Appreciatie van de motie van de leden Jasper van Dijk en Peters over onlinewinkels als aparte categorie opnemen in het Besluit kredietvergoeding
Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens
Brief regering
Nummer: 2020D09768, datum: 2020-03-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35316-19).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35316 -19 Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens.
Onderdeel van zaak 2020Z04651:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-03-11 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-03-12 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-19 13:00: Financiële markten/Financiële dienstverlening en consumentenbelangen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2020-12-02 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 316 Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens
Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2020
Op donderdag 5 maart jl. heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Kamerstuk 35 316) toegezegd mij te vragen uw Kamer van een appreciatie te voorzien over een motie van de leden Jasper van Dijk (SP) en Peters (CDA) (Handelingen II 2019/20, nr. 60, debat over uitwisseling van persoonsgegevens bij schuldhulpverlening). De motie verzoekt de regering om online winkels in het Besluit kredietvergoeding als aparte categorie op te nemen en de maximale kredietvergoeding voor hen te verlagen van 12% naar 2%.1
Het hoge percentage betalingsachterstanden bij kredieten die online door verzendhuizen zijn verstrekt baart ook mij zorgen.2 De verzendhuizen hebben reeds een aantal maatregelen getroffen om de achterstanden terug te dringen, maar ik vind de effecten daarvan nog onvoldoende zichtbaar in de cijfers. Op dit moment ben ik dan ook aan het onderzoeken welke maatregelen de problemen nog verder effectief tegen kunnen gaan. Ik zal betalingsachterstanden bij verzendhuiskredieten opnieuw meten en aan het einde van dit jaar bezien of maatregelen van aanbieders leiden tot een (structurele) verlaging van achterstanden. Daarna besluit ik of aanvullende maatregelen nodig zijn. In de tussentijd verwacht ik van aanbieders dat zij zich maximaal blijven inspannen om betalingsachterstanden structureel verder terug te dringen.
Naar aanleiding van de motie van de leden Krol en Van Brenk3 die mij oproept om de maximale kredietvergoeding te verlagen en mijn toezegging om te kijken naar de effecten van de maximale kredietvergoeding voor consumenten in financieel kwetsbare situaties4, ben ik een onderzoek gestart naar een mogelijke verlaging van de maximale kredietvergoeding. Het doel is om zorgvuldig te onderzoeken wat een adequate hoogte van de maximale vergoeding zou moeten zijn en om de consequenties van een generieke of specifieke verlaging van de maximale kredietvergoeding in beeld te brengen. Rond de zomer zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit onderzoek en hoe invulling wordt gegeven aan de motie van de leden Krol en Van Brenk. Ik wil de leden Jasper van Dijk en Peters vragen om hun motie aan te houden in verband met dit lopende onderzoek. Mocht de motie onverhoopt toch in stemming worden gebracht, dan zie ik mij genoodzaakt de motie te ontraden. Ik wil immers niet vooruitlopen op de uitkomsten van dit onderzoek.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra