Antwoorden op eerdere schriftelijke vragen over het bericht dat platformmedewerkers op Schiphol geen longonderzoek krijgen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D06275, datum: 2020-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kv-tk-2020Z02997).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. LaƧin, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z02997:
- Gericht aan: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: C. LaƧin, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z02997
Vragen van het lid LaƧin (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over antwoorden op eerdere schriftelijke vragen over het bericht dat platformmedewerkers op Schiphol geen longonderzoek krijgen (ingezonden 14Ā februari 2020).
Vraag 1
Hoe kan het zijn dat platformmedewerkers op Schiphol niet passen in het lopende onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar gezondheidsrisicoās van langdurige blootstelling aan ultrafijnstof rond Schiphol, terwijl het RIVM tijdens een technische briefing op 4Ā september 2019 heeft aangegeven dat dit logisch zou zijn en wel zou kunnen?1
Vraag 2
Waarom is het niet mogelijk om gegevens over de mate van blootstelling van werknemers aan ultrafijnstof te achterhalen en een aparte categorie werknemers toe te voegen aan het lopende onderzoek van het RIVM?
Vraag 3
Wat doet de mededeling dat zij niet worden meegenomen in het huidige onderzoek en dat onderzoek naar hun gezondheid dus langer op zich laat wachten met die platformmedewerkers, die al jarenlang dagelijks worden blootgesteld aan ultrafijnstof en zich met hun zorgen hebben gemeld bij het meldpunt van de FNV? Kan de Minister zich voorstellen dat deze werknemers op Schiphol zich gepasseerd voelen en boos zijn?
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat werknemers die zich al jaren dag in, dag uit inzetten om de veiligheid op Schiphol te garanderen, recht hebben op een gedegen, onafhankelijk en volledig (inclusief long)onderzoek naar de gezondheidseffecten van jarenlange blootstelling aan ultrafijnstof? Zo ja, bent u bereid dit met Schiphol te bespreken en indien nodig af te dwingen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Begrijpt u de zorgen van werknemers en de FNV dat Schiphol als opdrachtgever van een onderzoek naar gezondheidsrisicoās van ultrafijnstof overkomt als de slager die zijn eigen vlees keurt?
Vraag 6
Klopt het dat er momenteel geen veilige normen zijn voor blootstelling aan ultrafijnstof? Zo ja, concludeert u dan met mij dat elke vorm van blootstelling aan ultrafijnstof risicoās voor de gezondheid kan opleveren? Zo nee, hoe onderbouwt u dit antwoord?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat werknemers zelf en werknemersorganisaties inspraak moeten hebben op een onderzoek naar gezondheidseffecten van blootstelling aan ultrafijnstof als het gaat om methodes die toegepast kunnen worden voor onderzoek? Zo ja, hoe gaat u dit voor elkaar krijgen?
Vraag 8
Begrijpt u de noodzaak om heel snel onderzoek te doen naar gezondheidsrisicoās van blootstelling aan ultrafijnstof voor werknemers op Schiphol, aangezien zij vaak jarenlang en dagelijks worden blootgesteld aan hoge concentraties ultrafijnstof? Wat gaat u doen om dit onderzoek zo snel mogelijk op te starten, zonder het Actieplan Ultrafijnstof van Schiphol af te wachten? Bent u bereid om het RIVM de opdracht te geven om dit onderzoek zo snel mogelijk op te starten?
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat, gezien de zorgen en lopende onderzoeken, de blootstelling aan en daarmee de uitstoot van ultrafijnstof niet mag toenemen? Zo nee, waarom?
Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019ā2020, nr. 1704ā©ļø