De ziekte van Parkinson en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D29883, datum: 2020-07-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kv-tk-2020Z14059).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z14059:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Gericht aan: T. van Ark, minister voor Medische Zorg
- Indiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z14059
Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de ziekte van Parkinson en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (ingezonden 15Ā juli 2020).
Vraag 1
Kent u het artikel Ā«The Rise of Parkinsonās DiseaseĀ» en het boek Ā«Ending Parkinsonās DiseaseĀ» waar het artikel op gebaseerd is?1
Vraag 2
Wat vindt u van de strekking van deze publicaties, waarbij een oorzakelijk verband is aangetoond tussen het toepassen van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en het ontstaan van de ziekte van Parkinson, inmiddels de snelst groeiende neurologische aandoening ter wereld?
Vraag 3
Deelt u de zorgen over de risicoās van het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen voor de volksgezondheid, in de eerste plaats die van de boeren en hun gezinnen, maar ook die van de direct omwonenden en ā omdat de gewasbeschermingsmiddelen in de voedselketen kunnen belanden ā voor de rest van de Nederlandse bevolking?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat zorgwekkende stoffen, nadat de chemische structuur een klein beetje is aangepast, opnieuw als bestrijdingsmiddel op de Europese markt worden gebracht? Klopt het dat geen deugdelijke toets op risicoās voor mens, dier en milieu plaatsvindt bij toelating en bij verlenging van de toelating? Deelt u het standpunt dat dit onacceptabel is?
Vraag 5
Deelt u de conclusie dat het Europese toelatingsbeleid hiaten laat zien en met het oog op de volksgezondheid en het milieu onvoldoende stringent is? Bent u bereid dit te samen met andere landen te agenderen bij EU-raden?
Vraag 6
Specifiek voor Parkinson, klopt het dat middelen die vandaag de dag toegepast worden in Nederland, nooit in een muizen-model zijn getoetst op toxiciteit voor die delen van de hersenen die gevoelig zijn voor de ontwikkeling van Parkinson?
Vraag 7
Bent u bereid hiernaar onderzoek te laten verrichten en/of hier in Europa op aan te dringen? Waarom wel of waarom niet?
Vraag 8
Wordt naar uw mening voldoende gemeten hoeveel (residu van) gewasbeschermingsmiddelen aanwezig (is) zijn op percelen, in grond- en oppervlaktewater en op groenten, fruit en melkproducten in het schap van de supermarkt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 9
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is omtrent de uitvoering van de aangenomen motie over een onderzoek naar een verhoogd risico op Parkinson?2