Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de antwoorden toekomen op de vragen van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van 24 maart 2020 inzake het Onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee (2020D11491).
De antwoorden zijn gebaseerd op het Onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee dat op 10 februari 2020 naar uw Kamer is gezonden (Vergaderjaar 2019–2020, 33450 nr. 64). Het definitieve Noordzeeakkoord kan op onderdelen hiervan afwijken.

In mijn brief van 15 april 2020 (Vergaderjaar 2019–2020, 33 450 nr. 66) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de tussenstand van het Onderhandelaarsakkoord. Zodra het Noordzeeakkoord definitief is, zal ik uw Kamer over de uitkomsten daarvan informeren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga