Onderzoek effect ventilatiesystemen op besmettingsrisico COVID-19 aan boord van vliegtuigen
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2020D26837, datum: 2020-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-790).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -790 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z12550:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-09 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-10 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 790 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Tijdens het Notaoverleg Luchtvaart en Corona van 18 juni 2020 hebben de leden Paternotte en Graus een gewijzigde motie ingediend om zo spoedig mogelijk onderzoek te laten verrichten naar het effect van filter- en ventilatiesystemen op het besmettingsrisico voor COVID-19 in vliegtuigen en hier in Europees verband over af te stemmen, zodat duidelijk wordt aan welke voorwaarden zo’n systeem moet voldoen om het risico te verlagen.1 Ik heb verzocht deze motie aan te houden in afwachting van mijn inventarisatie of in Europees verband al een dergelijk onderzoek loopt of op korte termijn is voorzien.
Op basis van contacten met de European Union Aviation Safety Agency (EASA) en het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC), die het RAGIDA project2 uitvoert, concludeer ik dat een onderzoek in Europees verband naar het effect van filter- en ventilatiesystemen op het besmettingsrisico voor COVID-19 vliegtuigen vooralsnog niet wordt uitgevoerd en ook niet op korte termijn wordt voorzien.
Ik zal mij inspannen om een dergelijk onderzoek in Europees verband te laten uitvoeren. Daarnaast ben ik in gesprek met het NLR en het RIVM over uitvoering van zo’n onderzoek, waarbij nadrukkelijk ook afstemming met internationale partners wordt gezocht. Ik zal dit zo spoedig mogelijk met het NLR en het RIVM verder uitwerken.
Met deze invulling van de motie van de leden Paternotte en Graus laat ik de motie «oordeel Kamer».
Zoals tijdens het Notaoverleg toegezegd, zal ik uw Kamer nog voor het zomerreces informeren of er nog vliegtuigen op Nederlandse luchthavens landen zonder HEPA filter.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga