Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Toorenburg en Van Dam over na aanleiding van de column ‘Er is een klimaat dat het voor agressieve horken eenvoudig maakt om anderen het leven zuur te maken’
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2020D30553, datum: 2020-07-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-3622).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z13596:
- Gericht aan: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: M.M. van Toorenburg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3622
Vragen van de leden Van Toorenburg en Van Dam (beiden CDA) aan de Minister voor Rechtsbescherming na aanleiding van de column «Er is een klimaat dat het voor agressieve horken eenvoudig maakt om anderen het leven zuur te maken» (ingezonden 6 juli 2020).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 27 juli 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de column van Özcan Akyol met de titel «Er is een klimaat dat het voor agressieve horken eenvoudig maakt om anderen het leven zuur te maken»?1
Vraag 2
Deelt u de mening van de columnist en de vragensteller dat «zolderkamerpsychopaten» moeten leren inzien dat ze niet straffeloos vanuit een bureaustoel alles en iedereen met de dood kunnen bedreigen en dat het maar zeer de vraag is of dat strafdoel wordt bereikt wanneer een ernstige bedreiger er met een lichte taakstraf mee wegkomt?
Vraag 3
Vindt u een taakstraf in zijn algemeenheid passend bij ernstige bedreiging met geweld en/of de dood?
Vraag 4
Deelt u de mening van de columnist en de vragensteller dat ons rechtssysteem in de praktijk nog steeds onderscheid maakt tussen fysieke en digitale misdrijven en dat het de vraag is of een dergelijk onderscheid (nog) terecht is?
Vraag 5
Klopt het dat bedreiging langs digitale weg door het openbaar ministerie (OM) en door de Rechtspraak anders wordt gewogen dan fysieke bedreiging? Klopt het dat, kijkend naar de Richtlijn strafvordering bedreiging (2019R005) op het schriftelijk (waaronder per internet) bedreigen in de ogen van het OM een zwaardere straf zou moeten staan dan op mondeling bedreigen? Is het in de praktijk ook zo dat de strafeis van schriftelijke bedreiging doorgaans hoger is dat die van mondelinge bedreiging? Zou u hier onderzoek naar willen laten uitvoeren?
Vraag 6
Is het feit dat een slachtoffer een journalist is in de praktijk ook een factor van betekenis? (gelet op de Richtlijn voor strafvordering bedreiging, 2019R005)? Zo niet, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Toorenburg en Van Dam (beiden CDA), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over na aanleiding van de column «Er is een klimaat dat het voor agressieve horken eenvoudig maakt om anderen het leven zuur te maken» (ingezonden 6 juli 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Algemeen Dagblad d.d. 3 juli 2020↩︎