Europese begroting 2020: derde aanvullende begroting
Begrotingsraad
Brief regering
Nummer: 2020D15998, datum: 2020-04-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-03-140).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 03-140 Begrotingsraad.
Onderdeel van zaak 2020Z07489:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-05-06 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-05-07 22:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-07-01 10:15: Debat over de voorjaarsnota 2020 (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-09-10 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-03 Begrotingsraad
Nr. 140 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2020
Op 15 april jl. presenteerde de Europese Commissie de derde aanvullende begroting voor 2020 (Draft Amending Budget 3, DAB3). Met deze brief informeer ik uw Kamer hierover. Hiermee vervangt deze brief het BNC-fiche.
In de derde aanvullende begroting verwerkt de Europese Commissie het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven (het surplus) van de Europese begroting van 2019 in de Europese begroting voor 2020. Dit surplus over het voorgaande jaar wordt elk jaar teruggegeven aan de lidstaten middels een DAB en verrekend in de EU-afdrachten.
De definitieve implementatie van de Europese begroting voor 2019 leidde tot een surplus van 3.218 miljoen euro. Het surplus wordt deels veroorzaakt doordat de uitgaven 804 miljoen euro lager zijn uitgevallen dan verwacht, vooral vanwege lager dan begrote uitgaven bij de Noodhulpreserve1 en bij het begrotingshoofdstuk Veiligheid en Burgerschap. Daarnaast zijn de ontvangsten per saldo 2.415 miljoen euro hoger uitgekomen dan verwacht, grotendeels door hogere boete-ontvangsten en ontvangen rente op late betalingen.
Voor Nederland leidt de verwerking van het surplus tot 157 miljoen euro lagere (BNI-)afdrachten in 2020. Zoals aan uw Kamer gemeld in de Voorjaarsnota wordt het surplus nu nog niet in de Nederlandse afdrachtenraming op de begroting van Buitenlandse zaken verwerkt, zodat er alvast een (kleine) buffer is voor mogelijke tegenvallers later dit jaar als gevolg van de crisismaatregelen vanuit de Commissie in verband met de corona-crisis. Op het moment dat meer zicht is op de te verwachten effecten van deze crisismaatregelen op de Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting in 2020 zal dit in de raming worden verwerkt en wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Het kabinet steunt de derde aanvullende begroting voor 2020 en zet in op een spoedige aanname door de Raad en het Europees parlement. De tabel in de annex geeft een overzicht van de aanvullende begrotingen voor 2020 die op dit moment zijn gepubliceerd.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Annex:
DAB1 – Migratie & corona | 567 | 77 | – |
DAB2 – Emergency Support Instrument1 | 3.000 | 1.530 | – |
DAB3 – Surplus | – | – | 3.218 |
1 Onderdeel van Kamerstukken 22 112 en 35 420, nr. 2856 |
Bovenstaande tabel geeft alle mutaties van de Europese begroting weer, uitgesplitst naar het effect op de vastleggingen, betalingen en inkomsten.
De Noodhulpreserve kan worden ingezet voor humanitaire hulp aan landen buiten de grenzen van de Unie, bijvoorbeeld bij de migratiecrisis.↩︎