Organisatieontwikkeling Nationaal Coördinator Groningen (NCG)
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2020D20206, datum: 2020-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-765).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -765 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2020Z09389:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-05-27 13:00: Mijnbouw/Groningen (Notaoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-05-28 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (per videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-06-02 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-03 12:30: Procedurevergadering (via videoconferentie) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-06-24 15:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
33 529 Gaswinning
Nr. 765 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2020
In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over de stand van zaken van het publiek maken van de versterkingsoperatie en in het bijzonder van de omvorming van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) naar de uitvoeringsorganisatie voor de versterkingsoperatie in het Groningse aardbevingsgebied. Daarmee geef ik tevens invulling aan het verzoek van het lid Beckerman in de Regeling van Werkzaamheden van 20 februari jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 57, item 6) alsmede aan de toezegging in het AO Mijnbouw/Groningen van 27 november 2019 om uw Kamer te informeren over mogelijke vertraging als gevolg van de opheffing van het Centrum Veilig Wonen (CVW) naar de NCG (Kamerstuk 33 529, nr. 719). Als bijlage bij deze brief gaat ter informatie de Overdrachtsovereenkomst contracten versterkingsoperatie die op 19 december 2019 is gesloten tussen NAM en de Staat, in het kader van het publiek maken van de versterkingsoperatie1.
Eén uitvoeringsorganisatie versterking
Sinds de oprichting van de NCG in 2015 is een aantal wijzigingen doorgevoerd in de aanpak van de bovengrondse gevolgen van de aardbevingen door gaswinning in Groningen: de gaswinning uit het Groningenveld wordt versneld volledig afgebouwd en de fundamentele keuze is gemaakt om de afhandeling van schade en de versterkingsoperatie bij de overheid te beleggen. Ten aanzien van de versterkingsoperatie is besloten om deze te beleggen bij één publieke uitvoeringsorganisatie, de NCG – zodat processen worden versneld en vereenvoudigd en de uitvoering eenduidiger en transparanter wordt. Over dit voornemen is uw Kamer geïnformeerd bij brief van 16 oktober 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 695). Zoals bij die gelegenheid bericht is dit voor de NCG een ingrijpende verandering die veel vergt van de organisatie – zowel management als medewerkers – terwijl gelijktijdig met volle kracht is doorgewerkt aan versnelde uitvoering van de versterkingsoperatie.
Deze ontwikkelingen hebben gevolgen gehad voor de rol en taken van de NCG-organisatie. De NCG had bij de oprichting in 2015 brede doelstellingen. Naast de versterkingsoperatie waren de activiteiten gericht op het voeren van publieke regie op schadeafhandeling, leefbaarheid en wonen, onderwijs, economie en energietransitie. De afhandeling van aanvragen om schadevergoeding is inmiddels belegd bij de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade (TCMG) die binnenkort zal opgaan in het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Thema’s als leefbaarheid en economie worden opgepakt door het Nationaal Programma Groningen (NPG) (Kamerstuk 33 529, nrs. 528 en 587). Met het publiek maken van de versterking is de NCG is, formeel per 1 januari 2020, dé uitvoeringsorganisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de versterking. Dit neemt niet weg dat deze transitie van de NCG-organisatie nog in volle gang is.
Gevolgen voor de NCG-organisatie
De NCG heeft de werkzaamheden van het CVW inmiddels volledig overgenomen. Om de nieuwe taken te kunnen uitvoeren heeft de NCG een groot aantal vacatures opengesteld waarop ook oud-CVW-medewerkers zijn uitgenodigd om te solliciteren. Circa 140 medewerkers van het CVW zijn overgekomen naar de NCG. Het is voor de uitvoering van de versterkingsoperatie van groot belang dat hun kennis en ervaring wordt behouden en blijvend benut. Bovendien waren er signalen dat een groot aantal bewoners graag verder wilden met hun bewonersbegeleider vanuit het CVW. Doordat een groot aantal voormalige CVW-medewerkers de overstap naar de NCG heeft willen maken is de continuïteit richting bewoners en de voortgang van de versterkingsoperatie geborgd en vertraging door deze veranderingen geminimaliseerd.
Het management van de NCG en ikzelf zijn ons ervan bewust dat deze transitie van de organisatie ingrijpend is voor de medewerkers van de NCG. Grote veranderingen leiden altijd tot enige onrust binnen een organisatie. De leiding van de NCG heeft sinds het najaar van 2019 veel geïnvesteerd in het meenemen van oude en nieuwe medewerkers in de reorganisatie. Een vertegenwoordiging van het personeel, het Medewerkers Overleg (MO), heeft het management van de NCG tijdens het reorganisatieproces op constructieve wijze geadviseerd en uiteindelijk op de organisatieveranderingen akkoord gegeven.
De toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 4 maart jl. een bezoek gebracht aan de NCG en heeft zich door het management en enkele medewerkers laten bijpraten over de ontwikkelingen in de afgelopen maanden en de uitdagingen die er nog liggen. De NCG heeft zich laten zien als een organisatie in beweging die vastberaden is om in het belang van de bewoners een samenhangend en effectief opererende uitvoeringsorganisatie van de versterking te zijn. De berichtgeving op RTV Noord naar aanleiding waarvan het lid Beckerman (SP) haar verzoek om een brief deed, herken ik dan ook niet.
Doorontwikkeling NCG-organisatie
De ontwikkeling van de NCG is nog niet afgerond. Er moeten nog de nodige stappen worden gezet naar een volwassen, procesgerichte uitvoeringsorganisatie, in 2020 en doorlopend in 2021. De NCG heeft mijn volle steun om te komen tot verdere professionalisering, inzichtelijkheid van planning en voortgang alsmede doelgerichte uitvoering van versterkingsmaatregelen, in samenwerking met ingenieursbureau’s en bouwbedrijven. Daartoe heb ik met de NCG afspraken gemaakt over het op niveau krijgen van de personeelsbezetting, het toewerken naar een productiegerichte cultuur en werkwijze, en de ontwikkeling van een ICT-landschap dat de versnelling van het versterkingsproces en de gevraagde productie maximaal ondersteunt en daarnaast voldoende stuurinformatie oplevert. Om de financiële en andere bedrijfsprocessen optimaal in te richten werkt de NCG momenteel hard aan een Administratieve Organisatie & Interne Controle. Ik zal uw Kamer uiteraard op de hoogte houden van de verdere stappen in de ontwikkeling van de NCG.
Verlengen betaalovereenkomst versterken met NAM
Op 22 november 2018 heeft de Minister van EZK met NAM een overeenkomst gesloten (Interim-betalingsovereenkomst versterken), waarmee de financiële draagplicht van NAM voor de kosten van versterking is geregeld (Kamerstuk 33 529, nr. 535). Uitgangspunt van deze overeenkomst is dat het Rijk verantwoordelijk is voor het veiligheidsbeleid en dat de daaruit voortvloeiende kosten van de versterkingsoperatie voor rekening van NAM komen. De afspraken in deze overeenkomst zien op de periode van tot 1 januari 2020, waarin de versterkingsoperatie werd uitgevoerd door het CVW, in opdracht van NAM. Sinds 1 januari worden de kosten achteraf bij NAM in rekening gebracht. Hiermee is NAM definitief op afstand gezet van de versterkingsoperatie. Een nieuwe overeenkomst is, gelet op deze gewijzigde omstandigheden, nodig.
Op 28 januari jl. is uw Kamer geïnformeerd dat de overeenkomst van 22 november 2018 is verlengd tot 1 april jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 723). De afgelopen periode bleek het nodig deze overeenkomst te verlengen tot 1 juli 2020.
Dit laat onverlet dat een nieuwe overeenkomst met geactualiseerde afspraken nodig blijft. Hierover zijn de Minister van EZK en ik met NAM in overleg. Zodra de nieuwe overeenkomst is getekend, informeert de Minister van EZK – zoals gebruikelijk – uw Kamer daarover. Overigens is het de bedoeling in de wetgeving voor versterking (wijziging van het wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet Groningen) de kosten voor de versterking voor zover nodig voor de veiligheid via een heffing op NAM te verhalen. De nieuwe overeenkomst zal met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 ingaan en een looptijd krijgen tot de inwerkingtreding van de wettelijke bepaling, op grond waarvan de heffing kan worden opgelegd.
Publieke verantwoording
Het besluit tot omvorming van de NCG naar één publieke uitvoeringsorganisatie, zonder rol voor het voormalige CVW, brengt complexe uitdagingen met zich mee. In de brief aan uw Kamer van 11 september 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 680) is een uitgebreide toelichting op de complexiteit en uitdagingen van de ingezette verandering opgenomen. De energie is hierbij steeds gericht op het behoud van het tempo van de versterkingsoperatie en op continuïteit richting bewoners. Bij de inrichting van de NCG als verantwoordelijke uitvoeringsorganisatie voor de versterkingsoperatie behoort ook de overgang van de lopende activiteiten van het CVW. Dit behelst – naast de overdracht van de primaire activiteiten – de overdracht van ondersteunende activiteiten en onderliggende overeenkomsten, alsmede toegezegde verplichtingen. De totale waarde van de overgenomen contracten en gedane toezeggingen van NAM en CVW bedraagt circa € 500 mln. Ten behoeve van de overdracht van contracten hebben NAM en de Staat een overdrachtsovereenkomst gesloten. Deze is als bijlage bij deze brief gevoegd.
De overgang van taken van het private naar het publieke domein heeft ook gevolgen voor de wijze waarop besluiten tot besteding van middelen worden genomen en verantwoord. Uitgaven in het publieke domein zijn – met goede reden – gebonden aan strengere regels voor verantwoording en aanbesteding. Gezien de urgentie van de problematiek in het aardbevingsgebied en het publieke belang om tempo te maken in de versterkingsoperatie, mag dit echter geen vertragende factor voor de operatie, of een belemmering voor continuïteit richting bewoners vormen.
Tegen deze achtergrond zijn inmiddels besluiten genomen die niet volledig met alle regels voor inkoop en aanbesteding in lijn zijn. Dit betreft opdrachten aan aannemers of aanverwante dienstverleners, die de voortgang van de versterking en de versnelling daarvan ten goede komen. In die gevallen is er voor gekozen om opdrachten te verstrekken en de onrechtmatigheid te accepteren om te voorkomen dat de voortgang van de versterkingsoperatie zou vertragen. Het al dan niet overgaan tot een onrechtmatige opdracht wordt door NCG telkens goed onderbouwd ter besluitvorming voorgelegd aan de beleidskern van BZK. Deze procedure zorgt ervoor dat aan de voorkant een goede afweging wordt gemaakt tussen de gewenste rechtmatigheid, gedane toezeggingen en de gewenste versnelling.
In de eerste maanden van 2020 zijn diverse opdrachten in de markt gezet. Niet alle opdrachten zijn rechtmatig verstrekt. Op basis van managementbesluiten is voor circa 210 mln. aan onrechtmatige opdrachten ten behoeve van de taakuitvoering van NCG verstrekt. Dit bedrag zal mogelijk nog oplopen. Ik wil het aantal onrechtmatigheden uiteraard beperken, maar ik wil dit niet ten koste laten gaan van het tempo van de versterkingsoperatie of het nakomen van gedane toezeggingen. De NCG is inmiddels aangewezen als Specialistisch Inkoop Centrum van het Rijk en heeft de opdracht gekregen om het aantal onrechtmatigheden tot een minimum te beperken. BZK informeert de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer hier actief over. In het jaarverslag over 2020 zal ik nader ingaan op de uitgaven en gemaakte afwegingen die hebben geleid tot onrechtmatigheden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎