[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2020D15614, datum: 2020-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35450-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35450 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) .

Onderdeel van zaak 2020Z07288:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019‒2020
35 450V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Ontvangen 29 april 2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

De Minister van Buitenlandse Zaken,

S.A. Blok

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2020 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Het betreft zowel uitgaven welke bovenop het bestaande budget voor Buitenlandse Zaken zijn opgenomen maar ook binnen de bestaande kaders opgevangen. De mutatie voor bijzondere bijstand buitenland is per incidentele suppletoire begroting aan beide de Kamers gemeld.

4 Bijzondere bijstand buitenland 32734-42 6.600 6.600
4 Programma Ondersteuning Beleid nvt 5.000 5.000

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabili-teitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehan-teerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 6 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2020. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de omvang van de HGIS voor 2020 toe met EUR 137,9 miljoen.

Omvang van de HGIS (bedragen x EUR 1 miljoen) MJN 2020 VJN 2020 Mutatie
HGIS-uitgaven 5.918,3 6.078,2 159,9
HGIS-ontvangsten 164,2 186,2 22,0
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten) 5.754,1 5.892,0 137,91
  1. De HGIS standen zijn inclusief de toerekening voor eerstejaarsopvangkosten asiel en EU-afdrachten.

De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macrocijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2019. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling. Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de omvang van de ODA met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP alsook BNI. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met de economische effecten als gevolg van de COVID-19 pandemie. Deze worden pas in de loop van het jaar in de macrocijfers verwerkt. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2020 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.

HGIS-uitgaven (bedragen x EUR 1 miljoen) Totaal
Stand HGIS-nota 2020 5.918,3
1 Aanpassing BNI/BBP-raming 30,1
2 Eindejaarsmarge 123,7

3 Overboekingen van/naar HGIS

4 Kasschuif

‒ 8,4

0

5 Desalderingen 14,4
Stand Voorjaarsnota 2020 6.078,2
HGIS-ontvangsten (bedragen x EUR 1 miljoen) Totaal
Stand HGIS-nota 2020 164,2
Totaal mutaties Voorjaarsnota 2020 22,0
Stand Voorjaarsnota 2020 186,2

Toelichting uitgavenmutaties:

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 159,9 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2020 is gepresenteerd. Dit kent de navolgende oorzaken:

1) Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 30 miljoen. Deze betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan. In de eerste suppletoire begroting van BHOS wordt hierop verder ingegaan.

2) De eindejaarsmarge, die over 2019 is aangevraagd, is in 2020 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over met name de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

3) Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een daling van ruim EUR 8 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS voor de veiligheid van hoog-risico posten, de overheveling naar Defensie voor de inzet van de BSB op hoog-risico posten en de bijdrage die Defensie doet in het kader van gastlandbeleid voor de NATO Communications and Information Agency (NCIA)

4) Geen toelichting

5) De extra ontvangsten, die met name komen uit de verkoop van onroerend goed en verhoging van de consulaire ontvangsten, worden via een desaldering ingezet om de HGIS uitgaven te verhogen. Het betreft met name uitgaven voor investeringen in huisvesting in het buitenland en het verbeteren van de kostendekkendheid voor de afgifte van visa.

Daarnaast zijn er binnen het bestaande HGIS-budget extra middelen ingezet voor een aantal uitvoeringsknelpunten met name op het terrein van het gastlandbeleid (de NCIA, GNSS Bonaire en het Libanon Tribunaal), een bijdrage ten behoeve van de organisatie van een conferentie in Nederland (Climate Adaptation Summit) en de extra investeringen die nodig zijn voor de veiligheid van hoog-risicoposten.

Toelichting ontvangstenmutaties:

De ontvangsten stijgen met EUR 22 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een bijstelling van de geraamde ontvangsten voor apparaatsontvangsten en consulaire dienstverlening op de begroting van Buitenlandse Zaken. De ontvangsten binnen het apparaatsartikel stijgen vanwege de verkoop van onroerend goed. Deze middelen worden alternatief binnen de BZ-begroting op het terrein van vastgoed ingezet. Daarnaast zijn de hogere consulaire ontvangsten het gevolg van een tariefstijging van visa ter verhoging van de kostendekkendheid in het visumafgifteproces., maar nemen aan de andere kant ook af vanwege de internationale reisbeperkingen die het gevolg zijn van de COVID-19 pandemie.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties in 2020

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 212,2 miljoen en stijging van de ontvangsten met EUR 19,9 miljoen.

De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.

Uitgaven

Vastgestelde begroting 2020 10.358.509
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde 2.4 ‒ 7.465
2) Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 122.682
3) Europees Ontwikkelingsfonds 3.2 ‒ 9.553
4) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 4.1 7.435
5) Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 4.2 8.457
6) Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 4.4 6.173
6) Apparaat; personeel 7.1.1 20.333
7) Apparaat; materieel 7.1.2 57.069
8) Overige mutaties div 7.067
Stand 1ste suppletoire begroting 2020 10.570.707

Toelichting uitgaven

1) Het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband daalt als gevolg van de overheveling van een deel van het budget voor de inzet hoog-risicoposten naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van een aantal hoog-risico posten.

2) Voor de afdrachten aan de Europese Unie heeft een correctie in de afrekening van het surplus plaatsgevonden. Bij ontwerpbegroting 2020 was de verwachting dat het surplus voor de Europese begroting over 2018 in de Nederlandse afdrachten voor 2020 zou meelopen. Het surplus is echter reeds in 2019 ontvangen en bij Najaarsnota 2019 verwerkt. Voor 2020 vindt nu de correctie plaats. Daarnaast wordt de vertragingsrente verwerkt die hoort bij de hoofdsom die reeds in 2019 aan de Europese Commissie is betaald.

3) De raming voor het Europees Ontwikkelingsfonds wordt verlaagd.

4) Het budget voor consulaire dienstverlening neemt toe. De belangrijkste reden hiervoor is dat de in 2019 niet bestede middelen voor het loket buitenland en uitgaven voor consulaire ICT-systemen in 2020 worden opgenomen. Ook wordt er extra budget opgenomen voor consulaire ICT systemen.

5) Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen vanaf 1 februari 2020. Dit betekent dat de totale visumopbrengsten vanaf 2020 toenemen. Hiermee worden de extra kosten voor informatiseringsystemen gefinancierd.

6) Het budget voor het uitdragen van Nederlandse waarden en belangen neemt in 2020 toe door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2019 en een intensivering op het terrein van programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB) voor Corona gerelateerde uitgaven.

7) De uitgaven voor personeel nemen meerjarige toe. Deze mutatie bestaat uit een aantal onderdelen en wordt onder meer veroorzaakt door de budgettaire verwerking van twee ingediende amendementen en als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling, zowel voor het personeel in Nederland als op de posten. Ook wordt vanuit de extra consulaire opbrengsten aanvullend personeel ingezet om de autonome groei van de visumafgifte te financieren en wordt de kostendekkendheid van het visumproces verbeterd. Ten slotte worden extra uitgaven verricht voor andere ministeries, waarvan de medewerkers op ambassades werkzaam zijn.

8) De materiĂ«le uitgaven stijgen als gevolg van de investeringen in vastgoed die in 2020 verricht zullen worden. Om daarnaast het postennet in zijn huidige vorm te kunnen behouden is het vanwege verhoogde veiligheidsrisico’s noodzakelijk om op korte termijn de beveiliging van een aantal hoog-risico posten te versterken. Ten slotte stijgt het budget als gevolg van prijsontwikkelingen op het terrein van bedrijfsvoering, ICT en huisvesting. Deze middelen worden vanuit de reservering binnen de HGIS ingezet.

Ontvangsten

Vastgestelde begroting t 787.390
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 4.20 9.375
2) Diverse ontvangsten apparaat 7.10 12.800
3) Overige mutaties ‒ 2.300
Stand 1ste suppletoire begroting t 807.265

Toelichting ontvangsten

1) Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen van EUR 60,- naar EUR 80,- vanaf 1 februari 2020. Dit leidt tot hogere ramingen van de totale consulaire opbrengsten. Hier staat tegenover dat als gevolg van de COVID-19 pandemie en de wereldwijde reisrestricties het daarom de verwachting is dat dit jaar het aantal af te geven visa zal dalen. Vooralsnog wordt daarom de oorspronkelijke verwachte stijging verlaagd met EUR 15 miljoen waardoor per saldo voor 2020 de visuminkomsten geraamd worden op EUR 9,4 miljoen.

2) Vanwege de hogere doorbelasting van kosten aan andere departementen nemen de apparaatsontvangsten toe. Daarnaast is er ook verkoop van vastgoed in het buitenland voorzien. Een deel van deze extra ontvangsten kunnen in hetzelfde jaar opnieuw worden ingezet om investeringen te doen binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.

4 Beleidsartikelen

4.1 Beleidsartikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 111 696 0 111 696 810 112 506 2 927 38 938 138
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 125 788 0 125 788 1 153 126 941 4 343 770 870 96
waarvan juridisch verplicht 63% 80%
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 48 879 48 879 189 49 068 166 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 84
Subsidies
Internationaal Strafhof 3 535 3 535 250 3 785 250
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Verenigde Naties 34 525 34 525 23 34 548
OESO 7 219 7 219 ‒ 84 7 135 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 84 ‒ 84
Internationaal Strafhof 3 600 3 600 0 3 600
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 63 502 0 63 502 ‒ 100 63 402 ‒ 100 ‒ 100 0 0
Subsidies
Mensenrechtenfonds 25 646 0 25 646 ‒ 3 001 22 645 507 957 857 857
bijdragen (inter) nationale organisaties
Mensenrechtenfonds 30 106 30 106 0 30 106
Mensenrechten multilateraal 7 750 7 750 2 901 10 651 ‒ 607 ‒ 1 057 ‒ 857 ‒ 857
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 13 407 0 13 407 1 064 14 471 4 277 954 954 180
Subsidies
Carnegiestichting 4 400 4 400 0 4 400
Bijdragen aan agentschappen
Vredespaleis 5 500 5 500 1 000 6 500 3 279
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Internationaal Strafhof 1 038 1 038 23 1 061 23 24 24 25
Speciaal Tribunaal Libanon 1 919 1 919 41 1 960 775 930 930 155
Nederland Gastland 550 550 0 550 200

Toelichting

Verplichtingen

Geen toelichting

Uitgaven

Artikel 1.1

Geen toelichting

Artikel 1.2

Geen toelichting

Artikel 1.3

Het budget voor gastlandbeleid internationale organisaties neemt in 2020 en 2021 toe vanwege de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2019 voor de renovatie van het Vredespaleis. Daarnaast wordt vanaf 2021 extra budget ingezet vanuit de HGIS voor het Speciaal Tribunaal Libanon. De werkzaamheden van het Speciaal Tribunaal Libanon zijn nog niet afgerond. Later dit jaar zal in VN-verband over de toekomst van het tribunaal besloten worden. Eerst na deze besluitvorming zal duidelijk worden of en hoeveel door Nederland bijgedragen zal worden. Om als gastland te kunnen inspelen op een VN-besluit dient echter thans een reservering gemaakt te worden in opvolging van de Nederlandse huurbijdrage tot nu toe.

4.2 Beleidsartikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 270 933 ‒ 3 500 267 433 7 998 275 431 ‒ 1 780 ‒ 1 550 ‒ 1 500 ‒ 1 500
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 283 826 ‒ 3 500 280 326 ‒ 8 989 271 337 ‒ 1 705 ‒ 2 720 ‒ 3 638 ‒ 3 639
waarvan juridisch verplicht 85% 87%
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12 545 12 545 941 13 486 ‒ 24 6 56 56
Subsidies
Atlantische Commissie 500 500 56 556 56 56 56 56
Bijdragen (inter) nationale organisaties
NAVO 7 200 7 200 840 8 040 ‒ 80 ‒ 50
WEU 565 565 45 610
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2 700 2 700 0 2 700
Veiligheidsfonds 1 580 1 580 0 1 580
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 13 751 ‒ 500 13 251 954 14 205 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500
Subsidies
Anti-terrorisme instituut 451 451 34 485
Contra-terrorisme 7 920 ‒ 500 7 420 1 250 8 670 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500 ‒ 500
Cyber security 2 800 2 800 ‒ 330 2 470
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise 0 0 0 0 0 0 0 0
Contra-terrorisme 500 500 0 500
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contra-terrorisme 880 880 0 880
Cyber security 1 200 1 200 0 1 200
2.3 Wapenbeheersing 10 873 10 873 0 10 873 0 0 0 0
Bijdragen (inter) nationale organisaties
IAEA 7 317 7 317 0 7 317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1 636 1 636 0 1 636
CTBTO 1 920 1 920 0 1 920
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 216 835 ‒ 3 000 213 835 ‒ 10 665 203 170 ‒ 1 181 ‒ 2 226 ‒ 3 194 ‒ 3 195
Subsidies
Nederland Helsinki Comité 28 28 0 28
Stabiliteitsfonds 25 000 25 000 0 25 000
Training buitenlandse diplomaten 2 500 2 500 250 2 750
Bijdragen (inter) nationale organisaties
OVSE 6 000 6 000 0 6 000
Stabiliteitsfonds 63 400 ‒ 1 500 61 900 ‒ 2 000 59 900 ‒ 6 250 ‒ 6 250 ‒ 6 250 ‒ 6 250
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 99 849 ‒ 1 500 98 349 0 98 349 1 162 ‒ 532 ‒ 1 500 ‒ 1 500
Overige 58 58 ‒ 58 0 ‒ 1 293 ‒ 644 ‒ 644 ‒ 645
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk
Inzet hoog-risico posten 20 000 20 000 ‒ 8 857 11 143 5 200 5 200 5 200 5 200
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 29 822 29 822 ‒ 219 29 603 0 0 0 0
Subsidies
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA» 11 822 11 822 804 12 626
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» 0 0 9 131 9 131 9 754 9 854 9 854 9 854
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» 18 000 18 000 ‒ 10 154 7 846 ‒ 9 754 ‒ 9 854 ‒ 9 854 ‒ 9 854
Ontvangsten 1 242 1 242 0 1 242 0 0 0 0
2.10 Doorberekening Defensie diversen 242 242 0 242
2.40 Restituties programma's 1 000 1 000 0 1 000

Toelichting

Verplichtingen

Het totaal van de verplichtingen voor 2020 neemt toe als gevolg van een tweetal mutaties. Ten eerste is het subsidieplafond van het MATRA-programma «Overheid tot Overheid» verhoogd. Ten tweede is de bijdrage aan de NAVO als deel van de verdragsverplichting meerjarig verhoogd waardoor het verplichtingenbudget in 2020 is bijgesteld. Vanaf 2021 daalt het verplichtingenbudget omdat een deel van de amendementen Sjoerdsma/Koopmans en Voordewind vanaf 2021 meerjarig is verwerkt op dit artikel waarbij deze budgetten overgeheveld zijn naar het apparaatsartikel (art. 7).

Uitgaven

Artikel 2.1

De uitgaven voor goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid zijn toegenomen vanwege een stijging van de bijdrage aan de NAVO. Het betreft hier een verdragsverplichting.

Artikel 2.2

De verhoging van de uitgaven binnen dit artikelonderdeel is het gevolg van het doorschuiven van de niet bestede middelen uit 2019 voor contra-terrorisme naar 2020. Het betreft budget voor de bijdrage aan de GCERF (Global Community Engagement and Resilience Fund).

Artikel 2.3

Geen toelichting

Artikel 2.4

Het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband neemt structureel af. De afname is het gevolg van een aantal mutaties.

Vanwege de structurele verwerking van twee aangenomen amendementen (Voordewind, en Sjoerdsma/Koopmans) aangaande de opening van een ambassade in Jerevan en de versterking van het postennet op terrein van mensenrechten, migratie en veiligheidsdreigingen binnen het postennet, daalt het budget voor het Stabiliteitsfonds en VN-crisisbeheersingsoperaties. Beide amendementen hebben meerjarige budgettaire gevolgen. Ook neemt het budget voor 2020 van het stabiliteitsfonds af om hiermee bij te dragen aan de extra middelen, die in het kader van de COVID-19 pandemie, worden opgenomen onder de programma's voor ondersteuning beleid binnen beleidsartikel 4.4.

Daarnaast wordt een deel van het budget voor de inzet hoog-risicoposten conform de geldende systematiek overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van personeel van een aantal hoog-risico posten.

Vanaf 2021 wordt het budget van dit subartikel verlaagd ten behoeve van een aantal veiligheidsinvesteringen in het apparaat. Om het postennet in zijn huidige vorm te kunnen behouden is het vanwege verhoogde veiligheidsrisico’s noodzakelijk om de (fysieke) beveiliging van een aantal hoog-risico posten te versterken. Hiervoor wordt extra budget vrijgemaakt door een deel van de middelen voor het Stabiliteitsfonds in te zetten voor deze investering. Daar het hier een investering in het apparaat betreft zijn de fondsen overgeheveld naar artikel 7. Het betreft incidentele uitgaven voor de periode 2020-2024 voor maatregelen die noodzakelijk zijn om de veiligheid van het personeel op deze posten te waarborgen.

Artikel 2.5

Geen toelichting

Ontvangsten

Artikel 2.10 en 2.40

Geen toelichting

4.3 Beleidsartikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 8 825 395 0 8 825 395 123 632 8 949 027 1 560 0 1 560 0
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 9 069 744 0 9 069 744 114 571 9 184 315 ‒ 12 499 ‒ 13 199 ‒ 13 199 ‒ 13 199
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 8 820 041 0 8 820 041 122 682 8 942 723 0 0 0 0
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdrachten 4 787 631 4 787 631 87 991 4 875 622
BTW-afdrachten 584 284 584 284 0 584 284
Invoerrechten 3 448 126 3 448 126 34 691 3 482 817
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 234 281 0 234 281 ‒ 9 553 224 728 ‒ 14 169 ‒ 14 169 ‒ 14 169 ‒ 14 169
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 234 281 234 281 ‒ 9 553 224 728 ‒ 14 169 ‒ 14 169 ‒ 14 169 ‒ 14 169
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 9 720 0 9 720 780 10 500 780 780 780 780
Bijdragen (internationale organisaties
Raad van Europa 9 720 9 720 780 10 500 780 780 780 780
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5 702 0 5 702 662 6 364 890 190 190 190
Subsidies
EIPA 348 348 0 348
Opdrachten
Programmatische ondersteuning: Brexit 700 700 300 1 000 700
Programmatische ondersteuning: CECP 675 675 172 847
Europa College beurzenprogamma 0 0 190 190 190 190 190 190
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage 3 979 3 979 0 3 979
Ontvangsten 693 824 0 693 824 0 693 824 0 0 0 0
3.10 Diverse ontvangsten EU 693 574 0 693 574 0 693 574 0 0 0 0
Invoerrechten 689 624 689 624 0 689 624
Overige ontvangsten EU 3 950 3 950 0 3 950
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 0 250 0 250 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor 2020 voor het artikel Europese samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

Artikel 3.1

Voor de afdrachten aan de Europese Unie heeft een correctie in de afrekening van het surplus plaatsgevonden. Bij ontwerpbegroting 2020 was de verwachting dat het surplus voor de Europese begroting over 2018, EUR 88 miljoen, in de Nederlandse afdrachten voor 2020 zou meelopen. Het surplus is echter reeds in 2019 ontvangen en bij Najaarsnota 2019 verwerkt. Voor 2020 vindt nu de correctie plaats.

Daarnaast wordt de vertragingsrente verwerkt die hoort bij de hoofdsom die reeds in 2019 aan de Europese Commissie is betaald, naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie als gevolg van onterecht afgegeven oorsprongscertificaten door de autoriteiten van Curaçao en Aruba voor de invoer van melkpoeder en rijst, gries en griesmeel. De betaling van de hoofdsom van EUR 18,5 miljoen is in de Decemberbrief 2019 vermeld.

De ontwikkelingen omtrent het COVID-19 virus en de verschillende voorstellen voor crisismaatregelen vanuit de Europese Commissie zullen naar verwachting in 2020 een substantieel opwaarts effect hebben op de Nederlandse afdrachten. Op dit moment is er nog onvoldoende informatie om de ramingen hiervoor aan te passen. Daarentegen is de Nederlandse afdrachtenraming, normaliter gebaseerd op het betalingenplafond, voor 2020 incidenteel met EUR 810 miljoen naar beneden bijgesteld omdat toentertijd de verwachting was dat het onderliggende beleid en dus de betalingen pas op een later moment zou worden uitgevoerd. Door de crisismaatregelingen die de Commissie naar verwachting zal gaan nemen, zal de ruimte tussen de Nederlandse raming en het betalingsplafond in 2020 alsnog (grotendeels) benut worden. Het surplus over het voorgaande jaar dat de Europese Unie normaliter in juni 2020 teruggeeft aan de lidstaten (meevaller), zal naar alle verwachting in elk geval nodig zijn om de hogere uitgaven vanwege COVID-19 te financieren. Daarom wordt deze nu niet in de Nederlandse afdrachtenraming verwerkt, zodat er alvast een (kleine) buffer is voor te verwachten tegenvallers later dit jaar. Op het moment dat er meer concrete informatie beschikbaar komt over de te verwachten toename van de afdrachten zullen deze in de raming worden verwerkt.

Artikel 3.2

De raming voor het Europees Ontwikkelingsfonds wordt verlaagd. Dit is gebaseerd op de totale omvang van het budget van het EOF, de vastgestelde verdeelsleutel voor de bijdrage per lidstaat en de nog niet bestede middelen uit eerder jaren. Het betreft ODA middelen en deze worden binnen de BHOS begroting alternatief ingezet via het verdeelartikel 5.4.

Artikel 3.3

Geen toelichting

Artikel 3.4

Geen toelichting

Ontvangsten

Artikel 3.10 en 3.30

Geen toelichting

4.4 Beleidsartikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgetaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 51 873 5 600 57 473 18 664 76 137 6 329 4 509 6 129 4 154
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 54 198 5 600 59 798 26 088 85 886 4 539 3 589 3 589 3 614
waarvan juridisch verplicht 51% 65%
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 12 462 6 600 19 062 7 435 26 497 1 000 1 000 1 000 1 000
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding 1 560 1 560 0 1 560
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding 540 540 0 540
Opdrachten
Consulaire bijstand 409 6 700 7 109 0 7 109
Reisdocumenten en verkiezingen 2 550 2 550 0 2 550
Consulaire opleidingen 400 400 150 550
Consulaire informatiesystemen 7 003 ‒ 100 6 903 1 000 7 903 1 000 1 000 1 000 1 000
Loket buitenland 0 0 5 285 5 285
Bijdragen aan agentschappen
Loket buitenland 0 0 1 000 1 000
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 13 449 13 449 8 457 21 906 4 208 4 208 4 208 4 208
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek 150 150 0 150
Visumverlening 2 950 2 950 8 2 958 8 8 8 8
Legalisatie en verificatie 80 80 0 80
Consulaire informatiesystemen 9 241 9 241 8 449 17 690 4 200 4 200 4 200 4 200
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie 1 028 1 028 0 1 028
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7 706 0 7 706 823 8 529 81 81 81 106
Subsidies
Internationaal Cultuurbeleid 5 236 0 5 236 623 5 859 ‒ 2 144 ‒ 2 144 ‒ 2 144 ‒ 2 119
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid 2 470 0 2 470 200 2 670 2 225 2 225 2 225 2 225
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 20 581 ‒ 1 000 19 581 9 373 28 954 ‒ 750 ‒ 1 700 ‒ 1 700 ‒ 1 700
Subsidies
Instituut Clingendael 820 820 ‒ 34 786 ‒ 2 000 ‒ 2 000 ‒ 2 000
Programma ondersteuning buitenlands beleid 4 058 4 058 1 501 5 559 750
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 99 99 0 99
Publieksdiplomatie 3 399 ‒ 500 2 899 ‒ 1 150 1 749 ‒ 1 135 ‒ 1 135 ‒ 1 135 ‒ 1 135
Onderzoeksprogramma 50 50 0 50
Opdrachten
Adviesraad Internationale vraagstukken 525 525 0 525
Instituut Clingendael 1 600 1 600 516 2 116 2 000 2 000 2 000
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 1 000 1 000 0 1 000
Algemene voorlichting 2 290 2 290 ‒ 1 000 1 290 ‒ 1 700 ‒ 1 700 ‒ 1 700 ‒ 1 700
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten 2 000 2 000 0 2 000
China-strategie 500 500 100 600
Onderzoeksprogramma 220 220 80 300
Bijdragen aan agentschappen
Algemene voorlichting 2 200 2 200 200 2 400 200
Bijdragen aan ZBO's/ RWT's
Verkeersnotificaties 400 400 0 400
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Programma ondersteuning buitenlands beleid 0 0 8 010 8 010
Europese bewustwording 250 250 0 250
Publieksdiplomatie 1 170 ‒ 500 670 1 150 1 820 1 135 1 135 1 135 1 135
Ontvangsten 50 374 500 50 874 7 075 57 949 20 700 20 700 20 700 23 200
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 9 500 9 500 ‒ 2 500 7 000 ‒ 2 500 ‒ 2 500 ‒ 2 500
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 40 000 500 40 500 9 375 49 875 23 000 23 000 23 000 23 000
4.40 Doorberekening Defensie diversen 874 874 0 874
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 0 0 200 200 200 200 200 200

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt omdat aanvullende middelen voor het Loket Buitenland zijn opgenomen. Dit betreft verplichtingen voor de website voor loket buitenland, waardoor de dienstverlening van de agentschappen (o.a. UWV, belastingdienst, SVB) opgenomen kunnen worden. Verder stijgt het verplichtingenbudget als gevolg van de autonome groei van de consulaire dienstverlening welke vraagt om investeringen in het kwaliteitsbehoud van de consulaire IT-systemen. Ten slotte een stijging voor programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB) op het terrein van Coronamaatregelen.

Uitgaven

Artikel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening neemt meerjarig toe. De belangrijkste reden hiervoor is dat de in 2019 niet bestede middelen voor het loket buitenland en uitgaven voor consulaire ICT systemen in 2020 worden opgenomen. Ook wordt budget voor het loket buitenland, wat is opgenomen op het apparaatsartikel, toegevoegd aan artikel 4.1. Dit omdat het ICT uitgaven betreft en deze staan binnen dit artikel opgenomen. Ten slotte wordt meerjarig extra budget opgenomen voor ICT. Dit ook in lijn met de digitale ambities die binnen het consulaire domein zijn uitgesproken. Deze middelen worden via de extra ontvangsten gefinancierd.

Artikel 4.2

Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen vanaf 1 februari 2020. Dit betekent dat de totale consulaire opbrengsten vanaf 2020 toenemen. Dit bedrag wordt binnen de BZ-begroting ingezet om het consulaire proces meer kostendekkend te maken en ook de meerkosten die ontstaan als gevolg van autonome groei van het aantal te verstrekken visa op te vangen. Als gevolg hiervan nemen de uitgaven voor consulaire informatiesystemen structureel toe.

Artikel 4.3

Geen toelichting

Artikel 4.4

Het budget voor het uitdragen van Nederlandse waarden en belangen neemt in 2020 toe door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2019 en een intensivering op het terrein van programma’s voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB) ten behoeve van internationale ondersteuning in het kader van de bestrijding van Corona. Hier staat tegenover dat vanaf 2021 het budget structureel afneemt doordat uitgaven voor algemene voorlichting worden opgenomen binnen het apparaatsartikel. Het betreft inzet van personeel op het terrein van communicatie en voorlichting.

Ontvangsten

Artikel 4.10

Betreft een neerwaartse bijstelling op de ontvangsten uit de afgifte van paspoorten in verband met de verlenging van de geldigheid van de paspoorten waardoor er minder reisdocumenten verstrekt zullen worden.

Artikel 4.20

Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de kosten voor de behandeling van visa beter kunnen dekken heeft de Europese Unie besloten om het tarief voor een visum te verhogen van EUR 60,- naar EUR 80,- vanaf 1 februari 2020. Op basis van de huidige ramingen betekent dit dat de totale consulaire opbrengsten zullen stijgen. Dit bedrag wordt binnen de BZ-begroting ingezet om het consulaire proces meer kostendekkend te maken en ook de meerkosten die ontstaan als gevolg van autonome groei van het aantal te verstrekken visa, op te vangen.

Hier staat tegenover dat als gevolg van de COVID-19 pandemie en de wereldwijde reisrestricties het daarom de verwachting is dat dit jaar het aantal af te geven visa zal dalen. Vooralsnog wordt daarom de oorspronkelijke verwachte stijging verlaagd met EUR 15 miljoen waardoor per saldo voor 2020 de visuminkomsten geraamd worden op EUR 9,4 miljoen.

Artikel 4.40

Geen toelichting

Artikel 4.41

Vanaf 1 mei 2019 worden buitenlandse diplomaten en medewerkers van Internationale organisaties in Nederland aangesproken op verkeersovertredingen. Vanaf dat moment krijgen zij bij een geconstateerde verkeersovertreding een notificatiebrief van het ministerie van Buitenlandse Zaken met een betaalverzoek ter hoogte van het boetebedrag dat geldt voor de betreffende overtreding. Op basis van een conservatieve inschatting is hiervoor een meerjaren raming opgenomen.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Niet-beleidsartikel 5: Geheim

Verplichtingen 0 0 0
Uitgaven 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0

5.2 Niet-beleidsartikel 6: Nog onverdeeld

Toelichting

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 3 027 0 3 027 1 973 5 000 ‒ 11 808 ‒ 25 094 ‒ 28 075 ‒ 27 208
Uitgaven:
Uitgaven totaal 3 027 0 3 027 1 973 5 000 ‒ 11 808 ‒ 25 094 ‒ 28 075 ‒ 27 208
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 3 027 0 3 027 1 973 5 000 ‒ 11 808 ‒ 25 094 ‒ 28 075 ‒ 27 208

Toelichting

Artikel 6.1

Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2019, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor een aantal uitvoeringsknelpunten en nieuwe initiatieven die met name liggen op het terrein van het gastlandbeleid (de NCIA, GNSS Bonaire en het Libanon Tribunaal), bijdragen ten behoeve van de organisatie van een conferentie in Nederland (Climate Adaptation Summit), investeringen in de veiligheid en beveiliging van hoog-risico posten en een aantal kleinere incidentele knelpunten.

5.3 Niet-beleidsartikel 7: Apparaat

Budgetaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 814 826 5 000 819 826 77 402 897 228 59 254 65 290 60 290 62 790
Uitgaven 814 826 5 000 819 826 77 402 897 228 59 254 65 290 60 290 62 790
7.1.1 Personele uitgaven 535 114 4 155 539 269 20 333 559 602 26 871 26 871 26 871 26 871
Eigen personeel 523 114 4 155 527 269 20 333 547 602 26 871 26 871 26 871 26 871
Inhuur extern 12 000 12 000 0 12 000 0 0 0 0
Overige personele uitgaven 0 0 0 0 0 0 0 0
7.1.2 Materiele uitgaven 279 712 845 280 557 57 069 337 626 32 383 38 419 33 419 35 919
ICT 60 000 200 60 200 0 60 200
Bijdragen aan SSO's 65 091 65 091 ‒ 43 65 048
Overige materieel 154 621 645 155 266 57 112 212 378 32 383 38 419 33 419 35 919
7.2 Koersverschillen pm pm 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 41 450 41 450 12 800 54 250 5 300 5 300 5 300 5 300
7.10 Diverse ontvangsten 41 450 41 450 12 800 54 250 5 300 5 300 5 300 5 300
7.11 Koersverschillen pm pm 0 0 0 0 0 0

Toelichting

verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken.

Uitgaven

Artikel 7.1.1

De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. Deze mutatie bestaat uit een aantal onderdelen en wordt onder meer veroorzaakt door de budgettaire verwerking van twee ingediende amendementen: (1) opening van een ambassade in Jerevan en (2) versterking van het postennet op terrein van mensenrechten, migratie en veiligheidsdreigingen. In de Kamerbrief «Weging Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland» van 15 december 2019 wordt nader uiteengezet hoe de beide amendementen worden ingevuld. Verder stijgt het budget als gevolg van de loon- en prijsontwikkeling, zowel voor het personeel in Nederland als op de posten. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. Ook wordt vanuit de extra consulaire opbrengsten aanvullend personeel ingezet om de autonome groei van de visumafgifte te financieren en wordt ook de kostendekkendheid van het visumproces verbeterd. Daarbij wordt voor 2020 wel rekening gehouden met tegenvallende visumontvangsten vanwege COVID-19 en de daarmee samenhangende reisrestricties. Ten slotte worden extra uitgaven verricht voor andere ministeries, waarvan de medewerkers op ambassades werkzaam zijn. Dit wordt via de extra ontvangsten verrekend.

Artikel 7.1.2

De materiĂ«le uitgaven stijgen als gevolg van de investeringen in vastgoed die in 2020 verricht zullen worden. Deze middelen zijn nodig ter rationalisering van de vastgoedportefeuille. Een deel wordt opgebracht uit de verkoop van onroerend goed in 2020 en een deel is afkomstig uit de reservering die is gemaakt als onderdeel van de middelenafspraak huisvesting. Om daarnaast het postennet in zijn huidige vorm te kunnen behouden is het vanwege verhoogde veiligheidsrisico’s noodzakelijk om op korte termijn de beveiliging van een aantal hoog-risico posten te versterken. Hiervoor wordt extra budget vrijgemaakt door een gedeelte van de eindejaarsmarge van Buitenlandse Zaken, Defensie en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in te zetten en door een aantal programma-uitgaven binnen het artikel veiligheid en stabiliteit te verlagen. Het betreft incidentele uitgaven voor de periode 2020-2024 voor maatregelen die noodzakelijk zijn om de veiligheid van het personeel op deze posten te waarborgen. Ten slotte stijgt het budget als gevolg van prijsontwikkelingen op het terrein van bedrijfsvoering, ICT en huisvesting. Deze middelen worden vanuit de reservering binnen de HGIS ingezet.

Ontvangsten

Artikel 7.1.0

Vanwege de hogere doorbelasting van kosten aan andere departementen nemen de apparaatsontvangsten toe. Daarnaast is verkoop vastgoed buitenland voorzien. Een deel van deze extra ontvangsten kunnen in hetzelfde jaar opnieuw worden ingezet om investeringen te doen binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.