Wet kansspelen op afstand: compensatie en afdrachten draf- en rensport.
Kansspelen
Brief regering
Nummer: 2020D12157, datum: 2020-03-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24557-169).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Reactie Runnerz ZEturfgroep op concept Kamerbrief weddenschappen op paardenraces
- Reactie Bond van Harddraverijverenigingen en -stichtingen in Nederland ("Kortebaanbond" of "KBB") op hettransitie-arrangement zoals beschreven in de concept-Kamerbrief weddenschappen op paardenraces (v.0.5)en de bijbehorende toelichting per e-mail d.d. 6 februari 2020
- Reactie bestuur Stichting Nederlandsen Draf- en Rensport op de concept Kamerbrief betreffende Wet kansspelen op afstand: compensatie en afdrachten draf- en rensport
Onderdeel van kamerstukdossier 24557 -169 Kansspelen.
Onderdeel van zaak 2020Z05813:
- Indiener: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-04-07 13:05: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-04-22 23:26: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-02 10:00: Belastingdienst en Belastingen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-04-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
24 557 Kansspelen
Nr. 169 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2020
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister voor Medische Zorg en Sport, over de uitkomst van de gesprekken met de draf- en rensport over afdrachten en eventuele compensatie naar aanleiding van de Wet kansspelen op afstand. Over deze gesprekken bent u eerder geïnformeerd.1
Op grond van de huidige vergunning voor het aanbieden van landgebonden weddenschappen op draf- en rensport is er één vergunninghouder die verplicht is tot een afdracht van 2,5% van de omzet aan doelen ter bevordering van de draf- en rensport in Nederland (in de praktijk de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, de NDR en de kortebaanbond).2 Zoals in de parlementaire stukken van het wetsvoorstel kansspelen op afstand (KOA) is vermeld, zal (ook) worden voorzien in een afdrachtverplichting van vergunninghouders die het wedden op draf- en rensport online aanbieden. De reden hiervan is dat de paardenkoersen en de weddenschappen op die koersen een unieke onderlinge afhankelijkheid hebben. Het was echter nog niet duidelijk welke hoogte en vorm deze afdracht zou krijgen.
Duidelijk was altijd wel dat de Wet kansspelen op afstand en in het verlengde daarvan de Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen gevolgen hebben voor de hoogte van de (verplichte) afdrachten aan de NDR en aan de Kortebaanbond. Er hebben daarom in de afgelopen periode diverse gesprekken plaatsgevonden tussen de NDR, de Kortebaanbond en ZE-Betting (Runnerz) en de drie meest betrokken ministeries (Financiën, Justitie en Veiligheid en VWS) evenals de NDR met NOC*NSF en de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS). Daarbij zijn verschillende aspecten aan de orde gekomen, zoals de hoogte en vorm van de verplichte afdracht aan de NDR en de kortebaanbond en de route en hoogte van een eventuele compensatie.
De bestaande marktpartijen die zijn betrokken bij weddenschappen op paardenraces in Nederland zien zichzelf voor de opgave gesteld van transitie naar de nieuwe reguleringsomgeving voor kansspelen op afstand. Doordat verruiming van het aanbod van paardenweddenschappen mogelijk wordt, is er uitzicht op gekanaliseerd aanbod van dit type kansspel. De invoering van de Wet kansspelen op afstand betekent voor de paardenweddenschappen dat er reële mogelijkheden komen voor nieuwe aanbieders.
In de ontwerp Regeling kansspelen op afstand is inmiddels uitgegaan van een verplichte afdracht van 10% van het brutospelresultaat op weddenschappen op paardenraces die in Nederland (BSR-NL) plaatsvinden.3 Dit ontwerp is door de Minister voor Rechtsbescherming aan uw Kamer gezonden en is betrokken bij het Algemeen Overleg Kansspelen van 27 november 2019.4 Een verplichte afdracht van 10% BSR-NL leidt naar verwachting tot een lagere nominale afdracht. Door de genoemde wetten komt ook de privaatrechtelijke afdracht die tussen de vergunninghouder en de NDR en de Kortebaanbond is afgesproken, onder druk te staan.
De beide genoemde effecten met betrekking tot de verplichte afdracht en de privaatrechtelijke afdracht als gevolg van genoemde wetten zijn zeer substantieel. Deze zouden voorzienbaar tot een groot risico voor de continuïteit bij de draf- en rensport leiden en daarmee ook gevolgen hebben voor doelen ter bevordering van de draf- en rensport in Nederland. Daarom hebben gesprekken met de draf- en rensport plaatsgevonden om te zien welke mogelijkheden er zijn en wat de sector zelf kan doen.
Dat leidt ertoe dat we de sector het volgende arrangement hebben voorgesteld.
Voor deze sector is er aanleiding om de transitie naar het nieuwe regime te ondersteunen met een eenmalige (lumpsum) compensatie van de effecten van de genoemde wetten op de afdrachten ter grootte van € 2,95 miljoen voor de NDR en € 0,25 miljoen voor de kortebaanbond. Deze partijen krijgen daarmee mogelijkheden om hun onderlinge relaties en hun kostenstructuren geleidelijk aan te passen en in te spelen op het veranderende speelveld. De compensatie is voorwaardelijk aan een substantiële inspanning van de partijen voor de transitie.
Invoering van de Wet kansspelen op afstand is voorzien per 1 januari 2021 waarna de kansspelautoriteit de vergunningen voor kansspelen op afstand kan verlenen. Vanaf het moment dat die vergunningen van kracht worden, worden de aanbieders van landgebonden en online sportweddenschappen de belastingplichtigen voor de kansspelbelasting. Dit zal naar verwachting 1 juli 2021 zijn. Bij de evaluatie van de Wet kansspelen op afstand, die plaatsvindt in het derde jaar na invoering – dus per ultimo 2023 –, wordt betrokken wat de ervaringen zijn met de weddenschappen op paardenraces. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de economische condities voor de vergunninghouders van deze weddenschappen en van de organisatoren van paardenraces. Als dat vanuit kansspeldoelen is geïndiceerd, kan de evaluatie leiden tot beleidsmaatregelen; maatgevend daarvoor is de kanalisatie van de kennelijke vraag.
Voor de uitvoering van de transitie zullen de betrokken partijen afspraken maken, waarbij (onder meer) de continuïteit en wederzijdse prestaties goed moeten worden geregeld.
Het hierboven geformuleerde voorstel is, als conceptbrief, aan de drie partijen voorgelegd. Die hebben aangegeven zich in principe te kunnen vinden in het gedane voorstel maar maken wel elk voor zich een aantal opmerkingen en kanttekeningen.5 De verdere uitwerking kan dan ook ter hand worden genomen. Daartoe zal nader overleg met partijen plaatsvinden. Dit overleg zal, net zoals eerder, worden geïnitieerd en gecoördineerd vanuit Justitie en Veiligheid.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Kamerstuk 35 026, L, p. 5. Kamerstuk 35 302, nr. 13, p. 88, nr. 20, p. 54. Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 515.↩︎
Vergunning totalisator 2017–2022, Stcrt. 2017, nr. 41026 van 20 juli 2017.↩︎
Kamerstuk 33 996, nr. 75, zie artikel 2.2.↩︎
Kamerstuk 24 557, nr. 167, Verslag van een algemeen overleg.↩︎
De drie reacties zijn als bijlage bijgevoegd. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎