[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over de immorele marketing door een medicijnfabrikant die is veroordeeld door de rechter

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D13083, datum: 2020-04-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2351).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z03373:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2351

Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de immorele marketing door een medicijnfabrikant die is veroordeeld door de rechter (ingezonden 19 februari 2020).

Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 6 april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2015.

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechter over de marketing van geneesmiddelenfabrikant Boehringer Ingelheim en op het Signalement Farmamarketing?1 en2

Antwoord 1

De rechter heeft in deze zaak geoordeeld dat Boehringer Ingelheim reclame heeft gemaakt die het rationele gebruik van deze geneesmiddelen niet bevordert wegens het ontbreken van een objectieve voorstelling van zaken. In brieven waarin de voorschrijvende artsen op de hoogte worden gebracht van de terugbetalingsregeling van Boehringer Ingelheim wordt geen objectieve voorstelling van zaken gegeven. Hen wordt voorgehouden dat het rationele farmacotherapie is om Jardiance® en Synjardy® in te zetten bij patiënten met diabetes type 2 die insuline gebruiken, terwijl dit op grond van de huidige stand van de wetenschap (nog) niet is aangetoond. De voorschrijvende artsen worden hierdoor op het verkeerde been gezet ofwel misleid. Door in de brieven daarvan geen melding te maken, worden de verboden van artikel 84 lid 3 en ook van 84 lid 4 Geneesmiddelenwet overtreden. De terugbetalingsregeling is om die reden al ontoelaatbaar. Het toepassen van deze terugbetalingsregeling is onrechtmatig tegenover Novo Nordisk, die geneesmiddelen tegen diabetes type 2 in de markt brengt die wel worden vergoed.

Na dit vonnis is tussen partijen een schikking getroffen, en is een nieuwe terugbetaalregeling in het leven geroepen.

Ik heb dit onder de aandacht gebracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

Zie verder mijn antwoord op de vragen 3 en 4.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat artsen deze medicatie bleven voorschrijven vanwege wetenschappelijke artikelen die overmatig waren beïnvloed door de industrie?

Antwoord 2

Het is mij niet bekend dat artsen deze medicatie bleven voorschrijven vanwege artikelen die beïnvloed waren door de industrie.

Vraag 3 en 4

Zijn er meer gevallen waarbij volgens u de terugbetaalregeling van fabrikanten kan worden aangemerkt als reclame?

Wat zegt het vonnis volgens u over terugbetaalregelingen door fabrikanten in het algemeen?

Antwoord 3 en 4

Er zijn mij geen gevallen bekend waarbij een terugbetaalregeling kan worden aangemerkt als reclame. Terugbetaalregelingen zijn als zodanig in principe niet verboden.

Bedacht moet worden het vonnis van de Rechtbank Midden Nederland een zeer specifieke casus betreft, waarbij de rechter oordeelde dat de door Boehringer verstrekte informatie onvolledig was. Deze uitspraak kan daarom niet zomaar worden vertaald naar terugbetalingsregelingen in het algemeen.

Vraag 5

Is het waar dat de voorzitter van de recente richtlijnencommissie inzake cardiovasculair risicomanagement (CVRM) directeur is van een contract research organisation (CRO), die afhankelijk is van onderzoeksopdrachten van de farmaceutische industrie? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?3

Antwoord 5

Voor zover ik heb kunnen nagaan is de voorzitter van deze richtlijncommissie niet verbonden aan een CRO.

Vraag 6

Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de farmaceutische industrie geen invloed kan uitoefenen op richtlijnen, met als resultaat dat rationeel gebruik van een geneesmiddel niet wordt bevorderd of dat wordt aangezet tot off-label gebruik van een geneesmiddel?

Antwoord 6

Dat is de taak van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd. Deze heeft voldoende handvatten om op te treden tegen wetsovertredingen.

Vraag 7

Wat vindt u ervan dat deze uitspraak pas kwam nadat de concurrent een kort geding had aangespannen? Wordt er voldoende toezicht gehouden op onrechtmatige marketingpraktijken door fabrikanten?

Antwoord 7

De handelwijze van Boehringer werd door de rechter onrechtmatig geacht jegens Novo Nordisk. Het is begrijpelijk dat dit aan het licht komt na een kort geding.

Ik vind dat de IGJ voldoende toezicht houdt en ook dat zij voldoende wettelijke handvatten heeft. Zoals gezegd in mijn antwoord op vraag 1 onderzoekt de IGJ de terugbetaalregeling van Boehringer.


  1. Rechtbank Midden-Nederland, 29 januari 2020, Zaaknummer C/16/493055 / KG ZA 19–752 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2020:295&showbutton=true&keyword=zorgverzekeraar).↩︎

  2. Signalement Farmamarketing, 17 februari 2020 (onderhands toegestuurd).↩︎

  3. Signalement Farmamarketing, 17 februari 2020 (onderhands toegestuurd).↩︎