Uitvoering van de motie van het lid Bruins over gelijke vergunningsvoorwaarden ongeacht het aantal blokken in de 700 MHz-band (Kamerstuk 24095-502)
Frequentiebeleid
Brief regering
Nummer: 2020D06384, datum: 2020-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24095-510).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24095 -510 Frequentiebeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z03057:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-02-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-03-12 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-17 14:45: Aanvang middagvergadering: Extra regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
24 095 Frequentiebeleid
Nr. 510 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2020
Op 11 februari 2020 nam uw Kamer een motie van het lid Bruins aan.1 De motie verzoekt de regering om in de veiling van de 700 MHz-frequenties gelijke vergunningsvoorwaarden te stellen ongeacht het aantal blokken dat partijen in de 700 MHz-band verwerven. Die vergunningsvoorwaarde betreft de dekkings- en snelheidsverplichting die opgelegd wordt aan partijen die reeds in het bezit zijn van bestaande vergunningen in de 800 en 900 MHz-frequentiebanden. In het debat van 6 februari 2020 ontraadde ik de motie reeds. Ik deel u hierbij mee dat het kabinet zich genoodzaakt ziet de motie naast zich neer te leggen.
De dekkings- en snelheidsverplichting geldt voor de vergunningen voor de 700 MHz-frequenties, mits de betreffende vergunninghouder ook vergunningen voor 800 en 900 MHz-frequenties houdt in verband met het grote bereik van deze frequenties. De dekkings- en snelheidsverplichting heeft daarom alleen betrekking op de huidige drie vergunninghouders KPN, VodafoneZiggo en T-Mobile.
Ik heb mij bij het stellen van een ambitieuze maar redelijke dekkings- en snelheidsverplichting laten adviseren door een deskundig onderzoeksbureau (PA Consulting) Bij de analyse zijn de onderzoekers uitgegaan van het gebruik van twee vergunningen (ook wel spectrumblokken) van 2x5 MHz gepaard spectrum in de 700 MHz-band. Dit wordt in het algemeen gezien als een minimaal wenselijke hoeveelheid. Aetha Consulting Limited, eveneens een gerenommeerde adviseur op het gebied van frequenties, heeft in haar advies aan mij2 ook twee blokken van 2x5 MHz (opgeteld dus 2x10 MHz) als minimum geadviseerd voor efficiënt spectrum gebruik. In vele landen waar de 700 MHz-vergunningen inmiddels zijn geveild hebben operators dan ook deze hoeveelheden van twee blokken verworven.
De eis die ik stel op basis van het advies is -zeker internationaal vergeleken- ambitieus en noopt partijen die twee blokken verwerven reeds tot netwerkaanpassingen en de daarmee gemoeide investeringen. Deze investeringen zullen voor elke operator verschillend zijn. Ik heb er tegelijkertijd wel rekening mee gehouden dat de eis redelijk moet zijn en niet tot disproportionele investeringen mag leiden.
De motie van het lid Bruins roept op om de dekkings- en snelheidsverplichting ook op te leggen als een bestaande operator in de 700 MHz-band één spectrumblok van 2x5 MHz verwerft Dat is om meerdere redenen ongewenst. Het maakt allereerst disproportionele investeringen noodzakelijk voor partijen die één blok in de veiling verwerven, waardoor de dekkings- en snelheidsverplichting niet langer redelijk is. Het opleggen van de huidige dekkings- en snelheidsverplichting ook in geval men maar één blok verwerft in de veiling kan tot onverkochte blokken leiden. Het kan voor een partij zo onaantrekkelijk worden om op één blok te bieden dat hij er dan voor kiest om geen blok te kopen. Dat kan leiden tot onverkochte vergunningen en dat is vanuit de doelstelling van een efficiënte verdeling van frequenties ongewenst. Tenslotte zou om te voorkomen dat een disproportionele eis zou worden opgelegd, moeten worden gezocht naar een ambitieuze maar nog wel redelijke eis uitgaande van slechts één spectrumblok in de 700 MHz-band. Dit zou ertoe leiden dat we onze ambities naar beneden bij zouden moeten stellen. Dat zou aanleiding geven tot een discussie over neerwaartse bijstelling van de eis. Dat vind ik ongewenst.
Tijdens het debat op 6 februari vroeg het lid Bruins naar de mogelijkheid dat een operator claimt dat hij snelle (5G) dienstverlening biedt (Handelingen II 2019/20, nr. 51), maar hier vervolgens niet aan voldoet. Hierover merk ik op dat een klant er vanuit mag gaan dat die dienst wordt waargemaakt. De ACM houdt toezicht op de informatie die aanbieders in hun advertenties zetten. Tot slot wil ik uw Kamer erop wijzen dat (ongewenste) aanpassing van de eis ook effecten kan hebben op andere bouwstenen in de veiling, waaronder de minimumprijzen (reserveprijzen). Bij het berekenen van de reserveprijzen voor de 700 MHz-vergunningen zijn de investeringen voor de huidige vormgeving van de dekkings- en snelheidsverplichting immers meegenomen. Het noodzakelijk onderzoeken van de mogelijke effecten leidt tot vertraging van de veiling. Zoals ook door Kamerleden in het debat van 6 februari 2020 werd uitgesproken, is dergelijke vertraging ongewenst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer