Het rapport van de Noordelijke Rekenkamer ‘Herverdeling onder Hoogspanning, een onderzoek naar de verdeling naar de kosten en baten rondom wind- en zonneparken’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D10360, datum: 2020-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z04970).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J. Moorlag, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van zaak 2020Z04970:
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Gericht aan: R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: W.J. Moorlag, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.H. (Agnes) Mulder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z04970
Vragen van de leden Moorlag (PvdA), Beckerman (SP) en Agnes Mulder (CDA) aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over het rapport van de Noordelijke Rekenkamer «Herverdeling onder Hoogspanning, een onderzoek naar de verdeling naar de kosten en baten rondom wind- en zonneparken» (ingezonden 12 maart 2020).
Vraag 1
Kent u het rapport «Herverdeling onder Hoogspanning, een onderzoek naar de verdeling van kosten en baten rondom wind- en zonneparken, provincie Groningen» van de Noordelijke Rekenkamer?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat bovenwettelijke compensatie van omwonenden bij de aanleg van wind- of zonneparken nodig kan zijn om de aanleg van die parken mogelijk te maken? Zo ja, hebben de provincies op dit moment de bevoegdheid om die compensatie af te dwingen en waarop is die bevoegdheid dan gebaseerd? Zo nee, waarom niet en bent u voornemens om de wet- of regelgeving zodanig aan te passen dat provincies die bevoegdheid wel krijgen?
Vraag 3
Deelt u de opvatting, verwoord onder conclusie 14, dat provincies bij de planvorming en realisatie van wind- en zonneparken nauwelijks bevoegdheden hebben om af te dwingen dat de initiatiefnemers van die parken financiële compensatie aan omwonenden moeten geven dan wel omwonenden moeten laten participeren in hun park? Zo nee, waarom niet en welke bevoegdheden hebben provincies dan wel?
Vraag 4
Deelt u de mening dat niet uit te leggen valt waarom omwonenden voor het ene project meer compensatie ontvangen dan omwonenden bij een gelijkaardig ander project en dat daardoor het draagvlak voor de aanleg van wind- en zonneparken geschaad kan worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat er eenduidige wettelijke normen voor compensatie en financiële participatie van omwonenden moeten komen zodat de aard en omvang van dergelijke compensatie niet langer afhankelijk is van onzekere factoren, zoals de onderhandelingsvaardigheid van omwonenden of de bereidheid van initiatiefnemers om op eisen van omwonenden in te gaan? Zo ja, hoe en op welke termijn gaat u voor die wetgeving zorgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt u schetsen hoe op nationaal niveau het beleid in Denemarken is vormgegeven met betrekking tot specifieke wettelijke regelingen voor compensatie en financiële participatie die van toepassing zijn bij windparken? Welke lessen kunnen daaruit worden getrokken?
Noordelijke Rekenkamer, 2 maart 2020, «Verdeling onder hoogspanning» (https://www.noordelijkerekenkamer.nl/images/Documenten/2019-Energietransitie-Lusten-Lasten/NR_20200302_Verdeling-onder-hoogspanning_Gr.pdf)↩︎