Een garantietermijn van twee jaar bij de nieuwe Wajong
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D22171, datum: 2020-06-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z10211).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z10211:
- Gericht aan: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z10211
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een garantietermijn van twee jaar bij de nieuwe Wajong (ingezonden 5 juni 2020).
Vraag 1
Hoe gaat u uitvoering geven aan de aangenomen motie-Schalk c.s. over tijdelijke maatregelen in spoedwetgeving als gevolg van de Corona-crisis?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de kans op betaald werk ernstig is verslechterd voor mensen met een Wajong-uitkering als gevolg van de Coronacrisis?
Vraag 3
Deelt u de analyse dat economische crises vaak langdurig negatieve economische gevolgen hebben voor mensen met een arbeidsbeperking en dat de gevolgen aanhouden lang nadat economisch herstel intreedt? Betrekt u dit gegeven bij de uitwerking van de verlenging van de garantietermijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Bent u bereid een langere garantietermijn te hanteren of de geldigheidsduur te verlengen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Bent u bereid om naar aanleiding van de aangenomen motie in contact te treden met organisaties die mensen met een arbeidsbeperking vertegenwoordigen, zoals de Landelijke Cliëntenraad, Wij Staan Op, Ieder(in), de Wajonggroep van de FNV, de Minister van Gehandicaptenzaken, Noortje van Lith et cetera, om mensen met een Wajong-uitkering meer zekerheid te bieden? Zo nee, waarom acht u dit niet belangrijk?
Kamerstukken I, 2019–2020, 35 213, M.↩︎