Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over complicaties door onprofessionele behandelingen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D08328, datum: 2020-03-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-1884).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van zaak 2020Z00101:
- Gericht aan: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Indiener: H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1884
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over complicaties door onprofessionele behandelingen (ingezonden 8 januari 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 2 maart 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1483.
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat de beroepsvereniging voor cosmetische artsen, de Nederlandse Vereniging Cosmetische Geneeskunde (NVCG), een meldpunt heeft geopend om een beeld te krijgen van de omvang en de aard van misstanden bij cosmetische ingrepen? In hoeverre is de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) hierbij betrokken? Hoe verhoudt dit meldpunt zich tot het meldpunt medische missers van de NVPC?1 2 3
Antwoord 1
Ik vind het van groot belang dat er passende maatregelen getroffen kunnen worden bij concrete signalen over misstanden bij cosmetische ingrepen. Daarvoor is het cruciaal dat voorkomende gevallen gemeld worden bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), zodat de IGJ gericht actie kan ondernemen. Als daarnaast andere maatregelen, zoals de recente oproep van de NVCG om misstanden bij cosmetische ingrepen te melden en het eerder ingestelde meldpunt medische missers van de NVPC, ertoe kunnen bijdragen dat misstanden aan het licht komen dan kan ik dat van harte ondersteunen.
Vraag 2
Wilt u reageren op de zorgen die artsen hebben aangegeven, dat zij patiënten kennen die complicaties hebben gekregen na een cosmetische behandeling met medische apparatuur die verleend is door niet-bevoegden? Zijn artsen die zich «cosmetisch arts» noemen, bevoegd? Hoe is de relatie tussen artsen die zich «cosmetisch arts» noemen en plastisch chirurgen? Wie is bevoegd tot het doen van cosmetische ingrepen?4
Antwoord 2
Ik vind de zorgen van artsen over complicaties na cosmetische behandelingen die verricht zijn door niet bevoegde personen begrijpelijk en terecht. De Wet BIG bepaalt dat voorbehouden handelingen, ook als die een cosmetisch doel hebben, alleen mogen worden uitgevoerd door een BIG-geregistreerde zorgverlener. De zorgverlener moet zowel bevoegd als bekwaam zijn om voorbehouden handelingen te mogen uitvoeren en daarbij de grenzen van zijn (wettelijke bepaalde) deskundigheidsgebied in acht nemen.
«Cosmetisch arts» is sinds 1 juli 2019 als profielspecialisme erkend door het College Geneeskundig Specialismen (CGS) van de KNMG. Een arts kan de titel «cosmetisch arts KNMG» voeren als hij/zij staat ingeschreven in het betreffende profielregister van de Registratiecommissie Geneeskundige Specialismen. Plastische chirurgie is een wettelijk erkend medisch specialisme (op grond van artikel 14 van de Wet BIG).
Cosmetisch artsen houden zich bezig met niet- tot minimaal-invasieve ingrepen gericht op verfraaiing van het uiterlijk. Voor een deel overlappen de activiteiten, de behandelingen en de daarvoor benodigde deskundigheid met de activiteiten en ingrepen in andere specialismen, zoals plastische chirurgie.5 De nadruk bij de andere specialismen, zoals plastische chirurgie, ligt meer op invasieve ingrepen en heeft een hogere zorgzwaarte.
Cosmetische ingrepen omvat een grote range aan cosmetische handelingen.
Het Kwaliteitskader Cosmetische Zorg, dat op 12 november 2019 door het Zorginstituut is vastgesteld, vormt een belangrijk instrument om verdere verbeteringen in de cosmetische sector te bewerkstelligen. Het Kwaliteitskader is bedoeld om ervoor te zorgen dat een cliënt overal in Nederland dezelfde veilige en kwalitatief goede cosmetische zorg krijgt. Betrokken partijen uit de cosmetische sector werken dit jaar gezamenlijk aan de uit het Kwaliteitskader voortvloeiende vervolgopdrachten, waaronder het uitwerken van bekwaamheidseisen. Het opstellen van deze bekwaamheidseisen moet op 1 januari 2021 zijn afgerond. Ik verwacht dat dit zal bijdragen aan verdere duidelijkheid over wie bevoegd is voor welke cosmetische handelingen.
Vraag 3 en 4
Kunt u aangeven wat de recente bevindingen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zijn over behandelingen in de cosmetische sector, constaterende dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (destijds IGZ) haar toezicht op cosmetische (invasieve) behandelingen in 2015 heeft versterkt?6
Gaat de IGJ aanvullend toezicht houden op de cosmetische sector? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
Het toezicht van de IGJ op de cosmetische sector is geïntegreerd in het toezicht op medisch specialistische zorg, de eerstelijnszorg, en toezicht op geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. In de medisch specialistische zorg is toezicht op de particuliere klinieken de afgelopen jaren geïntensiveerd. Zo worden onder meer alle nieuwe toetreders binnen de sector medisch specialistische zorg die zich via het CIBG melden door de IGJ bezocht. In particuliere klinieken vinden de meeste cosmetische ingrepen plaats die zijn voorbehouden aan (cosmetisch) artsen of plastisch chirurgen. Op basis van de toezichtbezoeken in dit kader van het afgelopen jaar, blijkt dat op onderdelen, bijv. in het operatief proces, nog verbeteringen nodig zijn. De inspectie heeft daarom in dit toezicht nadrukkelijk aandacht voor het operatieve proces. Dit voorjaar zal de inspectie de uitkomsten van een reeks toezichtbezoeken aan particuliere klinieken in 2019 publiceren.
Bij cosmetische ingrepen buiten de medisch specialistische zorg, zoals bijvoorbeeld schoonheidssalons, is de IGJ veelal afhankelijk van meldingen die ze ontvangt (incidententoezicht). Dit is gelegen in het feit dat het gaat om een zeer groot aantal en daarnaast een grote variëteit aan aanbieders. Zij zijn soms ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en soms aangesloten bij een branchevereniging, maar soms ook niet. De IGJ vraagt zowel slachtoffers van eventuele misstanden bij cosmetische ingrepen als zorgverleners die met complicaties van een ingreep door een andere zorgverlener worden geconfronteerd, deze signalen bij haar te melden. Op basis van gesprekken van de IGJ met verschillende veldpartijen, adviseren zowel NVCG als NVPC aan patiënten en zorgverleners die misstanden bij hen melden om ook melding te doen bij respectievelijk het Landelijke Meldpunt Zorg (voor patiënten) of het Meldpunt (voor zorgaanbieders) van de IGJ, zodat de melding ook als signaal voor het toezicht kan worden benut. Ook in de voorlichting over cosmetische ingrepen op de website van de rijksoverheid zal het belang van het melden bij de IGJ worden benadrukt.
Vraag 5
Kunt u verklaren hoe de wildgroei van cosmetische bedrijfjes is ontstaan? Sinds wanneer is deze wildgroei ontstaan? Kunt u uw antwoord toelichten?7
Antwoord 5
Het is mij bekend dat de cosmetische sector een sterke groei kent. Zo blijkt uit CBS cijfers dat het aantal bedrijven in de categorie schoonheidssalons en pedicures is gestegen van 30.025 in het eerste kwartaal van 2016 naar 36.585 begin 20208.
Vraag 6
Welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat onbevoegden cosmetische ingrepen uitvoeren, terwijl dit wettelijk gezien niet is toegestaan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Door sectorpartijen wordt gewerkt aan de implementatie van het Kwaliteitskader cosmetische zorg en het uitvoeren van daaruit voortvloeiende vervolgopdrachten, waaronder het opstellen van bekwaamheidseisen. Ik verwijs u daarvoor naar mijn antwoord op vraag 2. Voor het toezicht (inclusief eventuele maatregelen) van de IGJ verwijs ik u naar mijn antwoord op de vragen 3 en 4.
Vraag 7
Zijn er maatregelen te nemen waardoor mensen niet meer de mogelijkheid krijgen om via internet apparaten aan te schaffen waarmee mensen zelf cosmetische handelingen kunnen verrichten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Met de komst van de Verordening medische hulpmiddelen (MDR) moeten bepaalde apparaten zonder medisch doel naar verwachting in 2020 of 2021 voldoen aan de regels die gelden voor medische hulpmiddelen, waardoor er strengere regels komen voor en na markttoelating. Het gaat onder andere om apparatuur die gebruik maakt van elektromagnetische straling (o.a. infrarood). De veiligheid van deze apparaten zal daardoor verbeteren. De strengere regels gelden ook voor apparaten die via internet worden aangeboden. De IGJ houdt toezicht op naleving van de regels. Overigens vallen deze apparaten nu ook al onder de Warenwet, waarop de NVWA toezicht houdt.
Apparaten zonder medisch doel vallen op dit moment niet onder Europese wet- en regelgeving voor medische hulpmiddelen, waardoor er geen beperkingen aan markttoelating zijn te stellen.
Vraag 8
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de NVPC en de IGJ om te bezien welke aanvullende maatregelen nodig zijn om deze misstanden aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Met de IGJ ben ik doorlopend in gesprek over ontwikkelingen binnen de cosmetische sector en over de mogelijkheden van toezicht op deze sector. Zoals ook onder 3 en 4 aangegeven heeft de IGJ reeds aanvullende maatregelen genomen en zijn er ook gesprekken gevoerd met de NVPC die leiden tot extra acties.
Daarnaast verwacht ik dat beroepsgroepen met de invulling van het op 12 november 2019 door het Zorginstituut vastgestelde Kwaliteitskader Cosmetische Zorg een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen van misstanden, zeker als ook de bekwaamheidseisen voor de zorgverleners door hen hieraan zijn toegevoegd. De implementatie van het kwaliteitskader moet uiterlijk 1 juli 2021 zijn afgerond.
Verder is van belang dat cosmetische artsen sinds 1 juli 2019 een profielerkenning van de KNMG hebben. Dit betekent dat niet iedere arts zich cosmetisch arts mag noemen, zodat de patiënt weet dat de cosmetisch arts ook daadwerkelijk kennis en kunde heeft over cosmetische ingrepen.
Tenslotte wordt er momenteel gewerkt aan verbetering van de voorlichting over cosmetische ingrepen op de website van de rijksoverheid. Hiervoor is onder meer een voorlichtingsanimatie ontwikkeld. Ook het Kwaliteitskader Cosmetische Zorg, zal in de voorlichting verwerkt worden. Naar verwachting zal de aanpassing van de website in het eerste kwartaal van 2020 gereed zijn.
AD.nl, 6 januari 2020, «Artsen openen meldpunt voor misstanden in cosmetische zorg» (https://www.ad.nl/binnenland/artsen-openen-meldpunt-voor-misstanden-in-cosmetische-zorg~a0382319/).↩︎
NVPC.nl, 31 oktober 2016, «Meldpunt cosmetische missers» (https://www.nvpc.nl/nieuws_detail.php?nieuws_id=276).↩︎
Radar, 6 januari 2020, «Complicaties door onprofessionele cosmetische behandelingen» (https://radar.avrotros.nl/uitzendingen/gemist/item/complicaties-door-onprofessionele-cosmetische-behandelingen/).↩︎
Radar, 6 januari 2020, «Complicaties door onprofessionele cosmetische behandelingen» (https://radar.avrotros.nl/uitzendingen/gemist/item/complicaties-door-onprofessionele-cosmetische-behandelingen/).↩︎
Zie LOP cosmetische geneeskunde, https://www.knmg.nl/opleiding-herregistratie-carriere/cgs/regelgeving/cosmetische-geneeskunde.htm↩︎
Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2016–2017, nr. 847.↩︎
Radar, 6 januari 2020, «Artsen bezorgd over cosmetisch ingrijpen door onbevoegden» (https://radar.avrotros.nl/testpanel/uitslagen/item/artsen-bezorgd-over-cosmetisch-ingrijpen-door-onbevoegden/).↩︎
Bron: CBS StatLine, SBI-code 96022, Schoonheidssalons en pedicures↩︎