[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Oprichting van regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) in Utrecht en Flevoland

Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid

Brief regering

Nummer: 2020D07488, datum: 2020-02-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29697-84).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29697 -84 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid.

Onderdeel van zaak 2020Z03602:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Staten-Generaal 1/2
Vergaderjaar 2019-2020

29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid

E/ Nr. 84 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitters van de Eerste Kamer en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2020

Met deze brief wil ik uw Kamer inlichten over de voorgenomen oprichting van twee regionale ontwikkelingsmaatschappijen, te weten ROM Regio Utrecht B.V. en het Groeifonds Flevoland B.V. (en de daarbij horende kapitaalstortingen).

De provincies Utrecht en Flevoland hebben de oprichting van regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) opgenomen in hun recente coalitieakkoorden. Daarbij hebben zij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat benaderd om na te gaan of formele betrokkenheid vanuit het Rijk gewenst is, zoals reeds het geval is bij de zes bestaande ROM-deelnemingen. Ik heb dit verzoek positief beoordeeld, mede vanuit de uitgevoerde evaluatie van de ROM’s in 2016.1

Deze laatste evaluatie, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ecorys, deed de aanbeveling om te komen tot een landsdekkend stelsel van ROM’s om op deze wijze invulling te geven aan het landelijke topsectoren- en innovatiebeleid op regionaal niveau. Mijn voorganger heeft aangegeven dat het Rijk daarvoor open staat, mits de voorstellen daartoe uit de regio komen en er sprake is van robuuste voorstellen. Dit is het geval. Daarbij houd ik rekening met de verschillende regionaal economische speerpunten en economische omvang van beide regio’s.

De ROM’s zijn voor mij een waardevol instrument voor de ontwikkeling en versterking van de regionale economie en de uitvoering van nationaal beleid op regionaal niveau. Dit doen zij door een bundeling van de kerntaken acquisitie, ontwikkeling en innovatie (business development) en participatie/ondernemingsfinanciering. Het PBL benadrukt onder meer het belang van een goed samenspel van Rijk en regio bij regionaal-economische ontwikkelingen. De nieuw op te richten ROM’s zullen een belangrijke rol vervullen bij de uitvoering van het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Zo zijn de bestaande ROM’s reeds actief betrokken bij en medeondertekenaar van het recent gesloten Kennis- en Innovatieconvenant.2 De participatieactiviteiten zijn met name gericht op het verstrekken van risicodragend vermogen aan startende en innovatieve mkb’ers. Van belang hierbij is een goede samenwerking met Invest-NL. In 2019 tekenden Rijk en het Interprovinciaal Overleg, in bijzijn van de ROM’s en Invest-NL, een samenwerkingsverklaring.

ROM Regio Utrecht

Uit een in 2018 door PWC uitgevoerd onderzoek blijkt dat de Regio Utrecht (Utrecht en de regio Gooi en Vechtstreek), door het ontbreken van een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij, veel potentieel laat liggen om de economische structuur van de regio te vernieuwen en versterken. Het door REBEL/Panteia in juni 2019 uitgevoerde «Kapitaalmarktonderzoek MKB regio Utrecht» bij het regionale bedrijfsleven bevestigt dit beeld.

Bij de start van ROM Regio Utrecht B.V. zullen (zeven) oprichters een startkapitaal van € 22 mln. beschikbaar stellen, waarvan € 8 mln. ten laste komt van mijn begroting. Ik heb daarmee een belang van 36,4%, gelijk aan dat van de provincie Utrecht. De overige beoogde aandeelhouders (de gemeenten Utrecht, Amersfoort en Hilversum, de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht) nemen bij de start een belang van gezamenlijk 27,2%. De aandeelhouders committeren zich om toe te werken naar een fondskapitaal van € 50 mln. in 2023, waarbij het Rijk een tweede kapitaalstorting voorziet van maximaal € 12 mln. op voorwaarde dat haar aandelenbelang niet groter wordt dan 40% en onder voorbehoud dat hiervoor de benodigde middelen op de EZK-begroting beschikbaar kunnen worden gesteld. Het kapitaal is bestemd voor participatie-activiteiten en wordt onderbouwd door het «Kapitaalmarktonderzoek MKB regio Utrecht».

Voor de kerntaken acquisitie en business development ben ik voornemens een subsidie van jaarlijks € 1 mln. in het vooruitzicht te stellen te beginnen met de periode 2020–2024.

ROM Flevoland

Horizon B.V. is de bestaande ontwikkelingsmaatschappij in Flevoland, waarvan de provincie Flevoland enig aandeelhouder is. Horizon B.V. is begin 2019 ontstaan uit een fusie van de Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (OMFL) en Flevoland Capital. Flevolandse partners hebben via Horizon B.V., een ondersteunings- en

investeringsinfrastructuur opgebouwd waarin startende en innovatieve mkb-ondernemers kunnen groeien en innoveren. Het is nodig om een schaalsprong in deze infrastructuur te maken. Dit wordt onderbouwd door een uitgevoerd kapitaalmarktonderzoek van KplusV: «Onderzoek Kapitaalmarkt Provincie Flevoland». Samen met de provincie Flevoland richt ik daarom het Groeifonds Flevoland B.V. op, waarmee ontwikkelingsmaatschappij Horizon B.V. een participatiefonds in beheer krijgt en de investeringsinfrastructuur in Flevoland blijvend versterkt kan worden. Hiertoe voorzie ik een kapitaalstorting in het Groeifonds Flevoland B.V. van € 8 mln. (te voldoen in twee tranches van € 4 mln. in 2020 en 2023), waarmee het Rijk een aandelenbelang verwerft van 50%. De overige 50% wordt verworven door de provincie Flevoland, de totale fondsomvang bedraagt te zijner tijd € 16 mln. Voor de kerntaken acquisitie en business development ben ik voornemens een subsidie van jaarlijks € 500.000,– in het vooruitzicht te stellen te beginnen met de periode 2020–2024.

Aandeelhouderschap, corporate governance en dekking

In lijn met het aandeelhouderschap van de reeds bestaande Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen, is sprake van een beleidsdeelneming van EZK gezien de sterke beleidsmatige verwevenheid van het takenpakket van ROM Regio Utrecht B.V. en het Groeifonds Flevoland B.V. met het EZK-beleidsterrein. Hierdoor blijven de deelnemingen in de ROM’s in één hand bij de Minister van EZK. Deze deelnemingen worden verantwoord op het beleidsartikel 3 (Toekomstfonds) van de EZK-begroting.

De corporate governance met betrekking tot beide nieuw op te richten deelnemingen zal worden ingericht volgens de principes van goed ondernemersbestuur en is vastgelegd in de oprichtingsstatuten en de aandeelhoudersinstructie. Daarbij geldt ook een «comply or explain» beleid t.a.v. de Corporate Governance Code (2016). De statuten en aandeelhouderinstructie zijn gebaseerd op het model dat EZK hanteert bij de overige ROM’s. Jaarlijks vindt er een algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) plaats waarbij de aandeelhouders o.a. worden geïnformeerd over de strategie, de voortgang en prestatie van de fondsen, de begroting en waarin de jaarrekening wordt vastgesteld. In tegenstelling tot de meeste ROM’s, maar in navolging van het Investeringsfonds Zeeland B.V. wordt bij het Groeifonds Flevoland B.V. gekozen om te werken zonder Raad van Commissarissen, omdat dit aansluit bij de bestaande governance van Horizon B.V. Verder worden bij beide deelnemingen investeringscomités gevormd, gericht op het beoordelen van investeringsvoorstellen en het geven van advies aan het bestuur.

EZK en haar medeaandeelhouders spreken af om beide ROM’s mee te laten lopen in de reguliere ROM brede 5-jaarlijkse evaluatiecyclus. Ook zullen de aandeelhouders hun onderlinge samenwerking met betrekking tot de nieuw op te richten deelnemingen voorafgaand aan de eerste evaluatie tegen het licht houden.

Na oprichting van het Groeifonds Flevoland B.V. en ROM Regio Utrecht B.V. en effectuering van de kapitaalstortingen ontstaat in de regio’s Flevoland en Utrecht een vrijwel sluitende financieringsketen voor het innovatieve mkb. Voor een kapitaalbehoefte die de capaciteit van de ROM’s ontstijgt worden de ROM’s gestimuleerd de samenwerking te zoeken met collega ROM’s en Invest-NL.

In verband met de voorgenomen oprichting van de ROM’s in Utrecht en Flevoland en de kapitaalstorting informeer ik beide Kamers op grond van de voorhangprocedure conform artikel 4.7 van de Comptabiliteitswet (CW), voorafgaand aan de feitelijke effectuering van de oprichting en kapitaalstorting. Na het verstrijken van de voorhangprocedure worden beide ROM’s opgericht en de kapitaalstortingen geëffectueerd.

Conform artikel 4.7 lid 4 van de CW heb ik overleg gevoerd met de Algemene Rekenkamer. Naar aanleiding hiervan heeft de Algemene Rekenkamer in een brief een aantal aandachtspunten verwoord, zie bijlage3. Ten eerste benoemt de Algemene Rekenkamer dat er ten aanzien van de governance van Bv’s aandacht wordt gevraagd voor de onverenigbaarheid van functies. Ten tweede dient scherper te worden benoemd dat de leden van de investeringscommissies en directieleden niet mee vergaderen en beslissen bij zaken waarbij zij een persoonlijk belang hebben. Deze aandachtspunten zullen worden verwerkt in de reglementen van respectievelijk de ROM Regio Utrecht B.V. en het Groeifonds Flevoland B.V. Ten derde heeft EZK, naast de rol van aandeelhouder, ook een subsidierelatie met beide ROM’s. Hieruit voortvloeiend heeft EZK de bevoegd- en verantwoordelijkheid om te controleren of deze subsidies recht- en doelmatig worden besteed. Ten vierde vraagt de Algemene Rekenkamer zich af of EZK’s participatie in de nieuwe ROM’s van onbepaalde duur is. Deze vraag kan bevestigend beantwoord worden. Tot slot wijst de ARK nog op het belang van duidelijke afspraken omtrent informatievoorziening aan het parlement over de financiële prestaties van revolverende fondsen. Uw Kamer wordt over financiële prestaties van de ROM’s jaarlijks geïnformeerd via het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer


  1. Kamerstukken 29 697 en 32 637, nr. 23.↩︎

  2. Kamerstukken 33 009 en 32 637, nr. 82.↩︎

  3. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎