[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht ‘De zorgverleners worden niet voldoende beschermd’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D16518, datum: 2020-04-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2635).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z06769:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2635

Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «De zorgverleners worden niet voldoende beschermd» (ingezonden 15 april 2020).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 april 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «De zorgverleners worden niet voldoende beschermd»?1

Vraag 2

Vindt u dat zorgverleners wel voldoende worden beschermd?

Vraag 3

Vindt u dat de directeur van thuiszorgorganisatie Buurtzorg gelijk heeft als hij zegt dat een «enorme inschattingsfout» is gemaakt doordat zorgverleners onvoldoende getest en onvoldoende beschermd zijn? Zo nee, waarom niet? Waarom heeft u dan wel besloten meer te gaan testen?

Vraag 4

Kunt u zich voorstellen dat zorgverleners het idee hebben dat een eerdere versoepeling van de richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) omtrent het gebruik van beschermingsmiddelen, terwijl de geluiden over het besmettelijker zijn van corona toenamen, wellicht niet ingegeven is door hun gezondheid maar door het gebrek aan beschermingsmiddelen? Zo nee, hoe overtuigt u betrokkenen van het tegendeel?

Vraag 5

Is het zo dat zorgverleners inmiddels de grootste «besmettingshaard» van het coronavirus zijn geworden? Beschikt u over cijfers waaruit dat of het tegendeel blijkt en wilt u die snel met de Kamer delen? Als u niet over deze cijfers beschikt, wilt u die dan wel boven tafel krijgen en met de Kamer delen?

Vraag 6

Heeft de Inspectie Gezondheid en Jeugd (IGJ) contact met de organisatie Buurtzorg gehad over persoonlijke beschermingsmiddelen? Zo ja, wat was de reden c.q. strekking daarvan?

Vraag 7

Zou u het een goede zaak vinden als de IGJ een organisatie zou aanspreken over het «te veel» gebruiken van beschermingsmiddelen, ook als die organisatie die zelf zou hebben aangeschaft?

Vraag 8

Wat vindt u van de stelling dat de schaarste aan beschermingsmiddelen ook komt door de (gekozen) infrastructuur? Ziet u kans c.q. bent u voornemens deze (nog) te verbeteren? Zo ja, op welke wijze en wanneer?

Vraag 9

Herkent u de opmerking van de directeur van thuiszorgorganisatie Buurtzorg dat zorgverleners nu emotioneel belast zijn omdat ze niet weten of ze patiënten hebben besmet die overleden zijn? Hoe kijkt u in dat licht aan tegen uitingen over «onderbescherming» en «schijnveiligheid»? Wat zou u tegen deze zorgverleners willen zeggen?

Vraag 10

Wilt u deze vragen (separaat) beantwoorden voor het debat van donderdag aanstaande?

Antwoord

De schriftelijk vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (2020Z06769), zijn beantwoord middels brief <COVID-19 – Update stand van zaken> (Kamerstuk 25 295, nr. 277)


  1. NRC, 13 april 2020, «De zorgverleners worden niet voldoende beschermd» (https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/13/de-zorgverleners-worden-niet-voldoende-beschermd-a3996670).↩︎