Lijst van vragen en antwoorden over het voornemen tot verlenging van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika inzake toegang tot en gebruik van faciliteiten op Curaçao voor humanitaire bevoorrading bedoeld voor de bevolking van de Bolivariaanse Republiek Venezuela; Willemstad, 15 maart 2019
Voornemen tot verlenging van verdragen
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2020D23685, datum: 2020-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24493-91).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.J.E. van Toor, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 24493 (R1557)-91 Voornemen tot verlenging van verdragen.
Onderdeel van zaak 2020Z10948:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-06-22 14:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-06-23 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
24 493 Voornemen tot verlenging van verdragen
Nr. 91 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 16 juni 2020
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 18 mei 2020 inzake het Voornemen tot verlenging verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika inzake toegang tot en gebruik van faciliteiten op Curaçao voor humanitaire bevoorrading bedoeld voor de bevolking van de Bolivariaanse Republiek Venezuela (Kamerstuk 24 493 (R1557), nr. 89).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 juni 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
P. Dijkstra
De griffier van de commissie,
Van Toor
1
Waarin verschilt de huidige situatie met die tijdens het afsluiten van het verdrag op 15 maart 2019?
2
Wat voor nieuwe ontwikkelingen zijn er sinds de beantwoording van de eerdere vragen van de commissie (brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 18 april 2019, Kamerstuk 30 952, nr. 336)?
Antwoord op vraag 1 en 2
In februari 2019 heeft het kabinet in overleg met Curaçao het principebesluit genomen in te gaan op het verzoek van interim-president Juan Guaidó en de VS om gebruik te maken van Curaçao als logistieke hub voor humanitaire hulp.
De hub heeft als doel dat de hulp snel gedistribueerd kan worden wanneer de situatie in Venezuela dit toelaat. Daarbij is expliciet duidelijk gemaakt dat hulp niet zal worden geforceerd. De inschatting destijds was dat op korte termijn toestemming verleend zou worden, vandaar dat het verdrag in eerste instantie voor een jaar werd afgesloten.
Omdat toestemming van het regime uitbleef, zijn de goederen die waren opgeslagen in de hub op Curaçao overgebracht naar Panama, van waaruit ze alsnog in Venezuela terecht zijn gekomen.
De humanitaire noden in Venezuela zijn sinds vorig jaar echter alleen maar verder gestegen. Nog altijd is er geen ruimte voor grootschalige humanitaire hulp. Reden voor het Koninkrijk om nogmaals het signaal te willen geven bereid te zijn een rol te willen spelen in het verlichten van deze humanitaire noden. Nadat de procedure tot verlenging van onderhavig verdrag in gang was gezet, is door COVID-19 de crisis nog groter geworden.
3
Wat wordt de precieze taakstelling van de humanitaire hub?
Antwoord
Door het verlengingsverdrag wordt de duur van het verdrag van 2019 met een jaar verlengd. Dat verdrag voorziet in de mogelijkheid dat de VS en uitvoerende partners van de VS humanitaire hulpgoederen kunnen vervoeren naar Curaçao, deze opslaan op Curaçao, en ze vervoeren vanaf Curaçao naar Venezuela en andere landen die zijn geraakt door de crisis in Venezuela, in overeenstemming met de voorwaarden die in het verdrag zijn neergelegd. Daartoe kan gebruik worden gemaakt van de faciliteiten die daarvoor worden aangewezen door de autoriteiten van Curaçao. De doelstelling en de uitgangspunten zijn dus ongewijzigd.
4
Wat is de rol van de VN, het Internationale Rode Kruis of andere internationale humanitaire organisaties bij de humanitaire hub?
Antwoord
Zie tevens het antwoord op vraag 3. De hub is beschikbaar voor alle organisaties die humanitaire hulp verlenen, zoals de VN of het Internationale Rode Kruis. Op dit moment is dat niet aan de orde, maar verschillende organisaties hebben interesse getoond in de hub-faciliteiten indien de situatie in Venezuela verandert.
5
Bent u, zeker in het kader van de COVID-19 pandemie, bereid te pleiten voor het beëindigen van de internationale economische sancties tegen Venezuela zodat het handelsverkeer veel van de noden kan lenigen?
Antwoord
Het gezondheidssysteem in Venezuela is onvoldoende geëquipeerd om een grootschalige uitbraak van COVID-19 het hoofd te bieden. Het land is vooral gebaat bij grootschalige humanitaire hulp, dit was ook al zo voor de COVID-19 pandemie.
Zoals reeds aan de Kamer geïnformeerd in beantwoording van Kamervragen over de rol van de Karel Doorman in het Caribisch gebied (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2867), heeft de EU reeds laten weten dat sancties humanitaire hulpverlening in het kader van COVID-19 niet in de weg mogen staan. Juist vanwege het belang van de voortzetting van humanitaire hulp kennen de meeste EU- en VN-sanctieregimes uitzonderingen en ontheffingsgronden voor humanitaire doeleinden. Ook de sancties ingesteld door de VS kennen uitzonderingsmogelijkheden voor humanitaire doeleinden.