De voortgang van de sluiting van de Hoenderloo Groep
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2020D30497, datum: 2020-07-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-747).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -747 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2020Z14375:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-09 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-11-23 10:00: Jeugd / Jongeren met chronische en langdurige beperkingen en ontwikkelingsachterstanden (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-20 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 747 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juli 2020
Uw Kamer heeft mij in de motie van het lid Westerveld c.s.1 verzocht om brieven over de voortgang rondom de sluiting van de Hoenderloo Groep, en daarin expliciet mee te nemen of er voor alle kinderen een passende vervolgplek is geregeld. In een commissiebrief van 22 juli 2020 heeft u gevraagd om hierover deze week een brief te ontvangen. In deze brief informeer ik u over de stand van zaken op 23 juli 2020. Achtereenvolgens zal ik in gaan op de vervolgplekken en de voortgang in het creëren van nieuwe plekken op andere locaties van Pluryn.
Uitgangspunt blijft dat er geen enkele jongere tussen wal en schip gaat vallen. Dit is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder en gemeenten. De IGJ ziet intensief toe op dit proces.
1. Passende en duurzame vervolgplekken
Er verbleven toen in december 2019 de voorgenomen sluiting werd aangekondigd 220 jongeren bij de Hoenderloo Groep. Het overgrote deel van hen is regulier uitgestroomd omdat hun behandeling conform het behandelplan bij de Hoenderloo Groep was afgerond. Pluryn heeft gemeld dat op dit moment nog 55 jongeren in zorg zijn bij de Hoenderloo Groep.
Een kleine dertig van deze jongeren gaat naar nieuwe plekken elders binnen Pluryn. Daar ga ik in de volgende paragraaf nader op in.
De andere jongeren krijgen voor 1 augustus een vervolgplek op bestaande plekken van Pluryn of bij een andere aanbieder. Tijdens het AO Jeugd op 23 juni 2020 (Kamerstuk 31 839, nr. 746) informeerde ik u dat Pluryn, gemeenten en OZJ nog intensief in gesprek waren met andere zorgaanbieders en zorgbemiddeling om een passende en duurzame vervolgplek te vinden voor 9 jongeren. Op 10 juli 2020 liet Pluryn mij weten dat voor alle jongeren een passende en duurzame vervolgplek is gevonden.
2. Nieuwe plekken op andere locaties van Pluryn
Voor een kleine dertig jongeren met zware ASS en hechtingsproblematiek creëert Pluryn nieuwe plekken binnen de organisatie. Deze jongeren zijn niet gebaat bij een behandelcentrum voor kort verblijf zoals de Hoenderloo Groep, maar met een plek waar ze kunnen blijven. De ouders/voogden van de meesten van hen hebben definitief bevestigd dat zij van dit aanbod gebruik maken. Een aantal hebben dit niet gedaan, maar gekozen voor een andere aanbieder. Pluryn verwacht dat 24 nieuwe plekken per 1 augustus 2020 gereed zullen zijn. Snel daarna zal voor de laatste zes jongeren hun nieuwe plek gereed zijn. Tot die tijd blijven zij op de Hoenderloo Groep.
De IGJ heeft het nieuwe aanbod binnen Pluryn bezocht om de passendheid van deze plekken te onderzoeken. De IGJ zal hierover op korte termijn een voortgangsbericht publiceren.
Komende maand ontvangt u van mij nog twee voortgangsbrieven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Kamerstuk 31 839, nr. 731↩︎