Verslag van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 6 april 2020 via videoconferentie
Bijlage
Nummer: 2020D14135, datum: 2020-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag van de informele JBZ-raad van 6 april 2020 (2020D14133)
Preview document (🔗 origineel)
Verslag van de informele bijeenkomst
van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,
6 april 2020 via videoconferentie
Het Kroatisch voorzitterschap agendeerde met de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de impact van de uitbraak van het COVID-19 virus door onderling informatie uit te wisselen over maatregelen die lidstaten hebben genomen op justitie terrein naar aanleiding van de uitbraak.
Commissaris Reynders onderstreepte dat de Commissie nauw samenwerkt met het Kroatische voorzitterschap en klaarstaat om de lidstaten te helpen bij het coördineren van hun inspanningen om de huidige crisis te overwinnen. Commissaris Reynders benadrukte dat alle maatregelen die de lidstaten hebben genomen om de COVID-19 crisis op het gebied van justitie aan te pakken in overeenstemming moeten zijn met de beginselen van de rechtsstaat en de EU-waarden. Om dit te garanderen, zal de Commissie op gelijke voet in alle lidstaten de toepassing van noodmaatregelen monitoren.
Commissaris Reynders presenteerde ook activiteiten die de Commissie op het gebied van justitie uitvoert om de negatieve effecten van de pandemie op de burgers te verminderen. Er werd met name een initiatief gepresenteerd om een crisisgroep inzake het Europees aanhoudingsbevel (EAB) op te richten. De taak van deze crisisgroep zou zijn om de praktische problemen die zich met dit instrument voordoen door de pandemie, aan te pakken. Dit initiatief werd door een aantal lidstaten gesteund. De Commissaris onderstreepte de gevoeligheid en wettelijke beperkingen van het gebruik van persoonsgegevens bij de bestrijding van de pandemie.
Consequenties met betrekking tot het functioneren van het justitiële systeem
De meeste lidstaten gaven te kennen hun rechtspleging te hebben aangepast, veelal met de mogelijkheden binnen de bestaande regelgeving, onder meer door het prioriteren van bepaalde zaken, het verlengen van termijnen, het stuiten van verjaring van strafzaken, het houden van zittingen zonder publiek, het horen van getuigen via videoconferentie en het gebruik van andere digitale communicatiemiddelen. Op aanvulling hierop onderstreepte de Commissie het gebruik van de bestaande e-justice instrumenten en digital justice.
Veel lidstaten gaven aan dat de kwestie van huiselijk geweld speciale aandacht en maatregelen vergt. De omvang van deze problematiek is door de verplichting tot binnenblijven toegenomen. Daarbij komt dat slachtoffers moeilijker te bereiken zijn.
Consequenties voor grensoverschrijdende samenwerking op strafrechtelijk terrein
Terwijl de meeste inkomende verzoeken, zoals Europese onderzoeksbevelen (EOB’s) en Europese arrestatiebevelen (EAB’s), nog steeds worden behandeld door de rechterlijke macht en de centrale autoriteiten, schorten de meeste lidstaten fysieke overleveringen op. Dit is voornamelijk een gevolg van de reisverboden en het feit dat overlevering middels vliegtuig niet altijd mogelijk is. Een aantal lidstaten meldde dat vertragingen worden verwacht bij de uitvoering van EOB’s. Sommige lidstaten meldden dat ze voorrang zullen geven aan, of alleen uitvoering geven aan EOB’s die betrekking hebben op dringende en ernstige gevallen.
Maatregelen op strafrechtelijk terrein
De ministers wezen met name op de uitdagingen die de crisis met zich meebrengt voor de gevangenispopulatie en detentiecentra. Alle lidstaten merkten op maatregelen te hebben genomen ter bescherming van gevangenen. Een aantal lidstaten heeft gevangen vrijgelaten die werden veroordeeld voor lichte strafbare feiten, evenals personen met een slechte gezondheid of die ouder zijn dan 65 jaar. De vrijgelaten gevangen zullen hun straf uitzitten na de crisis of door middel van huisarrest met elektronische armbanden. Bezoeken aan gedetineerden zijn veelal opgeschort.
Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, verzocht de ontwikkelingen op het gebied van verschuiving van criminele fenomenen, zoals richting cybercrime, in relatie tot de COVID-19 crisis nader te bespreken.
Sancties bij niet naleving of het negeren van de maatregelen
In de meeste lidstaten worden sancties via het strafrecht opgelegd. De sancties bestaan uit boetes (voor natuurlijke en rechtspersonen) of gevangenisstraffen waarbij de strafmaxima variëren van één tot drie jaar voor natuurlijke personen. Slechts enkele lidstaten hebben wijzigingen aangebracht in hun strafwetgeving als reactie op de crisis.
Consequenties op civielrechtelijk terrein
In zo goed als alle lidstaten zijn nagenoeg alle gerechten gesloten voor civielrechtelijke zaken en worden er alleen nog urgente zaken behandeld. In een enkel geval is er ruimte voor discretionaire bevoegdheid van de rechter. In de meeste gevallen worden zaken behandeld met behulp van communicatiemiddelen of een schriftelijke procedure. In ongeveer de helft van de lidstaten zijn niet alleen de zittingen, maar ook de procedurele termijnen opgeschort.
In de meerderheid van de lidstaten is sprake van tijdelijke opschorting van de verplichting tot het aanvragen van faillissement door crediteuren of van de mogelijkheid voor crediteuren om een verzoek tot faillietverklaring van een debiteur te doen. In een aantal lidstaten is de verjaringstermijn opgeschort. Daarnaast zijn andere maatregelen getroffen met betrekking tot civielrecht, zoals een algemeen verbod tot het opeisen van vorderingen en een verbod van uithuisplaatsing wegens niet betaling van de huur.
Rule of law
Een grote groep lidstaten benadrukte het belang van naleving van de beginselen van de rule of law bij het treffen van noodmaatregelen. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, sprak expliciet steun uit voor het voornoemde initiatief van de Commissie om noodmaatregelen van alle lidstaten voortdurend te monitoren.
Gegevensbescherming
De Commissie vroeg aandacht voor de fundamentele rechten, in het bijzonder gegevensbescherming, bij het inzetten van zogeheten tracker of contact apps, die veel lidstaten in verschillende vormen gebruiken om contacten van besmette personen op te sporen of om besmette gebieden te identificeren. De Commissie kondigde in dat kader aan dat het Europees Comité voor gegevensbescherming zijn verklaring aangaande het COVID-19 virus van 19 maart jl. aan het actualiseren is.