Tariefsontwikkelingen paspoorten en identiteitskaarten
Reisdocumenten
Brief regering
Nummer: 2020D24352, datum: 2020-06-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25764-126).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 25764 -126 Reisdocumenten.
Onderdeel van zaak 2020Z11313:
- Indiener: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-06-24 15:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-06-25 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-01-27 11:30: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-16 14:00: Basisregistratie Personen en Elektronische identificatie en authenticatie (eID) (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
25 764 Reisdocumenten
Nr. 126 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de toekomstige tariefontwikkelingen voor paspoorten en identiteitskaarten. Het verzenden van deze brief heb ik toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over paspoorten, eID en de toekomst BRP op 7 november 2019.
De betrouwbaarheid en betaalbaarheid van paspoorten en identiteitskaarten zijn belangrijke uitgangspunten. Sinds 2014 zijn paspoorten en identiteitskaarten voor personen van 18 jaar en ouder 10 jaar geldig in plaats van 5 jaar. Dit heeft geleid tot veel gemak en in totaal lagere kosten voor de burger. Naast die lagere kosten streef ik echter ook naar kostendekkende en stabiele tarieven, om te voorkomen dat het ene jaar tarieven stijgen en het andere jaar weer dalen. Ook in de komende jaren worden ontwikkelingen verwacht die invloed hebben op de tarieven voor paspoorten en identiteitskaarten. Voor deze brief ga ik uit van ontwikkelingen die op dit moment bij mij bekend zijn. Dat betekent echter wel dat onvoorziene ontwikkelingen ook tot wijzigingen in de kosten van paspoorten en identiteitskaarten kunnen leiden. De vermelde tariefswijzigingen zijn opgenomen onder voorbehoud van de consultatie bij uitgevende instanties en advisering door de Raad van State van het Koninkrijk.
Tariefopbouw
Voordat ik inga op de tariefontwikkelingen geef ik kort een toelichting op de opbouw van de tarieven voor paspoorten en identiteitskaarten. De tarieven bestaan namelijk uit meer dan alleen de productiekosten van het document. De tarieven die de burger betaalt bij een aanvraag zijn gebaseerd op twee delen die bij elkaar worden opgeteld:
1) Kosten voor productie en beheer: dit deel wordt door de uitgevende instantie (bijvoorbeeld gemeente of consulaire post) afgedragen aan BZK. Het betreft hier de kosten voor het produceren van het document en het beheren van de verschillende uitgiftesystemen. Bijvoorbeeld de kosten van apparatuur voor het inscannen van de gezichtsopname en vingerafdrukken. Daarnaast zijn er in dit deel ook kosten opgenomen voor de registraties die bijhouden wat de status is van een paspoort of identiteitskaart en of het document nog in omloop mag zijn. In dit deel is ook een opslag verwerkt om tarieven stabiel te houden ondanks sterke schommelingen in het aantal aanvragen, dit wordt de egalisatiereserve genoemd.
2) Rechten voor de dienstverlening: dit is het deel van het tarief dat bedoeld is voor de financiering van de dienstverlening bij de uitgevende instantie. Met deze rechten worden het personeel en de kosten voor de balie gefinancierd.
Een overzicht van de actuele tarieven in 2020 is bijgevoegd in de bijlage.
Kruissubsidiëring
Binnen de kosten voor «productie en beheer» is sprake van kruissubsidiëring tussen paspoorten en identiteitskaarten voor personen van 18 jaar en ouder (met een 10 jaar geldig document) en paspoorten en identiteitskaarten voor personen van 0 tot en met 17 jaar (met een 5 jaar geldig document). Deze kruissubsidiëring is er, omdat de productiekosten voor beide documenten even hoog zijn, terwijl de documenten voor jongeren vijf in plaats van tien jaar geldig zijn. Dat betekent dat de tarieven voor 10 jaar geldige documenten hoger zijn, zodat de tarieven voor 5 jaar geldige documenten lager zijn. Ook bij nieuwe kostenontwikkelingen wordt deze kruissubsidiëring verwerkt. Per wijziging geef ik daarom aan wat het tarief is per leeftijdscategorie.
Jaarlijkse indexatie van de tarieven
Jaarlijks worden de tarieven voor paspoorten en identiteitskaarten geïndexeerd op basis van de prijsmutatie voor overheidsconsumptie1. Deze indexatie wordt uitgevoerd om de tarieven kostendekkend te houden ten opzichte van de jaarlijkse stijging van o.a. personele kosten. Deze indexatie is afhankelijk van de economische ontwikkelingen in Nederland en kan zowel positief (bij inflatie) als negatief (bij deflatie) zijn.
Tariefontwikkelingen
In de komende jaren verwacht ik een aantal maatregelen in te voeren die merkbare gevolgen hebben voor de tarieven van paspoorten en identiteitskaarten. In brede zin hebben de verwachte baten van het programma «verbeteringen reisdocumentenstelsel» (VRS) een prijsverlagend effect op de tarieven. Daarnaast geldt voor de identiteitskaart dat de introductie van de e-functionaliteit voor DigiD-Hoog en de vingerafdrukken een prijsverhogend effect hebben op de tarieven.
e-functionaliteit identiteitskaarten
De introductie van de e-functionaliteit op de identiteitskaart is gepland op 1 januari 2021. Deze e-functionaliteit wordt toegevoegd om zo met de identiteitskaart in te kunnen loggen bij overheidsinstanties op «hoog» betrouwbaarheidsniveau (eIDAS Hoog). Vanwege deze maatregel verwacht ik dat de tarieven voor de identiteitskaart op dat moment zullen stijgen met de volgende bedragen:
Personen 0 t/m 17 jaar (5 jaar geldig) | + € 1,54 | n.v.t. | + € 1,54 |
Personen 18 jaar en ouder (10 jaar geldig) | + € 4,50 | n.v.t. | + € 4,50 |
EU verordening biometrie op identiteitskaarten
Met ingang van 1 juli 2021 worden vingerafdrukken afgenomen voor het uitgeven van identiteitskaarten en wordt de opmaak van identiteitskaarten aangepast naar Europese richtlijnen. Deze wijziging is ter uitvoering van de EU-verordening biometrie op identiteitskaarten en heeft als doel om zo identiteitskaarten binnen de Europese Unie te laten voldoen aan een aantal minimale veiligheidseisen.
Deze aanpassing betekent een toename in handelingen bij de uitgevende instanties. Omdat de chip al geschikt is voor de opname van vingerafdrukken zijn er geen extra productiekosten. Ook de wijziging in de opmaak van de identiteitskaarten leidt niet tot structurele extra kosten. Doordat er voor het afnemen van de vingerafdrukken extra handelingen moeten worden uitgevoerd stijgen de dienstverleningskosten. Hiervoor wordt uitgegaan van hetzelfde percentage waarmee de tarieven voor de identiteitskaart in 2014 werden verlaagd nadat de vingerafdruk daarvoor niet meer werd afgenomen. De kosten voor de dienstverlening stijgen met 14% bij gemeenten en met 6% bij aanvragen bij een ambassade. Deze tariefontwikkeling is als volgt:
Personen 0 t/m 17 jaar (5 jaar geldig) | n.v.t. | + € 3,55 | + € 3,55 |
Personen 18 jaar en ouder (10 jaar geldig) | n.v.t. | + € 3,55 | + € 3,55 |
Personen 0 t/m 17 jaar (5 jaar geldig) | n.v.t. | + € 5,68 | + € 5,68 |
Personen 18 jaar en ouder (10 jaar geldig) | n.v.t. | + € 5,68 | + € 5,68 |
Naast deze ontwikkelingen is er mogelijk nog een kostenstijging te verwachten ten aanzien van aanvragen van paspoorten en identiteitskaarten in het buitenland. Dit als gevolg van de noodzaak om vaker op locatie een aanvraag in te nemen doordat de «alternatieve verschijningsplicht» vervalt met de introductie van het opnemen van vingerafdrukken op de identiteitskaart. De mogelijke consequenties hiervan worden op dit moment nog uitgewerkt.
Verbetering reisdocumentenstelsel
Op 26 juni 2019 (Kamerstuk 25 764, nr. 120) heb ik u geïnformeerd over mijn plannen rond de verbeteringen van het Reisdocumentenstelsel. De verbeteringen dragen bij aan de verhoging van de kwaliteit, fraudebestendigheid en betrouwbaarheid van het hele reisdocumentenstelsel. Daarnaast moeten deze ontwikkelingen leiden tot efficiënter beheer waardoor de tarieven ook kunnen dalen. Naar verwachting nemen de structurele jaarlijkse beheerskosten met ca. 5 tot 7 miljoen euro af op het moment dat alle verbeteringen zijn doorgevoerd. Op basis van deze verwachting kunnen – onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden – de tarieven voor zowel paspoorten als identiteitskaarten worden verlaagd bij afronding van de verbeteringen van het reisdocumentenstelsel.
Wat als iemand een paspoort of identiteitskaart niet kan betalen?
Tijdens het Algemeen Overleg van 7 november jl. werd gevraagd naar de ontwikkelingen in de tarieven van paspoorten en identiteitskaarten vanuit de zorg dat niet iedereen meer een paspoort of identiteitskaart kan betalen. Deze zorgen begrijp ik; een paspoort of identiteitskaart is noodzakelijk om te kunnen reizen, en om te kunnen voldoen aan de identificatieplicht of voor identificatie bij het afnemen van bepaalde dienstverlening bij de overheid of in de zorg.
In artikel 7 het vierde en vijfde lid van de Paspoortwet zijn de tarieven aangemerkt als respectievelijk gemeentelijke belastingen dan wel als eilandbelastingen. Hieruit vloeit voort dat wanneer een aanvraag bij gemeenten of bij een van de BES-eilanden wordt ingediend en iemand niet de middelen heeft om de kosten te betalen dat de burgemeester of gezaghebber deze kosten geheel of gedeeltelijk kan kwijtschelden. Omdat lokale overheden het dichtst bij de burger staan kunnen zij ook het beste de afweging maken of iemand wel of niet in staat is de kosten voor een aanvraag te dragen. Met deze wettelijke bepalingen is volgens mij voldoende ruimte aanwezig om zowel de financiering van paspoorten en identiteitskaarten te borgen als ook, waar het nodig is, personen tegemoet te komen in de hoogte van die kosten.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Bijlage: tarieven 2020
Rijksdeel | 6.1a1 paspoort 18+ | € | 41,04 |
USD | 45,84 | ||
ANG | 82,00 | ||
AWG | 82,00 | ||
6.1a2 paspoort <18 | € | 23,19 | |
USD | 25,90 | ||
ANG | 46,00 | ||
AWG | 46,00 | ||
6.1b vreemdelingendocument | € | 23,19 | |
USD | 25,90 | ||
ANG | 46,00 | ||
AWG | 46,00 | ||
6.1c1 Nederlandse Identiteitskaart (NIK) 18+ | € | 33,44 | |
6.1c2 NIK <18 | € | 5,86 | |
6.1d spoedlevering | € | 49,86 | |
Maximumtarieven gemeenten en openbaar lichamen | 6.2a1 paspoort 18+ | € | 73,23 |
USD | 120,24 | ||
6.2a2 paspoort <18 | € | 55,37 | |
USD | 100,28 | ||
6.2b vreemdelingendocument | € | 55,37 | |
USD | 100,28 | ||
6.2c1 NIK 18+ | € | 58,31 | |
6.2c2 NIK <18 | € | 30,73 | |
6.2d spoedlevering | € | 49,86 | |
6.2e thuisbezorgen | € | 15,73 | |
USD | 17,64 | ||
max. tarieven niet ingeschrevenen in BRP | 6.3a1 paspoort 18+ | € | 110,40 |
6.3a2 paspoort <18 | € | 92,55 | |
6.3b vreemdelingendocument | € | 92,55 | |
6.3c1 NIK 18+ | € | 98,61 | |
6.3c2 NIK <18 | € | 71,03 | |
6.3d thuisbezorgen | € | 26,21 | |
Tarieven binnen het koninkrijk | 12.1a1 paspoort 18+ | € | 83,88 |
ANG | 168,00 | ||
AWG | 168,00 | ||
12.1a2 paspoort <18 | € | 66,02 | |
ANG | 132,00 | ||
AWG | 132,00 | ||
12.1b vreemdelingendocument | € | 66,02 | |
ANG | 132,00 | ||
AWG | 132,00 | ||
12.1c noodpaspoort | € | 49,81 | |
USD | 55,64 | ||
ANG | 100,00 | ||
AWG | 100,00 | ||
Tarieven buiten het koninkrijk | 12.2a1 paspoort 18+ | € | 139,70 |
12.2a2 paspoort <18 | € | 121,85 | |
12.2b vreemdelingendocument | € | 121,85 | |
12.2c1 NIK 18+ | € | 126,20 | |
12.2c2 NIK <18 | € | 98,60 | |
12.2d noodpaspoort | € | 49,80 | |
12.2f spoedaanvraag | € | 10,25 |
De prijsmutatie voor overheidsconsumptie wordt jaarlijks door het CPB vastgesteld in het Centraal Economisch Plan (CEP).↩︎