van Nederlandse identiteitskaarten en vervangende Nederlandse identiteitskaarten zijn de daartoe bij of krachtens het eerste lid onder a, c, d en e aangewezen autoriteiten.
H
Onderdeel Ja komt te luiden:
Ja
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De krachtens artikel 40 bevoegde autoriteiten» vervangen door «De in artikel 40 bedoelde autoriteiten».
2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de termijnen van of de procedures ten aanzien van de verstrekking van reisdocumenten.
I
Na onderdeel Ja wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Jaa
Aan artikel 42 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de termijnen van of de procedures ten aanzien van de uitreiking van reisdocumenten.
J
Onderdeel Jb komt te luiden:
Jb
In artikel 43 wordt «volgens bij regeling van Onze Minister te stellen regels,» vervangen door «volgens bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen regels,» en wordt «bevoegd tot wijziging als bedoeld in artikel 1, onder g.» vervangen door «bevoegd tot wijziging van reisdocumenten.».
K
Na onderdeel K worden zeven onderdelen ingevoegd, luidende:
Ka
Na artikel 46a wordt in Hoofdstuk VI een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 46b
Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de termijnen of de procedures ten aanzien van de weigering of vervallenverklaring van reisdocumenten.
Kb
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met vierde lid tot tweede tot en met derde lid.
2. In het derde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het derde lid,» vervangen door «bedoeld in het tweede lid,».
3. Na het derde lid (nieuw) wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de vermelding bedoeld in het tweede lid, alsmede over de verwijdering daarvan.
Kc
Na artikel 50 wordt in Hoofdstuk VII een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 50a
Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedures ten aanzien van het vervallen van rechtswege van reisdocumenten van handelingsonbekwamen.
Kd
In hoofdstuk VIII wordt voor artikel 51 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 50b
Bevoegd tot het inhouden van reisdocumenten zijn:
a. de autoriteiten, die bevoegd zijn tot het in ontvangst nemen van een aanvraag voor reisdocumenten;
b. de autoriteiten belast met de grensbewaking, de politie en de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen;
c. de autoriteiten, bedoeld in de artikelen 18 en 19, in de situatie bedoeld in artikel 52.
Ke
Het tweede tot en met vierde lid van artikel 54 worden vervangen door:
«2. De houder van een reisdocument dat van rechtswege is vervallen ingevolge het bepaalde in artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, e, h of i, wordt hiervan op het moment van de inhouding in kennis gesteld door de tot inhouding van het reisdocument bevoegde autoriteit.
3. De daartoe bevoegde autoriteit onttrekt het ingehouden reisdocument definitief aan het verkeer, tenzij nog een beroepstermijn openstaat, een beroepsprocedure aanhangig is of het reisdocument anderszins in een gerechtelijke procedure nodig is.
4. Indien de autoriteit die het reisdocument heeft ingehouden, niet bevoegd is tot definitieve onttrekking van reisdocumenten aan het verkeer, zendt hij het ingehouden reisdocument onverwijld aan een daartoe wel bevoegde autoriteit. De houder wordt hiervan terstond in kennis gesteld.
5. Indien het van rechtswege vervallen reisdocument is ingehouden naar aanleiding van een mededeling van Onze Minister als bedoeld in artikel 25, vierde lid, wordt Onze Minister van de inhouding onverwijld in kennis gesteld.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedures ten aanzien van de inhouding van reisdocumenten.»
Kf
Artikel 55 vervalt.
Kg
Artikel 57 komt te luiden:
Artikel 57
Bevoegd tot het definitief aan het verkeer onttrekken van reisdocumenten zijn de autoriteiten die bevoegd zijn tot verstrekking, weigering of vervallenverklaring van reisdocumenten. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld over de gronden voor en de wijze van het onttrekken aan het verkeer.
Toelichting
Algemeen
Deze vierde nota van wijziging regelt enkele wetstechnische zaken. Er wordt een oplossing geboden voor een onvolkomenheid in de juridische opzet van de overgangssituatie waarin zowel het artikel over het «oude» basisregister reisdocumenten als de artikelen over het uitgebreide, nieuwe register nog naast elkaar bestaan. De overige wijzigingen vloeien voort uit het eerdergenoemde voornemen om de wetgevingsarchitectuur van de Paspoortwetgeving te stroomlijnen en om een en ander te herstructureren. De belangrijkste wijzigingen betreffen het creëren van de wettelijke basis waardoor onderwerpen die nu in de Paspoortuitvoeringsregelingen zijn neergelegd op enig moment ook in het nog te schrijven Paspoortbesluit kunnen worden opgenomen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een aantal artikelen iets aan te passen of te verplaatsen omdat hiermee de structuur en begrijpelijkheid van de wetgeving kan worden verbeterd.
Artikelsgewijs
Onderdeel A
Onderdeel A van het wijzigingsvoorstel is aangevuld. Omwille van de consistentie is aan artikel 1 van de Paspoortwet een onderdeel j toegevoegd waarin de definitie is opgenomen van «definitief aan het verkeer onttrekken» (van reisdocumenten). Evenals de andere stappen in het uitgifteproces, zoals het verstrekken, uitreiken, vervallen verklaren of inhouden van reisdocumenten dient ook deze handeling te worden gedefinieerd in de wet. Op dit moment is de definitie enkel te herleiden uit de Paspoortuitvoeringsregelingen, terwijl de term al in de wet wordt gebruikt.
Onderdeel B
Onderdeel B van deze nota van wijziging voegt twee zaken toe aan de thans voorgestelde wijziging van artikel 2 van de Paspoortwet. Ten eerste wordt in het eerste lid, onder j, het begrip nooddocument specifieker omschreven als zijnde of een laissez-passer of een noodpaspoort. Beide begrippen worden wel in de onderliggende regelgeving gebruikt en worden op deze wijze ook geïntroduceerd in de wet als zijnde categorieën nooddocumenten. Ten tweede is het derde lid zo aangepast dat de geldigheidsduur, de territoriale geldigheid en het model van reisdocumenten niet alleen bij ministeriële regeling maar ook bij algemene maatregel van rijksbestuur kunnen worden vastgesteld.
Onderdeel C en D
Onderdeel C en D zijn nodig om ervoor te zorgen dat er geen onduidelijkheid kan bestaan over de twee basisregisters reisdocumenten die tijdelijk naast elkaar zullen bestaan (zowel juridisch als technisch) in de periode waarin de datamigratie nog niet is voltooid. Wanneer het wetsvoorstel is aangenomen en in werking getreden, zal het nieuwe basisregister reisdocumenten in gebruik worden genomen en kunnen gegevens in dit register worden opgenomen. Om dit mogelijk te maken treden de artikelen 4c, 4d en 4e in werking. De verstrekkingen zullen dan echter nog niet vanuit het nieuwe register kunnen plaatsvinden, omdat de datamigratie naar dit register nog niet is voltooid. Daarom blijft tijdelijk ook het oude register, geregeld in artikel 4a van de wet, nog in gebruik. Zodra de datamigratie is voltooid, wordt het oude register uit gebruik genomen en zal artikel 4a komen te vervallen. Er is dus sprake van een overgangssituatie waarin de wettelijke bepalingen voor zowel het oude als voor het nieuwe register naast elkaar bestaan. Hierbij was echter niet onderkend dat in die overgangsperiode in alle relevante bepalingen (artikel 4a, artikel 4c, artikel 4d en artikel 4 e) sprake is van «het basisregister reisdocumenten». Om verwarring te voorkomen over welk register is bedoeld, wordt het oude register tijdelijk omgedoopt tot «register vermiste of vervallen reisdocumenten». Artikel 4a van de wet is hiertoe aangepast. Dit artikel wordt ingetrokken zodra de datamigratie is voltooid. Daarmee stopt de tijdelijke situatie van twee registers en dubbele opslag van gegevens.
Onderdeel E
Onderdeel E ziet op een wijziging van de paragraafaanduiding van paragraaf 3 in Hoofdstuk II. De paragraafaanduiding dekte niet de lading, omdat die paragraaf naast andere reisdocumenten ook nooddocumenten betreft.
Onderdeel F en G
In artikel 26 en 40 van de Paspoortwet ontbraken nog grondslagen om bij of krachtens het Paspoortbesluit, in plaats van enkel bij ministeriële regeling autoriteiten te kunnen aanwijzen die bevoegd zijn bepaalde aanvragen in behandeling te nemen. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt een en ander te verduidelijken en te herstructureren. Omdat er eerder al andere wijzigingen in deze artikelen waren doorgevoerd is er ten behoeve van de leesbaarheid voor gekozen beide artikelen opnieuw op te schrijven.
Onderdeel H, I en J
Deze drie onderdelen zien op het toevoegen dan wel wijzigen van de delegatiegrondslagen zodat niet alleen naar ministeriële regeling kan worden gedelegeerd, maar ook naar het niveau van algemene maatregel van rijksbestuur.
Onderdeel K
Onderdeel K van deze nota van wijziging introduceert zeven nieuwe onderdelen in het wijzigingsvoorstel:
Ka
In onderdeel Ka wordt een nieuw artikel 46b in de Paspoortwet ingevoegd, waarmee de grondslag wordt gelegd om bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur regels te stellen over de termijnen of de procedures ten aanzien van de weigering of vervallenverklaring van reisdocumenten.
Kb
Onderdeel Kb verplaatst het tweede lid van artikel 47 Paspoortwet naar artikel 54, waar het qua inhoud eerder in thuis hoort. Het betreft hier namelijk de inhouding van documenten die van rechtswege vervallen zijn verklaard. Daarnaast wordt in het nieuwe vierde lid een delegatiegrondslag toegevoegd die het mogelijk maakt om bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur nadere regels te stellen over de vermelding in het register paspoortsignaleringen van van rechtswege vervallen documenten of over de verwijdering van de vermelding.
Kc
Onderdeel Kc voegt een nieuw artikel 50a in waarmee een delegatiegrondslag wordt gecreëerd om bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur nadere bepalingen te kunnen treffen ten aanzien van de procedures voor het vervallen van rechtswege van reisdocumenten van handelingsonbekwamen.
Kd en Kf
De onderdelen Kd en Ke betreffen de verplaatsing van de inhoud van artikel 55 naar een nieuw artikel 50a dat aan het begin staat van Hoofdstuk VIII. Inhouding en inlevering.
Artikel 55 wordt dus geschrapt en de inhoud van deze bepaling wordt verplaatst naar het nieuwe artikel 50b. Het plaatsen van dit artikel aan het begin van Hoofdstuk VIII is consistent met de structuur van de Paspoortwet, waarin elk hoofdstuk begint met de opsomming van welke autoriteiten bevoegd zijn tot de in dat hoofdstuk uitgewerkte handeling in het aanvraag- en uitgifteproces.
Ke
Onderdeel Ke voegt in lid 2 van artikel 54 van de Paspoortwet de inhoud van artikel 47, tweede lid in. Deze verplaatsing is nodig omdat deze bepaling qua inhoud in artikel 54 hoort te staan. Het gaat namelijk over het in kennis stellen over de inhouding van een document dat van rechtswege is vervallen maar niet over het van rechtswege vervallen zelf. De overige leden van artikel 54 blijven ongewijzigd, alleen is de volgorde omgedraaid. Deze was niet logisch. Het nieuwe zesde lid bevat een delegatiegrondslag om eventueel aanvullende regels op te kunnen nemen over de procedures betreffende de inhouding van reisdocumenten.
Kg
Onderdeel Kg tenslotte past artikel 57 van de Paspoortwet zo aan dat aanvullende regels over de gronden en de wijze van het definitief aan het verkeer onttrekken van reisdocumenten ook bij algemene maatregel van rijksbestuur kunnen worden gesteld. Dit is thans alleen neergelegd in de Paspoortuitvoeringsregelingen maar het is wenselijk dit op een hoger niveau te regelen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops