Europese top d.d. 6 mei 2020 (ongecorrigeerd stenogram)
Stenogram
Nummer: 2020D16992, datum: 2020-05-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2020-05-04 14:30: Europese top d.d. 6 mei 2020 (Notaoverleg), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer, de Europese top d.d. 6 mei 2020
VERSLAG VAN EEN NOTAOVERLEG
Concept
De vaste commissie voor Europese Zaken en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben op 4 mei 2020 overleg gevoerd met de heer Blok, minister van Buitenlandse Zaken, over:
de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 30 april 2020 inzake geannoteerde agenda voor de EU-top met de landen van de Westelijke Balkan d.d. 6 mei 2020 (2020Z07725);
de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 3 mei 2020 inzake kabinetsappreciatie Commissie mededeling over EU-steunpakket voor de Westelijke Balkan voor de bestrijding van COVID-19 (2020Z07893).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Veldman
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,
Pia Dijkstra
De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Van Haaster
Voorzitter: Belhaj
Griffier: Van Haaster
Aanwezig zijn tien leden der Kamer, te weten: Belhaj, Bisschop, Bouali, Van der Graaf, Leijten, Anne Mulder, Van Ojik, Omtzigt, Ploumen en De Roon,
en de heer Blok, minister van Buitenlandse Zaken.
Aanvang 14.31 uur.
De voorzitter:
Van harte welkom bij de vaste commissie voor Europese Zaken. Ik mag
vandaag jullie voorzitter zijn. Jullie weten hoe dat werkt: over het
algemeen gezellig, en tegelijkertijd streng en rechtvaardig wanneer dat
nodig is. We hebben een notaoverleg over de Europese top die zal
plaatsvinden op 6 mei. Ik heet de minister en zijn ambtelijke
ondersteuning van harte welkom, en uiteraard ook de commissieleden van
de verschillende politieke partijen. Ik wil voorstellen dat we een
spreektijd van vijf minuten hanteren, met drie interrupties in een slag
van één-twee. Ik zie iedereen instemmend knikken. Dan stel ik voor dat
we links beginnen, bij mevrouw Ploumen van de PvdA.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Het is goed om hier met elkaar te zijn en te
spreken over de impact van de COVID-19-pandemie op de Westelijke Balkan,
en dat allemaal natuurlijk in het kader van de EU-relaties met de landen
van de Westelijke Balkan. Je zou kunnen zeggen dat die in het hart van
Europa liggen en alleen daarom al onze aandacht en solidariteit
verdienen. De impact van de covidpandemie op de volksgezondheid en
natuurlijk ook de economie van die landen is zeer ingrijpend. Het zijn
landen die toch al een wat wankele economie hebben. Een aantal hebben
ook een wat wankele rechtsstaat. Het is dus een goed moment om die
landen bij te staan, ook om te voorkomen dat andere grootmachten hun
invloed op de Westelijke Balkan uitbreiden. Dat is in het geopolitieke
belang van Nederland.
Voorzitter. De Partij van de Arbeid verwelkomt het EU-steunpakket. Ik
heb daar wel nog een aantal vragen bij. Eén: het gaat om het realloceren
van preaccessiefondsen. Dat betekent dus dat ze eerder voor andere
doeleinden bestemd waren. Wat waren die doeleinden, en waarom is juist
daarvoor gekozen? En hoe ziet de minister de consequenties van de keuze
die nu blijkbaar gemaakt is? Met andere woorden, ten koste waarvan ging
die steun?
Twee: hoe ziet de minister de relatie tussen de EU en deze landen in
termen van economische steun, ook na de acuutheid van deze crisis? Het
zijn landen die hun jonge bevolking de afgelopen jaren hebben zien
wegtrekken naar andere landen waar ze meer kansen zagen. Juist die jonge
mensen zullen de komende jaren nodig zijn om mee te helpen met het weer
opbouwen van de economie in die landen. Wat is volgens Nederland,
volgens deze minister, de rol van de EU in dat proces?
Voorzitter. Ik zag ook dat een deel van de steun van de EU aan die
landen bestemd is voor het bijstaan van kwetsbare groepen als
vluchtelingen en migranten. Ook dat steunt de Partij van de Arbeid. Maar
het roept natuurlijk wel de vraag op wat Nederland eigenlijk zelf doet
voor kwetsbare vluchtelingen die op de Griekse eilanden vastzitten. We
hebben van de collega van de minister gehoord dat daar een plan voor is,
maar na die aankondiging op een vrijdagmiddag hebben we daar helemaal
niets meer van vernomen. Hoe staat het daarmee?
Voorzitter. Dat die landen steun nodig hebben en dat de Partij van de
Arbeid dat steunt, wil nog niet zeggen dat we daarmee zomaar alles
goedvinden wat zich daar afspeelt. Zo ergeren wij ons — ik denk dat dat
voor velen geldt — aan het geflirt van Vučić in Servië met China. Hij
heeft zijn hele land blijkbaar volgehangen met posters van Xi Jinping,
terwijl de financiële steun vanuit de EU veel groter is en de
solidariteit ook. Is de minister van plan om Servië daarop aan te
spreken?
Voorzitter, tot slot. De toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië
en Albanië worden geopend. Zoals wij dat voorzien, is dat het begin van
een heel erg lang traject. Het is wel een belangrijk traject. Het is
goed dat die landen nu betrokken worden en dat zij zien dat de
maatregelen die zij hebben genomen hebben geresulteerd in het openen van
de toetredingsonderhandelingen. Daarmee zijn de zorgen uiteraard niet
weg. Mijn vraag aan de minister is: op welke manier gaat hij inzetten op
het versterken van de rechtsstaat in die landen en met name de
persvrijheid?
Ik wou het hierbij laten, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank mevrouw Ploumen, die sprak namens de PvdA. Ik geef het woord aan
mevrouw Leijten van de SP.
Mevrouw Leijten (SP):
We zitten in een bijzondere tijd door de wereldwijde gezondheidscrisis,
veroorzaakt door de corona-uitbraak met alle onzekere gevolgen die dat
heeft voor mensen en economieën. Het is ook een bijzondere tijd omdat we
in deze tijd vieren dat het 75 jaar geleden is dat we bevrijd zijn van
de Duitse overheersing en er een einde kwam aan de verschrikkingen van
de Holocaust. Wat in deze tijd ook bijzonder is, is dat de Europese Unie
en de eurozone in een crisis verkeren. Althans, dat is wat je hoort als
je naar de regeringsleiders luistert. De Franse president maakt
vergelijkingen met de Eerste Wereldoorlog en zegt dat we daarom solidair
zouden moeten zijn. De Italianen hebben gezegd dat het het einde van de
EU zal betekenen als het noorden niet solidair zal zijn. De Spaanse
regering lijkt iedere persconferentie weer of nog bozer te worden op
Nederland.
Het ziet er niet fraai uit. Tegelijkertijd spreken we vandaag over een
Balkantop die eerst uitgesteld zou worden. Vrijdag zou de Nederlandse
regering er nog aan deelnemen, maar nu laat ze zich vervangen. Ik zit
daarnaar te kijken en word daar eigenlijk een beetje cynisch van. We
zitten met zulke grote vraagstukken en we volgen een agenda die ooit is
ingeslagen, maar de tijden zijn veranderd.
Ik zou de minister iets voor willen leggen. Op dit moment worden er veel
besluiten genomen, onder grote snelheid en over enorme sommen geld. Dat
heeft een enorme impact op landen en lidstaten, maar ook op de
besluitvorming. We kunnen die nauwelijks goed controleren. En wij hebben
dan nog een redelijk functionerende democratie, al is dat ook in deze
coronatijden natuurlijk even anders. Zou het niet goed zijn om nu te
besluiten om de Europese Raden die nu via videoconferentie plaatsvinden
gewoon te streamen? Dit omdat er zo weinig inspraak mogelijk is van het
maatschappelijk middenveld en de politiek en omdat er nauwelijks
controle door journalisten kan plaatsvinden. Dan kunnen we namelijk zien
wat daar gebeurt. We hebben al die persconferenties en we kunnen de open
brieven en intentieverklaringen lezen, maar we weten niet wat daar nou
precies gebeurt. Zou de minister daarop in willen gaan?
Om in deze tijden van crisis binnen de Europese Unie, of in ieder geval
de vocaliteit die we daarover horen, dan toch te spreken over
uitbreiding en het openen van toetredingsgesprekken, komt op mij
schizofreen over. Waarom gebeurt dit? Welke institutionele gevolgen
heeft het voor de Europese Unie als de Balkanlidstaten door het
toetredingsproces heen zijn? Dat wil ik graag aan de minister vragen.
Welke scenario's liggen er? Treden zij uiteindelijk ook toe tot
Schengen? Treden zij toe tot de eurozone? Is het daadwerkelijk nodig om
dit langslepende traject van toetredingsgesprekken in te gaan? Is zo'n
partnerschap, waardoor ze nu al worden gezien vanwege de gevolgen van
covid, niet een veel betere manier? Hoe kijkt de minister
daartegenaan?
Mevrouw Ploumen van de Partij van de Arbeid had het al even over Servië.
Dat krijgt heel veel steun uit de EU, maar hangt door het hele land
posters op om China te bedanken. Hoe reageren we daarop? Dat is nog een
land dat met toetredingsgesprekken bezig is. Dat moet altijd gebeuren om
de macht van China buiten de deur te houden. Nou, dat lukt niet heel
aardig. En hoe kijken we naar Hongarije? Dat heeft niet alleen het
parlement buitenspel gezet, we zien nu ook dat de regering gewoon haar
macht gebruikt om bestuurders en volksvertegenwoordigers van de
oppositie uit te schakelen. Dat is een Europese lidstaat. Ik vind dat we
dat moeten bespreken. Daarom zou ik eigenlijk graag willen dat de
minister-president deelneemt aan deze Europese top.
Kan de regering uitleggen waarom zij akkoord is gegaan met de
toetredingsonderhandelingen van Noord-Macedonië en Albanië, terwijl in
het schriftelijk overleg dat daarover gevoerd is, de VVD, het CDA en de
SP aandrongen op het niet nemen van onomkeerbare stappen? Waarom heeft
ze die wel gezet?
Waarom is Nederland akkoord gegaan met de oplossing van een herstelfonds
voor de coronacrisis binnen het Meerjarig Financieel Kader? Er wordt
gesproken over een nieuw voorstel dat een verdubbeling in zou houden.
Hoe kan Nederland daarmee akkoord zijn gegaan? Wat is hier
gebeurd?
Voorzitter. Er is zo veel verbaal geweld. Wij weten ook wel dat dat vaak
voor intern gebruik is, om te laten zien dat je een stoere leider bent,
maar hoe kijkt de regering aan tegen het beeld dat Nederland altijd te
streng zou zijn en altijd op de rem zou staan? Is dat een juiste of
eigenlijk een onjuiste weergave?
Ik laat het hierbij, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank mevrouw Leijten van de SP en ik geef het woord aan de heer Van
Ojik van GroenLinks.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik vind het eigenlijk jammer dat Nederland
niet meedoet aan deze Europese top. Ik begrijp dat niet zo goed. In de
geannoteerde agenda stond inderdaad nog expliciet dat de premier zou
meedoen. Ik geloof dat we die donderdag of zelfs vrijdag kregen.
Kennelijk is er iets heel dringends tussen gekomen. Ik vraag me af hoe
dat dan gaat, want nu gaat de heer Bettel van Luxemburg namens
Nederland, België en Luxemburg het woord voeren. Is er dan een soort
Benelux-positie? Of gaat hij drie verschillende interventies houden? De
verschillen tussen die drie landen zijn, voor zover ik weet, nogal
omvangrijk als het gaat om opvattingen over de toekomst van de relatie
met de Westelijke Balkan. Ik zie dat gewoon eerlijk gezegd niet zo voor
me, want de heer Bettel gaat kennelijk niet alleen over de agenda
spreken, maar ook over regionale samenwerking. Dat staat in de
appreciatie die we van het kabinet hebben gekregen en dat gaat dus nog
weer wat verder. Is dat ook namens Nederland? En wat gaat hij dan
zeggen? Ik ben echt heel nieuwsgierig. Ik hoop dat de minister ons een
beetje daarover kan bijpraten.
Voorzitter. Als we over de Balkan spreken, is geopolitiek nooit ver weg.
GroenLinks is blij met de mogelijkheid om te starten met
toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië. Ik weet niet
helemaal precies hoe het er op dat punt nu voor staat. Ik begrijp dat er
eerst een Intergouvernementele Conferentie moet komen waar nog unaniem
moet worden besloten dat die toetredingsonderhandelingen kunnen
beginnen. Ik begrijp ook dat Nederland het ja zeggen nog laat afhangen
van de vraag of er in Albanië — ik heb het nu met name over Albanië —
voldoende voortgang wordt geboekt. Dat doet me toch weer heel erg denken
aan het standpunt dat we al jarenlang hebben. Ik dacht juist dat we op
dat punt nu een stap verder waren. Mevrouw Leijten zei zojuist dat we
gaan beginnen met de onderhandelingen, maar ik maak dat eerlijk gezegd
nog niet helemaal op uit de stukken. Ik maak daar juist uit op dat
Nederland nog steeds een ... nou ja ... een halfslachtige positie
inneemt. Ik zocht even naar een hele intelligente kwalificatie, maar die
wilde we me niet zo snel te binnen schieten, dus laat ik het zo zeggen:
een nogal dubbelhartige positie. Hoe gaat dat nu eigenlijk verder lopen,
vraag ik de minister.
Voorzitter. De beide collega's die voor mij spraken, hadden het er al
over dat China, als het leiderschap van de Verenigde Staten een beetje
de weg kwijt is en de Europese Unie traag en verdeeld is, altijd bereid
is om in dat gat te springen. Dat zie je op dit moment inderdaad het
meest duidelijk in Servië. De president daar zegt dat China het enige
land is dat hem kan helpen. Hij zegt ook: "We kunnen alleen vertrouwen
op China" en "Europese solidariteit bestaat niet". Dat zijn allemaal
letterlijke citaten. Ik begrijp dat de Servische president aanstaande
woensdag ook aan tafel zit bij deze top. Ik ben inderdaad net als mijn
collega's zeer benieuwd hoe de Europese Unie zich tegenover dit Servië
gaat opstellen. Het vacuüm is namelijk geen natuurverschijnsel. Dat is
er alleen omdat de Europese Unie het laat afweten, omdat ze misschien te
traag is, te weinig doet of te weinig zichtbaar is. Ik zou graag eens
van de minister horen wat nou eigenlijk het punt is. Hoe komt het nou
dat we zo veel doen, althans altijd zeggen te doen, maar dat in een land
als Servië kennelijk de indruk bestaat dat China nog zo'n beetje de
enige betrouwbare bondgenoot is? Ik ben daar heel benieuwd naar en wil
daar wat meer over horen van de minister.
Ik sluit me graag aan bij de vragen van mevrouw Ploumen over het nieuwe
steunpakket. Het gaat niet om additionele middelen. Het gaat om een
relocatie van bestaande middelen. Nou, dan gaat het per definitie ook
ten koste van iets. Ik zou heel graag weten ten koste van wat het gaat,
zodat we daar een eerlijk oordeel over kunnen vellen.
Ten slotte wil ik van de minister iets meer horen over het urgente
COVID-19-pakket dat nu op tafel ligt: hoe past dit bij de prioriteiten
die we voor de langere termijn hebben gesteld inzake de samenwerking met
de Westelijke Balkan? Dan gaat het over al die buzzwords als
"connectiviteit", "rechtsstaat", "klimaatverandering" en "veiligheid".
Dat was eigenlijk de agenda die we met de Westelijke Balkan hadden. Ik
ben zeer benieuwd hoe dit pakket zich nu verhoudt tot die agenda voor de
wat langere termijn.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank de heer Van Ojik, die sprak namens GroenLinks. Ik geef de heer
Bouali namens D66 het woord.
De heer Bouali (D66):
Dank u wel, voorzitter. Juist in tijden van crisis moeten buurlanden
elkaar steunen, binnen de Europese Unie, maar ook buiten de Europese
Unie. Binnen de Europese Unie neemt Duitsland bijvoorbeeld Nederlandse
patiënten van onze ic's over. Dat hebben we allemaal gezien. En er komt
een herstelfonds voor de Europese economie. D66 vindt dat ook onze buren
op de Balkan onze volle aandacht en steun verdienen, vanuit humanitair
oogpunt, vanuit strategisch en geopolitiek oogpunt, maar ook vanuit
economisch oogpunt. Want instabiliteit en een Russische/Chinese invloed
op de Balkan betekent het toelaten van een gevaar in onze eigen Europese
binnentuin. Laten we als EU daarom juist nu goede relaties met deze
regio onderhouden. Ik ben dan ook blij dat het kabinet het
desbetreffende Europese beleid heeft ondersteund.
Voorzitter. Aansluitend op wat mijn collega Van Ojik zei het volgende.
Uit de brief van gisteren begreep ik dat de minister-president
verhinderd is en niet kan deelnemen aan deze top. Uiteraard heb ik
begrip voor het feit dat de agenda in deze gekke coronatijd misschien
overvol is, maar D66 vindt het wel degelijk belangrijk dat Nederland in
de toekomst op dit soort belangrijke geopolitieke toppen goed
vertegenwoordig blijft. We zijn een founding father van de Europese Unie
en we hebben een van de grootste economieën. Dan horen we gewoon op dit
soort toppen aanwezig te zijn. Is de minister dat met mij eens? Op welke
manier kunnen we dit met de blik op de toekomst borgen?
Voorzitter, dan specifiek over corona. Ook de landen op de Balkan zijn
getroffen door het coronavirus. De economie is stilgevallen, er is angst
over de kracht van de zorgstelsels en er zijn grote tekorten, van
medicijnen tot mondkapjes. De Chinese mondkapjesdiplomatie is nergens zo
zichtbaar als in Servië. Twee van mijn collega's, mevrouw Ploumen en de
heer Van Ojik, refereerden er al aan. Eerst komt China met vliegtuigen
vol mondkapjes naar Belgrado. We zagen een emotionele Servische
president, die de Chinese vlag nota bene kuste en kritiek op de Europese
Unie uitte over het uitblijven van steun. Toen kwamen ook de Russen: zij
kwamen met een mediaoffensief en zij kwamen met militaire vliegtuigen
ook wat hulpmiddelen brengen. Tot slot, helemaal aan het einde, kwamen
de Europeanen — altijd wat minder goed in hun eigen pr — die stelden dat
ze al jarenlang investeerden in de Servische gezondheidszorg, meer dan
China en Rusland tezamen. De VS waren in geen velden of wegen te
bekennen. Het illustreert de geopolitieke realiteit in deze regio. Het
illustreert ook hoe de grootmachten invloed proberen uit te oefenen. Ik
begrijp dan ook de steun aan de Balkan die de Europese Commissie heeft
aangekondigd. Zij hebben onze hulp nodig, maar juist in deze tijden is
het ook in het Europese economische en politieke belang dat we deze
landen steunen. Hoe ziet de minister dit?
De voorzitter:
Meneer Bouali, voordat we gaan bekijken hoe de minister dat ziet, is er,
naar ik begrijp, een interruptie van de heer De Roon. Dat blijkt alweer
voorbij te zijn, dus ik geef u weer het woord. Hij wil u niet
interrumperen. Dat is ook interessant om te weten. U mag uw betoog
vervolgen.
De heer Bouali (D66):
Fijn. Dank u wel, voorzitter.
Voor deze landen is het ook belangrijk dat bestaande fondsen nu sneller
beschikbaar worden, onder meer om de gezondheidszorg te ondersteunen.
Maar ik vraag de minister hier wel heel graag: hoe blijven de
prioriteiten van het hervormen van de rechtsstaat, het bestrijden van de
georganiseerde criminaliteit en de corruptie op het netvlies van de
Europese Commissie, maar ook van Nederland?
Voorzitter. Dan het uitbreidingsdossier. D66 ondersteunt het besluit van
het kabinet om toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en
Albanië te openen van harte. Eindelijk, zou ik ook willen zeggen. De
onderhandelingen zijn een stimulans voor de hervormingen in de regio.
Dat betekent niet dat ze snel kunnen toetreden tot de Europese Unie. Dat
kan pas als ze aan alle voorwaarden voldoen. Daar zijn we nog lang niet,
maar we bieden deze landen in ieder geval wel een echt Europees
perspectief.
Voorzitter. Ik heb hier nog een aantal vragen over en dan rond ik af. De
nieuwe toetredingsmethode legt een sterke nadruk op de rechtsstaat en
biedt tastbare voordelen als een kandidaat de goede kant op gaat.
Tegelijkertijd wordt het proces omkeerbaar als een kandidaat de
verkeerde kant op beweegt. D66 steunt deze hervorming en vindt dat dit
zo snel mogelijk in de praktijk gebracht moet worden. Graag vraag ik dan
ook aan de minister hoe dat zit voor landen waar al onderhandelingen mee
lopen, zoals Servië en Montenegro. Is die nieuwe methode nu ook op de
procedures van toepassing? En dan als laatste: het kabinet stelt in zijn
brief van maart dat het nog verdere stappen van Albanië verwacht,
voordat het land daadwerkelijk kan starten met de
toetredingsonderhandelingen. Zijn die stappen nu genomen, volgens het
kabinet? Is er voldoende vooruitgang? Wanneer verwacht de minister dat
de Intergouvernementele Conferentie plaats zal vinden waar dit
bekrachtigd moet worden? Graag een reactie.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank de heer Bouali, die sprak namens de D66-fractie, en ik geef de
heer Mulder het woord. Hij zal spreken namens de VVD-fractie.
De heer Anne Mulder (VVD):
Voorzitter, dank. De Westelijke Balkan is onze achtertuin. Nederland
heeft er een enorm belang bij dat dat een stabiele achtertuin is. De
jaren negentig hebben laten zien wat er gebeurt als het instabiel wordt.
Dan komen er vluchtelingen naar de Europese Unie en naar Nederland en
voelen we ons gedwongen militairen daarheen te sturen. In de jaren
negentig hebben daar ongeveer 50.000 militairen gediend. Daarvan zijn er
achttien overleden. Ook deze militairen herdenken we vanavond om 20.00
uur. Op dit moment is er nog marechaussee in Kosovo. De Nederlandse
betrokkenheid is dus groot. Ook de bevolking van de landen zelf heeft
belang bij een stabiel land, een veilig land, een democratisch land, met
sterke instituties. Daarom is het van belang dat wij deze landen
steunen. De VVD staat dus ook achter het steunpakket waarover woensdag
wordt besloten.
Maar het is ook goed — collega's hebben dat al gezegd — om de landen nog
eens te vragen om te focussen op de rechtsstaat, op het functioneren van
de democratie en op het functioneren van het openbaar bestuur, zeker nu,
in deze tijden van coronacrisis. Die wordt gebruikt of misschien wel
misbruikt door een aantal landen om maatregelen te nemen die minder
democratisch zijn. Neem Servië. Dat land heeft begin vorige maand een
journalist gearresteerd, Ana Lalić, omdat die schreef over de
erbarmelijke toestanden in de Servische ziekenhuizen. En is de
noodtoestand in Servië nou wel helemaal grondwettelijk? Wil Nederland,
of de Luxemburgse premier, de Europese Commissie vragen om juist nu deze
landen nog eens extra te monitoren als het gaat om de rechtsstaat?
Veiligheid in het gebied, migratie en grensbeheer zijn andere
onderwerpen die aan de orde zijn. Het is ook van belang dat de zogeheten
Balkanroute voor migranten wordt gesloten. Kunnen we die voorwaarde niet
stellen aan hulp? Daar moeten we gewoon achteraan, net als bij
jihadisten in Bosnië. Dat moeten die landen gaan doen. De vraag is dus
of Nederland, of anders Luxemburg namens Nederland, dat punt aan de orde
kan stellen.
Voorzitter. Dan zien we spelletjes op de Balkan. Je ziet dat landen,
hoewel de Europese Unie de grootste donor en de grootste investeerder in
het gebied is, beginnen te flirten met andere mogendheden. Ze willen
flirten om de Europese Unie een beetje jaloers te maken en ook om hun
eigen land te laten zien dat ze hun eigen man zijn, dat ze niet
afhankelijk zijn van de EU of van een andere grootmacht, maar dat ze een
eigenstandige machthebber zijn. Dat geflirt moet maar eens afgelopen
zijn. Het is door iedereen gezegd. Wat de Servische premier Vučić heeft
gedaan: kap nou met dat soort spelletjes, we hebben je door, het leidt
niet tot meer aandacht maar alleen maar tot kritiek, dus kap daar nou
eens mee! Als ook dat gezegd zou worden op deze conferentie zou dat een
goed signaal zijn.
Nederland gaat niet naar deze videoconferentie. De vraag is dan waarom
de minister-president daar niet naartoe gaat. Tegelijkertijd heb ik wel
de vraag waarom op dit moment nou een videoconferentie over de
Westelijke Balkan wordt gehouden. Er moeten meer dan 30 leiders naartoe,
evenals allerlei directeuren van instituten. Is die timing nou wel zo
slim?
De top over de Balkan houdt de Europese Unie ook een spiegel voor. Ik
wijs op de uitnodigingbrief van de president van de Raad Michel. Daarin
staat over Kosovo een voetnootje. Kosovo wordt door vijf EU-landen niet
erkend. Dat is voor zo'n land ontzettend moeilijk. Dus de Europese Unie
zou dat land toch eens mogen erkennen en dan heb ik het over een land
als Spanje dat dit niet doet. Hongarije heeft politiek asiel verleend
aan Gruevski, de vorige premier van Noord-Macedonië. Noord-Macedonië wil
hem graag uitgeleverd hebben maar Hongarije werkt niet mee. Dus deze top
is ook een spiegel voor de Europese Unie. Kan de minister daar iets over
zeggen?
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank de heer Mulder voor zijn inbreng en hij heeft een interruptie
van de heer Van Ojik van GroenLinks.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik wil graag nog even terugkomen op dat punt van de Chinese invloed. We
hebben het daarover inderdaad allemaal gehad. Dat is natuurlijk ook niet
iets van vandaag of gisteren maar is iets wat al jaren bezig is. Het is
ook niet iets wat alleen in Servië speelt. We hebben niet voor niets die
zeventien landen in Europa die met China een speciale relatie hebben.
Eigenlijk zegt de heer Mulder gewoon tegen die president van Servië: kap
ermee en dan hebben we dat inderdaad in ieder geval afgehandeld. Maar
dat kan toch niet het serieuze antwoord zijn? Ik neem aan dat de heer
Mulder zich ook afvraagt hoe het kan dat dat vacuüm waar China nu in
springt maar niet gevuld wordt door bijvoorbeeld de Europese Unie. Dus
ik vind het prima om de minister op pad te sturen met de boodschap tegen
de heer Vučić om ermee te kappen, maar ik neem aan dat dit niet het hele
antwoord van de VVD is op dit toch vrij belangrijke geopolitieke domein
op dit moment.
De heer Anne Mulder (VVD):
Een paar jaar geleden heeft een zekere Florian Bieber een interessant
boek geschreven over de Balkan, een soort machiavellistische gids voor
Balkanleiders over hoe je de macht behoudt. De verkiezingen win je niet
op verkiezingsdag maar die win je de jaren ervoor door jouw vriendjes op
bepaalde overheidsposten te benoemen. Je bent je eigen man door te
flirten met de EU en met Rusland. Zo laat je zien dat je onafhankelijk
bent. En dat spelletje wordt gespeeld. Ik vraag mij sterk af of Vučić
belang heeft bij toetreding tot de Europese Unie. Ik heb al eerder
gezegd dat ik daar twee jaar geleden verkiezingswaarnemer was. De man
domineerde alle kranten. Alle kranten hadden dezelfde voorpagina, op
eentje na, en die waren toch op zijn hand. Dus als je daar echt
mediavrijheid krijgt, is de kans heel groot dat president Vučić zijn
macht verliest. En dat is mijn punt met deze leiders: een aantal is aan
het flirten en speelt spelletjes, terwijl de Europese Unie de grootste
investeerder is. Daarvan moeten we nu gaan zeggen: dat hebben we door,
probeer ons maar jaloers te maken. Dan krijg je het argument te horen:
let op de geopolitiek. Ja, dat lokken ze uit om ons maar vriendelijk te
maken. Dan krijgt je argumenten als: open nou die
toetredingsonderhandelingen want anders komt China. Dus ze spelen een
spelletje met ons en dat mag rustig aan de orde gesteld worden op deze
top.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Natuurlijk, dat mag best aan de orde worden gesteld. Ik heb dan nog wel
de vraag aan de heer Mulder als woordvoerder van de VVD of er ook iets
is wat we zelf kunnen doen. We kunnen wel tegen die president zeggen dat
hij moet kappen, maar ik schat zo in dat er dan niet een super
overtuigend antwoord zal komen van de premier van Luxemburg aanstaande
woensdag mede namens Nederland. Zouden we dus misschien zelf ook dingen
beter moeten doen om te voorkomen dat dat vacuüm op de Westelijke Balkan
ontstaat, waar China de afgelopen jaren zo gemakkelijk in kon
springen?
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik denk dat de Europese Unie heel veel doet. De VVD, en ook andere
landen en andere partijen hier, vindt dat je de Balkan een
EU-perspectief moet bieden: als ze voldoen aan de criteria, mogen ze bij
de Europese Unie. Dat is het perspectief dat ze hebben. Nou, doe dat
dan! Als je in Montenegro een president hebt die al 30 jaar aan de macht
is, dan komt er toch een moment dat je tegen ze mag zeggen: u heeft de
kans, u bent aan de macht, u kent de criteria, je kan ze downloaden van
de website van de Europese Commissie; doe dat dan. We geven ze
preaccessiesteun, dus we doen heel veel. Maar wat doen ze? Ze spelen
spelletjes, ook met Kosovo. Aan de ene kant zegt men: we gaan het
probleem met Kosovo en Servië oplossen. Dat zegt men om de EU te paaien.
Maar voor binnenlands gebruik jagen ze dit soort conflicten weer aan, om
te laten zien: kijk eens hoe sterk ik ben tegen andere landen. Kijk maar
naar Montenegro en Servië, naar de wet op religie. Servië gaat zich
daarbij bemoeien met Montenegro, voor binnenlands politiek gebruik. Nou,
aan dat soort spelletjes moet een keer paal en perk gesteld
worden.
Mevrouw Leijten (SP):
Het komt de heer Mulder van de VVD recht uit het hart. Dat merk je als
je deze frustratie hoort. Dit legt misschien wel bloot dat wij bezig
zijn met de verkeerde route als het gaat over de Balkan. We geven
namelijk enkel en alleen de route van die toetredingsgesprekken. Daarbij
zie je dat dat enerzijds omarmd wordt, want ze krijgen heel veel geld.
Maar anderzijds wordt dat in die landen helemaal niet erkend, voor de
eigen machtsbasis. Misschien zouden we moeten zeggen: ja, de Balkan
hoort bij het Europees grondgebied en wij willen daar een normale
relatie mee hebben, maar zorg eerst voor het opbouwen van democratie en
maatschappelijk middenveld, en daarna gaan we ooit eens over tot lid
worden van de Europese Unie. Zouden we dat niet gewoon op een hele
transparante manier moeten zeggen?
De heer Anne Mulder (VVD):
Dat klopt. Dat is de volgorde der dingen: eerst voldoen aan de criteria,
en daar zit de democratische rechtsstaat bij, en als je daaraan voldoet,
kun je bij de Europese Unie. De landen hebben het dus in eigen hand.
Maar het verschrikkelijke is natuurlijk dat een deel van de bevolking
het misschien wel wil, maar de leiders niet. Dan krijg je weer dat
spelletje. We zagen het donderdag in de media. Dan zie je president
Vučić weer op de foto gaan, althans in dit geval was het een video, met
al die Europese leiders. Dat is waar hij naar zoekt: kijk eens hoe goed
ik, uw president, ben, want ik sta weer op de foto met al die Europese
leiders. Dat is het spel dat wordt gespeeld. Dat is dus ook weer het
nadeel van deze top.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik zou aan "dat spel dat wordt gespeeld", willen toevoegen dat Nederland
dat dus meespeelt. Dat is een heel giftig spel. Je kan wel de hele tijd
zeggen dat we dit spel moeten spelen omdat anders Rusland of China komt,
maar nee, we spelen het spel niet alleen verkeerd, maar we geven ook het
verkeerde perspectief. Er zijn hartstikke veel mensen in het
maatschappelijk middenveld van die landen die zeggen: dit is de enige
route. Maar dat is natuurlijk flauwekul. Moet het nou op deze manier?
Want aan de andere kant heb je de verbazing en de frustratie zoals de
VVD die uit. Maar waarom deze top, nu, op dit moment? Die landen zijn
nog heel erg in ontwikkeling. Áls ze al aan de toetredingsgesprekken
beginnen, dan gaat dat twintig jaar duren. Kan het niet op een andere
manier?
De heer Anne Mulder (VVD):
Als je spreekt met het maatschappelijk middenveld in een aantal van deze
landen, dan hoor je dat men juist het perspectief op EU-toetreding wil
hebben. Ik denk dus dat dat op zich goed is. Dat is wat een deel van de
bevolking, van het maatschappelijk middenveld, wil. Ik denk ook dat het
goed is dat je dat perspectief biedt, want het gebied is omcirkeld door
de Europese Unie. Het hoort bij Europa, dus het zou goed zijn als ze bij
de Europese Unie komen, als ze tenminste voldoen aan de criteria. Maar
je wilt wel normale landen erbij hebben. Je wilt niet de fouten maken
die je hebt gemaakt met Polen, Hongarije — ik zie de heer Omtzigt —
Malta, Roemenië en Bulgarije. Die zitten allemaal nog steeds in allerlei
mechanismes, omdat ze niet geheel voldoen aan de criteria rondom de
rechtsstaat. Ze moeten dus voldoen aan de criteria. Dat lijkt me een
heel goed perspectief. Dat is aan de landen zelf en uiteindelijk aan de
kiezer in die landen. Op andere mensen stemmen, is dan de ultieme
oplossing.
De voorzitter:
Ik dank de heer Mulder. Hij sprak namens de VVD-fractie. Ik geef het
woord aan de heer Bisschop. Hij zal spreken namens de SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Geheel correct, voorzitter. Dank u zeer.
Voorzitter. Ik wil eigenlijk beginnen met een onderwerp dat niet op de
agenda staat, namelijk antisemitisme. Dat wordt ingegeven door de datum
van vandaag, 4 mei, een bijzonder moment waarop we de gevallenen, de
slachtoffers, van de Tweede Wereldoorlog herdenken, en in het bijzonder
de joodse slachtoffers daaronder. Wij krijgen van diverse gremia
voortdurend signalen dat het antisemitisme weer de kop opsteekt en meer
salonfähig wordt. Om dat tegen te kunnen gaan, moet er internationaal
samengewerkt worden. Die intentie is er ook op Europees niveau. Mijn
vraag aan de minister gaat over een gezamenlijke Europese aanpak van het
antisemitisme. Is de minister bereid om tijdens de top op 6 mei niet
alleen stil te staan bij de verschrikkingen van de Holocaust, maar ook
aandacht te vragen voor de gevaren van het hedendaagse antisemitisme en
woorden te wijden aan de noodzaak van een gezamenlijke aanpak? In dat
opzicht, en niet alleen om die reden, betreur ik het zeer dat Nederland
niet zelf vertegenwoordiger is en zelf het woord voert. Maar op zijn
minst zou dit verzoek toch ook bij de woordvoerder namens Nederland
neergelegd kunnen worden?
Voorzitter. Dan de EU-uitbreiding met Noord-Macedonië en Albanië. Samen
met mevrouw Leijten hebben we een aantal weken geleden vragen gesteld.
Daar zijn twee weken geleden antwoorden op gekomen. Daarin zegt de
minister onder andere: elk land dient steeds op de eigen merites te
worden beoordeeld. Natuurlijk, daar ben ik het mee eens. Uiteindelijke
toetreding is pas mogelijk als aan alle voorwaarden is voldaan. Mijn
vraag luidt: is de minister bereid om onder dat woordje "alle" een
streep te zetten? Ik snap allerlei geopolitieke overwegingen, maar die
hoeven niet per se te leiden tot uitbreiding van de EU. De EU heeft al
een ongelooflijke berg problemen. En als je opkomende staten — zal ik
maar even vriendelijk zeggen — onder de EU-vleugels brengt, betekent dat
een vergroting van de problemen, en dan niet in de zin van dat het
optelt, maar dat het exponentieel toeneemt. Je zou dus in plaats van
toetredingsgesprekken ook kunnen toewerken naar partnerschappen in
enigerlei vorm. Wat dat betreft, deel ik geheel het betoog van collega
Leijten. Die kent de EU ook in allerlei situaties. Dan kun je ook de
geopolitieke belangen wel degelijk veiligstellen.
Het volgende punt waarover ik het even wil hebben, is het hulppakket
rondom corona richting de Westelijke Balkanlanden. Natuurlijk, het
coronavirus vraagt echt een gezamenlijke inspanning. Mijn vraag aan de
minister is: wat is precies de financiële bijdrage van Nederland in
algemene zin voor de coronabestrijding en specifiek voor de Westelijke
Balkan? Wat is het aandeel van Nederland? En mijn tweede vraag daarbij:
waarop is de hoogte van de hulpgelden — de bedragen die beschikbaar
worden gesteld — gebaseerd? Gebeurt dat op basis van concrete behoeften
dan wel projectaanvragen of gaat het om algemene middelen en algemene
toerekening?
Voorzitter. Ik heb nog een vraag over de hulpprogramma's binnen de EU.
Wat is er nou precies afgesproken en wat zijn de verdere voorstellen met
betrekking tot bijvoorbeeld die 540 miljard? Vanuit Nederlandse zijde
wordt aan de ene kant gezegd: wij hebben onze poot stijf gehouden en er
komt geen transferunie. Aan de andere kant wordt nadrukkelijk gezegd:
hèhè, ze zijn toch door de knieën gegaan. Ik wil graag van de minister
weten hoe hard de voorwaarden zijn voor bijvoorbeeld aanwending van
gelden uit het ESM. In het verlengde daarvan vraag ik hoe het kabinet
het pleidooi van Commissievoorzitter Von der Leyen voor een substantieel
herstelfonds beoordeelt. Dat zou neerkomen op een verdubbeling van het
Meerjarig Financieel Kader tot zo'n 2% van het gezamenlijke bruto
nationaal product.
De voorzitter:
Meneer Bisschop, u heeft een interruptie van de heer Mulder.
De heer Anne Mulder (VVD):
Het is meer een punt van orde. Ik begrijp de vragen van de heer Bisschop
goed. Ze zijn heel relevant, maar ze horen niet in dit debat thuis, hoe
belangrijk ze ook zijn. Het gaat over het ESM en het MFK.
De heer Bisschop (SGP):
Natuurlijk, dat ben ik met u eens. Maar dit is wel de eerste keer dat we
er een keer over kunnen praten. Ik wil er duidelijkheid over hebben. Die
vaagheid moet de deur uit. Ik hecht ook zeer aan een gesprek hier in dit
gremium over de plannen die vanuit de Europese Commissie door haar
voorzitter worden gelanceerd. Het is nogal wat: een hulpfonds van 1.000
miljard. Daar wil ik toch wel graag eventjes over doorpraten.
De heer Anne Mulder (VVD):
Voorzitter, ik vind dat dit procedureel niet kan. De onderwerpen die de
heer Bisschop aanreikt, zijn enorm belangrijk, maar ze zijn nu niet aan
de orde. Als we hier spreken over de komende top over de Balkan, moeten
we ons aan de agenda houden. Anders moeten we van te voren zeggen: we
doen stuif es in, alle onderwerpen over Europa mogen aan de orde komen.
Dan kan iedereen zich daarop voorbereiden. Ik heb over al die
onderwerpen ook nog wel wat te zeggen.
De voorzitter:
Ik ben jullie voorzitter en ga een voorstel doen. Voor je het weet zijn
we hier een uur aan het debatteren over wat we wel of niet mogen
bespreken. Ik kijk naar de heer Bisschop, die ook al wat langer meeloopt
en zich realiseert dat het de kunst is om zo dicht mogelijk bij de
agenda te blijven. Ik snap dat we er nooit helemaal uitkomen, omdat er
altijd relaties zijn met onderwerpen die men wil bespreken. Ik kies voor
een charmante middenweg en ik hoop dat ik daarmee wegkom. De heer
Bisschop heeft zijn woorden uitgesproken en zijn vragen gesteld. We
leggen de verantwoordelijkheid bij de minister om te kijken hoe
uitgebreid hij daar vandaag op wil ingaan. Ik geef de minister daarbij
graag mee dat de meeste aandacht moet uitgaan naar de onderwerpen die op
de agenda staan. Is dat een goed idee?
Mevrouw Leijten (SP):
Op de agenda staat niet het verslag van de vorige informele Europese
top, maar ik heb die er wel bij betrokken, omdat we dat eigenlijk altijd
doen. Bij de vorige informele top heeft Nederland wel degelijk ingestemd
met het idee dat de Europese Commissie het herstelfonds voor corona
binnen het toekomstig Meerjarig Financieel Kader brengt. Daarom heb ik
mijn vraag gesteld: waarom heeft de regering daarmee ingestemd? Ik
verwacht daar vandaag wel een antwoord op.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Ik plooi me vanzelfsprekend naar uw voorstel, maar ik wil de heer
Bisschop in dezen en ook alleen maar in dezen bijvallen. Wij zijn door
de coalitiepartijen niet in de gelegenheid gesteld om eerder over dit
onderwerp te debatteren. Het gaat dan ook niet aan om ons vervolgens te
verwijten dat wij de agenda wat ruim interpreteren. Ik vind dat dat wel
even gezegd moet worden, omdat dat recht doet aan wat er de afgelopen
weken gewisseld is.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Ploumen. Dan trek ik de conclusie dat we het eens zijn met
elkaar en verzoek ik de heer Bisschop om zijn betoog te vervolgen.
Iedereen moet zijn eigen wijsheid gebruiken hoever hij of zij aanvullend
op de dingen die op de agenda staan, zaken bij dit debat wil
betrekken.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Dank ook voor de wijze tussenoplossing die u
voorstelt. Natuurlijk realiseer ik me dat ik punten aansnijd die niet op
de agenda van de top staan, maar ik hoop dat de minister en breder het
kabinet begrijpt dat een substantieel deel van de Tweede Kamer grote
behoefte heeft om juist over die punten door te spreken. Je moet
voorkomen dat je achteraf met allerlei voldongen feiten wordt
geconfronteerd. Wij willen vanuit onze verantwoordelijkheid als
volksvertegenwoordigers, als parlementariërs, een bijdrage kunnen
leveren aan het debat hierover en aan de gedachtevorming en de
standpuntbepaling daarbij. Het gaat ons allen aan. Vandaar dat ik dit
punt heel bewust aan de orde heb gesteld. Solidariteit is absoluut
noodzakelijk; we zijn er ook absoluut toe bereid. Maar als je dit soort
plannen in combinatie met dat soort solidariteit gepresenteerd ziet, dan
denk je: wacht even, hier is een trendbreuk aan de orde. Tot op heden
was de lijn eigenlijk dat de leden van de Europese Unie in een
economische recessie zelf hun eigen economische herstel zullen moeten
bevorderen. Maar nu zou zo'n economisch herstelprogramma, zo'n
herstelfonds, betekenen dat de EU dat voor haar rekening neemt.
Voorzitter. Ik wil dat punt toch graag gemaakt hebben en ik zou het zeer
op prijs stellen als de minister daarop een eerste reflectie zou willen
geven. Ik kan mij ook voorstellen dat het kabinet daar eigenlijk nog wel
meer over zou willen zeggen. Dan zou ik een overleg met deze commissie
specifiek over dit punt buitengewoon op prijs stellen, en daar ben ik
niet de enige in. Ik zou daar ook nog een punt aan toe willen voegen.
Ook ten aanzien van de Green Deal zijn grootse plannen gemaakt, maar het
coronavirus strooit roet in het eten. Ik zou ook in dat kader graag een
reactie van het kabinet willen hebben. Hoe ziet het kabinet die
relatie?
Voorzitter, ik laat het hierbij. Nogmaals waardering voor uw oprechte
poging om iedereen een beetje op dezelfde lijn te krijgen. Dat is heel
lastig, maar waardering daarvoor.
De voorzitter:
Ik dank de heer Bisschop, die sprak namens de SGP, en ik geef het woord
aan de heer De Roon, die zal spreken namens de PVV. Nee, mijn excuses.
Er is een interruptie van de heer Van Ojik.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Mijn interruptie gaat niet over het grote steunpakket, hoewel ik het erg
eens ben met wat de heer Bisschop daarover heeft gevraagd. Ze gaat toch
nog even over het punt van de toetredingsonderhandelingen, toch een
wezenlijk punt. Ik begrijp niet goed dat de heer Bisschop zegt — en dat
hij daarmee ook een beetje namens mevrouw Leijten zegt te spreken, maakt
het extra interessant — dat er misschien wel een manier is om het
geopolitieke belang te onderkennen en het geopolitieke doel te dienen,
en tegelijkertijd toch een andere route te bewandelen dan die van de
toetredingsonderhandelingen. Ik probeer het even kort samen te vatten.
Ik geloof dat niet en ik zal ook zeggen waarom, en ik ben heel benieuwd
of de heer Bisschop daarop wil reageren. Het punt is juist dat wij met
deze landen hebben afgesproken dat zij, als zij voldoen aan een x-aantal
voorwaarden, toetredingsonderhandelingen met de EU mogen voeren. Dat is
wat zij willen. Dat kan de heer Bisschop of mevrouw Leijten of wie dan
ook — nee, ik richt mij nu tot de heer Bisschop — niet bevallen, maar
dat is wat er is afgesproken. Vandaar dat zijn wens om zowel het
geopolitieke doel te dienen als niet aan toetredingsonderhandelingen te
beginnen, niet kan. Dat kan niet. Het sluit elkaar op dit moment uit en
dat heeft te maken met de voorgeschiedenis van dit traject, met het
"strikt en eerlijk" en met "afspraak is afspraak".
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Of de heer Bisschop hiermee niet eigenlijk een oplossing suggereert die
niet bestaat.
De heer Bisschop (SGP):
Op het moment dat van de zijde van GroenLinks in de richting van de SGP
gezegd wordt "jullie weten toch: afspraak is afspraak", dan is de SGP
daar uiteraard buitengewoon gevoelig voor. Want dat is een kenmerk dat
fundamenteel is voor een betrouwbare politiek. Mee eens in die zin,
alleen als we zien voor wat voor opgave die landen nog staan … Ik weet
ook dat er binnen die landen groeperingen zijn die zeer hopen dat de EU
ondersteunend kan zijn bij het verbeteren van de rechtsstatelijkheid,
van de versterking van het middenveld. Dat snap ik allemaal. Ook geheel
mee eens, alleen vanuit de EU bekeken, zou je het binnenhalen van deze
landen naar mijn inschatting als een groot risico moeten zien. Daarom
voeg ik mij meer bij de lijn: in plaats van nu te koersen op toetreding,
zoek naar alternatieven die tegemoetkomen aan de wensen van die landen,
waarbij je hen ondersteunt, in wat voor vorm van partnerschap dan ook,
zonder dat je hen bestuurlijk in de EU incorporeert. Daar gaat het
eigenlijk om. Het is dus prima om het gesprek vooral gaande te houden,
zelfs met een land als Servië. Je kunt een keer met de vuist op tafel
slaan, maar ook creatief en constructief zoeken naar hoe je in de
behoefte van zo'n land ondersteunend bezig kunt zijn, zonder die
bestuurlijke incorporatie. Dat is eigenlijk wat ik probeerde te zeggen.
En dat is volgens mij ook — maar ik spreek niet voor mevrouw Leijten —
de lijn waarop we elkaar min of meer hebben gevonden.
De voorzitter:
Ik dank de heer Bisschop. De heer Van Ojik heeft nog een interruptie. Ik
ga wel iets meegeven. We zijn met z'n negenen. Dat is natuurlijk heel
goed voor deze commissie, maar als we dit tempo gaan volhouden zijn we
niet voor 20.00 uur thuis. Dat lijkt me wel de bedoeling. Ik vraag u wat
korter te zijn in de beantwoording en de vragen.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik zal heel kort mijn vervolgvraag stellen, voorzitter. Denkt de heer
Bisschop niet dat als we, in de fase waarin we nu zijn, tegen deze
landen zouden zeggen dat we bij nader inzien het toch een te groot
risico vinden en ze iets anders aanbieden, maar afzien van die
bestuurlijke incorporatie, zoals de heer Bisschop dat noemt, we als een
notoir onbetrouwbare partner zullen worden beschouwd? Dan zullen de
landen in de regio hun steven wellicht nog meer dan ze nu al doen wenden
in de richting van andere landen, waar we misschien allebei bezorgd over
zouden kunnen zijn.
De voorzitter:
De heer Bisschop, kort.
De heer Bisschop (SGP):
Ik vind het lastig om dat te beoordelen, maar als er een point of no
return is geweest, dan is dit wel het laatste moment, naar mijn
inschatting.
De voorzitter:
Ik dank de heer Bisschop nogmaals, die sprak namens de SGP. Ik geef het
woord aan de heer De Roon, die zal spreken namens de PVV-fractie.
De heer De Roon (PVV):
Dank u, voorzitter. Corona, corona, corona, dat was het nieuws in de
maand maart. Het ging die hele maand alleen maar over het coronavirus,
het enorme aantal doden als gevolg daarvan in Europa, en de
ic-capaciteit in Nederland, die kopje onder dreigde te gaan. Maar toen
half Nederland op vrijdag 13 maart aan het hamsteren sloeg, staakte dit
kabinet zijn verzet tegen de EU-toetredingsgesprekken met de
Balkanlanden, Noord-Macedonië en Albanië. Dus terwijl Nederland gebukt
ging onder een pandemie, boog het kabinet voor Brussel. De werkwijze van
het kabinet toont het gelijk van alle EU-critici in Nederland en elders
aan. Want Nederland kan boe of bah roepen, de VVD en het CDA kunnen in
de Kamer pseudokritische uitspraken doen over EU-uitbreiding, maar
uiteindelijk gaat het zoals Brussel het wil en niet zoals het ons is
beloofd, met als resultaat een grotere EU, meer macht voor Brussel en
minder macht voor Nederland.
De voorzitter:
U heeft een interruptie van mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik heb hier ook opheldering over gevraagd, mede omdat we toen een
schriftelijk overleg hebben gevoerd, waarbij we in konden gaan op de
positie van de regering. Daaraan heeft de PVV niet deelgenomen. Die
heeft niet op voorhand aangegeven dat zij niet wil dat de regering deze
draai maakt. Wanneer de PVV wel had deelgenomen, was er een
Kamermeerderheid geweest die had gezegd: dit willen we niet.
De voorzitter:
En uw vraag is?
Mevrouw Leijten (SP):
Nou, waarom nu wel grote woorden en toen niet het werk gedaan?
De voorzitter:
Dat is duidelijk. De heer De Roon.
De heer De Roon (PVV):
Als ik nu mijn betoog afmaak, dan zal het antwoord duidelijk worden voor
mevrouw Leijten.
De voorzitter:
Vervolgt u uw verhaal. Als mevrouw Leijten later in het verhaal nog
vragen wil stellen, kan ze dat alsnog doen.
De heer De Roon (PVV):
Voorstanders van meer EU benadrukken dat de Balkanlanden nog niet
formeel zijn toegetreden en nog aan voorwaarden moeten voldoen. Maar er
zal waarschijnlijk, net als in 2018, een verklaring worden aangenomen
waarin wordt bevestigd dat de toekomst van deze landen in de EU ligt.
Een belofte voor de toekomst dus. Maar feit blijft dat we de regie
steeds meer uit handen geven zonder er iets voor terug te krijgen voor
ons eigen Nederland. Ook is het een feit dat het toetredingsproces dat
is ingezet de Nederlandse belastingbetaler geld gaat kosten.
Aspirant-leden betalen namelijk geen contributie, maar kosten wel bakken
met geld. Kijk naar Turkije, dat nog steeds EU-toetredingssteun
ontvangt. Eenzelfde geldstroom zien we nu meer en meer op gang komen
richting de Balkanlanden. Dat is extra wrang nu we zelf in zwaar
financieel weer verkeren. Er zullen miljarden worden overgemaakt naar de
Balkan en er zijn volgens de agenda plannen voor nog veel meer geld,
grote kapitaalinjecties. Een aantal leden wees daar al op. Tot grote
ergernis allemaal van de PVV, want elke euro kan je maar één keer
uitgeven. Dat uitgeven moet niet in Brussel of de Balkanlanden gebeuren,
maar hier in Nederland. Nu zegt de EU in het kader van de coronacrisis
de Balkanlanden al 3,3 miljard toe. Alsof er in Nederland geen problemen
zijn in de gezondheidszorg of de economie, om maar twee thema's te
noemen.
Voorzitter. De EU hanteert dezelfde virusdiplomatie, zoals ik het maar
noem, als China en Turkije ten opzichte van de Westelijke Balkan. De EU
helpt de Balkanlanden om zieltjes te winnen en de eigen invloed uit te
breiden, terwijl er in de EU, overigens net zoals in China en Turkije,
toch legio interne problemen zijn die veel geld gaan kosten.
De voorzitter:
Meneer De Roon, u heeft een interruptie van de heer Mulder.
De heer Anne Mulder (VVD):
Dit is toch wel heel kortzichtig van de PVV. We kennen de PVV allemaal
als een partij die tegen migranten is, tegen buitenlanders. Ik heb het
al gezegd: als de Balkan instabiel wordt, krijgen we vluchtelingen. Dat
wil de PVV niet. Mevrouw Ploumen zei het ook al: wat is nou het grootste
probleem op de Balkan? Dat is migratie uit die landen, omdat die mensen
geen perspectief hebben. Honderdduizenden mensen trekken weg uit
Noord-Macedonië en Albanië. Die komen allemaal naar de Europese Unie.
Als je het probleem daar niet oplost, zeg ik tegen de PVV, komen die
mensen dus hiernaartoe. Dan ligt het toch voor de hand dat je de
problemen in het gebied oplost? Dan hebben we hier veel minder
migranten. Dat zou de heer De Roon aan moeten spreken, zou je
denken.
De voorzitter:
Zullen we het hem vragen? Het woord is aan u, meneer De Roon.
De heer De Roon (PVV):
Dank dat u mij de gelegenheid geeft om daarop te reageren. Het antwoord
is natuurlijk heel simpel: grenzen dicht, de grenzen bewaken, niet
iedereen maar binnen laten wandelen en wie illegaal binnen is eruit
zetten. Daarin schiet onze regering eigenlijk al heel lang tekort.
De heer Anne Mulder (VVD):
U zegt: grenzen dicht. We weten allemaal dat we een handelsland zijn.
Dat betekent dus rijen met vrachtwagens voor de grens. We gaan dan veel
minder verdienen en worden minder welvarend. Er komt nog minder geld
voor de zorg, of in ieder geval minder geld voor de zorg. De PVV zou het
ook een prioriteit moeten vinden dat we economisch groeien. Grenzen
dicht is dus vooral het creëren van weer een probleem.
De heer De Roon (PVV):
Ik zeg tegen de heer Mulder: schei toch eens uit met dat verhaal over
die rijen vrachtwagens voor de grens als de grenzen dichtgaan. Met
"grenzen dicht" bedoelen we alleen maar een stevige grenscontrole
waarbij vooral naar personen wordt gekeken: wie komt erin en wie gaat
eruit? En als er rijen vrachtwagens dreigen te ontstaan, moet je gewoon
meer capaciteit inzetten om dat te verwerken. We hebben werklozen
genoeg. Er zijn genoeg mensen die een baan zoeken. Die kunnen daar dus
prima mee aan de gang. Hou op met die verhalen over vrachtwagenrijen aan
de grens, want dat is nergens voor nodig. Daar maakt u sommige mensen in
dit land misschien bang mee, maar dat is echt onzin.
De voorzitter:
Er is toch nog een vraag van de heer Mulder. Ik stel voor dat de heer De
Roon daarna zijn betoog vervolgt.
De heer Anne Mulder (VVD):
Nederland exporteert verse bloemen. Die staan dan bij de grens. Dat
worden droogbloemen. Dat lijkt me niet de bedoeling. In Barneveld gaan
heel veel kuikentjes naar Polen. Die kunnen niet uren of dagen bij de
grens staan, want dan zijn ze dood. De heer De Roon zegt het dus wel
simpel, maar het is eigenlijk oliekoekendom.
De voorzitter:
Daar zat geen vraag bij, maar de heer De Roon wil wel reageren.
De heer De Roon (PVV):
Ik zal mij maar niet begeven op het niveau van de kwalificaties van de
heer Mulder. Maar ik zeg: de angst die u hier zaait, is onzin, onnodig
en overbodig. Auto's met bederfelijke waar kunnen gewoon voorrang
krijgen bij behandeling aan de grens. Die hoeven daar niet dagenlang
stil te staan. Dat geldt niet voor kuikentjes en niet voor bloemen. Dat
kan allemaal prima afgehandeld worden, als je er maar genoeg mensen voor
in wilt zetten.
De voorzitter:
Ik stel voor dat u uw betoog vervolgt, meneer De Roon.
De heer De Roon (PVV):
Voorzitter, ik rond af. De regering zou nee moeten zeggen tegen de hele
Westelijke Balkan. Niemand zit hier te wachten op nog meer
netto-ontvangers en een bijbehorende hogere Nederlandse afdracht aan de
EU. Teken daar dus niet voor. Het is een slechte ontwikkeling die niet
in het Nederlands belang is.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank de heer De Roon voor zijn bijdrage. Mevrouw Leijten heeft naar
aanleiding van uw verhaal nog een vervolgvraag.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik zoek nog steeds naar het antwoord op mijn vraag. Wij doen hier aan
parlementaire controle. Met het uitbreken van de coronacrisis en de
maatregelen van begin maart hebben we een schriftelijk overleg gehad in
plaats van een algemeen overleg. Dat was toen de situatie, maar daar
deed de PVV niet aan mee. De PVV had toen in de brief, in de
aankondiging van de regering, kunnen lezen dat ze inderdaad voornemens
waren om wel een stap te zetten in de toetredingsgesprekken met
Noord-Macedonië en Albanië. Wij deden daaraan mee. Het CDA vroeg om geen
onomkeerbare stappen te zetten. De VVD vroeg daar ook om. Helaas was de
PVV aan het hamsteren, denk ik.
De voorzitter:
Wilt u daar nog op reageren, meneer De Roon?
De heer De Roon (PVV):
Ja, daar zal ik nog even kort op reageren. Ik ben geen lid van deze
commissie, zoals mevrouw Leijten weet. Bij die schriftelijke ronde is
mij niet gevraagd om namens de PVV een bijdrage te leveren. Dat is mij
wel gevraagd voor vandaag, en u hebt vandaag mijn heldere, duidelijke
standpunt vernomen. Ik denk dat we niet zo heel ver van elkaar af staan
op bepaalde punten.
De voorzitter:
Ik dank de heer De Roon, die sprak namens de PVV-fractie. Ik geef het
woord aan mevrouw Van der Graaf, die zal spreken namens de
ChristenUnie.
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Vooropgesteld, de ChristenUnie vindt
het van belang dat de landen in de Europese Unie elkaar in deze tijd
steun verlenen om het coronavirus en de verspreiding daarvan aan te
pakken, en dat we daarbij ook buiten de grenzen van de huidige Europese
Unie kijken en daarbij de samenwerking zoeken met de landen op de
Westelijke Balkan. De ChristenUnie leest dat daarvoor de
preaccessiegelden worden ingezet. Ook ik vraag wat dit betekent en voor
welke doeleinden deze gelden nu níét worden ingezet, ook omdat we weten
dat deze middelen bedoeld zijn om bijvoorbeeld de rechtsstaat en de
democratie daar te versterken. Graag een reactie daarop van het kabinet.
En wat betekent dit mogelijk voor het toekomstige preaccessiebudget dat
er is?
Voorzitter. Juist op deze dag realiseren wij ons dat we in een
democratische rechtsstaat leven die rechten en vrijheden beschermt. We
herdenken vandaag de gevolgen die het heeft als die rechten en vrijheden
niet meer worden beschermd. Het is niet voor niets dat die rechten en
vrijheden zijn opgenomen in onze Grondwet en in internationale verdragen
en dat ze een plek hebben gekregen in het Europese verdrag en zelfs tot
waarden van de Europese Unie zijn benoemd. Dat is ook de reden waarom de
ChristenUnie hiervoor keer op keer aandacht vraagt. De ChristenUnie
denkt dat dit ook op deze top met de Westelijke Balkan een belangrijk
onderwerp is waarover je het met elkaar moet hebben.
Voorzitter. Er is met die landen van de Westelijke Balkan niet alleen
een agenda op het gebied van economie, connectiviteit, klimaat en
veiligheid, maar er zijn ook grote zorgen over democratie, over
mensenrechten en over rechtsstatelijkheid. Daarom vraag ik de minister
hier ook naar de status van de nieuwe methodologie die is bedacht voor
die toetredingsgesprekken, waarbij er juist meer aandacht zou zijn voor
rechtsstatelijkheid en democratie en de voortgang op die punten. In de
antwoorden op de schriftelijke inbreng die wij hebben geleverd, waarbij
wij vroegen of deze ook voor Servië en Montenegro van toepassing zouden
zijn, vind ik het antwoord van het kabinet cryptisch. Graag zou ik
daarover opheldering krijgen. Ik vraag hierbij ook of de voorstellen
zoals die er lagen, intact zijn gebleven en of dit nu in werking wordt
gesteld.
Ten aanzien van de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en
Albanië constateert de ChristenUnie dat er met name voor Albanië nog
aanvullende voorwaarden zijn gesteld. Ik denk dat dat een goede zaak is,
gelet op de zorgen die daar zijn over corruptie, de aanpak van
georganiseerde criminaliteit en een onafhankelijke rechtspraak. Ik zou
graag willen weten wat de duiding van het kabinet is bij de afspraken
die tijdens de vorige Raad zijn gemaakt. Is daar een tijdpad aan
gekoppeld? In de Raadsconclusies staat dat er zo spoedig mogelijk zo'n
Intergouvernementele Conferentie moet worden gehouden om daadwerkelijk
te starten met spreken, maar hoe moeten we dit zien in het licht van die
voorwaarden? Graag een toelichting van het kabinet daarop.
Voorzitter. Ten aanzien van de zes Westelijke Balkanlanden is de
aandacht breder, zoals ik net al zei. Er zijn zorgen over democratie,
mensenrechten en de rechtsstaat. Ik zou de minister de boodschap willen
meegeven dat het van groot belang is dat de hervormingsagenda's in deze
landen onverminderd doorgang vinden, met name op deze punten:
mensenrechten, de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van democratische
en justitiële instituties. Die landen moeten zich daar serieus aan
committeren. Ze moeten meer en efficiënter onderling gaan samenwerken,
ook intern met de media, de oppositie en de onafhankelijke democratische
instituties. De Europese Unie moet dat in deze tijd blijvend
ondersteunen en stimuleren, en ze moet het goede voorbeeld geven. Ik
vraag de minister concreet of de pre-accessiegelden voor die zes
Westelijke Balkanlanden ter beschikking worden gesteld aan het
maatschappelijk middenveld. Ik vraag de minister ook om het
maatschappelijk middenveld te betrekken bij die hervormingsagenda en bij
het blijvend ondersteunen van de justitiële instituties. Ik zou ook
graag een helder voortgangstraject zien van de Europese Unie, waarin
heel open wordt gecommuniceerd en waarin we progressie zien als er
voortgang is, maar ook stagnatie als dat er is. Dat moet benoemd
worden.
Ik sluit af met een vraag over het goede voorbeeld dat de Europese Unie
ook zelf moet stellen. Eerder hebben wij onze zorgen geuit en
Kamervragen gesteld over de situatie in Hongarije en over de noodwet die
daar is aangenomen. We zien zorgelijke ontwikkelingen in Polen. Ik vraag
de minister om aan te geven op welke manier die voortgang, juist ook in
deze coronapandemie, wordt gemonitord en gevolgd in deze landen. Op
welke manier worden landen aangesproken? Trekt het kabinet daarbij ook
op met gelijkgestemde lidstaten?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Van der Graaf, die sprak namens de fractie van de
ChristenUnie. Ik geef het woord aan de heer Omtzigt, die zal spreken
namens de CDA-fractie.
De heer Omtzigt (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Een belangrijke conferentie om de Westelijke
Balkan niet te vergeten. Het is strategisch gebied. Afgelopen maand
heeft het kabinet besloten dat er een soort pretoetredingsgesprekken met
de kandidaat-lidstaten Albanië en Noord-Macedonië van start gaan.
Albanië moet aan een lange en stevige lijst voorwaarden voldoen voordat
de regeringsleiders met unanimiteit besluiten dat Albanië het eerste
onderhandelingshoofdstuk mag openen. Graag krijg ik de heldere
toezegging dat de Nederlandse regering een appreciatie van de vraag of
Albanië aan alle voorwaarden voldoet aan de Kamer zal voorleggen ter
instemming, voordat ze hier ooit mee instemt.
Voorzitter. Dank dat wij gisteren de kabinetsappreciatie van het pakket
gekregen hebben. Het was één keer maar nooit weer. Ik hoor dat ook graag
van de minister. Bij het vorige covidstukje was de hulp aan Polen en
Hongarije niet zo goed. Hierbij kregen we in ieder geval een duidelijke
appreciatie van hoe dat pakket van 3,3 miljard eruit ziet. Inderdaad is
het, zoals collega's al zeiden, in zekere zin een grote
herschikking.
Dan het Werkprogramma 2020 van de Commissie, dat wordt aangepast. In de
brief van de minister is te lezen dat het gaat om initiatieven die
ervoor zorgen dat de groene transitie en de digitale transformatie daar
integraal onderdeel van uitmaken en dat er zo veel mogelijk lessen uit
de crisis worden getrokken. De Commissie is voornemens om de overige
initiatieven tot nader order uit te stellen en zal daarbij nagaan of
deze initiatieven voldoende de uitdagingen en kansen van post-COVID-19
adresseren. Wat betekent de aanpassing van het werkprogramma voor de
toetredingsgesprekken en de Europese strijd over de rechtsstaat met
Polen, Hongarije en Malta?
Voorzitter. Over de Green Deal zouden we graag een iets nadere uitleg
willen krijgen dan we tot nu toe gekregen hebben in het BNC-fiche,
namelijk over het feit dat je na 2030 feitelijk per gedelegeerde
handeling zou kunnen gaan regeren. Dat is echt niet de bedoeling. Daar
is het juridisch advies ook duidelijk over. De regering zegt dat dat
juridisch advies niet openbaar is, maar met één keer googelen heeft
iedereen dat juridisch advies. Laten we dus niet raar doen. Deelt de
Nederlandse regering dat het nooit de uitleg van het Europees Verdrag
kan zijn dat er per gedelegeerde handeling dit soort vergaande zaken
besloten kunnen worden? Dat zou zoiets zijn als hier per AMvB
individuele bedrijven aanwijzen. Dat gaat niet. Graag krijg ik daar een
heldere uitspraak over. Voorzitter. Ik sluit me even aan bij de
opmerkingen van de collega's over China. Ze bedanken China allemaal en
vervolgens nemen ze onze spullen graag stiekem in ontvangst. De collega
van D66 was nog even vergeten te vermelden dat het Nederlandse
vliegtuigen zijn die de spullen in NAVO-verband naar Noord-Macedonië
vervoeren. Dat is ons zelfs ontgaan. Ik zou daarom graag ook een beetje
geopolitiek willen dwingen. We kunnen op dat vlak een klein beetje van
China en Rusland leren; voor wat, hoort wat!
Als we het toch over China hebben, vraag ik me af of de Europese leiders
eens gezamenlijk willen aandringen op een onderzoek naar de oorsprong
van COVID-19. Zouden zij gezamenlijk willen verklaren dat China daaraan
moet meewerken? Een onafhankelijk onderzoek naar de oorzaak is nodig,
ook om herhaling te voorkomen. Ik neem hier geen standpunt in over wat
er gebeurd is, maar we hebben patiënt nul nog steeds niet gevonden. Dat
is bij alle andere epidemieën toch net wat anders.
Om 15.00 uur is er een soort videoconferentie van start gegaan met een
pledge over de vaccins van zes regeringsleiders, zoals Merkel, Macron,
Solberg en Von der Leyen. Wat doet Nederland op dat vlak? We hopen
allemaal op een gezamenlijk vaccin. Nog belangrijker is vraag of de
productielijnen in Europa klaarstaan en of er een goede afspraak is,
zodat we elkaar niet ontzettend in de haren gaan vliegen als er
uiteindelijk een vaccin is. Beginnen we op tijd met produceren, zodat we
er maximaal gebruik van kunnen maken als het de onderzoekers lukt om een
vaccin te maken?
Voorzitter. Kunnen we nog iets horen over brexit? Ik zeg dit maar even.
Gaan we de komende acht weken in de pressure cooker of gaan we naar
uitstel toe? Als het het eerste is, dan zullen we nog een keer een extra
overleg moeten houden. Hier hoeft alleen maar een ja- of nee-antwoord op
te komen.
Voorzitter, ik voel het al aankomen.
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik zal geen punt van orde maken, want dat is kansloos, merk ik. Maar ik
wist niet dat we het ook over brexit zouden hebben.
De voorzitter:
Ik heb de indruk dat mensen gedurende het thuiswerken de tijd en de
ruimte hebben om over dingen na te denken en dat ze die vandaag naar
voren willen brengen. De heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, het gaat niet over nadenken. Ik vond dat mijn collega's in
de oppositie terecht de opmerking maakten dat er ook over het
herstelfonds vrij vergaande afspraken gemaakt zijn en dat we op dit
moment wat minder in debat kunnen met de minister van Buitenlandse Zaken
over de RAZ. Ik vind het wel belangrijk dat we die vragen tijdig
stellen, want dan weten we ook wat we de komende tijd moeten
plannen.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Excuus, voorzitter. De heer Omtzigt en ik delen de wens om onze
democratische taak van het controleren van de regering zo precies en
zorgvuldig mogelijk uit te voeren en ook met enig doorzettingsvermogen.
Ik herinner de heer Omtzigt eraan dat hij onderdeel is van de coalitie,
die heel recent nog een debat over het steunpakket en over de brexit —
zo hoor ik van collega Leijten — geblokkeerd heeft. Prima. Ik ben bereid
om te denken: laten we met een schone lei beginnen. Maar laten we dan
ook weer gewoon, normaal met elkaar debatteren over de onderwerpen die
van belang zijn, als de logistiek het toelaat. Ik roep in herinnering
dat de logistiek de verzoeken die we hebben gedaan en die geblokkeerd
werden door de coalitie, toeliet. Ik zeg dit even voor de orde,
voorzitter, en daarna hoort u mij niet meer hierover.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Ploumen. Ik ga niemand er meer over horen, want we gaan
door met het debat en ik geef het woord aan de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Ja, voorzitter, mijn opmerking ondersteunde de collega's in die zin dat
ik het terecht vond dat ze die vragen stelden. Daar moet ook de
gelegenheid voor zijn. Ik had daar dus een licht andere notie van dan
mijn collega van de VVD vandaag.
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik permitteer me toch een opmerking. Hier wordt gezegd: iemand blokkeert
het debat. We moeten ons werk doen. Tegelijkertijd hebben we de afspraak
om terughoudend te zijn met debatten, ook omdat we tegen het land
zeggen: zo min mogelijk vergaderen op de werkplek. Ik vind dat het
parlement het goede voorbeeld moet geven. Tegelijkertijd moet het de
controle doen. Als er nog geen besluit over een Europees fonds voorligt
— hoe belangrijk dat ook is, maar er is nog geen besluit — dan zegt mijn
fractie dat we daar ook niet over hoeven te praten. Normaal zou je dat
wel doen, want ik weet dat iedereen er wat van vindt. Maar dit is niet
het blokkeren van iets. Je moet steeds afwegen wat noodzakelijk is in
deze coronacrisis en welk beeld je geeft aan de rest van het land. Want
daartegen zeg je: bij voorkeur thuisblijven en vanaf daar vergaderen.
Dat is het punt.
De voorzitter:
Dank aan de heer Mulder. Zoals ik net zei: we gaan hier geen uren praten
over het proces, maar we gaan zo veel mogelijk iedereen de ruimte geven
om de vragen te stellen. Het kan alleen wel zo zijn dat de minister in
zijn antwoord beperkt moet zijn of moet kiezen: wat ga ik vandaag wel en
niet beantwoorden?
Ik geef het woord aan de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. Vooral in tijden van zeer grote en ingrijpende besluiten van
het kabinet, die zelfs raken aan de Grondwet en waarbij in de naoorlogse
geschiedenis het grootste tekort ooit ontstaat, zijn het functioneren
van het kabinet en onze controlerende taak belangrijker dan ooit, en die
neem ik bloedserieus.
Voorzitter. Ik zou graag willen weten hoe het inzake het MFF, waar de
collega aan refereerde, nu verdergaat. Ik sluit mij aan bij eerdere
vragen. Wat is de nettobetalerspositie van Nederland? Kan de regering
aangeven wat de effectieve pensioenleeftijd in alle andere EU-landen is?
Dat mag ook schriftelijk. Want we krijgen dit straks terug.
Voorzitter. Zijn die andere EU-landen nog solvabel? Ook hier graag een
schriftelijk antwoord op. Dit kan belangrijk zijn voor de komende
debatten. Ik zou daar graag een helder antwoord van de regering op
willen hebben.
Tot slot. Ik deel de mening van de collega's. Gelet op het onderwerp kan
ik het me nog voorstellen. Hier ligt een verklaring. We hebben die
allemaal; we mogen er niet uit citeren, maar we weten precies wat er
aangenomen wordt. Ik snap dat de premier, gelet op hoe het allemaal
afgesproken is, niet aanwezig is. Maar gezien de andere zaken die
constant besproken worden in de EU, denk ik dat de aanwezigheid van
Nederland in de Europese Raad de komende tijd wel van groot belang
is.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank de heer Omtzigt voor zijn bijdrage. De heer Van Ojik wil
interrumperen.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ja, voorzitter. Ik ga even terug naar het begin van het betoog van de
heer Omtzigt. Volgens mij introduceerde hij toen een nieuwe term en dat
is de term "pretoetredingsgesprekken". Die kende ik nog niet. Ik wist
ook niet dat die in de hele procedure bestonden. Mijn vraag aan de heer
Omtzigt hangt wat mij betreft een beetje boven dit hele debat: is er nou
eigenlijk iets veranderd in de Nederlandse opstelling ten opzichte van
Albanië? Hebben we de laatste keer iets beloofd of zijn we ergens mee
akkoord gegaan waar we tot dan toe niet mee akkoord gingen? Of hebben we
eigenlijk nog steeds een lange lijst met voorwaarden waaraan allemaal
moet worden voldaan voordat Nederland gaat instemmen met
toetredingsgesprekken? Ik kende de term "pretoetredingsgesprekken" tot
nu toe niet. Ik wist ook niet dat die onderdeel van de procedure
uitmaakten.
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, dit is bij andere landen nooit gedaan. Sterker nog, tot een aantal
jaren geleden stond het geven van de status van kandidaat-lidstaat
eigenlijk gelijk aan het openen van het eerste onderhandelingshoofdstuk.
Dat is een jaar of drie geleden losgelaten. Nu wordt feitelijk een lijst
toegevoegd die terugkomt, waarna met unanimiteit besloten wordt of
gestart kan worden met het openen van een hoofdstuk. Ik heb hier de
lange lijst: kieswethervormingen in lijn met de OVSE-voorwaarden,
verandering van de financiering van politieke partijen en de
verkiezingscampagne en hervorming van het justitiële stelsel inclusief
het constitutionele hof en het hooggerechtshof, waarbij moet worden
voldaan aan de Venetië-Commissie. Er moeten speciale eenheden tegen
corruptie en georganiseerde criminaliteit worden opgezet. Verder moet
voldaan worden aan de FATF-eis, omdat ze op de grijze lijst zijn
geëindigd; er ligt een lijst voor en daar moeten ze van af. Ook moet
ervoor gezorgd worden dat er een eind komt aan de niet-gefundeerde
asielaanvragen. Dat is een beetje het punt van de PVV. En er moet een
effectieve repatriëring zijn van die asielzoekers. Tot slot moet ook de
Mediawet — dat is in Albanië echt wel een groot probleem aan het worden
— in lijn met de aanbevelingen van de Venetië-Commissie veranderd
worden. En dan is er een unanieme instemming van alle lidstaten: hebben
ze daaraan voldaan? Wat dit keer nieuw is, is dat er een lijst ligt. Tot
nu toe was die lijst niet gedefinieerd.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
De heer Omtzigt somt de hele lijst op met voorwaarden waaraan voldaan
moet worden. Wat mij betreft is de politieke vraag — die heb ik in mijn
eigen eerste termijn aan de minister gesteld, maar die stel ik nu ook
aan de heer Omtzigt — of er dan eigenlijk wel iets veranderd is. Of
zitten we nog steeds in diezelfde impasse waarin Nederland, en inmiddels
geloof ik alleen Nederland, zegt: jullie moeten nog allemaal aan deze en
deze en deze voorwaarden voldoen voordat met de
toetredingsonderhandeling kan worden begonnen? Want als dat zo is, dan
hebben wij misschien te vroeg tegen het kabinet gezegd: goed dat jullie
nu hebben ingestemd. De historische fout waar D66 het in de
schriftelijke inbreng over had, is dan kennelijk nog steeds actueel. Dus
ik vraag me af: is er nou iets veranderd? Ik hoor dat straks heel graag
van de minister, maar ik vraag dit ook aan de heer Omtzigt: is er iets
veranderd, en zijn we nu wel voor toetredingsonderhandelingen, of is het
eigenlijk nog steeds hetzelfde?
De voorzitter:
Duidelijk. Ik kijk naar de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Er is weinig veranderd. Wat er wel veranderd is, is dat er voor
Noord-Macedonië echt een andere lijst op tafel ligt dan voor Albanië.
Dus door Noord-Macedonië kan er vrij makkelijk aan voldaan worden, en
verwacht ik ... Tot nu toe zaten die internationaal gekoppeld en had
Nederland echt een ander standpunt op Noord-Macedonië dan op Albanië, en
dat heeft hier ook vorm gekregen.
De voorzitter:
Ik dank de heer Omtzigt, die sprak namens het CDA. Ik zie dat we tot een
eind zijn gekomen van de eerste termijn. Ik kijk naar de minister: hij
verzoekt om tien minuten te pauzeren. Ik schors daarom nu de
vergadering, en verzoek iedereen om goed op te letten hoe hij de zaal
verlaat.
De vergadering wordt van 15.46 uur tot 15.58 uur geschorst.
De voorzitter:
Terwijl de leden van de commissie met elkaar praten over wat 1,5 meter
is — en dat is allemaal erg in orde in deze zaal — geef ik de minister
het woord voor de beantwoording van de vragen. Het kan zijn dat bepaalde
vragen schriftelijk worden afgedaan, die bijvoorbeeld vandaag niet
specifiek op de agenda stonden. De minister zal dat zelf aangeven.
Minister Blok:
Dank u wel, voorzitter. Ik zal de antwoorden indelen in de volgende
hoofdstukken: de Westelijke Balkantop zelf; de vragen rond de
toetredingsonderhandelingen rond Noord-Macedonië en Albanië; de overige
vragen. De voorzitter gaf het al kort aan: ik ben graag bereid om vragen
die niet op de agenda staan, te beantwoorden zolang ze op mijn terrein
zijn, maar sommige vragen zijn wel heel sterk op het terrein van
anderen, bijvoorbeeld als het gaat om vaccins en andere zaken. Dan kan
het zijn dat ik in hoofdlijnen antwoord maar al heel snel naar een
collega zal verwijzen, en dat ik zo nodig aan die collega zal vragen om
dat schriftelijk af te doen.
Maar allereerst de Westelijke Balkantop zelf, want geen twijfel erover
dat die op de agenda staat. Van verschillende kanten kwam de vraag:
waarom aanvankelijk gemeld dat de premier daarheen zou gaan, maar
vervolgens toch niet? Omdat het tijdstip verschoven is, en hij nu valt
op het tijdstip dat de premier de Ministeriële Commissie
Crisisbeheersing heeft, en die moet natuurlijk doorgaan. Daarom heeft
hij de collega van Luxemburg gevraagd om mede namens Nederland te
spreken. Dat wordt één Benelux-verklaring. De heer Van Ojik vroeg:
hoeveel verklaringen worden dat? Hij suggereerde een beetje alsof wij
het vaak niet met elkaar eens zouden zijn, maar eerlijk gezegd zijn er
heel vaak Benelux-verklaringen. Ik moedig dat ook aan. Ik heb het zelfs
ook wel bij de werkwijze van de Raad Buitenlandse Zaken, volgens mij ook
in deze Kamer, genoemd als iets wat zou helpen: als je het toch met
elkaar eens bent, doe dan één verklaring namens meerdere landen. De
Benelux wordt in dat opzicht vaak als voorbeeld gezien. Dat wat betreft
de procedure. En natuurlijk zeg ik richting de heer Bouali: het is nu
gewoon overmacht, het tijdstip is verschoven en de agenda zat al vol;
het is met een goede reden, maar het is verder de inzet om
vertegenwoordigd te zijn.
Dan vroeg eigenlijk iedereen waarom het COVID-19-steunpakket nu moet,
waarom het in deze omvang moet en waar het geld vandaan komt. Je ziet
dat men in reactie op de coronacrisis, zowel nationaal als
internationaal — daar hebben we het nu over — steeds eerst een stap zet
om zo snel mogelijk te doen wat moet en wat men beschikbaar heeft. Dat
is vaak een combinatie. Zo is het eerlijk gezegd in Nederland ook
gegaan. Ook daar hebben we bij financiële pakketten voor het
bedrijfsleven aangegeven: nu moeten we eerst snel ervoor zorgen dat er
geen bedrijven en banen nodeloos verloren gaan; daarna moeten we dat in
de loop der tijd preciezer doen. Ik denk dat dat bij crisisbeheersing
onvermijdelijk is. Iedere vergelijking gaat mank, maar ik gebruik haar
toch voor de procedure die nu rond dit pakket voor de Westelijke Balkan
plaatsvindt.
De top was al gepland. Mevrouw Leijten vroeg waarom die plaatsvindt,
maar je kan de vraag ook andersom stellen. De relatie met de Westelijke
Balkan is van belang. Er zijn politiek in deze zaal verschillende
appreciaties tot welke conclusie dat moet leiden, maar die relatie is
van belang en de top was gepland. Het voorzitterschap, Kroatië, heeft
dus gezegd: wij vinden niet dat hij nu niet door moet gaan, waar we ook
heel veel andere Europese overleggen in de vorm van een videoconferentie
doen. Dat is zo. Ik breng uren door bij videoconferenties en ook mijn
eigen inschatting is dat je fysieke vergaderingen niet helemaal kunt
vervangen door videoconferenties, zoals u en bijna heel Nederland
inmiddels weten, maar dat het over het algemeen wel een betere procedure
is dan elkaar helemaal niet zien. Dat gegeven is gecombineerd met de
urgentie van de coronacrisis en met het feit dat, door het verschuiven
van geld dat al klaarstond in het kader van de pre-accessie, het ook
mogelijk was om daar snel bedragen aan te koppelen. Dat was de reden om
dit pakket op deze manier, dus deels via de Europese Investeringsbank en
deels via directe overdrachten, nu beschikbaar te stellen.
Het is nog niet precies bekend — mevrouw Van der Graaf vroeg daarnaar —
ten laste van welke eerdere bestemmingen dat plaatsvindt. Die informatie
heeft de Commissie nu nog niet voor ons, dus die kan ik ook nog niet
geven. Ik kan u wel meegeven dat onze inzet is dat dat niet ten laste
komt van middelen die bestemd zijn voor de rechtsstaat. Ik ben namelijk
inderdaad met heel veel sprekers onder u van mening dat die rechtsstaat
bij de pretoetredingslanden van enorm belang is; dat geldt trouwens ook
voor een aantal toegetreden landen, maar dat punt ligt op de volgende
stapel vragen. Tegen mevrouw Van der Graaf, die naar ik aanneem op
afstand meeluistert, kan ik zeggen dat een deel van het geld ook
beschikbaar is voor het maatschappelijk middenveld, dat inderdaad vaak
een belangrijke rol speelt als het gaat om het bewaken van de
rechtsstaat en persvrijheid. Dat blijft dus de Nederlandse inzet.
De voorzitter:
Sorry minister, was u klaar met het eerste stuk?
Minister Blok:
Ik ben nog niet klaar, maar ik laat aan u wanneer u de vragen aan de
orde laat komen.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de leden van de commissie. Wilt u dat de minister nu
zijn betoog onderbreekt? Er is behoefte aan een interruptie nu. Ik geef
dus eerst mevrouw Ploumen het woord en ik begreep dat mevrouw Leijten
ook een interruptie heeft.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Dank aan de minister voor die antwoorden. Het is goed om te horen dat
het niet ten koste zal gaan van de middelen die ingezet worden om de
rechtsstaat te stutten, maar het geeft toch wel een beetje een
ongemakkelijk gevoel bij mij, en wellicht ook bij de minister, dat we
niet weten waar die gelden uit komen. Wellicht is dat een andere
prioriteit dan de rechtsstaat, het beschermen van de persvrijheid of
maatschappelijke organisaties. Het kan een onderwerp zijn dat wij van
belang vinden, dat hoog op onze prioriteitenlijst staat. Dan stemmen we
in en weten we niet ten koste waarvan het zal gaan. Deelt de minister
dat ongenoegen? Is hij bereid om daar zo snel mogelijk opheldering over
te vragen?
Minister Blok:
Zeker, ik gaf u ook al aan dat ik het op dit moment niet weet omdat de
Commissie dat inzicht niet verschaft, maar dat ik wel weet wat ik niet
wil, namelijk dat het ten koste gaat van de rechtsstaat. Dus dat is onze
inzet in Brussel. Ik zal graag met de Kamer delen hoe het uiteindelijk
belegd wordt.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik had dezelfde vraag en ik ga er toch even op door, want ik vind het
onbevredigend. We hebben namelijk een heel mooi ding gekregen. Dat heb
ik in zwart-wit uitgeprint, maar het is in kleur opgemaakt, en daarin
zegt de Europese Commissie: wij hebben 3,3 miljard gemobiliseerd. Het
was er al, het wordt verschoven, maar nu weten we zelfs niet hoe dat
verschoven is, wat ik eigenlijk wel een probleem vind. We zeggen er niet
alleen ja tegen. Nee, we doen niet eens mee met de videoconferentie om
dit punt te maken. Dus ik snap dat de minister-president iets anders
heeft op dat moment, dus die verklaring is oké, maar kunnen we dan wel
vragen dat Luxemburg dit punt voor ons wel echt maakt?
Minister Blok:
In een Europese top zal nooit op dat niveau dat gesprek gevoerd worden.
Dus of de premier daar nou wel of niet bij geweest was — overigens hoor
ik goed dat u ook begrijpt waarom hij er niet bij is — had niet
uitgemaakt voor de vraag of voor die tijd de precieze uitwerking van die
financiering bekend is. Europese toppen gaan echt een stuk meer "hoog
over". Dat betekent niet dat ik het niet belangrijk vind. Ik gaf u al
aan dat op ambtelijk niveau — dat is zeker niet onbelangrijk, want dat
is bij de uitwerking vaak belangrijker — onze inzet is te zorgen dat het
niet ten koste gaat van de rechtsstaat en het op een fatsoenlijke manier
belegd wordt. Ik gaf u ook aan dat ik ook wel enig begrip heb. Dan trek
ik toch ook weer de vergelijking met hoe we in Nederland noodgedwongen
te werk gaan. Er is een crisis. Je wilt de landen laten blijken: wij
zijn er voor u. Ik kom overigens straks nog op uw vraag of wij voldoende
laten blijken dat wij er voor de Westelijke Balkanlanden zijn. Dus als
wij al te zeer de rol hadden gepakt om te vragen tot twee cijfers achter
de komma uit te leggen waar het vandaan komt, dan was de boodschap die
ik in ieder geval een aantal van u hoor zeggen en waar ik het ook mee
eens ben: Westelijke Balkan, wij zien dat u omdat uw economie
kwetsbaarder is dan die van een aantal EU-lidstaten, ook kwetsbaarder
bent voor de crisis, dus wij zijn er voor u en we werken later nog even
precies uit hoe. U heeft ook gelijk als u zegt: laat ons dan zien
hoe.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
De top gaat niet over de uitwerking van dit soort geld achter de komma,
maar gaat uitdrukkelijk ook over de rechtsstatelijkheid en over de weg
die deze Balkanlanden moeten doorlopen om te komen tot lidmaatschap. Het
zou wat de SP betreft echt de gekste uitkomst zijn dat je op hoofdlijnen
een top hebt over het belang van de rechtsstaat, de democratie
enzovoorts en dat tegelijkertijd geschoven wordt met die gelden.
Wellicht geef ik hiermee een argument aan de ambtenaren om die discussie
goed te voeren, maar ik zou dat echt heel raar vinden. We hebben eerder
gezien bij verschuiving van cohesiegelden dat we achteraf geconfronteerd
werden met een rare verdeling. Ik zou het heel zonde vinden als we
achteraf horen dat belangrijk geld voor de opbouw van de rechtsstaat
vervalt.
Minister Blok:
Volgens mij waren mevrouw Leijten en ik het met elkaar eens, maar zij
brengt het alleen alsof dat niet zo is, wat misschien per ongeluk is. Ik
ben begonnen te zeggen dat het niet ten koste van de rechtsstaat mag
gaan.
De voorzitter:
Ik verzoek de minister zijn betoog te vervolgen.
Minister Blok:
Dan vroeg de heer Bisschop wat het Nederlandse aandeel van het
steunpakket is. Dat gaat volgens de standaardverdeelsleutel, dus dat is
grosso modo 5%.
De heer Bouali vroeg specifiek naar de voortdurende aandacht voor de
rechtsstaat en de strijd tegen corruptie, ook tijdens en na de
coronacrisis. Dat staat Nederland vol op het netvlies en daarin staat
Nederland overigens nadrukkelijk niet alleen. Dat is echt met een grote
groep landen.
Dan vroeg mevrouw Ploumen — zij was de eerste, maar een heel aantal
gingen erop in — naar de maatregelen die in Servië genomen zijn. Die
roepen vragen op over de rechtsstaat. Het betreft ook de ontvangst van
de hulpmiddelen uit China. De rechtsstaat is voor ons van belang, en
niet alleen in algemene zin. We doen dat ook per land. We komen zo
meteen nog op Noord-Macedonië en Albanië als het gaat om de
toetredingsonderhandelingen, maar het geldt zeker ook voor andere
landen, of ze nu wel of niet in zo'n toetredingstraject zitten.
Over Servië voeren we dat gesprek dus ook al lang. Ik ben zelf, nog maar
een paar maanden geleden, in Servië geweest. Ik heb zelf ook uitgebreid
met Vučić gesproken, maar bijvoorbeeld ook met journalisten en
maatschappelijke organisaties. Ik heb heel duidelijk naar voren gebracht
dat Nederland zo in de toetreding staat: als een Europees land aan de
criteria voldoet en lid wil worden, is het welkom. Dat is wat mij
betreft van beide kanten een kwestie van zelfvertrouwen: als u het wilt,
en als u voldoet aan de criteria. Ik vraag niet: wilt u alstublieft lid
worden? Ik heb het geluk dat ik in een land woon dat een van de
gelukkigste, welvarendste en rijkste landen ter wereld is en dat
onderdeel uitmaakt van een Europese Unie waarin we heel veel
ingewikkelde politieke conflicten hebben, maar waar we per saldo goed
samenwerken. Ik denk dus dat het in het belang van de gemiddelde Serviër
is om daar ook lid van te kunnen worden. Maar ik ga hem niet vertellen
dat het moet. Ik ga dus ook niet marchanderen met de criteria omdat ik
heel erg bang zou zijn dat China of Rusland of Turkije of
ik-weet-niet-wie-allemaal daar invloed uitoefenen. Ik zie feitelijk dat
het grootste handelsvolume van Servië en andere Balkanlanden met de EU
is. Dat is ook logisch, want wij zijn de buren. Ik zie feitelijk dat de
jongeren — ik geloof dat de heer Van Ojik of mevrouw Ploumen die groep
specifiek noemde — graag naar West-Europa reizen. Ik zie geen massale
trek naar Rusland of Turkije of China. Dat biedt mij dus ook de positie
om, zoals ik dat ook doe, te zeggen: u bent welkom, als u dat wilt en
als u aan de condities voldoet. Daar hoort zelfvertrouwen bij. Daar
hoort ook helderheid over die condities bij.
De heer Anne Mulder (VVD):
We zijn nu bij Servië. Mijn vraag is: wordt dat flirtgedrag van
president Vučić met China op de Europese top aan de orde gesteld?
Minister Blok:
Ja, daar wilde ik net naartoe. Ook daarbij ga ik uit van "rustig
zelfvertrouwen". Er is zowel hulp gekomen vanuit China als vanuit de
Europese Unie. Ook voor de Europese Uniehulp is bedankt, maar dat heeft
iets minder de aandacht getrokken. Maar verder valt het voor mij onder
het vorige verhaal. Er zijn allerlei verschillende manieren waarop
EU-lidstaten met China samenwerken. Wij hebben zelf een zeer intensieve
samenwerking met China. Wij zijn daar een grote investeerder. Zij zijn
dat hier. We zijn ook weleens kritisch op China, maar we hebben in ieder
geval een heel intensieve relatie. Wij behoren weer niet tot de landen
die bijvoorbeeld een akkoord hebben gesloten over het Belt and Road
Initiative. Die landen zijn er binnen de EU ook. Die ben ik niet de hele
tijd aan het vertellen dat ze dat niet mogen doen. Er zijn binnen en
buiten de EU landen die in het 16+1-initiatief met China samenwerken.
Daartegen zeg ik ook niet de hele dag dat ze dat wel of niet mogen doen.
Het zijn soevereine landen. Ik ben heel comfortabel met de positie die
wij hebben: intensief contact, maar een gespreide economie en een sterke
financiële positie. We zijn dus niet afhankelijk van wie dan ook, zou ik
haast willen zeggen. We zijn altijd bereid de samenwerking op te zoeken,
maar we zeggen ook waar het niet goed gaat. Dat is dus ook mijn
boodschap richting Servië: volgens mij is het in het belang van de
gemiddelde Serviër om die samenwerking met Europa te zoeken en de
rechtsstaat te verbeteren, met alle voordelen die dat de gemiddelde
Serviër kan bieden. Maar het is ook hun keuze.
De voorzitter:
De heer Mulder, tot slot.
De heer Anne Mulder (VVD):
Dus als Servië flirt met China, dan is de boodschap: laat ze maar lekker
flirten, het is hun probleem. Is dat de boodschap?
Minister Blok:
Nou, ik laat die formulering even voor de heer Mulder. Ik zeg:
zelfvertrouwen. Nederland en de Europese Unie hebben veel te bieden.
Veel mensen willen daarbij horen. Veel landen willen lid worden. Dat is
prima. Als ze in Europa liggen en ze voldoen aan de criteria — wij zijn
heel strikt in de criteria, waarop we zo meteen nog komen — dan zijn ze
welkom. Maar wel in die volgorde.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Van Ojik. Was u het eens met de theorie van
het flirten?
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik laat me door u niet uit de tent lokken op dit punt. Ook als je het
over flirten hebt, is er niets mis met zelfvertrouwen. Dat geldt ook in
de relatie met Servië. Maar als je de Servische president op het
journaal hoort zeggen "Europese solidariteit bestaat niet" — ik neem aan
dat het goed ondertiteld is — of als hij zegt "we kunnen alleen
vertrouwen op China", dan is er wel iets aan de hand. Je kunt dan wel
zeggen dat we daar relaxed tegenover staan, dat we heel veel doen en dat
we zelfvertrouwen hebben, maar ik zou de minister toch willen uitnodigen
om misschien iets meer zichzelf de vraag te stellen of we misschien toch
dingen anders moeten doen in de relatie met bijvoorbeeld Servië. Maar
wat in Servië speelt, speelt helaas ook in een aantal andere landen. Dat
weten we ook; het is niet alleen Servië. Misschien is er toch wel iets
meer aan de hand en is zelfvertrouwen niet het enige antwoord. Misschien
moeten we sneller zijn, misschien moeten we politieker zijn, misschien
moeten we de politieke crisis rond Kosovo proberen op te lossen om de
relatie met Servië te verbeteren. Ik vraag de minister om daar toch nog
eens op te reageren. Wat kunnen we meer doen?
Minister Blok:
Door de manier van vragen suggereert de heer Van Ojik misschien
onbedoeld dat de relatie met Servië in zijn algemeenheid iets is als de
relaties binnen de Benelux. Als ik in België op bezoek ga, heb ik geen
apart gesprek met de pers en het maatschappelijk middenveld. Ik heb echt
een heel uitgebreid gesprek met Vučić gehad, ook hierover. En in België
zeg ik ook niet: het is verder aan u of u lid wil zijn van de Europese
Unie of niet. Ik denk dat het goed is voor de gemiddelde Belg. Het
blijkt ook uit de fase waarin de toetredingsonderhandelingen zitten dat
die relatie best ingewikkeld is. Dat weet Servië. Maar dan kunnen wij
die onderhandelingen toch van onze positie uit met zelfvertrouwen
voeren? De verhouding is wel degelijk zo: u bent net als andere Europese
landen welkom als u dat wil en u voldoet aan de criteria. We hoeven toch
niet te vragen: wilt u alstublieft? Veder zou ik het goed vinden als er
een akkoord met Kosovo is. Dat heb ik daar overigens ook uitgebreid
besproken. Als ik niet door de corona aan de grond gehouden was, was ik
in de tussentijd ook in Kosovo geweest om ook daar een aantal
boodschappen te brengen. U weet, althans dat hoop ik, dat er een
speciaal vertegenwoordiger Westelijke Balkan namens de EU, de heer
Lajčák, mijn oud-collega van Slowakije, is aangesteld. Een van zijn
kerntaken is bekijken of je Servië en Kosovo wat dichter bij elkaar kunt
brengen. Dat lag daar op de agenda en zou onderdeel zijn geweest van
mijn bezoek. Dat de situatie daar bijzonder is, daar waren we het al
over eens. Dat is ook de reden dat we zo'n Westelijke Balkantop hebben
en niet zeggen: we laten het helemaal uit onze handen vallen.
De voorzitter:
Ik wijs de aanwezigen er nog eens op dat zij hun microfoon moeten
uitzetten als ze niet spreken. Als de minister zijn microfoon aan laat
staan, is hij de hele tijd in beeld. Dat is denk ik niet de bedoeling.
Ik geef de heer Van Ojik gelegenheid om een slotopmerking te maken en
dan vervolgt de minister zijn betoog.
Minister Blok:
Ik begrijp dat nu de heer Van Ojik in beeld mag komen. Kijkers, de
camera draait nu naar de heer Van Ojik.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Als ik dat van tevoren geweten had, dan had ik wat extra
voorzorgsmaatregelen genomen. Wij ook, zegt de heer Omtzigt, want hij
zit achter mij en komt ook in beeld.
Ik wil de discussie niet ophouden, maar het gaat er niet om dat je
Servië zou moeten smeken om een goed rapportcijfer. Maar als de
Servische president voor het oog van de wereld zegt dat Europese
solidariteit niet bestaat en dat hij alleen maar wat aan China heeft,
terwijl wij woensdag gaan besluiten om weer 3,3 miljard euro beschikbaar
te stellen, terwijl we in het kader van het Meerjarig Financieel Kader
misschien 15 miljard beschikbaar gaan stellen, terwijl we de
belangrijkste handelspartner en investeerder zijn, dan is er toch iets
niet helemaal goed? Ik zou willen dat dat onderdeel uitmaakt van het
gesprek op zo'n Europese top. Ik zou willen dat je bij wijze van spreken
zegt: hoe kun je dat nou zeggen? Dat "kap nou" van de heer Mulder gaat
misschien een beetje te ver, is misschien iets te simpel, maar er moet
wel iets gezegd worden als: dit kan zo toch eigenlijk niet? We kunnen
dan toch niet zeggen: nou, we hebben gewoon zelfvertrouwen en dat is
het?
Minister Blok:
Volgens mij zijn de heer Van Ojik en ik het zeer met elkaar eens dat er
veel moet gebeuren aan de rechtsstaat, de persvrijheid en de rol van het
maatschappelijk middenveld in Servië. Daar moet de discussie ook over
gaan. Dat is dus ook de kern van de inbreng die namens de Benelux
uitgebracht zal worden. Je kunt je focussen op een uitspraak die de
premier heeft gedaan en die ik verder voor zijn rekening laat. Maar ik
besteed de tijd veel liever aan de dingen die de kern zijn — daar zijn
we het volgens mij over eens — en die ook een veel groter effect hebben
dan welke uitspraak op welke vliegtuigtrap dan ook, en die ook echt
voorwaardelijk zijn voor verdere stappen richting EU-integratie. Dat is
de kern! Die boodschap zal nu aan de orde gesteld worden, die heb ik
zelf aan de orde gesteld en die blijft aan de orde gesteld worden zolang
dat nodig is.
De heer Mulder vroeg of deze top niet ook een spiegel is voor de
verhoudingen binnen de EU, bijvoorbeeld door het feit dat vijf landen
Kosovo niet erkennen. Zeker. Iedere EU-top is een weerspiegeling van de
verhoudingen, ook als we het zo meteen over de andere onderwerpen gaan
hebben. Nederland heeft Kosovo bewust erkend, omdat wij geloven dat dat
juist is en dat het ook een sleutel is tot die stabiele Westelijke
Balkan die, zoals de heer Mulder zelf ook aangaf, ook in ons belang is.
Een aantal landen hebben, vaak om historische redenen, die de heer
Mulder ook per land zo kan beoordelen, die stap niet gezet. Dat gaan we
niet voor de top oplossen. Wat nu voorligt, is dat Kosovo wat ons
betreft een erkend onafhankelijk land is met een sluimerende spanning
met Servië en dat het in ons belang is om ons te bemoeien met én Kosovo
én Servië, om dat sluimerende conflict liefst om te zetten in een
akkoord, waardoor beide landen op eigen benen verder kunnen en waardoor
in ieder geval het verder oplaaien voorkomen wordt. Daarbij zou het
inderdaad helpen als alle Europese landen Kosovo zouden erkennen, maar
ja, dat is een soevereine beslissing, eentje die wij ook niet graag aan
de EU zouden overdragen, als ik in ieder geval de heer Mulder zo ken.
Anderen misschien wel. De heer Bouali glimt nu.
Dan vroeg mevrouw Leijten of de Europese top ook openbaar kan worden
door hem te streamen. Ja, in theorie kun je de ministerraad streamen,
fractievergaderingen van het CDA en ook die van de SP. Omdat wij ons
allemaal realiseren dat openbaarheid van groot belang is, maar dat
overleggen soms ook in beslotenheid plaats moeten vinden om tot gedragen
uitkomsten te leiden, is ervoor gekozen om de Europese toppen niet te
streamen. Ik noem een aantal binnenlandse voorbeelden en herhaal dat dat
niet erg verschilt van de manier waarop we ook in Nederland daarmee
omgaan. Tegelijkertijd zijn we het met elkaar eens dat er op heel veel
andere terreinen echt ruimte is voor meer openheid en transparantie van
de kant van de Europese Unie.
Mevrouw Leijten (SP):
Hoe interessant het ook zou zijn om fractievergaderingen of wellicht
procedurevergaderingen te streamen — overigens, dat laatste gaat
gebeuren — is dat wel degelijk een keus die je kunt maken. We hebben op
dit moment hele snelle voorstellen op tafel, die ook heel snel worden
omgezet in akkoorden. Dat gaat over duizend miljard en nog een keer
duizend miljard. Tegelijkertijd is er heel veel ruzie via
persconferenties tussen landen, ook voor intern gebruik; dat heb ik ook
gezegd. Maar het zou goed zijn als wij nu konden zien hoe landen de
posities verdedigen, juist omdat er zulke snelle zaken met zo'n grote
impact voorliggen binnen de Europese Unie.
Minister Blok:
Ik wilde net de camera naar mevrouw Leijten helpen draaien, want ik heb
me te laat gerealiseerd dat ik mijn microfoon had moeten uitzetten.
Mevrouw Leijten heeft gelijk dat er op dit moment in Nederland en ook
internationaal ingrijpende beslissingen genomen worden. Ik vrees dat dat
onvermijdelijk is. Volgens mij is het ook in deze tijd voor uw Kamer
mogelijk om, als u iets echt niet wilt, dat via het bijeenroepen van de
Kamer of het indienen van een motie aan te geven. Dat machtsinstrument
is u niet uit handen genomen, en gelukkig maar. Ik realiseer me dat dat
nu ingewikkelder is dan in andere tijden, maar het kan wel. Dat vind ik
een andere vraag dan de vraag of Europese toppen voortaan openbaar zijn,
want dat betekent dit. Daarvan zeg ik dat ik dat niet realistisch vind,
omdat we dat in Nederland voor een aantal vergaderingen ook niet zullen
doen. Maar dat vind ik een andere vraag dan besluitvorming in
crisistijd.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik zal het voorstel wel voorleggen aan de Kamer, want ik vind het juist
wel belangrijk nu. Je leest ook dat journalisten minder toegang hebben
tot bewindspersonen om te verklaren waarom besluiten zijn genomen en
welke positie een land had. Tegelijkertijd zien we dat de woordelijke
verslagen van allerlei toppen gewoon een-op-een worden afgedrukt in Der
Spiegel of andere tijdschriften. Er is dus blijkbaar wel degelijk een
manier om aan gelekte openbaarheid te doen. Laat het dan maar gewoon
zien. Dat komt de besluitvorming ten goede. Ik zal hier een motie over
indienen in tweede termijn.
De voorzitter:
Dat was geen vraag. Dat was naar aanleiding van de oproep van de
minister en de heer Omtzigt dat een Kamerlid een motie kan indienen. Ik
geef het woord aan de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Dat de Europese leiders weleens met elkaar overleggen zonder dat het
openbaar is, lijkt me heel logisch. Als we dit helemaal gaan uitzenden,
dan gaan ze elkaar van tevoren bellen en dan doen ze toch nog een paar
dingen die ze van tevoren moeten afstemmen. Maar het Finse
voorzitterschap had er nu juist voor gezorgd dat bij de Europese Raad,
wanneer er formeel wetgevende besluiten voorliggen, wel een video
aangezet werd. Dat was nog in het precoronatijdperk. Dat vond ik wel
interessant, want daar zit de minister niet in een internationale
setting als minister van Buitenlandse Zaken, maar als degene die namens
Nederland wetten maakt — Europese regelgeving is wet, die ook
rechtstreeks in Nederland geldig kan zijn. Dan kan er gestemd worden en
dan wordt dat uitgezonden. Ondanks dat ik snap dat niet alle
videoconferenties integraal gestreamd worden, zou ik het toch wel fijn
vinden om in deze tijd eens te horen van de regering of dat onderdeel,
namelijk een stukje van deze conferenties waarin de besluiten genomen
worden, zodat wij kunnen zien wie welk besluit neemt, openbaar kan zijn.
Zou de regering daar in het verslag op kunnen terugkomen? Want ik snap
dat deze minister nu denkt "wat heb ik nu?", maar het is wel heel
belangrijk.
Minister Blok:
Nee hoor, ik denk helemaal niet: wat heb ik nu? Ik heb u over de manier
waarop Finland met transparantie omging al eerder aangegeven dat ik dat
van a tot z steun, want dat past in de agenda die de Kamer heeft en die
het kabinet heeft voor Europese transparantie. Alleen, voor de
Westelijke Balkantop zal u dat niet helpen, want er ligt geen wetgeving
voor, en daar ging de vraag van mevrouw Leijten over.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik snap dat het niet gaat lukken om 26 andere landen in twee dagen te
overtuigen om de Westelijke Balkantop integraal te streamen. Ik snap
precies hoe dit werkt. Toch wil ik de regering vragen om te kijken of
het mogelijk is om ons te berichten dat bij Europese toppen ten minste
de besluiten gestreamd worden. Niet alleen een persconferentie, maar ook
wanneer de besluiten genomen worden, zodat we kunnen zien wie welk
besluit neemt. Zou de minister daarvoor willen pleiten en dat willen
terugkoppelen in het verslag hiervan of in het verslag van de volgende
RAZ? Want de minister kan dit niet zelf aan de orde stellen en het is
een beetje raar om dit aan Luxemburg te vragen. Maar kan dit in de
komende drie weken een keer worden voorgesteld en kunnen wij dan horen
of dat kan?
Minister Blok:
Op de planning staat natuurlijk sowieso nog de Staat van de Unie. We
hebben u daar een brief over gestuurd. Wij hebben die even voor ons
uitgeschoven, omdat we ook nieuwe Commissievoorstellen verwachten. Dat
vind ik een logisch moment om weer op het thema transparantie in te gaan
en hoever we nu daarmee staan en wat onze inzet is. Dus langs die route
zal ik daarop terugkomen.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik zou het toch graag zo snel mogelijk willen. De reden waarom ik dat nu
vraag, is dat álle conferenties nu per videostreaming plaatsvinden. Dus
we kunnen natuurlijk wel een aantal maanden wachten, maar dan zitten we
in een ander regime, hopen we met z'n allen. Dan hoop ik dat u uw
collega's gewoon weer kunt zien in een reguliere vergadering. Daarom
vroeg ik erom om het zo snel mogelijk aan de orde te stellen — ik weet
dat het niet op de Westelijke Balkantop kan — zodat "een" mate van
transparantie weer terug is. Dus ik persisteer in mijn vraag om hier
binnen een week of twee op te reageren, om te kijken of daar enig
draagvlak in Europa voor is.
Minister Blok:
Het wordt steeds scherper. De heer Omtzigt zegt nu: binnen twee weken.
Maar dan ga ik 'm knippen. Hoe gaan we bij videoconferenties om met
transparantie? Dat is dan de insteek van uw vraag. Ik weet niet of het
binnen twee weken lukt, want u wilt ook dat ik daarover overleg voer. En
dan kom ik nog steeds, omdat ik dat zelf belangrijk vind, in de Staat
van de Unie terug op het bredere thema transparantie.
Dan kom ik bij de vragen rond de toetredingsonderhandelingen met
Noord-Macedonië en Albanië. Ik kan mij voorstellen dat ook hiervoor
geldt dat het ongemakkelijk voor de Kamer is dat een belangrijke
beslissing, waar we het ook vaak over gehad hebben, net op het moment
valt dat door de coronacrisis hier veel minder fysieke vergaderingen
zijn en het aan onze kant per videoconferentie ging. Tegelijkertijd kan
het niet zo zijn dat de Kamer verrast is, want voorafgaand aan de
videoconferentie is een uitgebreide agenda aan u gestuurd. Daarin stond
— wat niet nieuw was voor de Kamer — dat het kabinet vond dat er wat
Noord-Macedonië betreft voldoende voortgang was om de onderhandelingen
te starten. Vervolgens moet er nog een hoop gebeuren, maar dat standpunt
had u al eerder van mij gehoord. En over Albanië kon u lezen dat wij
zien dat er sprake is van voortgang, maar dat er nog steeds een heel
aantal zaken is met betrekking tot de rechtsstaat — de strijd tegen
corruptie, migratie en de aanpak van zwart geld — waarvan we gezegd
hebben: we willen dat die goed geregeld worden als voorwaarde voor het
kunnen starten van toetredingsonderhandelingen. Dat was overigens niet
nieuw, maar we hebben die nog een keer precies opgesomd.
De heer Van Ojik vroeg of dit een tussenbeslissing is. Allereerst, ik
kan me niet voorstellen dat de heer Van Ojik of iemand anders het niet
eens is met de voorwaarden die we stellen, want het zijn allemaal dingen
waarvan we volgens mij vinden dat die moeten gebeuren. Ze zijn ook niet
nieuw en ze zijn — en daar zit belangrijke winst — ook expliciet genoemd
in de Raadsconclusies. Dus het is niet een specifiek Nederlands
onderwerp, maar het is een Raadsconclusie. En inderdaad zeg ik dan tegen
de heer Omtzigt: voordat de Intergouvernementele Conferentie over
Albanië start, willen wij ook zien dat die voortgang er is op al die
onderwerpen en zullen wij de Kamer daarover informeren. Er zijn partijen
die zeggen dat je er nooit mee moet onderhandelen, maar ik zou, eerlijk
gezegd, haast willen zeggen: het is voor iedereen winst. Er is een breed
gedragen Raadsconclusie — die was unaniem; anders was die er niet — die
precies de punten bevat waar we het volgens mij ook allemaal over eens
zijn dat die moeten gebeuren.
Dan was er de vraag over het tijdschema. De heer Bouali stelde een vraag
over de terminologie "zo snel mogelijk". Ook hier staat de inhoud
voorop. Volgens mij kun je alleen maar hopen dat "zo snel mogelijk" ook
zo snel mogelijk is omdat aan al die criteria is voldaan. Maar de
toetsing zal zijn of aan de criteria is voldaan.
Mevrouw Leijten en de heer De Roon vroegen of we niet hadden kunnen
kiezen voor een andere verhouding met Noord-Macedonië en Albanië, en ook
breder met kandidaat- of aspirant-lidstaten, denk ik. Het standpunt van
het Nederlandse kabinet is steeds geweest: als een land in Europa ligt,
zelf de ambitie heeft om lid te worden en aantoont dat het aan de
criteria voldoet, dan is het in het belang van de inwoners van het land,
maar ook van de stabiliteit van Europa en daarmee van de inwoners van
Nederland, om dat perspectief te bieden. Maar het moet wel op basis van
geleverde prestaties. Dat heb ik aan het begin van mijn betoog ook
aangegeven.
Mevrouw Van der Graaf vroeg hoe het staat met de methodologie voor de
uitbreiding. Die is aangenomen zoals is voorgesteld. Volgens mij is dat
winst, want zo zijn er meer waarborgen, met name wat betreft
rechtsstatelijkheid. Mevrouw Van der Graaf vroeg ook wat dat betekent
voor de twee landen waarmee de onderhandelingen al gestart zijn,
namelijk Montenegro en Servië. Met die landen is ook het gesprek gestart
over de vraag hoe de nieuwe methode op hen toegepast kan worden. Daarbij
kun je natuurlijk niet zeggen: we draaien alles terug. Dat zou
onbetrouwbaar zijn. Maar we kunnen wel zeggen: hoe kunnen we de nieuwe
methode nu halverwege de rit toepassen op twee landen die nog wel een
hoop werk te doen hebben, juist op het gebied van rechtsstaat, vrije
pers en alle onderwerpen die we net besproken hebben?
Hiermee hoop ik de vragen over Noord-Macedonië en Albanië beantwoord te
hebben. Dan kom ik bij de overige vragen.
Mevrouw Ploumen vroeg ...
De voorzitter:
Sorry minister, een klein momentje. Er is een interruptie van de heer
Van Ojik.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Voordat de minister overgaat naar de andere onderwerpen, wil ik toch
graag even proberen om erachter te komen wat er nou anders is dan de
vorige keer dat we spraken over toetredingsonderhandelingen met
Noord-Macedonië en Albanië. In feite is er nu consensus over een lijst
met criteria, maar de discussie ging altijd over de appreciatie van de
vraag of landen als Albanië — of Noord-Macedonië, maar daar was het
eenvoudiger — voldeden aan die criteria. We hadden die lijst, en de
vraag was of daar nu in voldoende mate aan werd voldaan. Nederland heeft
in het geval van Albanië tot nu toe altijd gezegd: nee. Heel veel andere
EU-lidstaten en de Commissie zeiden: ja. Ik zeg het even heel simpel. Is
dat nou anders, of is dat nog steeds de situatie en zijn we politiek dus
eigenlijk nog op precies hetzelfde punt als waar we twee maanden geleden
waren? Dat is mij niet duidelijk.
Minister Blok:
Ik vond dat de heer Omtzigt dat wel goed samenvatte, maar ik zal het in
mijn eigen woorden doen.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Ik stel de mening van de heer Omtzigt zeer op prijs, maar ik vind het
toch ook fijn om het van het kabinet te horen.
Minister Blok:
Dat waardeer ik, want ik ben hier toch. De situatie voor Noord-Macedonië
is anders omdat Noord-Macedonië wat Nederland betreft al eerder kon
starten met de toetredingsonderhandelingen, maar andere landen de
koppeling legden. Nederland had overigens steeds als voorwaarde dat men
eerst de wet over de onafhankelijke openbaar aanklager moest aannemen.
Die is ook aangenomen. Voor Noord-Macedonië zijn nu dus geen specifieke
openstaande punten, althans voor het kunnen starten van zo'n IGC, want
er zal ook daar een Intergouvernementele Conferentie plaats moeten
vinden. Er zijn geen specifieke punten. Voor Albanië was de situatie dat
Nederland, maar overigens niet alleen Nederland, zei: wij hebben nog een
heel aantal specifieke punten; we zien ook voortgang, maar we hebben nog
een heel aantal punten, dus we willen nog niet starten met de
onderhandelingen. Voor Albanië is nu gezegd: "Wij zien een heel aantal
specifieke punten", namelijk de punten die vooraf opgenoemd zijn in mijn
brief en achteraf in de conclusies van de Raad Algemene Zaken, "dus wij
spreken de bereidheid uit om de onderhandelingen te starten, maar de
echte start van de onderhandelingen middels een Intergouvernementele
Conferentie kan pas plaatsvinden als er op al die specifieke punten
voldoende voortgang is". Dat is een Raadsbrede conclusie. Dan zijn we
bij beide landen een stap verder, maar wel heel verschillende stappen.
Het huiswerk voor Noord-Macedonië voorafgaand aan de
toetredingsonderhandelingen is gedaan, en er is nog veel huiswerk voor
tijdens de toetredingsonderhandelingen. Albanië heeft de toezegging: wij
willen de toetredingsonderhandelingen met u starten als u eerst nog aan
deze voorwaarden voldoet. Tijdens die toetredingsonderhandelingen moeten
er natuurlijk nog verdere stappen gezet worden.
Dan de overige vragen. Mevrouw Ploumen vroeg naar de steun voor
vluchtelingen in Griekenland. Daar zal ik in algemene termen over
spreken omdat dat echt onder collega Broekers valt. Er is recent door
Nederland zowel extra personeel voor Frontex als extra geld via het Rode
Kruis als extra apparatuur, bijvoorbeeld generatoren en tenten,
aangeboden. Ik weet dat er nog meer wensen en discussies leven, maar die
liggen echt op het terrein van collega Broekers. Voor vragen daarover
moet ik echt naar haar verwijzen.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Ik ben me daar zeer van bewust. Tegelijkertijd spreekt het kabinet met
één mond en is er vrij brede maatschappelijke steun voor het opnemen van
weeskinderen die nu, in deze coronacrisis, in de ellende in de kampen
zitten. Het kabinet kwam met een ander voorstel. Ik neem aan dat dat
andere voorstel in de ministerraad besproken zal zijn, dus de minister
kent dat voorstel. Wat er maatschappelijk leeft en wat het kabinet
voorlegt, passen niet op elkaar. Ik zou de minister daar toch graag wat
meer over horen. Hoe staat het met dat voorstel van collega Broekers? Of
weet hij ook niet meer dan wat in de krant staat?
Minister Blok:
Mevrouw Ploumen kleedt het eigenlijk zo in dat ik de vraag niet kan
beantwoorden, want zij vraagt een soort livestreaming van de
ministerraad. Maar mevrouw Ploumen en de hele Kamer weten dat
beraadslagingen in de ministerraad geheim zijn zolang ze niet
gelivestreamd worden. Echt, natuurlijk spreekt het kabinet met één mond,
maar het kent ook een functieverdeling. Wat er wanneer op het gebied van
een collega naar buiten gebracht wordt, laat ik echt aan die collega. U
kunt het ook het beste rechtstreeks aan die collega vragen.
Mevrouw Leijten stelde een vraag, of hield eigenlijk meer een algemene
beschouwing, naar aanleiding van onze houding rond de vraag of Nederland
nu te streng is of niet. Dat hoort eigenlijk ook nog een beetje bij het
vorige onderwerp: Noord-Macedonië en Albanië. Volgens mij heeft de
Nederlandse regering steeds een afgewogen standpunt. U heeft indertijd
zelf ook een rapport laten schrijven door Clingendael over de manier
waarop Nederlandse standpunten tot stand komen en gezien worden, met de
samenvatting "effectief en weinig empathisch". Dat betekent dat wij een
belangrijke speler zijn in alle Europese discussies. We worden gezien
als een land dat goed onderbouwt — of dat nu gebeurt door onze mensen in
Brussel of hier in Den Haag of dat het de bewindslieden zijn — dat met
onderling afgestemde standpunten komt, dat geen onderwerpen tegenhoudt
om het tegenhouden en dat zoekt naar oplossingen. Ik vind overigens het
onderwerp waar we het net over hadden, Noord-Macedonië en Albanië, daar
ook een voorbeeld van. Maar we zijn wel heel scherp op onderwerpen die
wij belangrijk vinden, bijvoorbeeld de rechtsstaat, waar we het ook
vandaag weer uitgebreid over hebben; ik kom straks bij uw vraag over
financiën. Natuurlijk zijn er dan landen die een ander standpunt van je
verwachten, maar dat geldt niet alleen voor Nederland. Dat geldt ook
voor andere landen. Ik heb dus geen zorgen over de manier waarop
Nederland aan het Europese debat en onderhandelingsspel deelneemt:
streng als het moet, maar altijd op de inhoud gericht en op zoek naar
oplossingen.
Mevrouw Leijten en de heer Omtzigt hadden vragen over de Europese
begroting, het Meerjarig Financieel Kader. De Commissie heeft
aangekondigd dat zij deze maand met een nieuw voorstel komt. Natuurlijk,
als dat er is, komen wij ook met een appreciatie. U kent onze
appreciatie over het voorstel zoals het er tot nu toe lag. Die
onderhandelingen liepen nog. Ook daarin trokken we overigens met een
heel aantal landen op, terwijl andere landen vonden dat we daar te strak
in waren, of dat nou ging over bedragen of besteding. Ik kan pas als ik
het nieuwe voorstel van de Commissie zie, beoordelen wat we daarvan
vinden. Maar ik kan u wel toezeggen dat we wat we vinden eerst met u
delen voordat we daar een nieuwe Europese Raad over ingaan.
Mevrouw Leijten vroeg specifiek naar het herstelfonds. Ik neem aan dat
het gaat om het recovery fund dat in de eurogroep is afgesproken.
Collega Hoekstra is op dat vlak de leidende minister. Nederland heeft
heel helder aangegeven dat het daarover wil meedenken, maar dat het
allereerst behoefte heeft aan een helder inzicht in wat de behoefte is
en wat de doelen zijn. Daaruit volgt dan wat de bedragen zijn. Op die
manier kan Nederland beoordelen wat het kan dragen en hoe dat vervolgens
gefinancierd zou worden. Dat is nu de vraag aan de Europese Commissie.
Ook daarvoor geldt dat zij met een voorstel zal komen. Die discussie
gaan we dus nog uitgebreid met elkaar voeren, voor een deel op het
terrein van collega Hoekstra en voor een deel op mijn eigen terrein.
Maar we zullen echt even het voorstel van de Europese Commissie moeten
afwachten.
Ook de heer Bisschop vroeg naar de precieze vormgeving van het ESM. Ook
daarvoor geldt dat ik het in grote trekken aan kan geven, maar dat dit
primair het terrein van collega Hoekstra is. Hij heeft de Kamer daar
schriftelijk over geïnformeerd. Op hoofdlijnen houdt dat in dat uitgaven
uit het ESM die direct gerelateerd zijn aan de coronacrisis, zonder
additionele hervormingsmaatregelen van de economie kunnen plaatsvinden.
Daarnaast blijft het ESM staan zoals het is vormgegeven, dus mét
hervormingsvoorwaarden voor de economie. Op dit moment zijn er überhaupt
geen aanvragen gedaan voor dat ESM, dus dat maakt de situatie voor nu
overzichtelijk.
Mevrouw Leijten vroeg mij om in te gaan op de situatie in
Hongarije.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik heb twee specifieke vragen gesteld over het MFF-hoofdstuk. Wat is de
nettopositie van Nederland bij de huidige onderhandelingspositie? Kunnen
we een overzicht krijgen van de effectieve pensioenleeftijd in alle
EU-landen? Want als er stromingen en hulpen zitten, bijvoorbeeld in het
ESM, dan wil ik gewoon weten hoe dat soort zaken geregeld is. Mijn
tweede vraag is of de EU-landen nog solvabel zijn. Ik had al
aangekondigd dat ik het snap als die antwoorden schriftelijk komen, maar
ik zou toch graag een antwoord willen hebben op die vragen.
Minister Blok:
Dat zijn eigenlijk drie vragen. Ik hoop dat Sociale Zaken een overzicht
over de pensioenleeftijden heeft. Dat zal overigens vrij complex zijn,
want in Nederland zijn er ook beroepsgroepen die een lagere
pensioenleeftijd hebben of daarover onderhandelen. Maar we zullen kijken
wat we daarover hebben. Dat gaat schriftelijk, want dat heb ik sowieso
niet paraat.
Over het MFF, de meerjarenbegroting, vraagt u wat de nettopositie is. Er
is op dit moment geen uitonderhandeld MFF. De bedragen die wij in de
meerjarenbegroting hebben opgenomen, heeft u van het kabinet gehad.
Zonder tegenbericht hebben wij geen andere bedragen, maar ik kan u geen
nettopositie geven zonder de voorstellen te kennen die ook ik nog moet
krijgen. Maar geen zorg, want wij wachten die ook met spanning af en
zullen die echt analyseren en die analyse met u delen.
En Nederland zal geen mededeling doen over de vraag of een ander land
solvabel is. Die mededeling is natuurlijk nogal dynamiet.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik hoopte dat het "weinig empathisch" hier een vervolg kreeg. De reden
waarom ik naar de nettopositie vraag, is dat er in de economie
natuurlijk van alles veranderd is. De economie van heel veel Europese
landen ligt volledig op zijn gat, met allerlei zeer nare gevolgen. Dat
heeft ook gevolgen voor een nieuw MFF. Zelfs al zouden de bedragen
hetzelfde zijn, dan toch verandert de nettobetalerspositie. Ik zeg er
hier maar even bij dat er ook enige reden zou kunnen zijn om ook eens
naar een aantal uitgaven van de Europese Unie te kijken. Want als de
Europese landen straks begrotingstekorten van 10% moeten dichten, kan ik
me voorstellen dat ook de salarissen bij agentschappen wel een onsje
minder kunnen zijn. Als wij hier iets gaan doen, dan daar ook! Ik neem
dus aan dat we dit dan krijgen bij het volgende voorstel. Ik snap dat de
minister zegt dat hij het huidige voorstel niet opnieuw gaat analyseren.
Ik zie hem knikken. Ik zie dat dus met belangstelling tegemoet.
Het overzicht van de effectieve pensioenleeftijden krijgen we van SZW.
Dank daarvoor. Het gaat mij daarbij alleen om de publiekrechtelijke tak,
niet om wat men privaatrechtelijk allemaal afspreekt, want anders wordt
het overzicht van SZW heel ingewikkeld. Het gaat erom wat we uit de
staatskas betalen. Dat mensen in een cao iets afspreken is, ook in een
ander land, hun goed recht.
Ik vind het interessant dat deze regering niet meer wil zeggen dat alle
Europese landen solvabel zijn. Dat vind ik een interessante
opmerking.
Minister Blok:
Dat heb ik dus ook niet gezegd. Ik heb gezegd dat deze regering geen
uitspraken doet over de solvabiliteit van een ander land. Ik vind het
wel heel wezenlijk dat mijn woorden niet worden verdraaid.
De heer Omtzigt (CDA):
Dat begrijp ik. Ik snap wat de minister hier zegt, maar ik zeg hier iets
heel precies. In een ander debat zal ik op deze vraag terugkomen, en wel
om de volgende reden. Wij gingen de euro aan met het idee dat we ervoor
zorgden dat alle andere landen een staatsschuld zouden hebben van
maximaal 60%, waardoor deze vraag nooit gesteld zou hoeven worden en
over een antwoord nooit nagedacht zou hoeven worden. Ik merk nu dat we
over dat antwoord zullen moeten gaan nadenken.
Minister Blok:
Nee, voorzitter, dit vind ik een heel wezenlijk punt. Ik geef het
antwoord. De heer Omtzigt begrijpt heel goed waarom ik het antwoord gaf
dat ik gaf. Ik doe geen uitspraken over die vraag naar een ander land.
Juist omdat de heer Omtzigt zo goed begrijpt waarom ik dat zo formuleer,
is het ietwat ongemakkelijk — en dan druk ik mij vriendelijk uit — dat
hij zegt dat ik zeg dat ik geen vertrouwen heb in de solvabiliteit van
andere landen.
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, ik zeg niet dat …
De voorzitter:
We doen het wel even zo. Ik ben voorzitter. De heer Omtzigt wil tot slot
nog iets zeggen. Daarna geef ik het woord weer aan de minister, die dan
de beantwoording van de vragen vervolgt. O, de heer Omtzigt is klaar.
Minister, dan kijk ik naar u. Wilt u uw beantwoording vervolgen?
Minister Blok:
Zeker.
Dan kom ik bij de vragen van mevrouw Leijten over de situatie met
betrekking tot de rechtsstaat in Hongarije. Nederland had hierover
eerder zorgen, overigens net als een heel aantal andere EU-landen. De
wetgeving naar aanleiding van de coronacrisis is daar nu bij gekomen. De
bredere zorgen heeft Nederland een aantal keren aan de orde gesteld. Dat
blijven we ook doen zolang dat nodig is. De specifieke wetgeving die nu
is aangenomen, heb ik niet alleen in de laatste Raad Buitenlandse Zaken
— dat was volgens mij de laatste Europese Raad waar we elkaar met z'n
allen troffen — aan de orde gesteld. Ik heb daarover ook rechtstreeks
contact gehad met mijn Hongaarse collega om mijn zorgen daarover uit te
spreken. Eurocommissaris Jourová heeft aangegeven dat zij de
noodwetgeving van Hongarije op dit moment niet ziet als een schending
van EU-recht, maar de situatie wel blijft volgen. Dat heeft natuurlijk
ook te maken met de duur waarvoor die geldt en de manier waarop die
wordt ingezet. Dat geldt ook voor de Nederlandse inzet. Het is geen
hobby om landen aan te spreken op de rechtsstatelijkheid, maar het is
wel essentieel voor het functioneren van de Unie om elkaar daarop aan te
spreken als die niet goed is. Dat zal ik dus ook blijven doen en dat
zullen de collega's in het kabinet ook blijven doen zolang dat nodig is.
Gelukkig doen een heel aantal andere landen dat ook.
De heer Omtzigt vroeg naar het voorstel van de Europese Commissie met
betrekking tot de gedelegeerde handelingen inzake het klimaatpakket. In
de BNC-fiche die de Kamer daarover heeft ontvangen — ik denk dat collega
Wiebes daarvan de eerste ondertekenaar is — heeft het kabinet helder
aangegeven dat het dat geen logische route vindt.
De heer Bisschop vroeg naar een Europese aanpak van antisemitisme.
De voorzitter:
Voordat u op die vraag ingaat: ik begrijp dat de heer Omtzigt nog een
vraag heeft over uw antwoord.
De heer Omtzigt (CDA):
Dank. Inderdaad, het is geen logische route, maar mag ik ervan uitgaan
dat de Nederlandse regering dus ook niet instemt met de gedelegeerde
handelingen op dat punt? Daar zit namelijk net dat kleine verschil
tussen. Het zou echt een zeer wezenlijke inbreuk zijn. Als dit
schriftelijk gaat via een andere minister, dan snap ik dat. Als het
volledig buiten de parlementen om zou gaan, dan is dat echt een zeer
wezenlijke inbreuk op de manier waarop wij hier zeer belangrijk beleid —
en het klimaatbeleid is zeer belangrijk — zouden vormgeven.
Minister Blok:
Ik ben het met de heer Omtzigt eens dat dit een heel wezenlijke stap zou
zijn, maar mede om die reden vind ik het ook wel zuiver als ik dit even
met collega Wiebes afstem, denk ik. Het gaat er dan om hoe we dat naar
de Kamer formuleren en dat we daar in het verslag van deze Europese Raad
even op terugkomen.
Dan kom ik bij de vraag van de heer Bisschop over de Europese aanpak van
antisemitisme. Ik heb afgelopen januari, toen ik nog gewoon naar Brussel
kon, met een heel aantal Europese collega's deelgenomen aan een
bijeenkomst van de Holocaust Remembrance Alliance, om daarmee heel
helder te maken dat Nederland gelukkig met heel veel Europese landen
optrekt tegen antisemitisme, ook in deze tijd waar het op allerlei
plaatsen op een heel onaangename manier weer aan het licht komt. Daar
waar dat aan de orde is, zullen we dat blijven doen en ik vrees dat daar
nog steeds reden voor is.
De heer Omtzigt vroeg naar de Nederlandse inzet bij de
pledgingconferentie met betrekking tot de ontwikkeling van een
coronavaccin. Daar zal Nederland via een videoboodschap — ook hier
klemmen agenda's — 192 miljoen pledgen voor de ontwikkeling van vaccins,
instrumenten, bij de bestrijding van de coronacrisis en dan ook echt de
medische kant daarvan.
De heer Omtzigt vroeg ook om een update over de brexit. Ik heb daar
vandaag ook een brief over gestuurd, tot in detail, maar de heer Omtzigt
vraagt het ongetwijfeld omdat hij ook de berichten leest dat het
moeizaam gaat. Er wordt wel serieus onderhandeld, maar het gaat
moeizaam. Het VK geeft nog steeds aan geen beroep te zullen doen op de
mogelijkheid tot verlenging. Het is een beroep dat zij moeten doen. Wij
staan daar verder open voor, maar het is aan hen. Het wordt dus
inderdaad spannend. Dat hebben we tijdens eerdere overleggen hierover al
tegen elkaar gezegd, maar dat was nog voordat de coronacrisis zowel de
Britten als ons hard raakte. Mijn inzet blijft dus nog steeds gericht op
een goede uitkomst, maar de voorbereidingen voor een no-dealbrexit
blijven onvermijdelijk ook doorgaan.
De voorzitter:
Ik dank de minister hartelijk voor de beantwoording van de vragen.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik heb nog één vraag over de antwoorden die ik net kreeg. Dank voor die
brexitbrief. Die ga ik lezen. Ik ben tegen mijn gewoonte in met de auto
gekomen en dan merk ik dat ik een heleboel mails en brieven mis, dus die
trein mag snel weer gaan rijden.
De voorzitter:
Misschien moet u vaker met de auto komen!
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, liever niet. Dus die brief gaan we lezen. Dank voor het heldere
antwoord over het vaccin, maar ik vroeg wat eraan vastzit. We gooien dus
192 miljoen in een gezamenlijke pot. Ik zou op enig moment graag willen
weten of dat betekent dat we de gezamenlijke productie en verdeling dan
ook goed geregeld hebben en dat we niet, als een vaccin er is, met z'n
allen een enorm gevecht aangaan. Meestal kun je die afspraken het beste
maken op het moment dat het vaccin er nog niet is, want op het moment
dat het er wel is, vlieg je elkaar in de haren. Ik zou me kunnen
voorstellen dat dat in een brief van VWS gebeurt.
En ik wil nog even het standpunt weten over de vraag of China
WHO-onderzoekers en internationaal onderzoek naar COVID-19 moet
toelaten. Dat was ook nog een vraag van D66 en ons.
Minister Blok:
De vraag over de productie en beschikbaarheid van een vaccin zal ik
inderdaad aan de collega's van VWS doorspelen. Dit ligt op hun
terrein.
Dan de vraag over de WHO en het onderzoeken van de oorzaken en de
daaropvolgende aanpak van de coronacrisis. Natuurlijk moet heel helder
geëvalueerd worden hoe het begonnen is en hoe het bestreden is. Dat moet
volgens mij wel in de juiste volgorde. We zijn nu allemaal druk bezig de
crisis aan te pakken. Dat staat nu boven aan de agenda. Zodra er weer
ruimte komt om ook mensen en capaciteit te besteden aan evaluatie en het
aanwijzen waar dingen zijn misgegaan, moet iedereen daar inderdaad in
transparantie aan meewerken en wat mij betreft moet dat ook
gebeuren.
De voorzitter:
Nogmaals dank, minister. Ik concludeer dat we daarmee de eerste termijn
helemaal hebben afgerond. Ik stel voor dat we meteen naar de tweede
termijn gaan en dat iedere woordvoerder nog één minuut spreektijd
krijgt. In het notaoverleg kunnen ook moties worden ingediend. Als u een
motie heeft, verzoek ik u om die op tafel te leggen nadat u die heeft
voorgelezen en nadat die geaccepteerd is. Dan zullen alle moties straks
in één keer worden opgehaald door een van de bodes. Daarna zullen ze
gekopieerd worden om vervolgens weer verspreid te worden. Ja?
Dan geef ik nu mevrouw Ploumen namens de PvdA het woord.
Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Dank aan de minister voor de beantwoording van
de vragen. Het is goed om te horen dat Nederland weliswaar niet tijdens
de top, maar wel in de uitwerking van de conclusies — om het zo maar te
zeggen — strikt zal vasthouden aan het budget voor
rechtsstaatontwikkeling voor de landen op de Westelijke Balkan. De steun
in het kader van de covidpandemie zal daar niet weggehaald worden. Ik
neem aan dat we daar nader over geïnformeerd zullen worden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Ploumen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. De minister deed een beetje flauw: de top was gepland, dus
daarom gaat die door. Maar er was ook lange tijd sprake van dat die
uitgesteld zou worden vanwege de coronacrisis. Het besluit is nu genomen
om de top toch te laten doorgaan via videoconferencing. Mijn vraag was
welke druk daarachter heeft gezeten. Maar goed, dat laat ik lopen.
Dan het herstelfonds. In het verslag van de Europese top van 23 april
staat dat Nederland akkoord is gegaan met de uitwerking van een
herstelfonds door de Europese Commissie, maar dan ook in relatie tot het
MFK. Dat is dus niet waar Hoekstra mee bezig is, maar dat zijn zaken die
door deze commissie gevolgd worden.
Ik heb nog een motie, voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in alle Europese Raden momenteel belangrijke
beslissingen worden genomen;
constaterende dat er de afgelopen maanden en de komende maanden wordt
gesproken over Europese steunvoorstellen waarin astronomisch hoge
bedragen zijn genoemd die uiteindelijk moeten worden betaald door de
inwoners van de Europese lidstaten;
overwegende dat de voorstellen in grote snelheid gemaakt en besproken
worden en dat de controlerende taak van volksvertegenwoordigers en
andere inwoners essentieel is gezien de grote impact van deze
voorstellen;
verzoekt de regering om zich ervoor in te zetten dat wetgevende delen en
stemmingen via streaming te volgen zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt
de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 1530 (21501-20).
Ik geef het woord aan de heer Van Ojik van GroenLinks.
De heer Van Ojik (GroenLinks):
Dank u wel ,voorzitter. Ik heb nog twee korte opmerkingen. De eerste
gaat over de discussie die we ook vandaag weer hebben gehad over het al
dan niet starten van toetredingsonderhandelingen. Ik zou mij toch kunnen
voorstellen dat als je ernaar kijkt vanuit het perspectief van Albanië,
er eigenlijk niet zo heel veel veranderd is door de recente
besluitvorming in de Europese Raad. Misschien kan de minister toch nog
iets zeggen — als hij het wel gezegd heeft, is het mij ontgaan — over
welk tempo we denken hierin te kunnen hanteren. Ligt dat alleen aan de
vraag of Albanië aan die lange lijst van voorwaarden voldoet of kunnen
we ook iets doen om dat te versnellen? Ik denk dat dat laatste echt
belangrijk is, gezien de aspiraties en verwachtingen die er in landen
als Albanië over toetreding zijn.
Mijn tweede vraag gaat over het steunpakket zelf. Er is gezegd dat we
nog niet zo goed weten waar dat geld vandaan moet komen. Dat is eerlijk
gezegd wel een beetje raar. Iedereen begrijpt de haast maar het is toch
een beetje vreemd dat je van zo'n bedrag van 3 miljard dat vanuit
allerlei hoeken en gaten bij elkaar wordt geschraapt, niet precies weet
uit welke hoeken en gaten dat komt. Ik heb er nog een concrete vraag
over. De economieën van de landen waar we het over hebben, hebben een
hele hoge mate van schuld aan westerse banken maar ook aan Chinese
staatsbanken. Ik vroeg mij af of dat nog onderdeel is van de
besprekingen aanstaande woensdag over deze steun van 3,3 miljard en in
hoeverre wij bijvoorbeeld wel of niet zeker zouden willen weten dat het
Europees geld gebruikt wordt om schulden die men is aangegaan,
bijvoorbeeld om een weg aan te leggen in Montenegro, af te lossen, want
dat zou misschien niet helemaal zijn wat we willen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Ik geef het woord aan de heer Bouali van D66.
De heer Bouali (D66):
Dank en ook heel veel dank aan de minister voor de beantwoording van
alle vragen. Het is inderdaad belangrijk dat we de Balkan in deze
covidperiode steunen. Het is dan ook goed dat deze informele top
plaatsvindt. Het is uiteraard belangrijk dat we perspectief blijven
bieden aan Noord-Macedonië en Albanië. Voor mij was het inderdaad ook
nieuw dat er een brexitbrief is gekomen. Ik zal die met veel aandacht
lezen en ik hoop dat de onderhandelingen met de VS, die inmiddels ook
zijn begonnen, zijn meegenomen en vervlochten in die brief, zodat we een
goede brexitbalans kunnen opmaken.
Samen met collega Omtzigt zal ik een motie indienen, waarop hij straks
nog wat uitgebreider zal ingaan.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Ik geef het woord aan de heer Mulder van de VVD-fractie.
De heer Anne Mulder (VVD):
Dank aan de minister voor zijn opmerking over hoe je om moet gaan met
mensen die flirten met anderen, namelijk rustig blijven. He signaal wat
de VVD betreft is helder. Je mag allemaal flirten met China maar het
verleidt ons niet om te zeggen: hé, er is Chinese geopolitieke invloed,
dus we worden toeschietelijker. Dat is de boodschap hier.
In het kabinetsstandpunt wordt ook migratie genoemd. Het zou goed zijn
als we de Balkanlanden er nog meer van zouden kunnen overtuigen om de
zogeheten Balkanroute dicht te doen voor migranten. Het zou ook goed
zijn als de Europese Commissie nog eens specifiek in de gaten houdt hoe
het nu gaat met de rechtsstaat in deze coronacrisis. Wordt deze crisis
niet gebruikt of misbruikt voor het uitroepen van bijvoorbeeld de
noodtoestand in Servië?
Ik ben verder benieuwd welk deel van dit debat nou gepromoveerd wordt
tot de bijdrage van de heer Bettel op de Europese top namens de Benelux
en Nederland.
De voorzitter:
Dank. Dan de heer Bisschop namens de SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Ik sluit mij graag aan bij de woorden van dank
in de richting van de minister voor de beantwoording van de
vragen.
Ik heb eigenlijk nog een punt waar ik nog een nadere reflectie op zou
willen. Terecht verwijst de minister ten aanzien van het ESM naar de
brief van zijn collega Hoekstra. Daar is natuurlijk ook over gesproken,
maar ik had dat ook gelinkt aan het substantiële herstelfonds, waar Von
der Leyen over gesproken heeft, en de ambitie die erbij verwoord is. Dan
word ik altijd een beetje onrustig. In de vorige periode van de Europese
Unie kwam de heer Juncker met een bezinning op de toekomst van Europa.
Hij kwam met vijf opties. Dat hele plan is in mijn beleving een zachte
dood gestorven. Vervolgens krijgen we nu een heel ambitieus plan,
waardoor er grote consequenties voor de toekomst van de Europese Unie
gerealiseerd zouden kunnen worden. Ik ben het helemaal met alle
collega's eens dat het vreemd is om dat aan de orde te brengen bij deze
vergadering, maar ik heb dringend de behoefte om hier in de Kamer over
te spreken. Namens de oppositie — wij zijn natuurlijk geen
oppositiepartij; dat weet iedereen — is wel unaniem het verzoek gedaan:
kunnen we hier eens over praten? Daarom doe ik nu ook een dringend
verzoek in de richting van de coalitiepartijen: please, laat ons
alsjeblieft de gelegenheid krijgen om hier samen over door te praten.
Dat is van levensbelang, ook voor de blijvende steun en voor de richting
waarin de EU zich verder kan ontwikkelen. Ik zou de minister hier dan
ook graag willen uitnodigen om gewoon ... Hij hoeft niet te zeggen dat
het een briljant idee is, maar misschien kan hij wel zeggen dat het een
heel waardevol idee is.
Dank u wel.
De voorzitter:
Nou, we gaan zien wat de minister daarover zegt. Dank aan de heer
Bisschop. Ik geef het woord aan de heer De Roon namens de PVV.
De heer De Roon (PVV):
Dank, voorzitter. Ik heb over dat EU-coronasteunpakket voor de
Westelijke Balkan twee opmerkingen. Daar verbind ik dan nog een
conclusie aan.
In de eerste plaats de economie. De economie krimpt in Nederland naar
verwachting bijna 8%, maar het IMF voorspelt dat de krimp in de
Westelijke Balkan slechts 3% tot 5% zal bedragen. Dat betekent dus dat
niet de Westelijke Balkan maar wij straks een enorme faillissementsgolf
te verwerken krijgen.
Dan de kwestie van de gezondheidszorg. Ik ben van mening dat de
Nederlandse bevolking en onze gezondheidszorg veel harder worden
getroffen dan het geval is op de Westelijke Balkan. Ik geef enkele
voorbeelden. Albanië heeft slechts 41 dodelijke slachtoffers,
Noord-Macedonië 84, Bosnië en Herzegovina 78, en Montenegro 8. Dat is
allemaal betreurenswaardig — daar doe ik niks aan af — maar het zijn
kleine aantallen vergeleken met wat er in Nederland gebeurt. We hebben
in Nederland verzorgingstehuizen waar meer doden zijn gevallen door
corona dan in heel Montenegro.
De conclusie van deze twee punten die ik heb gemaakt, is dat er geen
enkele reden is waarom Nederlands geld onderdeel zou moeten uitmaken van
dat EU-coronasteunpakket voor de Westelijke Balkan. Dat geld moet in
Nederland worden besteed.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank aan de heer De Roon. Dan kijk ik naar mevrouw Van der Graaf namens
de ChristenUnie.
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel. Mevrouw de voorzitter, ik wil ook graag een motie indienen,
maar ik heb haar nog niet af op papier. Ik moet het handgeschreven doen.
Daarvoor heb ik gewoon te veel tekst, dus ik zoek even naar een modus
voor hoe ik dat kan oplossen.
De voorzitter:
Daarvoor ben ik er ook een beetje. Dat betekent dat ik nu gewoon door
blijf praten, zodat u rustig uw motie kunt schrijven. Ondertussen geef
ik de heer Omtzigt alvast het woord. Die zal dan binnen een minuut zijn
betoog afronden. We hopen van harte dat u dan uw motie klaar
heeft.
Meneer Omtzigt, het woord is aan u.
De heer Omtzigt (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Gezien de lengte van de motie van mijn buurvrouw
kan een interruptie geen kwaad, kan ik u verzekeren. Dat zeg ik tegen de
collega's, voor als zij haar een plezier willen doen.
Voorzitter. Dank aan de minister voor de antwoorden. Het is goed dat wij
over Albanië geïnformeerd worden alvorens er een besluit wordt genomen,
zodat wij daar als Kamer wat van kunnen vinden. Ik ben zeer benieuwd of
besluiten in videoconferenties gewoon openbaar gemaakt kunnen worden.
Dat is een beetje in lijn met wat mevrouw Leijten vraagt. Dat zou heel
erg helpen.
We zien uit naar de beantwoording over de nettobetalerspositie en naar
het verslag over de gedelegeerde handelingen van minister Wiebes.
Over het vaccin horen we graag hoe de productie en de beschikbaarheid
verdeeld wordt, nadat we met z'n allen die 5,4 miljard euro — dat zie ik
net — in een pot gedaan hebben. Dat zou weleens de meest zinnige pot in
Europa kunnen zijn van alle potten die we met z'n allen in lange tijd
gemaakt hebben, zeg ik weleens. Dat zeg ik ook voor de eurosceptici
hier.
Ik heb de brexitbrief nog niet gezien, dus die is nog ergens onderweg
van het ministerie naar hier. Ik begrijp dat die rond 14.00 uur is
gekomen. Dat is mooi. Dan ga ik die met grote belangstelling
lezen.
Voorzitter, ik heb een motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat het van groot belang is dat er een onafhankelijk en
grondig onderzoek plaatsvindt naar de oorsprong van COVID-19 in
China;
verzoekt de regering te bevorderen dat de Europese Raad gezamenlijk het
standpunt inneemt in Raadsconclusies dat China volledige medewerking
dient te verlenen aan internationaal en onafhankelijk onderzoek naar de
oorsprong van COVID-19 en dat het tevens op verzoek toegang dient te
verlenen aan WHO-functionarissen, en de Kamer hierover binnen zes weken
te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt en Bouali. Naar mij
blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 1531 (21501-20).
De heer Omtzigt (CDA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik stel voor om alvast de toezeggingen van de minister voor te lezen,
tenzij de heer De Roon een serieuze interruptie heeft voor de heer
Omtzigt.
De heer De Roon (PVV):
Mijn interrupties zijn altijd serieus, voorzitter. De heer Omtzigt stelt
voor dat de Europese landen dat aan China gaan vragen, maar waarom staat
in zijn motie niet dat datzelfde kan worden gevraagd aan die zes
Westelijke Balkanlanden?
De voorzitter:
Dat was een serieuze vraag aan de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik kijk even of ik de motie kan aanpassen in die zin. Ik denk dat het
een relevante vraag is, ook omdat de zes Balkanlanden gevraagd wordt om
de hele verklaring die tijdens de top voorligt, mee te tekenen. Er staan
ook wel een paar dingen in over de rechtsstaat die ze misschien minder
leuk vinden. Ik ga kijken of ik de motie zo kan aanpassen. Misschien kan
de minister er ook op reageren. Ik heb het aanvankelijk niet gedaan
omdat ik ervan uitging dat het de minister niet lukt om dit in de
verklaring voor de Westelijke Balkantop te krijgen, omdat die eigenlijk
vandaag al in het Coreper is vastgesteld. Maar ik vind het wel fijn als
ze zouden meedoen, dus ik ga er even mee stoeien.
De voorzitter:
Ik dank de heer Omtzigt. Terwijl mevrouw Van der Graaf haar motie
voltooit, lees ik alvast de toezeggingen voor.
De minister zegt toe de Kamer te informeren over de dekking en de uitwerking van het steunpakket voor de Balkan, zodra deze informatie bekend is.
De minister zegt toe schriftelijk terug te komen op het onderwerp "transparantie in relatie tot de videovergaderingen van de Europese Raad".
De heer Omtzigt (CDA):
Met name dat er openbaarheid is over de wetgevende taak en de
stemmingen. De beraadslagingen waren helaas al nooit openbaar.
De voorzitter:
Ik zie dat de minister het daarmee eens is.
De minister zegt toe de kabinetsappreciatie van het nog te publiceren nieuwe MFK-voorstel aan de Kamer toe te zenden voordat er in een EU-Raad over wordt gesproken, inclusief een beoordeling van de nettobetalerspositie.
De minister zegt toe de minister van Sociale Zaken te verzoeken om een overzicht van de effectieve pensioenleeftijden in de publieke sector van de EU-lidstaten aan de Kamer toe te zenden.
De minister zegt toe om na overleg met de minister van EZK in het verslag van de Europese top terug te komen op de vraag of Nederland wel of niet instemt met gedelegeerde handelingen in de Europese Green Deal.
Tot zover de toezeggingen. Ik kijk naar de heer Omtzigt. Daarna geef
ik mevrouw Van der Graaf het woord voor het indienen van haar
motie.
De heer Omtzigt (CDA):
Dank, dat was zeer accuraat. Ik had er nog één gehoord, namelijk over
het vaccin. De minister zou aan de minister van VWS vragen om naar
aanleiding van wat er hier gebeurd is, terug te komen op de productie en
de verdeling als er een vaccin is.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de minister. Heeft u dat gezegd?
Minister Blok:
Ja.
De voorzitter:
Dat heeft de minister gezegd. Dan is bij dezen ook dat een toezegging,
die dus ook opgenomen is in de Handelingen. Dan ga ik nu echt naar
mevrouw Van der Graaf voor haar tweede termijn van één minuut en voor
het indienen van haar motie.
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter, voor deze coulance. Dank ook aan het kabinet
voor de reactie en de antwoorden in de eerste termijn. Ik heb daarin
veel aandacht gehad voor de onafhankelijkheid van de rechtsstaat en de
zorgen die ik daarover heb in de Westelijke Balkanlanden. Ik zei ook dat
de Europese Unie er een rol in heeft om die landen te ondersteunen bij
het versterken van die onafhankelijkheid. Dat is onderdeel van het
toetredingstijdperk. Daarom de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in de zes landen op de Westelijke Balkan zorgen
bestaan over de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van democratische en
justitiële instituties en de naleving van mensenrechten;
verzoekt de regering zich ervoor in te spannen dat de Europese Unie in
deze landen een gedetailleerde hervormingsagenda op deze terreinen
ondersteunt en nauwgezet volgt, waarbij de Europese Unie:
het maatschappelijk middenveld ondersteunt en betrekt bij de vereiste hervormingen;
intensieve samenwerking tussen justitiële instituties in de Westelijke Balkanlanden onderling met de EU en met instituties in de EU-lidstaten bevordert, teneinde fundamentele rechten te beschermen en corruptie en georganiseerde misdaad aan te kunnen pakken;
een helder voortgangstraject uiteenzet voor de hervormingsagenda, over die voortgang regelmatig en open verslag doet en zowel progressie als stagnatie van de kandidaat-lidstaten onverminderd benoemt en het tijdpad daarop aanpast,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Graaf en Anne Mulder.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 1532 (21501-20).
Ik vind het ongelofelijk knap dat mevrouw Van der Graaf dat in zo'n
korte tijd heeft kunnen formuleren.
Daarmee zijn we bijna aan het einde gekomen van deze vergadering, maar
natuurlijk nog niet helemaal. De moties zullen even zorgvuldig
overhandigd worden aan de minister, zodat hij ze kan bekijken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik stel voor dat we gaan beginnen met de behandeling van de moties in de
reactietermijn van de minister. Ik geef het woord aan de minister.
Minister Blok:
Ja, ik had moties en nog een paar openstaande vragen. Mevrouw Leijten
gaf aan dat het recovery fund in verband staat met het MFK, dus niet
puur onder Hoekstra valt. Dat is ook zo. Ik heb alleen aangegeven dat in
de brief van Hoekstra is aangegeven dat er een recovery fund komt, maar
dat dat mogelijk inderdaad een overlap heeft met het MFK. Dat betekent
dat wij er beiden bij betrokken zullen zijn. Hoe dan ook, zodra er een
voorstel van de Commissie is, krijgt u ons oordeel daarover, met alle
punten die de heer Omtzigt ook noemde.
De heer Van Ojik vroeg: kunnen wij Noord-Macedonië en Albanië helpen om
te versnellen? Ja, maar ze moeten het zelf doen. Er zijn uitgebreide
steunprogramma's. En ook hier moeten wij zuiver zijn: u doet de
hervormingen uiteindelijk omdat dat goed is voor de gemiddelde
Noord-Macedoniër en Albanees; wij willen daarbij helpen, maar u moet het
doen. Dat is ook fair.
Dan vroegen de heer Van Ojik en eigenlijk ook de heer Mulder: een aantal
Westelijke Balkanlanden hebben al hoge schulden bij banken, bij China,
bij anderen; hoe wordt daarmee omgegaan? Er zijn verschillende
instrumenten, deels EIB-, deels EU-fondsen. Criteria rond
schuldhoudbaarheid, maar overigens ook rechtsstatelijkheid, worden bij
de EU-programma's toegepast. Daar wordt dus naar gekeken. De heer Mulder
vroeg met zoveel woorden: leen je niet zomaar geld om iemand anders'
schuld af te lossen? Het geld stroomt wel, dus het feit dat je geld
beschikbaar stelt aan een land of bedrijf, betekent dat dat geld
beschikbaar heeft. Maar we kijken wel kritisch op EU-niveau naar
waarvoor men het geld nodig heeft en of men het kan terugbetalen.
Mevrouw Leijten heeft een motie ingediend die de regering verzoekt zich
ervoor in te zetten dat de wetgevingsdelen en de stemmingen via
streaming te volgen zijn. Dan loop ik even aan tegen het feit dat er nu
niets te streamen is, omdat dit deel schriftelijk is. Ik heb al richting
de heer Omtzigt aangegeven dat ik terug wil komen op hoe we in deze
videoconferencingtijd omgaan met transparantie. Ik wil mevrouw Leijten
daarom vragen om de motie even aan te houden totdat ik die brief heb
gestuurd, want in deze vorm levert die u niets op. U kent de uitslag van
die schriftelijke procedure al. Ik kom daar dus op terug en mijn verzoek
is om die motie pas op dat moment in stemming te brengen.
De voorzitter:
Dat is de eerste motie, die op stuk nr. 1530. Ik kijk even naar mevrouw
Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Daar ben ik in principe wel toe bereid, voorzitter, maar dat het nu niet
gebeurt en dat het schriftelijk wordt afgehandeld, hoeft natuurlijk niet
te betekenen dat Nederland zich er niet voor hoeft in te zetten en te
zeggen dat het dit voortaan wel in de videoconferencing wil en het
daarmee ook streambaar wil maken. Dat wilde ik even zeggen. Ik wacht de
brief even af, maar het feit dat het nu technisch niet plaatsvindt,
hoeft niet te betekenen dat je er niet voor hoeft te pleiten.
Minister Blok:
Het doel is mij duidelijk. Ik vind dat voor stemmingen en wetgeving,
omdat de klassieke manier de staande procedure was, ook een logische
vraag. Ik wil alleen de motie zo kunnen beantwoorden dat u er ook iets
aan heeft. Vandaar dat ik eerst even voorstelde hoe we die transparantie
kunnen bieden. Ik hoorde goed dat u de motie dan in stemming wilt
brengen. Waardering daarvoor.
De voorzitter:
Ik ga even de volgende opmerking maken.
Op verzoek van mevrouw Leijten stel ik voor haar motie (21501-20, nr.
1530) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Blok:
Dan vroeg de heer Bouali of ik in de brief over brexit kan ingaan op de
handelsbesprekingen tussen VK en VS. Nou, het staat er niet in, maar het
ligt eerlijk gezegd ook niet op mijn weg. Het gevolg van de brexit is
dat wij daar niet meer over gaan, dus dan kan ik daar ook geen oordeel
over geven. We hebben natuurlijk wel een oordeel, maar dat is onderdeel
van de brexitonderhandelingen zelf, over waar goederen en diensten aan
moeten voldoen die vanuit het VK de Europese Unie binnenkomen, of ze nou
daarvoor uit de VS zijn geïmporteerd of zijn gemaakt in een ander land.
Dat is denk ik de samenhang waar de heer Bouali op doelt.
De heer Bouali (D66):
Inderdaad. Wij gaan niet over de onderhandelingen tussen de VS en het
VK, maar die zullen wel invloed hebben op de onderhandelingen tussen het
VK en de EU. In die zin zou een appreciatie van uw kant misschien wel
zinnig zijn.
Minister Blok:
Nou, niet van de inhoudelijke onderhandelingen, want daar ga ik niet
over. Wel over de vraag wat het nieuwe handelsakkoord met het VK
betekent voor goederen of diensten die eerst geïmporteerd zijn uit
landen waar andere standaarden gelden, want dat is natuurlijk een heel
wezenlijk deel van die onderhandelingen.
De heer Mulder kan ik bevestigen dat ook migratie een belangrijk
onderdeel is van de gesprekken en afspraken met de Westelijke
Balkan.
De heer Bisschop gaf aan dat de uitspraken van onder meer
Commissiepresident Von der Leyen de gedachte en ik geloof ook de zorgen
bij hem oproepen dat er een heel groot bouwwerk komt en dat het voor de
heer Bisschop, en ik denk voor ons allemaal, niet goed te beoordelen is.
Hij stelt de vraag is of we het daarmee eens moeten zijn en zou daar
graag een debat over willen voeren. Als uw Kamer mij uitnodigt voor een
debat, dan ben ik er. Als er een nieuw voorstel komt voor een MFK, een
recovery fund of een MFK gekoppeld aan een recovery fund — wij
verwachten dat deze maand van de Commissie — krijgt u een appreciatie en
ben ik beschikbaar om daar met u over te debatteren.
De bredere vraag wat de koers van de Europese Unie is wil ik altijd met
u bediscussiëren. Het meest logische jaarlijkse moment is de Staat van
de Unie, die we zullen maken als we meer zicht hebben op hoe de
Commissie haar strategische agenda wil aanpassen. Maar ik begrijp heel
goed dat u de regering op dit punt wil controleren. Daar ben ik
beschikbaar voor.
De heer De Roon wijst erop dat in de Westelijke Balkan de verwachte
economische krimp in procenten kleiner is dan in Nederland en het aantal
coronaslachtoffers ook kleiner. De prognoses zijn dat, als het gaat om
economische groei, Nederland inderdaad een van de zwaarst getroffen
landen zal zijn. Dat is ook niet verrassend voor een land dat zozeer op
handel georiënteerd is als Nederland. Dus in groeipercentages zal de
uitkomst niet alleen vergelijkbaar zijn met de Westelijke Balkan, maar
met heel veel landen. Nederland hoort waarschijnlijk tot de zwaarst
getroffen landen. Daar horen twee kanttekeningen bij. Wij hebben een
heel solide staat van de overheidsfinanciën en economie. Dus op dit
moment is gelukkig de inschatting dat Nederland een van de landen is die
na zo'n klap snel op kan klimmen. Dat hoort wel bij de volledige
analyse.
En wat de gezondheidszorg betreft: de kwaliteit daarvan is in Nederland
erg goed en in een aantal Westelijke Balkanlanden niet, nog niet op dit
niveau. Gelukkig geldt voor een heel aantal landen dat de cijfers daar
ook niet hoog opgelopen zijn. Maar ik vrees dat voor Nederland en voor
alle andere landen geldt dat we niet weten hoe de pandemie verder
verloopt. We hopen van harte dat we het kunnen controleren, maar zolang
er geen vaccin is, kan het nog alle kanten op. Dat zien we ook in een
aantal landen die weer een opflakkering zien. Dus in die zin zijn het
ook tussenstanden en blijft wat mij betreft gelden: het zijn buurlanden,
en omdat het buurlanden zijn, is het altijd eigenbelang, los van de
belangen van de bewoners, om te zorgen dat het die buurlanden ook goed
gaat. Dat is voor een heel groot deel hun eigen werk, maar daar waar we
ze kunnen helpen, zou je dat alleen al vanuit eigenbelang moeten doen,
even los van medemenselijkheid, wat uiteindelijk ook telt.
Dan kom ik bij de heer Omtzigt. Hij gaf een opsomming van toezeggingen,
die nog eens bevestigd zijn door de voorzitter. Hij heeft ook een motie
ingediend over de WHO, die ik even wil kunnen bespreken met de collega
van VWS. Dit stond namelijk niet op de agenda. U krijgt van mij een
schriftelijke reactie na overleg.
Mevrouw Van der Graaf heeft ook een motie ingediend, samen met de heer
...
De voorzitter:
Eén klein moment, minister. Het is natuurlijk goed om met elkaar moties
te bespreken, maar volgens mij moet u een oordeel geven over de motie.
Maar ik kijk ook even naar ...
Minister Blok:
Daarvoor heb ik eerst overleg nodig met de collega van VWS, dus daar kom
ik schriftelijk op terug. Ik heb nu nog geen oordeel.
De heer Omtzigt (CDA):
Dat snap ik heel goed.
De voorzitter:
Komt de minister er voor de stemming op terug?
Minister Blok:
Ik weet niet wanneer de stemming is. Die is donderdagavond, hoor ik. Ja,
dan gaan we ons best doen. Dat kan ik gewoon niet helemaal
overzien.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik hou daar rekening mee, voorzitter. Ik zie het gebeuren. Ik neem aan
dat de minister zijn best doet en dat het voor donderdagavond
komt.
Minister Blok:
Ik wil echt even weten wat daar in de WHO nu de afspraken over zijn.
Iedereen zal het erover eens zijn dat het belangrijk is maar nu niet op
de agenda staat. Ik moet dus echt even de gelegenheid hebben om te
overleggen.
De voorzitter:
Prima.
Minister Blok:
Ik kom erop terug, als het kan voor donderdag.
Dan de motie van mevrouw Van der Graaf. Die sluit helemaal aan bij de
inzet van de regering met betrekking tot de rechtsstaat in de Westelijke
Balkan en de rol van het maatschappelijk middenveld daarin. Deze motie
laat ik dus graag aan het oordeel van de Kamer.
Ik hoop daarmee de vragen in tweede termijn beantwoord te hebben.
De voorzitter:
Dan dank ik de minister en zijn ondersteuning hartelijk voor de
beantwoording van de vragen van de commissieleden. Voordat de
commissieleden opstappen, dat wil zeggen opstappen uit deze kamer, waar
ze in ieder geval in deze commissie voor het eerst een debat hebben
gehad, wou ik nog even zeggen dat het inderdaad ook bijzonder is dat dit
op 4 mei plaatsvindt. Een aantal van u refereerde er al aan dat het
vandaag natuurlijk 75 jaar geleden is en dat we vandaag herdenken. Ik
wens jullie allen een goede avond en ook een goed herdenkingsmoment,
maar dan thuis dit jaar. Dank, allemaal.
Sluiting 17.37 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Verslag OSV 47 (2019-2020) van 4 mei 2020 |
---|
Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden ontleend. Uit ongecorrigeerde verslagen mag niet letterlijk worden geciteerd. Inlichtingen: verslagdienst@tweedekamer.nl |