Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 5 mei 2020
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D16780, datum: 2020-05-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D16780).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z07722:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-05-01 14:00: Geannoteerde agenda voor de informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 5 mei 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-05-07 22:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-05-12 09:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-05-25 12:00: Procedures en brieven (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-06-03 14:00: Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 9 juni 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-09-09 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D16780 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 1 mei 2020 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorgelegd over zijn op 30 april 2020 toegezonden brief inzake «Geannoteerde agenda voor de informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 5 mei 2020» (Kamerstuk 21 501-31, nr. 556).
De voorzitter van de commissie,
Rog
De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de fractie van de VVD
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Zij onderschrijven het standpunt van de regering dat het van groot belang is de interne markt te herstellen. Wel benadrukken zij hierbij de conclusie van de Eurogroep: een beleidsreactie op EU-niveau moet de nationale bevoegdheden voor het sociale zekerheidssysteem respecteren.
Zij hebben daarnaast nog enkele vragen.
Inhoud/achtergrond agendapunt
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de Commissie om input van de lidstaten vraagt ten aanzien van het rapport over demografie, maar lezen hier niets over terug in de inzet van Nederland. Levert Nederland hier input op? Kan de Minister aangeven wat de Nederlandse inbreng is? Wordt bij het demografisch rapport ook gekeken naar maatregelen die lidstaten moeten nemen voor de houdbaarheid op langere termijn van hun pensioenstelsels, zoals het CPB dat in Nederland doet? Is de Minister bereid aan de Commissie aan te geven dat dit een waardevolle toevoeging is?
Inzet Nederland
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over de Nederlandse inzet. Zij merken op dat er in de annotatie niets staat over de problemen rond buitenlandse seizoensarbeiders die de grens niet over kunnen, waardoor de Nederlandse land- en tuinbouw problemen heeft met oogsten. Dit probleem speelt ook in veel andere lidstaten. Zij vragen de Minister deze problematiek op Europees niveau aan te kaarten en te zoeken naar praktische en veilige oplossingen.
Daarnaast vragen zij de Minister of hij het probleem herkent van arbeidsmigranten die hun baan verloren hebben, terug willen keren naar familie in hun thuisland en klem komen te zitten vanwege de gesloten grenzen. Herkent de Minister dit en is hij hierover in contact met zijn Europese collega’s?
Van groot belang is het herstel van de interne markt in de komende periode. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister aan te dringen op het in kaart brengen en (waar mogelijk) wegnemen van knelpunten voor vormen van werk waarbij mensen fysiek de landsgrenzen van lidstaten overgaan. Dat geldt zeker voor seizoens- en grensarbeiders. Ook verwachten de leden hierbij specifieke aandacht voor transport, lucht- en scheepvaart en internationaal treinverkeer. Deelt de Minister deze noodzaak en is hij bereid op Europees niveau aan te dringen op het wegnemen van knelpunten en het afstemmen van afspraken met betrekking tot gezond en veilig werken, bij de Commissie en bij andere lidstaten?
Vragen en opmerkingen van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
Geannoteerde agenda informeel video-overleg Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) 5 mei 2020
Gevolgen van de COVID-19-pandemie voor Europese samenlevingen: demografische uitdagingen en maatregelen voor economisch herstel en sociale zekerheid
In de brief van de Minister lezen de leden van de CDA-fractie dat een beleidsdebat plaatsvindt over de economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak, o.a. voor specifieke sectoren en herstelmaatregelen op nationaal en Europees niveau. Wordt in de EU ook binnen de verschillende noodfondsen nagedacht over sectorspecifieke tegemoetkomingen? Indien ja, welke? Deze leden zijn bekend met de diverse regelingen uit het Nederlandse noodpakket en vragen zich af hoe deze zich verhouden tot die in andere EU-lidstaten, met name in de buurlanden België en Duitsland. Vindt overleg plaats over de uitwerking van diverse maatregelen, bijvoorbeeld in grensregio’s, om overlap, samenloop en tegenstrijdigheid zoveel mogelijk te voorkomen en op welke niveaus? Bestaat er inmiddels voor internationaal opererende bedrijven een (digitaal) informatiepunt, waar overzichtelijk staat vermeld welke maatregelen in welke EU-lidstaat gelden? Indien niet, bent u bereid dit in te (helpen) richten?
De leden van de CDA-fractie lezen dat in Nederland gesprekken met regio’s en gemeenten gaande zijn over de (lange termijn)gevolgen van de COVID-19-crisis voor verschillende regio’s. Wanneer verwacht de Minister de Kamer hierover te kunnen informeren?
Recent hebben de leden Palland en Amhaouch schriftelijke vragen gesteld over de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en de situatie van grenswerkers (met een Nederlands paspoort), die in België of Duitsland wonen maar wier bedrijf in Nederland is gevestigd (Kenmerk 2020D16161). Zij komen alleen in aanmerking voor Tozo-bedrijfskapitaal en zijn voor levensonderhoud aangewezen op de sociale bijstand in het woonland. Onzeker is of grenswerkers die bijstand ook daadwerkelijk krijgen, wanneer zij in Nederland belasting betalen. En dan dus mogelijk tussen wal en schip komen. Relevant is of de Tozo onder de werkingssfeer van verordening 883/2004 over de coördinatie van sociale zekerheidsstelsels valt. Kan de Minister deze vraag beantwoorden?
De leden van de CDA-fractie constateren dat lidstaten elk een ander tempo volgen bij het verlengen dan wel stapsgewijs opheffen van (beperkende) coronamaatregelen. In dat kader communiceren ons omringende landen stappenplannen over opstart en heropening, zodat bedrijven en hun werknemers zich goed kunnen voorbereiden. Gaat de Nederlandse regering dit ook doen, in overeen- en afstemming met de landen om ons heen?
Voor een verdere opstart van de economie is de internationale logistiek en aanlevering van goederen, technische onderdelen etc. belangrijk. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister daar problemen voorziet met betrekking tot logistiek/douane.
Is er daarnaast in EU-verband voldoende aandacht voor de voedselproductie in Europa, bijvoorbeeld als het gaat om voldoende hulp bij het oogsten (op plekken waar een tekorten aan arbeidskrachten is) en logistiek, om situaties als in de Verenigde Staten te voorkomen? Daar dreigen tekorten, terwijl elders voedsel wordt «doorgedraaid». Hoe voorkomen we in Europa dergelijke situaties?
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van samenwerking tussen EU-lidstaten om de COVID-19-crisis aan te pakken. Zij zien uit naar de «behoefteanalyse» en het voorstel van de Europese Commissie waaraan nu wordt gewerkt.
Vragen en opmerkingen van de fractie van de PvdA
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben naar aanleiding daarvan enkele vragen en opmerkingen.
Veilige werkplek arbeidsmigranten
De leden van de PvdA-fractie maken zich nog steeds grote zorgen over de onveilige werk-, woon- en vervoerssituaties waarin Europese arbeidsmigranten zich in Nederland bevinden. Is de Minister het eens dat ook arbeidsmigranten zeker moeten kunnen zijn van veilige en gezonde werkplek? Deelt de Minister de mening van de leden van de PvdA-fractie dat COVID-19 moet worden opgenomen in de Europese richtlijn voor bescherming van werknemers tegen blootstelling aan biologische agentia (2000/54/EG)? Deze leden vragen de Minister verder hoeveel meldingen bij het speciaal ingerichte meldpunt voor arbeidsmigranten zijn binnengekomen? Hoeveel overtredingen zijn geconstateerd? Is er gehandhaafd door de Inspectie SZW en zo ja hoe vaak?
Commission Work Programme
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister er voor wil zorgen dat de sociale voorstellen uit het Werkprogramma van de Europese Commissie niet op de lange baan geschoven worden. Is de Minister het verder met deze leden eens dat er haast gemaakt moet worden met een Europese richtlijn over platformwerk, nu uit de coronacrisis blijkt dat platformwerkers hard getroffen worden en met onzekerheid over hun gezondheid en hun inkomen doorwerken? Is de Minister het met deze leden verder eens dat er snel een buffer opgezet moet worden die Europese lidstaten stut bij de volgende grote crisis en is de Minister bereid om constructief mee te werken aan het op te richten Europese werkloosheidsherverzekeringsschema (EURS) om grootschalige werkloosheid te voorkomen? En in hoeverre is de Minister bereid om in het meerjarig financieel kader van de EU in te zetten op een verruiming van de sociale fondsen zoals het ESF+ en het Europees Globaliseringsfonds, om de klappen die deze crisis slaat op te kunnen vangen?