[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht 'Justitie wil eind aan juridische lijdensweg voor agent met trauma’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D18904, datum: 2020-05-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-2797).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z07401:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2797

Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Staatssecretaris van Defensie over het bericht «Justitie wil eind aan juridische lijdensweg voor agent met trauma» (ingezonden 23 april 2020).

Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 15 mei 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht »Justitie wil eind aan juridische lijdensweg voor agent met trauma» van 23 april 2020?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de ervaringen van agenten waardoor zij PTSS ontwikkelen vergelijkbaar zijn met die van militairen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het is niet eenvoudig om ervaringen van agenten en militairen in zijn algemeenheid met elkaar te vergelijken. Net zoals militairen onderling door hun verschillende taken ook niet over één kam te scheren zijn. Het zijn de omstandigheden waaronder militairen opereren in missiegebieden, die vaak wezenlijk anders zijn dan die van agenten. Dat neemt niet weg dat er bij beide groepen in de beroepsuitoefening risico’s bestaan voor de geestelijke gezondheid. Voor mij maakt het mogelijke verschil in ervaringen tussen agenten en militairen overigens niets uit voor het respect en waardering dat ik voor beiden heb.

Vraag 3

Ziet u Defensiepersoneel ook als mensen die een roeping hebben en zich met gevaar voor eigen leven inzetten voor de veiligheid van de Nederlandse en Internationale samenleving? Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt u de opvatting dat zij de beste behandeling verdienen als zij door die roeping ziek raken?

Antwoord 3

Personeel bij Defensie is in mijn ogen zeer gedreven en van militairen is bekend dat zij bereid zijn om offers te brengen voor de vrijheid en veiligheid van anderen. Dat is een groot goed. Als zij door hun werk ziek raken, verdienen zij de best mogelijke behandeling. Dit geven we vorm via de bijzondere zorgplicht. De regels omtrent de bijzondere zorgplicht voor veteranen zijn sinds 2012 vastgelegd in de Veteranenwet.

Vraag 4

Wat vindt u van het voornemen van uw collega van Justitie en Veiligheid om getroffen agenten sneller en eenvoudiger te ondersteunen?

Antwoord 4

Het is een goed gebruik dat bewindspersonen zich niet uitlaten over de beleidsterreinen van andere ministeries. Uiteraard is er wel samenwerking tussen JenV en Defensie om van elkaars vormen van ondersteuning te leren.

Vraag 5

Welk percentage van getraumatiseerde militairen is gedwongen om te procederen om Defensie aansprakelijk te stellen? Hoe lang duren dergelijke procedures gemiddeld?

Antwoord 5

In 2014 is de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) inwerking getreden met als doel op snelle en efficiënte wijze schadeclaims af te handelen. Als gevolg van de regeling is de aansprakelijkstelling niet meer nodig. Het percentage waarnaar gevraagd wordt is derhalve feitelijk nul. Op het moment dat bij een oorlogs- en dienstslachtoffer de medische eindsituatie is vastgesteld, kan de bepaling van de restschade plaatsvinden. De periode tussen de start en het einde van de schadebepaling neemt gemiddeld 2,5 jaar in beslag.

Overigens heeft mijn voorganger voor veteranen met PTSS die niet onder de RVS vallen, in 2016, naar aanleiding van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep in zaken van een Dutchbat III en een Libanonveteraan, besloten om ook hun schade volledig te gaan vergoeden (Kamerstuk 30 139, nr. 165, dd. 23 augustus 2016).

Vraag 6

Hoe onwenselijk vindt u het dat daardoor werkgever en werknemer pal tegenover elkaar komen te staan in schadeprocedures die het gevolg zijn van het werk?

Antwoord 6

Indien Defensie in een procedure als werkgever tegenover een (ex-)werknemer komt te staan is dat altijd betreurenswaardig. Defensie streeft er naar om zo lang mogelijk in goed onderling overleg en in alle redelijkheid tot een schaderegeling te komen. Naarmate de materie complexer is, kost het meer tijd om tot een correcte schaderegeling te komen. In de tussentijd kunnen overigens wel voorschotten op de schadevergoeding worden toegekend.

Vraag 7

Bent u bereid een vergelijkbare invulling van «goed werkgeverschap» door uw collega van Justitie en Veiligheid over te nemen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Voor Defensie ligt de basis voor «goed werkgeverschap voor veteranen» in de Veteranenwet en -het Veteranenbesluit. De bijzondere zorgplicht voor de veteraan en zijn relaties is daarin vastgelegd. Zoals gezegd is er samenwerking tussen JenV en Defensie om van elkaars vormen van ondersteuning te leren. Ik juich dat toe. Verder wordt het uitkerings- en voorzieningenstelsel voor veteranen herzien en vindt een evaluatie plaats van de Regeling Volledige Schadevergoeding. Dit alles is erop gericht om Defensie nog verder te verbeteren.


  1. https://www.ad.nl/binnenland/justitie-wil-eind-aan-juridische-lijdensweg-voor-agent-met-trauma-br~ad9762d0/↩︎